De Zuidkanter - Bewoners a/h woord http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord Wed, 02 Apr 2025 22:15:30 +0000 Joomla! — Open Source Content Management nl-nl webmaster@cdezuidkanter.nl (De Zuidkanter) Erepenning voor Rudy Secca http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4072-erepenning-voor-rudy-secca http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4072-erepenning-voor-rudy-secca RudySeca6Erepenning voor Rudy Alfred Secca
Van onze redactie, Ans Pieper

Wie kent hem niet? Rudy Seca de man met zijn alpinopet op, lopend ‚langs de straat’.
Hij wandelt door de gemeente en ontmoet zo medebewoners voor een praatje, een luisterend oor en zo nodig advies.
Daar kunnen beleidsmakers nog eens een voorbeeld aan nemen.

De Kaaijkster

Gisteren, op vrijdag 8 december 2023, werd Rudy uitgenodigd door organisatie De Maatschappij voor een leuk klusje.
Hij mocht de Kaaijkster op de Saentoren ontsteken.
Vanaf het terras van de Fabriek drukte Rudy op een rode knop waarna de kerstster inderdaad oplichtte.

RudySeca3


Maar het was onder valse voorwendselen dat Rudy en zijn vrouw Nicola waren uitgenodigd.

Het college van burgemeester en wethouders had namelijk besloten dat aan hem de gemeentelijke erepenning zou worden uitgereikt.
De erepenning van de gemeente Zaanstad kan door het college van burgemeester en wethouders worden toegekend aan personen die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd voor de gemeente. 

RudySeca2 RudySeca1

 De motivatie hiervoor:
“De heer Seca staat binnen de Zaanse samenleving overal bekend als een onmisbare schakel, die gevraagd en ongevraagd zijn hulp aanbiedt. Bij zijn baan als maatschappelijk werker, maar zeker ook daarbuiten. Met name voor de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap heeft hij zich, sinds zijn komst naar Nederland, enorm ingezet.
De heer Seca kwam in 1965 vanuit Suriname naar Nederland. Hij werkte tot zijn pensioen als maatschappelijk werker bij de Sociaal Maatschappelijke Dienst (SMD) in Zaandam. Hij zette zich daarnaast ook meer specifiek in voor Surinamers en Antillianen. Eerst bij de stichting Surbeza te Zaandam (1976–1990) en sinds 1990 tot aan zijn pensioen, bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening (Madi).

RudySeca4
Hij hielp ook daarbuiten mensen die begeleiding nodig hadden om naar verschillende maatschappelijke en gemeentelijke instanties te gaan. Vanaf 1973 hielp hij bijvoorbeeld enkele jaren lang Surinaamse en Antilliaanse drugsverslaafden in Amsterdam. Ook gaf hij vrijwillig cursussen, zoals aan groepen die door een echtscheiding gingen.

RudySeca5De heer Seca vervulde vaak een adviseren coachende rol, zoals bij het opzetten van het Meldpunt Discriminatie Zaanstreek in 1993, waar hij tot 2015 bestuurslid was. Hij was actief in diverse commissies en raden, waaronder de Commissie voor de Raad voor de Kinderbescherming, de Adviescommissie inzake belangen Surinamers en Antilianen, het Integrale Onderwijs Minderheden, de Trefcentrumraad en de gemeentelijke Commissie Minderhedenbeleid.
Ook was hij betrokken bij verschillende lokale initiatieven, zoals ‚Koloniale sporen in mijn buurt’ en na de Schipholbrand richtte hij de Initiatiefgroep Herdenking Schipholbrand op.

In 2002 ontving de heer Seca een Koninklijke onderscheiding voor zijn dertig jaar aan vrijwilligerswerk, en werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.”

Duidelijk overrompeld hoorde Rudy loco burgemeester Natasja Groothuismink aan toen zij bekend maakte dat hem de erepenning was toegekend. Hierna mocht zijn kleinzoon hem overhandigen. Zijn zoon Juliën sprak hem warm toe door die hem niet alleen als mens maar ook als vader te prijzen. Een emotioneel moment, waarin hij ook zijn zus Lindy herdacht, die een paar jaar geleden is overleden.

Hierna werd een feestelijke bijeenkomst met veel familie, bekenden en zangeres Miss Beulah.

Foto’s: Heleen Snuverink


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Sat, 09 Dec 2023 12:19:19 +0000
Onthulling de IJzervreter http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4041-onthulling-de-ijzervreter http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4041-onthulling-de-ijzervreter Onthulling de IJzervreter
Van onze redactie, Ans Pieper

En daar stond hij eindelijk: de IJzervreter, aan het fietspad bij winkelcentrum de Kaaijkhof in Assendelft.
Maanden is er aan gewerkt door kunstenaar David Bade in een leegstaand pand/atelier in het winkelcentrum een zogeheten community art project. Van al het oud ijzer en de bakken met schroot van ingeleverde wapens is een kleurig beeld gemaakt in lila, turquoise en oranje.

IJzervreter4 IJzervreter5


In zijn atelier ontving David veel kinderen, jongeren en andere bewoners om er het gesprek aan te gaan over geweld en het bezit van wapens te beginnen met messen. Bezoekers tekenden op grote vellen aan de wand, kinderen knutselden met klei of stukken ijzer. En David haalt nog graag het gesprek aan met een meisje die hem zei “Geweld infecteert een hele familie, van slachtoffer en van dader. Een baby die nog niet geboren is heeft er ook al mee te maken.” David heeft een huis verwerkt in het beeld om het gebruik van geweld en wapens naar zijn mening alles te maken heeft met een thuissituatie. De IJzervreter eet alle wapens op en staat op een boot met de naam “Useless” als boodschap. In zijn benen zijn de contouren van de Zaan te herkennen.

IJzervreter6

Er was veel belangstelling voor de bijeenkomst. Burgemeester Jan Hamming, de wijkmanager, wijkagenten, bewoners, maar vooral veel kinderen. Bewoner Max speelde ter opening op zijn didgerido. De leerlingen van de Delta mochten met de burgemeester op de knop drukken waarna vuurwerkfonteinen spoten en het beeld officieel onthuld was. Stadsdichters Lisa van Tongeren en Reinier Fosch droegen werk voor. Hierna werd het beeld van alle kanten bekeken en besproken en kon er plaats genomen worden op het bankje van rupsband.
Het is de bedoeling dat het beeld ook op andere plaatsen in de gemeente geplaatst wordt. Om de discussie over wapenbezit en geweld mede op gang te houden.

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid en gemeente Zaanstad hebben gezamenlijk opdracht gegeven voor dit project.

Foto’s: Ans Pieper


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Thu, 16 Nov 2023 09:04:00 +0000
Ontvangers van de gemeentelijke Erepenning (1977-heden) http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4039-ontvangers-van-de-gemeentelijke-erepenning-1977-heden http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4039-ontvangers-van-de-gemeentelijke-erepenning-1977-heden  

Ontvangers van de gemeentelijke Erepenning (1977-heden)
Van onze redactie, Greet Plekker-van Sante

BoekErepenniklein

Er zijn veel hardwerkende mensen in de gemeente Zaanstad. En soms wordt er een persoon uit de Gemeente in het zonnetje gezet. Dan komt de Burgemeester (of loco-burgemeester) met de ambtsketting omhangen om hem of haar persoonlijk te feliciteren en de Oorkonde en de bronzen plaque van de Gemeente Zaanstad te overhandigen.

