Jaap Molenaar
Van onze redactie: Ruud Meijns
Jacob Jan Molenaar, geboren 23 mei 1947, op het Ameland 31, een zeer oud straatje in Zaandam tegenover de boerderij van Brinkman.
Het gezin bestond uit vader, moeder en twee dochters en twee zoons. Vader Molenaar was een wisselloper bij De Twentsche Bank in de Westzijde. Zijn moeder was afkomstig uit Oostenrijk. Als jong meisje was zij tijdens de Eerste Wereldoorlog naar het neutrale Nederland gekomen om de armoede te ontvluchten. Ze had een dienstje, zoals dat heette, bij de fam. Sabel van de verffabriek. Ze is gebleven en trouwde met Jaaps vader.
Hij ging naar de kleuterschool in de Jufferstaat bij het slachthuis. Dat ging natuurlijk lopend via de Noorderbrug. Hij was ongeveer vijf jaar toen het gezin vertrok naar de J.M. Cardinaelstraat in Zaandam. Ook dat duurde niet zo lang want het gezin verhuisde weer naar de Burgm. Van Ordenstraat.
Als wisselloper voor de bank ging vader Molenaar met flinke sommen geld om. Hij inde geld en bracht soms geld naar het hoofdkantoor in Amsterdam. Hij had daarvoor een koffertje dat met een ketting aan z’n pols verbonden was.
De lagere school begon hij op de Rembrandtschool, nabij de gasfabriek. Het was een beetje een kakschool met veel leerlingen uit de schildersbuurt. Met de laatste verhuizing naar de burgemeestersbuurt ging hij over naar de derde klas in de Herman Gorterschool. De Van Ordenstraat was een echte volksbuurt waar je meestal speelde met een vaste kern van vriendjes. Na de Herman Gorter ging hij naar MULO-zuid, in de Meidoornstraat met directeur Kiburg.
Foto: Via de Harenmakersdwarsstraat zicht op de Rembrandtschool.
Na de MULO moest er werk gezocht worden. Dat vond hij bij het accountantsbureau van Moret de Jong en Starke, wat nu Ernst en Young is. Op de MULO had hij al de boekhoudkant gekozen. Accountant word je niet zomaar, dus als assistent-accountant moest je in de avonduren studeren voor het praktijkdiploma boekhouden. Een keer in de week naar Amsterdam en een stamp huiswerk. Daarna heb ik nog MBA en SPD gedaan.
Het werk bij de accountancy stopte even vanwege de dienstplicht. Toen was het zo geregeld dat je bij je baas terug kwam, dus heb ik daar nog enige jaren gewerkt. Maar de vele studies die je moet blijven volgen zag ik niet zo zitten en ik ben toen overgestapt naar ASPA, de kantoorinrichter. Ik zat bij de afdeling inkoop, de commerciële kant en heb me opgewerkt tot afd. chef en hoofd van de inkoop. Die bedrijfstak bleef maar groeien en door allerlei fusies werden ze de op 1 na grootste van de wereld, inmiddels onder de naam SAMAS. De administratie en inkoop zaten in de Oostzijde in het oude pand van de beschuitfabriek Hille.
Dienstplicht Dienstplicht had je toen nog. Jaap diende bij de infanterie in Steenwijkerwold. Ondanks de leuke dingen vond hij het zonde van z’n tijd. Dat gedril en de onrechtvaardigheid die hij meemaakte. Zijn geluk was dat hij goed kon voetballen en daardoor geselecteerd werd voor diverse elftallen.
Normaal gesproken lag je van maandag t/m donderdag op de hei om te oefenen en mocht je 1 x per 14 dagen een weekend naar huis. Als geselecteerde voetballers hadden we een uitzonderingspositie. We werden maandagmiddag al opgehaald om de rest van de week te trainen. Op woensdag speelden we een wedstrijd tegen een amateurploeg uit de Noordelijke provincies.
Er waren verschillende elftallen; een elftal van de kazerne, van de compagnie, van het bataljon en het Noordelijk Militaire elftal. Daar voetbalde hij bijv. met Joop van Daele van Feyenoord, Nico Rijnders van Ajax, Jan van Dam van PEC, Adje Butter van Excelcior, Eddy Achterberg van Twente. Allemaal goeie voetballers. Joop Van Daele, beroemd geworden door zijn beslissende doelpunt in de finale om de wereldbeker tegen Estudiantes in 1970, was mijn billenmaatje.