Ik heb het zelf mogen ervaren in juli dit jaar. Zo totaal onverwacht en verrassend. Het was overweldigend! En ook door de publiciteit kreeg ik heel veel felicitaties toegestuurd.
Maar ik dacht ook: wie hebben de Erepenning nog meer ontvangen, en in het bijzonder welke vrouwen?

Op de website van de Gemeente Zaanstad staat een lijst van Ontvangers van de gemeentelijke Erepenning (1977 — heden). Zoekterm: erepenning.
Op deze lijst staan op dit moment 57 personen, waarvan 5 vrouwen. (november 2023)

Graag wil ik de vrouwen benoemen:
Op nr. 15 — 1988 mevrouw MAJP de Goeje: bijzondere bijdrage geleverd aan het culturele leven en het culturele image van Zaanstad.
Op nr. 23 — 1990 mevrouw Anna van Splunteren: Stichting Jumelage Zaanstad.
Op nr. 28 — 1990 mevrouw Roelie Woudsma-Hiddema: bijzondere bijdrage geleverd met inzet als voorzitter wijkoverleg Wormerveer.
Op nr. 53 — 2023 mevrouw ACM Burger: wegens grote verdiensten voor de gemeente Zaanstad met name sociale cohesie en mantelzorg.
Op nr. 55 — 2023 mevrouw GMM Plekker-van Sante: wegens grote verdiensten voor de gemeente Zaanstad met name op het gebied van emancipatie en sociale cohesie.

Ook is er een lijst van de gemeentelijke Erepenning van de afzonderlijke dorpen (1948–1974).
(1974 is het jaar van de eenwording van Zaanstad.)

Het boek met de gekalligrafeerde namen van burgers en organisaties die een erepenning hebben ontvangen van de Burgemeester en Wethouders van Gemeente Zaanstad 1977–2003 vindt u in de digitale bibliotheek van het Gemeentearchief.
https://archief.Zaanstad.nl –zoek op: erepenning– klik op: Bibliotheekcollectie (2)
Gekalligrafeerd en verlucht door de kalligraaf Joop Willems [Amsterdam, 10.08.1941 — Hoorn, 23.09.2017] en M. Slot-Wolterbeek [MSW].
Het plantje ereprijs staat voor ‚geëerd en geprezen worden’. Het plantje kroonkruid heeft de betekenis ‚mogen vervulling uw wensen bekronen’.
Het Zaanse huisje staat voor erfgoed.
De zeven kapitalen zijn de beginletters van de voormalige gemeenten K [Koog aan de Zaan], Z [Zaandijk], W [Wormerveer], A [Assendelft], W [Westzaan], Z [Zaandam] en K [Krommenie].

Ook een boek met gekalligrafeerde namen van burgers die een Ereburgerschap hebben ontvangen van de Raad van de gemeente Zaanstad [1979–2004]. (7 personen)


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Wed, 15 Nov 2023 12:52:34 +0000
De jeugdherinneringen van D.W. Bakker 2 http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4030-de-jeugdherinneringen-van-d-w-bakker-2 http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4030-de-jeugdherinneringen-van-d-w-bakker-2 De jeugdherinneringen van D.W. Bakker
(geboren 15 april 1935, opgetekend in 1970)

Van onze redactie, Ruud Meijns

Deel 2

De Schoonmaak
DickBakker7In het vroege voorjaar kregen de vrouwen het op hun heupen. De schoonmaak, in buurpraatjes hoorde je niet anders dan van: “Ik ben boven klaar” enz. Het begon met het verwijderen van de kachel. Moeder hulde zich in de oudste lorren, haar helemaal ingepakt in een doek en dan werden eerst de lange zwarte pijpen die de verbinding vormden van kachel naar rookkanaal voorzichtig losgemaakt en naar buiten gedragen om ze te ontdoen van het roet aan de binnenkant. Dan werd de kachel zelf naar buiten getild en geheel schoongemaakt en aan de binnenkant opnieuw gekit. Daarna werd alles met een soort kachelpoets glimmend zwart gewreven en gingen kachel en pijpen naar de zolder in afwachting van de winter.

Dan begon moeder pas goed. Vanaf de zolder werd stelselmatig het gehele huis gesopt en geboend. Niets bleef op zijn plaats. Alle kasten moesten leeg en de planken na een sopbeurt voorzien van nieuw kastpapier.
Wij vermaakten ons maar zoveel mogelijk op straat, want het huis was onleefbaar en moeder prikkelbaar.

De huisbaas
Ons huis, een twee onder een puntdak woning, was eigendom van de familie Giskes die aan onderhoud niet al te veel deed. Moeder moest de diverse familieleden tijden lang belagen om iets gedaan te krijgen. Het schuurtje stond al lang op instorten en ten lange leste kwam de toezegging, dat er voor ons en de buren een nieuwe schuur zou komen. De zwager in de familie Giskes was timmerman en zou het uitvoeren. Het moest zo goedkoop mogelijk en het hout was voornamelijk hout van de z.g. “Fordkisten” van de auto– assemblagefabriek aan het Noordzeekanaal. Voor de kinderen was het een hele belevenis, de sloop en bouw en het knapte er toch wel van op. Vader tikte ook een Fordkist op de kop en daarvan werd een nieuw kolenhok getimmerd. Toen ook nog de verveloze houten achtergevel geschilderd werd, voelden we ons als villabewoners.

Het uitbreken van de Oorlog.

DickBakker8

Plotseling was er die spanning bij de volwassenen. Men groepte bij elkaar en keek zorgelijk. Bij de Gruyter, het kruideniersfiliaal vooraan in de Westzijde, waar ik met moeder mee naar toe was om boodschappen te doen, gaf aan de kinderen een kartonnen autobus gevuld met chocolaatjes, waarop afgebeeld achter de bus raampjes vrolijk lachende soldaten alsof de mobilisatie een uitje was.Teruglopend over de Wilhelminasluis, zag ik in de richting Amsterdam grote zwarte rookwolken hangen. Moeder zei dat de voorraden van de Petroleum-haven in brand waren gestoken, want dan hadden de moffen er niets aan. Dat zag er voor een kind toch al iets minder vrolijk uit dan de Gruyter’s autobus. Verder merkten we als kind nog niet veel van de oorlog. Vader en moeder spraken smalend over de Koningin die gevlucht was naar Engeland en in een school werden Duitse soldaten gelegerd.

Oude vermoeide mannen, die geheel niet onvriendelijk deden. Het leven ging nog ongestoord door. Bij mooi weer Zondags voor op vaders fiets in een bakje achter een schermpje naar het strand in Wijk aan Zee. Heel Zaandam leek zich op de fiets in die richting over de bochtige Westzanerdijk te verplaatsen. Bij zeer harde wind werd de grindweg onder aan de dijk gevolgd, maar dat reed lang niet zo lekker als het asfalt. Nee, de oorlog maakte toen nog niet veel indruk. Van veel groter gewicht was het feit dat ik na de zomervakantie naar de grote school moest.

De grote school.
Op straat werd de laatste week voor de school zou beginnen over niets anders meer gesproken. Het bleek dat we als groep uit elkaar zouden vallen tijdens de schooluren. Aris ging naar de openbare Kattegatschool, Jan Kuit naar de christelijke school aan de Klaas Katerstraat, Gerard Jansen naar de Katholieke School, Jan Wieman zat al op school en Martin Faber en ik gingen naar de openbare Bakkerschool in de Oostzijde. Dat bleek achteraf niet zo’n gelukkige keus, want de school werd gevorderd als Duits arbeidsbureau en later in brand gestoken door de ondergrondse. Het leverde echter geen vrije tijd op want de 3e t/m de 6e klas werden ingekwartierd op het Kattegat en de le en 2e klas vonden onderdak in de katholieke jongensschool in de Jan Sijbrandsteeg, vlak tegenover de katholieke kerk in de Oostzijde.

DickBakker9Dat was wat. We waren zwaar in de minderheid vergeleken met de roomsen en hulp van de hoogste klassen konden we ook al niet inroepen. Ieder verblijf op het schoolplein was een strijd op leven en dood. Ook al was het speelkwartier gescheiden i.v.m. de meisjes. Bij aanvang en uitgaan had je toch maar met ze te maken. Op een gegeven moment hoorden wij het knapenkoor zingen met zulke hoge stemmen, dat we eerst dachten dat ze toch stiekem meiden op school hadden.

De eerste schooldag staat me nog goed bij. Weggebracht door moeder, aangegaapt door de roomsen en opgevangen door juffrouw Mars, een schat van een mens, al leek ze wat streng met haar bril op. Ik vond een plaats naast Jaap Korver alias “Koffie” van het Prinsenpad. Even later werd een schreeuwend speenvarken, genaamd Siempie Stevens, in de klas gezet. Jongen wat kon die janken. Als de juf maar naar hem keek begon hij al te blèren. De meeste klasgenoten kwamen uit de omgeving Fransestraat, Kalverstraat en de “nieuwe buurt” zoals de straten rond de P.L. Takstraat/Klaas Katerstraat genoemd werden.

Zo kwamen voor zes jaar in mijn leven: Louis Soemers, Klaas van de Weide, Kees Offenberg van de Kalverstraat, Arie Steenman van de Fransestraat, Nico Romeijn of te wel Kino van het Klamperspad, Ada Hoogland, Duifje Mooij ‚Tine Blomberg, Rietje Loonstra (mijn eerste meisje—de verkering bestond voornamelijk uit het ruilen van kralen voor koekjes), Rika Prins, Annie Dekker, Kees van Leeuwen, Francien van Poppen, Geertje de Vries, Grietje Plomp, Ali Struiker, Nico Holkamp en Nellie Broeksma. Nellie ging nog eens met 2 vriendinnen door het ijs op de sloot van Kraaij en ze werden door mijn vader alle drie gered. Verder was er Wim Vermaat, ergens uit de Oostzijde en Jan van Vliet van het Boomgaardspad. Tine Blomberg moet de lagere schooltijd als een hel hebben ervaren. Zij droeg een bril, had een apensmoeltje en een wat hoge rug. Het werd dus apie Blomberg, die iedereen in het voorbij gaan even een zet moest geven. Afschuwelijk hard die kinderwereld. Ik deed er niet aan mee en daar had ik twee goede reden voor, ik vond het zielig en vader was een goede bekende van brugwachter Blomberg.

DickBakker10Het eerste schooljaar was voor mij van korte duur. Ik werd ziek, zwaar ziek, overleefde maar net een longontsteking en had op mijn rapport 110 dagen verzuim staan. Een ander gevolg van mijn ziekte was dat de verhouding tussen mijn ouders en boer Kraay water en vuur werd. Vader vroeg aan boer Kraaij wat volle melk voor zijn ziek kind, want het spul waarmee de melkboer langs de deur kwam, de z.g. taptemelk, was meer water dan melk. Maar nee, christelijke boer Kraaij was geen barmhartige Samaritaan, maar een onvervalste boerekniert en gaf niet thuis. Vader razend, jarenlang schillen in de emmer aan het hek gestort voor gratis vreten voor die koeien en nu dit. Kraaij kreeg de emmer naar zijn hoofd geslingerd en had daarmee zijn laatste schillen van de familie Bakker gehad.

Juf Mars nam zich voor dat niemand zou blijven zitten en de zwakke broeders en zusters, waar ik natuurlijk bij hoorde, werden nadrukkelijk op Woensdagmiddag bij juf thuis aan de Langestraat verwacht voor bijles. En dat lukte. We gingen over en begonnen welgemoed aan onze eerste echte grote vakantie. Het tweede oorlogsjaar was inmiddels ingegaan.

De E.L.M. en de K.L.M.
Tussen de jeugd omgeving Fransestraat en die van het Boomgaardspad was een vete ontstaan. De oorzaak wist niemand meer. De Fransestraat richtte een club op, de “Engelse Luchtmacht” of wel de “ E.L.M”. Binnen het territorium stond het overal vol gekrijt met die letters. Dat kon het Boomgaardspad niet op zich laten zitten en als tegenhanger werd de club “Koninklijke Luchtmacht”, in de wandeling “K.L.M”. genoemd, opgericht. Wij van de Lijnbaanstraat waren niet geheel neutraal, maar wat op de hand van de E.L.M. Dat voor mij wel goed uitkwam, want zij hadden de overhand op school en de weg naar school ging langs hun grondgebied. Jan van Vliet van het Boomgaardsslop was slechter af. Sloot hij zich aan bij de KLM dan had hij op school geen leven en andersom was het leven op straat een kwelling. Jan veranderde voortdurend van club en in zijn hoedanigheid van lid van de KLM werd hij door de ELM gevangen genomen. Dat had heel wat planning gekost want Jan had een tactiek ontwikkeld van voor in de rij lopen als de school uitging en dan als een pijl uit de boog weg via wat smalle straatjes van de Klauwershoek naar de Zuiddijk.

DickBakker11

Via het steegje tussen slager Schoen en de drogisterij Het Zuiden kwam hij op veilig terrein. De ELM zette zijn snelste lopers in en die slaagden er in eerder op de Zuiddijk te zijn dan Jan. In triomf werd een brullende Jan meegevoerd naar de Franse demp. Daar werd hij zonder vorm van proces aangemerkt als “verrader” en de straf stond al bij voorbaat vast. Broek naar beneden en met blote billen in de brandnetels geslingerd die op de dempen welig tierden. De KLM liet dit niet op zich zitten en zon op wraak en dat lukte na de kerst.