Foto: Het Militaire elftal met Jaap tweede van rechts, in het midden Van Daele en tussen hen in Nico Rijnders.
Voetbal
Zijn voetbalcarrière begon in Zaandam bij ZFC. Op z’n tiende treedt hij toe tot de rijen der voetballers; bij ZFC. Tot het laatste jaar van de aspiranten heeft hij daar gevoetbald.
Op de foto zit hij derde van links met naast hem links Lex Blank. In het midden Jaap Schaap, boven hem Hans Deen en Jan Schoen derde van rechts. Boven Jan staat Cees van Oostenbrugge.
Na een paar jaar gaat hij over naar Z.V.V. die ook aan de Westzanerdijk/Ringweg velden had. Eenmaal bij de senioren speelt hij op z’n 18e in het eerste elftal, derde klasse amateurs. Het was een succesvol elftal met spelers zoals de gebr. Koelman, Janne de Wit, Leo Tates, Ruud Schoen, Aldert Onrust, Jan Plomp. Later kwamen Monne de Wit, Gerrit Jan Hoek. In die periode zijn we een paar keer kampioen geweest en gepromoveerd naar de Eerste Klasse Amateurs. Vier van de jongens speelden in het Nederlands Amateurelftal.
Staande v.l.n.r.: J. Hoek (elftalleider) J. Kabel (grensr.) R. Huisman, G.J. Hoek, J. Lagerwey , R. Schoen, F. Mulder en trainer J. v.d. Mast. Gehurkt v.l.n.r.: J. de Wit, E. Muns, E. Teensma, C. van Oostenbrugge, J. Molenaar en L. Blank.
Een paar keer werd ik geselecteerd voor het Noord-Hollands Junioren– en het Amateurelftal. Ik heb tot m’n 26e bij ZVV in het 1e gespeeld. Door een kruisbandscheuring was het daarna veel te vroeg over.
Hoogtepunten van een Zaanse competitie waren de beladen, maar sportieve, wedstrijden tegen Zilvermeeuwen. Daar kwamen zeker 5000 toeschouwers op af. Pas op m’n vijftigste ben ik gaan tennissen bij TV de Gouw. Daar speel ik 2x per week met de ouwemannenploeg.
Spanje Gerrit Jan Hoek, waarmee ik in ZVV had gespeeld ging naar Spanje en schreef voor diverse bladen in Nederland, maar ook Duitsland, Engeland en Spanje. Ik kom ook veel in Spanje en heb hem daar wel opgezocht. Zijn we bij wedstrijden van Barcelona geweest. Hij had daar als correspondent speciale privileges en ben je zo in het stadion. Hij ging dan z’n interviews doen en ik op de tribune. Ik was er voordat Van Gaal kwam en zag ze ook in zijn periode als trainer. Veel Hollandse jongens speelden er toen, Hesp op doel, Bogarde, Cocu, Overmars. Later kwamen die jongens van De Boer en Kluivert. Ik zag z’n debuut in Barcelona nog.
“Ik ging al veel naar Spanje, naar Lloret de Mar. Daar heb ik m’n vrouw ontmoet, een Spaanse. Van zijn Spaanse vrouw is hij al dertig jaar gescheiden. Spanje is eigenlijk mijn tweede vaderland geworden en ik kom er nog elk jaar. Ik heb daar een vaste plek waar ik meestal een half jaar zit. En als de kinderen met vakantie komen ga ik weer even naar huis.”
In het gesprek volgt dan een discussie over het huidige voetbal in Nederland waarin vastgesteld wordt dat er bar slecht verdedigd wordt, dat er zonder bal te weinig gelopen wordt en dat de driehoekjes die je bij Barcelona ziet, hier totaal ontbreken. Over voetballers die veel te jong al naar het buitenland vertrekken en dan alleen maar op de bank terecht komen. Het leek even op de tafel bij Voetbal Inside.
Jaap haalt nog een hele stapel foto’s en knipsels tevoorschijn. Foto’s van elftallen, van wedstrijdmomenten, interviews. Dat moet allemaal nog een keer gesorteerd worden.