Feest,
Voor ons waren uitgaan en feestjes in deze oorlogsjaren onbekende begrippen. De enigen, die nog een feestje hadden bij ons in de straat, waren de christelijken. Maar dan moest je wel de zondagsschool bezoeken. In arremoede togen wij zo vanaf begin november zondags om 12 uur met een paar losse centen naar het zondagsschooltje naast kolenboer De Carpentier aan de Prinsenstraat. Geduldig luisterden wij naar de bijbelse geschiedenis en leerden zelfs versjes en spreuken uit ons hoofd, want dan kreeg je een plaatje en voor 10 plaatjes kreeg je een grote plaat. De Carpentier zat zelf achter het orgeltje tijdens het gezang, maar zag ondertussen alles. Wie geintjes probeerde uit te halen door onder de banken door te kruipen en de meiden te knijpen, werd zonder meer als een kolenzak buiten de deur gedeponeerd. Aris werd eens afgevoerd net na de collecte en waagde het toen nog zijn cent terug te vragen, wat hem nog een schop na opleverde. Even later zat een hoogrode Carpentier weer achter het orgel en beukte er zo hard op, dat wij geen vin meer dorsten te verroeren.

DickBakker12Wie het tot de kerst uithield mocht op het feest komen in het christelijke verenigingsgebouw aan de Botenmakersstraat en dan kreeg je wel 2 glazen limonade en een koek. Neven activiteiten van de Zondagsschool waren de lichtbeelden-avonden en het figuurzagen. De lichtbeeldenvertoningen waren geweldig. Zeer dramatische verhalen over kinderen die gezondigd hadden, maar net op tijd tot inkeer kwamen, werden door een juffrouw zo droevig en meeslepend verteld, dat we tranen in de ogen kregen. Figuurzagen lag me minder. De opdracht tot het maken van sneeuwwitje en de 7 dwergen heb ik niet volbracht. Na 2 gedrochten, want zo zagen mijn dwergen er toch wel uit, gaf de instructeur te kennen, dat het weinige materiaal, dat nog voorhanden was beter door meer begaafden gebruikt kon worden.

DickBakker13In de eerste oorlogsjaren hadden we nog een kerstboom. Vader zorgde altijd voor een flinke boom en daarin kwamen naast de vele ballen en andere glitters de elektrische verlichting te hangen, bestaande uit glazen huisjes in prachtige kleuren met besneeuwde daken. Dat had niemand in de straat en wanneer de verlichting tegen donker aan ging verdrongen de kinderen zich voor onze ramen om een glimp van dat moois op te vangen. Ook hadden we een ingebouwde “pathefoon” waarop kerstmuziek werd afgedraaid. Prachtig! Na Nieuwjaarsdag werden de bomen afgetuigd en liepen wij de huizen af om bomen te verzamelen voor de grote kerstbomen fik op de laatste vrije dag van de kerstvakantie. Iedere straat had zijn verzameling, zwaar bewaakt klaar liggen. Zo ook de ELM, die een grote berg kerstgroen hadden liggen op de werf van heibaas Goezinne. ‚s Avonds om 8 uur, toen er geen jongen meer op straat was, nam de KLM wraak door een groot deel van de bomenvoorraad van de ELM te kapen. Oh, wat waren de ELM-ers de volgende morgen, toen de ramp ontdekt werd, kwaad. Er vond een algemene mobilisatie plaats.

Alle beschikbare grote broers werden erbij gehaald en er vond een stormaanval plaats op de gedempte plas “de Braak”, waar de enorme brandstapel van de KLM klaar lag. Maar daar was door de KLM op gerekend. Zowel de toegang via de demp achter het Boomgaardspad als via de Prinsenpaddemp waren gebarricadeerd en bemand met KLM-ers als Leen Bührs, Henk Rijlaarsdam en de gebroeders Jaap en Wim Prins, die met stokken en stenen bewapend elke aanval wisten af te slaan. De ELM ging met lege handen gebuild en geschramd huiswaarts. Met nog minder vreugde dan anders gingen ze volgende dag weer naar school. Op straat en op de muren stond treiterend “KLM overwint”.

Luilak.

DickBakker14

Foto: Wim Krijt

De eerste herinneringen aan Luilak zijn het bezweren van moeder om me vooral om 5 uur te wekken, om daarna met de buurjongens te gaan ‘slepen”. Een sleep was met touw en ijzerdraad aaneengebonden materiaal, dat bij over straat slepen lawaai maakte, zo als oude potten, pannen en blikken. Hiermede sleepten we dan hard rennend door de straten. Het oorverdovende lawaai wekte de hele buurt en wie zijn bel in de deur had laten zitten, werd ook nog eens wakker gebeld. Om 6 uur gingen we vermoeid en hongerig naar bakker Voogd aan de Prinsenstraat om een warme bol te kopen.

Inmiddels waren alle vrouwen druk bezig met ramen lappen en straat schrobben, want het moest netjes zijn voor Pinksteren. Bij kapper Otter was het extra druk met de knip– en scheerklanten. Kinderen werden op Zaterdag niet geholpen, die hadden door de week tijd genoeg. In de loop der jaren veranderde luilak van karakter. We gingen steeds vroeger op en de sleep raakte in onbruik.

Alles draaide nu om de luilak fik. Wekenlang werd alle brandbare rommel verzameld en verstopt tot luilaknacht. Fikkie steken mocht niet en moest buiten zicht van de politie gebeuren. Spannend was het wel wanneer een “juut” werd gesignaleerd. We hebben eens een half uur verborgen in de bosjes gelegen, omdat Jan Kuit een politieagent had zien staan. Uiteindelijk bleek de juut een struik te zijn met een paar witte bloesems, die in het donker op uniformknopen leken. Dat heeft Jan nog lang moeten horen.

DickBakker15Toen er een avondklok was ingesteld door de Duitsers ging het luilak toch door. Bij een fik van de Prinsestraat kijkend, kwam de “Grüne Polizei” op motoren met zijspan aangieren. Wij op de vlucht. Op de Krugerstraat zaten we met wat jongens verscholen op een erfje van een huis totdat de bewoonster ons binnenhaalde om het daglicht af te wachten. Doordat het luilak steeds vroeger begon en de tijd tussen het uitbranden van het vuur en het morgenlicht steeds langer werd nam de verveling en daardoor de baldadigheid toe.

De eerste luilak na de bevrijding leidde tot het wegpakken van de grote handkar van tuinder Schoone en het pikken van alle houten tuinhekjes in de nieuwe buurt. De hekjes, die door de eigenaren gedurende de oorlog op zolder bewaard waren, omdat ze anders voor brandstof weggehaald zouden worden, hadden deze net weer geplaatst. De kar met hekjes ging in zijn geheel op het vuur. De volgende dagen stonden als een monument van vandalisme de ijzeren wielbanden met as en kruk omringd door hekschanieren midden op straat, tot na de Pinkster de reinigingsdienst de rommel opruimde. De gemeente probeerde de baldadigheid tegen te gaan door het vertonen van filmvoorstellingen in de nacht van 2 tot 5 uur op een groot scherm midden op de Burcht en het houden van zgn. korrie-wedstrijden tussen scholen op de Stationsstraat. Voor deze zaken bestond grote belangstelling. Het oorspronkelijke luilak is nooit meer teruggekomen.

De Speeltuin.
Aan de ds. Baxstraat, vlak achter de Lijnbaanstraat, lag de speeltuin van speeltuinvereniging “Het Zuiden”. Het was een groot terrein, geheel omgeven door een schutting. Je mocht er alleen in als je lid was. Tegen de tijd dat de tuin open ging, stond er al een hele rij kinderen zich voor de poort te verdringen. Op zich stelde de tuin niet zo veel voor, maar twee trekkers waren de enorme zandbak en de hoge glijbaan. Niet zo maar een glijbaantje van “roets” en je bent beneden, nee, een hoge, waar voor je twee trappen op moest en met een bocht er in. Wanneer de baan droog was en we lang genoeg gezeurd hadden aan de oppasser, ging er eerst een kleedje met daaronder een lap met wrijfwas naar beneden en daarna begon de pret. Je moest wel een matje zien te bemachtigen, want anders zag je broek er niet uit en zwaaide er wat bij thuiskomst. In de zandbak werd van alles gespeeld en gebouwd. Henk Veldhoven die toen nog redelijk ter been was, maar later geheel invalide zou worden, beschikte over de speelgoeduitrusting van een dompteur en liet soms een circuspiste graven. Daarin speelde hij de dierentemmer en wij voor de wilde dieren. Achter in de speeltuin stond het speeltuingebouw waarin ‘s avonds diverse activiteiten gehouden werden. Zo was er een mondharmonica club. Ik was er ook een blauwe maandag op, maar gek zijn op muziek wil nog niet zeggen, dat je het ook kan spelen. Als het mooi weer was gingen de grote deuren open en stonden ouders en kinderen te luisteren naar de muziek. Hier ook mijn eerste kennismaking met Dick Borger. Toen beter bekend als “Sum” en een beruchte belhamel. Tijdens de muziekles werd Sum er uitgestuurd. Dat heeft de dirigent geweten want Sum klom boven in de klimpalen en ging daar zitten spelen, dwars door alles heen. Zo konden we genieten van een onder de klimpalen staande schreeuwende en tierende dirigent en een veilig boven zittende, straatdeunen spelende leerling. Uiteindelijk werden we allemaal naar huis gestuurd. Voor de dirigent was de avond verknald. Wij hadden ons prima vermaakt.

Illustraties: Dick Bakker, gemeentearchief Zaanstad, erven W. Krijt, marktplaats


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Fri, 10 Nov 2023 17:40:10 +0000
Erepenning voor Ton R. Vermij http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4029-erepenning-voor-ton-r-vermij http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4029-erepenning-voor-ton-r-vermij Erepenning voor Ton R. Vermij
Van onze redactie, Ruud Meijns


TonVermijEREOp de 34e Zaanse Ondernemersdag in het Zaantheater werd oud-secretaris van de Zaanse Ondernemers Sociëteit De Corner Ton R. Vermij in het zonnetje gezet; terecht.

Dat bleek uit de opsomming die Burgemeester Jan Hamming gaf van alle functies die Ton heeft vervuld voor de ondernemers in de streek en in de provincie en in het bijzonder voor de Gemeente Zaanstad. Hij was de eerste city-manager in Nederland.

Hamming eindigde zijn speech met de bekendmaking van het besluit van de gemeente om Ton R. Vermij de erepenning van Zaanstad voor al zijn werk toe te kennen. Onder een luid applaus kon de burgemeester de versierselen aan Ton overhandigen.

Geroerd sprak Ton kort een dankwoord waarna de zaal massaal uit de stoelen kwam om hem hulde te brengen.

* voor meer info en foto’s over deze bijeenkomst verwijzen wij naar De Orkaan: https://www.deorkaan.nl/zaanse-erepenning-voor-ton-vermij/

De erepenning van de gemeente Zaanstad kan door het college van B&W worden toegekend aan personen, bedrijven en instellingen die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd voor de gemeente Zaanstad.

De afgelopen jaren ontvingen onder andere Freek de Jonge, Sjoerd Soeters, Ruud Pauw, Ron Sman, Orkaan-voorzitter Jan Lapère, Piet van Nugteren, mevrouw ACM Burger, Greet Plekker-van Sante en ongekroonde burgemeester Jan Duijvis een Zaanse erepenning.

Ton R. Vermij heeft bij Historisch Zaandam over zijn leven verteld.
https://www.HistorischZaandam.nl/Ton-R-Vermij


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Thu, 09 Nov 2023 11:01:02 +0000
De jeugdherinneringen van D.W. Bakker http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4017-de-jeugdherinneringen-van-d-w-bakker http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/4017-de-jeugdherinneringen-van-d-w-bakker De jeugdherinneringen van D.W. Bakker
Van onze redactie, Ruud Meijns

Deel 1

Het Geboortehuis
Dick Bakker, geboren 15 april 1935, opgetekend in 1970.
De Lijnbaanstraat, geklemd tussen de boerderij en het land van boer Kraay en de P.L. Takstraat, met aan het eind de groentetuinen van Schoone en aan de kop de kolenhandel van Siem Vonk.

DickBakker1

Op nummer 14, schuin tegenover slager Vet, werd ik in 1935 geboren. Het was een doorsnee straat voor die tijd, bewoond door voornamelijk arbeiders, enige gemeentevaklieden en 4 kleine middenstanders als kapper Otter, schoenmaker Kraaypoel, slager Vet en groenteman Schoone.
De meeste huizen hadden een bakstenen gevel zonder voordeur en verder houten muren. Door een smalle steeg ging je achterom. Een kamerkeuken, een mooie kamer en een zolder waarop de bewoner zelf enige afscheidingen kon maken voor slaapgedeelten. Een watercloset was er niet. De behoeften moesten gedaan worden achter in de schuur op een houten plank met rond gat en deksel, waaronder een tonnetje, dat elke week werd omgeruild door de “tonnenmajoor”, een gemeentewerkman, die met een soort melkjuk op de schouders, gekleed in manchesterpak met rubber schort, de overvolle vaatjes door de stegen naar de tonnenwagen bracht.

DickBakker2In de winter was het stervens koud in de schuur en ‘s nachts gebruikte het gehele gezin de pot en toiletemmer. Een badkamer had niemand in de straat. Je ging op zaterdagavond in de tobbe, ‘s-winters vlak naast de kachel. Ouderen gingen naar het badhuis van de woningbouwvereniging ZVH in de ds. Baxstraat.

Mijn eerste herinneringen aan buiten spelen zijn die van achter op het kleine erfje, dat mijn vader voorzien had van een houten plankier en een spijltjeshek. Je vies maken in de prut of weglopen, terwijl moeder in huis bezig was, kon dus niet. Het erfje grensde aan het land van boer Kraaij, waar in het voorjaar de koeien mochten uitdollen als ze, na een winter binnen, voor het eerst buiten kwamen. Dan waren ze rustig voor het vervoer per vlet naar het weiland in het Oostzijderveld. In de winter liepen er schapen op het land en het leukste was de tijd van de lammetjes. Aan het afscheidingshek hing een door de boer opgehangen emmer, waarin moeder de schillen deed voor het vee.

Op het erfje stond een oude tobbe met zand, waarin uren gespeeld werd met enige zandvormpjes en een oude lepel. Zomers werd er een grote tobbe met water in het zonnetje neergezet. Wanneer het warm genoeg was, mocht er in gespeeld worden. Regelmatig kwamen Jan Kuit en zijn iets oudere zusje Steintje van nummer 20 spelen.

De Straat
DickBakker3De overgang was schokkend, de Straat was een jungle, waar het recht van de sterkste gold. Ik maakte kennis met leeftijdgenoten en daar op aangewezen speelgenoten als Aris Kabel, Martin Faber, Gerard Jansen, Jan Wieman en genoemde Jan Kuit.

Verder was er een groep oudere jongens, die we de “groters” noemden en die zich soms wel eens in een genadige bui met ons bemoeiden. Jan Wieman, iets ouder en groter dan ik, was in die tijd een jongen die graag pestte en uit lijfsbehoud bij voorkeur mij, daar de anderen allemaal een flink oudere broer hadden, die op verzoek graag bereid waren Purol (dat was zijn bijnaam vanwege de voorliefde van zijn moeder voor dat merk zalf waarmee Jan zijn neus vaak versierd was) onder handen te nemen.

Al spoedig leerde je, dat je buiten je eigen straat altijd gevaar liep een pak op je donder te krijgen. Bij voorkeur verplaatsten we ons dan ook via het netwerk van stegen en dempen waar we op strategische plaatsen blikken met kiezelstenen verstopten, zo dat je in geval van een gevecht of achtervolging snel je zakken even kon bijvullen met munitie en de tegenstander kon overtroeven.

DickBakker4Lijnbaanstraat, achterkant huizen, 1952

De Fröbelschool maakte grote indruk op me.
Vooral de grote, gedeeltelijk overdekte, zandbak en grote speelzaal met klimrekken en een levensgroot hobbelpaard hadden mijn warme belangstelling. Het knippen en z.g. matjes vlechten van gekleurde stroken papier vond ik echter een straf. Het hoogtepunt was, wanneer er gekleid mocht worden. Ieder kreeg dan een vierkante plank met daarop een brok grijze natte klei, waarvan je allerlei figuren kon kneden. Als de juf niet keek maakten we de mooiste drollen.

Uit school vandaan hielden de jongens, onder grote belangstelling van de meisjes, altijd een wedstrijd. Onder aan de kluft van de Czaar Peterstraat in linie opstellen, gulp open of uit de broekspijp pissend omhoog lopen. Wie het verst kwam zonder onderbroken spoor was winnaar. Voor een overwinning was je bereid je plas op te houden tot je bijkans knapte.

Een andere uitdaging was om via de als trap uitstekende gevelsteentjes van het café op de hoek Nicolaasstraat-Hogendijk omhoog te klimmen tot de dakgoot. Een enkeling durfde zo hoog en genoot veel aanzien.

DickBakker5Vader won op de kermis met een kansspel een autostep op echte luchtbanden. Die had niemand in de straat. Alleen Jan Kuit had een roestbak op massieve banden waarvan de wielen regelmatig vast liepen. Jan moest er altijd even op plassen om ze weer draaiend te krijgen.

Vol afgunst werd de step bekeken en de jongens hadden er hun mooiste stuiters en knikkers voor over om 2 x de straat op en neer te rijden. Alleen Purol liet ik er niet op. Die had het helemaal verbruid toen hij me een Dick Bos trucje zou leren en me liet vallen wat me 2 weken bedrust kostte vanwege een lichte hersenschudding.

Het straatleven had zijn vaste patronen. Knikkertijd, tollentijd, tenten bouwen, winkeltje spelen en een goede winter met veel sneeuw gaf ons handen vol werk. Op het z.g. pleintje werd een enorm sneeuwfort gebouwd waarvoor de sneeuw per slee moest worden aangevoerd. Daarna stevig aanstampen tot er een meters hoge berg lag. Dan begon het uitgraven, wat met de nodige voorzichtigheid moest gebeuren, want instortingsgevaar dreigde altijd. Als het allemaal gelukt was en we een echte iglo hadden, werden er kleedjes ingelegd en zaten we daar tijden in bij het licht van een stompje kaars. Om de iglo werd een grote beschermende wal aangelegd ter verdediging tegen mogelijke vernielers uit de “nieuwe buurt”. We liepen wacht bij toerbeurt en Aris wilde er zelfs in overnachten. Schreeuwend werd hij er door zijn moeder aan zijn benen uitgetrokken.

Spannend was het tijdje in de winter voor het eten als het al donker werd. De straatverlichting bestond uit drie gas-straatlantaarns. Een man van de gemeente fietste langs met een lange stok waaraan een haakje bevestigd was. Hiermee trok hij aan een ringetje hoog in de lantaarn, waardoor de waakvlam het gas in het z.g gaskousje ontstak. Zo gauw de man de straathoek om was, klommen wij in de lantaarnpalen om het licht weer uit te doen. Dan was het pas spannend om het spel “opscheulertje” of “buut buut” te doen.

DickBakker6
Lijnbaanstraat 1964


Vooral met een bewolkte lucht was het stikdonker. Op straat was altijd wel wat te beleven. Tal van venters kwamen langs, die luidkeels hun waren aanprezen in onverstaanbare uithalen, die wij probeerden na te doen. Soms kwam de koelijswagen voor de koelkast van slager Vet. Grote staven ijs van 2 meter lang en 15 cm dik werden door mannen in witte pakken naar binnen gesjouwd. Met een soort pikhouweel sloegen zij in het ijs om het uit de wagen te trekken en daarbij sprong wel eens een stukje ijs af. Dat te pakken zien te krijgen en er aan likken was het summum van genot.
Grote jongens haalden in augustus rietsigaren uit het veld en verkochten ze voor een paar cent de bos. Nadat ze goed gedroogd waren en de steel bruin zag konden we ze roken. Even aansteken in huis aan het gas en dan gauw naar buiten met die “stinkdingen”, zo als moeder ze noemden. Heerlijk was dat.

Verder vermaakten we ons ook met een “brandglas” waarmee je gaatjes in papier kon branden en nog mooier was hiermee een stukje mica bestralen, dat stonk en rookte geweldig. Aris Kabel had het mica van de jasbeschermer van zijn moeders fiets er mee bewerkt. wat hem niet in dank werd afgenomen. Vader Kabel nam hem flink over de knie. We konden hem op straat horen brullen.

Zaandam kende verschillende straattypen, zwervers die soms onze straat aan deden. Altijd werden ze gevolgd door een jennende kinderschare, die er gillend van door ging als de geplaagde man een uitval deed.


 

]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Wed, 01 Nov 2023 10:29:02 +0000
Ciska Koene vertelt. . . http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3981-ciska-koene-vertelt http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3981-ciska-koene-vertelt Ciska Koene
Van onze redactie, Ruud Meijns

CisKoene1Mevrouw Cis Koene is 10 oktober 1943 in de Steijnstraat nummer 4 geboren, midden in de oorlog. Mijn vader moest nog naar Van der Leeden om te kunnen telefoneren voor een vroedvrouw. Hij moest oppassen want toen hij zich moest melden is hij ondergedoken. Ik heb het maar van horen vertellen natuurlijk.
Mijn vader was binnenschipper, mijn ouders zijn heel erg snel gescheiden. Ik was nog een klein kind. Ze hadden elkaar bij het doorgaan in de Zaan ontmoet. Hij legde aan in de Zaan en mijn moeder stond op de kade. Hij kwam oorspronkelijk uit Amsterdam, van de Palmgracht. Mijn broer is nog in Amsterdam geboren en toen zijn ze naar Zaandam, naar de Steijnstraat gegaan. Er werkten toch veel Amsterdammers hier bij Albert Heijn en Verkade.


We waren met z’n vijven thuis, moeder en vier kinderen. Ze moest gaan werken, schoonmaken, in de huishouding, zwart. Werd ze nog verraden door de buurt. Gelukkig kreeg ze het later beter.
Cis ging naar de Klaas Katerstraatschool. Ze kent alle juffen en meesters nog. Juffrouw Spoor, juffrouw Kuiper, meneer Last, meneer V.d Hoede, meneer Winkler. Cis vraagt of ik meneer Winkler kende? Nee? Freek de Jonge heeft het er in een voorstelling nog over gehad; vreselijke kerel. Het was een sacherijn met een scheve nek en gaf les in de vijfde klas. Freek zat bij mij in de klas.

Step
CisKoene2Oh wat waren we arm, mijn moeder had echt geen rooiecent te veel. Gescheiden met 4 kinderen, man/vader ervandoor
Ciska Bruins was mijn vriendinnetje/nog/ en die hadden het financieel veel beter dan ons, die had een mooie step. Een mooie rode step, wat wilde ik graag steppen, kon mijn ogen er niet vanaf houden.
Zullen we vader en moedertje? verzon ik en ja hoor op het plaatsje van opoe Bruins, kleden neer gelegd, emmers als meubilair, het huis was klaar.
Ciska Bruins jij bent moeder en ik vader en Willy mijn zusje was kind. Moeder ging een boekje voorlezen aan kind. Vader gaat naar zijn werk opperde ik. Ik pakte de step, want ik moet geld verdienen.
Uren heb ik door Zaandam gestept…alle straten en stegen. Als een koning reed ik, buurtkinderen keken jaloers, ook even bij mijn oma op de Burgemeester van Ordenstraat op visite.
Toen ik na een paar uur terug was knorde opa Bruins, ‘ze zijn allang al weg hoor, ‘k heb ze van mijn erf gestuurd’. Ciska Bruins was een paar dagen bozig op me, maar het was het waard.

Ik kwam met vijf jaar al in de eerste klas en met elf jaar op de huishoudschool. Ik wilde naar de ULO maar dat wilde mijn moeder niet. Cis schreef er zelf het volgende over:
Waardeloos idee was het van mijn moeder, ik wil naar de Ulo, maar nee zei ze, want ik krijg niet eens een lepeltje bij de thee als jij groot bent en daar leer je het huishouden dus ik met tegenzin naar de Czarinaschool, die het volgende jaar al naar de Juliana van Stolberg in de Nicolaas Maesstraat overging.


Ik weet nog goed de opening door Koningin Juliana…wij, meisjes, allemaal met witte schorten en kookmutsen op in een erehaag voor Juul ..zingen:
CisKoene3Vooraan in de NIcolaas Maesstraat
staat een prachtig groot gebouw..
het is de glorie van de Zaanstreek
voor de vorming van de vrouw
je leert er wassen koken strijken
hoe een gasfornuis moet zijn
kom gerust naar ons kijken
want bij ons daar is het fijn.


Ik ging naar de huishoudschool in de Czarinastraat, dat was nog voor een half jaar en toen werden we overgeplaatst naar de Juliana van Stolbergschool bij de Frans Halsstraat, maar ik had geen fiets. In dat half jaar van de Czarinastraat moest ik ook naar de school op de Hogendijk, naar het Kattegat, dat waren allemaal noodlokalen en ik deed alles lopend. Een uurtje naaien op de Zeemanstraat en AVO op de Hogendijk. In oktober werd ik twaalf.

Ik wou helemaal niet naar de huishoudschool – ik vond het vreselijk. Maar ik heb het later ingehaald. Toen ik drie kinderen had ben ik naar de Moedermavo gegaan, 6 vakken. Nederlands, Engels, Frans, biologie, geschiedenis en aardrijkskunde. Afwassen, kinderen naar bed en boeken op tafel; prachtig. Daar heb ik veel geleerd. Later heb ik nog Spaans gedaan, alleen niet afgemaakt. Aardrijkskunde vond ik het leukste, dat is echt algemene ontwikkeling.

Dat ik zo vroeg naar school ging, met vijf naar de lagere school en met elf naar de huishoudschool, had mijn moeder geregeld want die wilde werken. En ze had met meneer Hendriks van de school afgesproken dat ik er op mocht, maar als de schooltandarts kwam mocht ik naar huis. Ik heb het toch allemaal gered. Lopend naar de Juliana van Stolberg; een jurk maken, nou ik kon er niks van. Ik was er niet rijp voor.
Ik wilde altijd kinderverzorgster worden, nou en dat ben ik geworden. Die ULO mocht niet maar ik had liever naar de katholieke Sancta Maria in de Oostzijde gewild, dichterbij hè. Mijn vader was katholiek, dus waarom niet. Maar mijn moeder wilde het niet.
En bij ons in de buurt was iedereen communist; Bruins, Brandjes, Henning, echt een verzetsbuurt, heel goed. En nu woon ik weer in een verzetsbuurt; de Willem Brinkmanstraat. Ik heb in de Steijnstraat een hele leuke jeugd gehad. Mijn vader was van huis uit katholiek en mijn moeder gereformeerd en we woonden in een communistische buurt. Mijn ouders deden niks met dat geloof, het is ook maar een stempel.

Hannie Schaft
CisKoene4Vandaag zou het de 100ste verjaardag van Hanny Schaft, de verzetstrijdster die veelal in de Zaanstreek werkte en mijn moeder die aan de overkant van het huis van Bruins woonde, vertelde dat ze haar vaker zag lopen en dat ze dan naar binnen glipte ..schuw en streng kijkend, De bewoners van de Transvaalsbuurt-Steynstraat/Krugerstraat/de Wetstraat wisten niet dat ze voedselbonnen, valse passen, onderduikadressen kwam regelen…zeer gewaagd …voor mij een heldin.…ze werd jaren verzwegen als heldin maar het meisje met het rode haar wordt gelukkig de laatste jaren geëerd .…Respect voor zoveel durf ..voor onze vrijheid. Het huis dat toen vol met onderduikers zat staat er nog steeds en ik moet altijd aan Hanny denken als ik er voorbij loop, Hannie was mijn heldin.

Werken
Met veertien ben ik van school af gegaan en ging ik werken, het mocht eigenlijk nog niet, maar mijn moeder zat op geld te wachten. Vier kinderen thuis. Toen heb ik gesolliciteerd bij mijn zus d’r werk; Apotheek Hulpartsen, dat was toen nog Sanofarm. Onder Piet van Leeuwen, de baas van de inpakkerij. Ik ben in de oude fabriek begonnen en toen kwam er een nieuwe fabriek. Daar heb ik twee jaar gewerkt en ik was zestien en heb toen bij het Sint Janziekenhuis voor het laboratorium gesolliciteerd. Maar toen wilde ik zaterdags vrij, ik werkte tot half drie en iedereen was toen op zaterdag vrij en dat ging niet dus ben ik bij die nonnen weggegaan.

Ik solliciteerde toen bij de Artillerie Inrichting want die was zaterdags vrij. Nou slechter kun je niet werken, vreselijk. De enige keer dat ik ontslagen ben. Ik heb mijn proeftijd niet gehaald. Na vier weken mocht ik weg en ben huppelend gegaan. Ik moest hulzen door mijn handen laten rollen om te kijken naar beschadigingen. Duizenden mensen en dan een jong meisje van zeventien en werd ik er juist uitgepikt. Moest je in zo’n hokje komen en gingen ze in je mandje kijken of je geen goeie exemplaren had weggegooid.
Later kwam ik achter zo’n hele grote groene machine en dan gooiden ze een mand vol hulzen erin en dan moest ik, met spiegeltjes en lampjes kijken of er foute tussen zaten. Die gooide je in het mandje en dan kwamen ze weer kijken of je het wel goed had gedaan.

Mijn moeder was op vakantie en het was vrijdagmiddag en toen had ik geen baan meer, ik vond het zo erg. Gauw in de krant gekeken en toen zag ik firma de Waal op de Zuiddijk, Koloniale waren. S. de Waal was de baas, leuke tijd gehad. Later zijn ze verhuisd, toen werd het VéGé, een groothandel. (VéGé: Veel Ellende Geen Eten) Ze hadden op de Zuiddijk een woonhuis en het bedrijf zat naast van der Leeden op de Zuiddijk. 3 etages en een kelder.

CisKoene5Ik werd aangenomen voor op kantoor. Ik had helemaal geen ervaring maar werd aangenomen. Toen ben ik gaan leren. Heb ik eerst gevraagd of ik op typles mocht en ze betaalden het. Bij Instituut van Haren op de Stationsstraat. En toen vroeg ik of misschien steno mocht leren, had ik niet echt nodig, maar het mocht ook. Ik heb ook nog Engelse les gedaan.
De Waal op de Zuiddijk nr. 74. Nu een café.

Toen ik er werkte waren er geen koloniale waren meer; het was een groothandel voor kruidenierswaren. Zaanstreek– Waterland, Amsterdam, Haarlem, Beverwijk was hun gebied. De heren Kortenaar en De Waal waren de directie. Als die vrachtwagens gingen rijden moesten wij voor de papieren en de zegelblokjes zorgen. Die wagens gingen dan naar de klanten bestellingen wegbrengen. Die bestellingen werden doorgebeld; meneer Flens uit Oostzaan, Van Langelaar uit Zaandam.

We kregen in die tijd de eerste Bull machines, computers die werkten met ponskaartjes die bij de klant hoorde. Ik heb toen nog een systeem bedacht voor die kaartjes en heb daar nog een beloning voor gekregen. Een lichtbak zodat je er goed de kaartjes kon uithalen. De chauffeur haalde de bestelling uit het pakhuis en met een bijrijder deden ze hun ronde.

Ik ging wel eens met een hamer naar het magazijn en tikte op een blik soep en dan hadden we soep tussen de middag. Als een blik gekneusd was werd het niet verkocht, snap je?

CisKoene6Ook ging ik wel eens met De Waal mee naar Zwanenburg, de hoofdvestiging, en dan moesten we bij zijn huis even wachten en dan liet hij ons binnen waar het gezin nog zat te eten. Hij nam de krant en nog een broodje eten en dan zaten er drie mensen van kantoor te wachten. We moesten met de pont, Hemweg of Buitenhuizen. Daar stonden dan lange rijen auto’s te wachten en kocht hij wel eens een krant. Hij had een Chevrolet Bel Air, een mooie grote wagen (foto). Hij had ook nog een VW-kever met een brilletje aan de achterkant. De Waal was een hele grote lange man en in die VW zat hij bijna opgevouwen.

Na drie jaar bij De Waal ben ik naar Bruynzeel gegaan, op de fineerafdeling. Dat was wel prettig want we woonden bij de Balkenhaven dus dichtbij. Je moest daar fineerplaten tegen elkaar aan duwen. Toen kwam er zo’n chef die wilde dat ik bij die grote machines ging werken. Toen ik het gezien had bedankte ik voor de eer, het werk was te zwaar voor mij. Hij vond dat werkweigering. Ben mooi terug gegaan naar mijn afdeling. Toen ik zwanger werd ben ik daar vertrokken.

Mijn man Jur is begonnen als huisschilder en heeft nog in de woning van De Waal op nummer 113 geschilderd. Hij is zich later ook gaan verbeteren door te gaan leren over verzekeringen en dergelijke.

CisKoene10Jur zijn vader was overleden, hij woonde op het Blauwepad en moest daar weg. Mosterdmolen de Huisman stond op zijn woning. Zij kregen toen de sleutel voor Stationsstraat 56. Officieel stond Jur nog op het Blauwepad ingeschreven en tegen hem werd gezegd zoek maar een kosthuis want je kan niet met die bejaarde vrouw, een pleegmoeder, daar blijven wonen. Hij is toen bij mijn moeder ingetrokken tot ons trouwen en toen gingen we in de salonwagen wonen. Woningnood hè.

Jur en Cis getrouwd

Na het overlijden van mijn schoonvader had Jur wat geld  gekregen en heeft hij er een salonwagen van gekocht. Zo konden we wonen. Die wagen hebben we bij de Balkenhaven, bij Bruynzeel neergezet, illegaal natuurlijk.
Daar werd ik zwanger en toen we zijn we naar de Stationsstraat 56 verhuisd, een mooi huis, tegenover dr. Hoogenkamp. Het was een groot Herenhuis.

Vreemde ontmoetingen
Cis heeft, op z’n zachts gezegd, vreemde ontmoetingen gehad. Op een strand in Spanje treft ze een vrouw die ook Franciska heette, en op dezelfde dag, in hetzelfde jaar geboren was. Zo heeft ze meer ontmoetingen gehad waarvan je achteraf zegt; hoe bestaat het? Wat dacht u van het volgende. Op een avond in Torre del Mar zitten Cis en haar man Jur op een pleintje met Spanjaarden. Komt er een blonde vrouw bij een winkeltje iets kopen. Cis spreekt haar aan en vraagt of ze ook uit Nederland komt. Ja, zegt de vrouw, uit Almere en waar komt u vandaan? Uit Zaandam zegt Cis. Oh zegt de vrouw daar heb ik ook gewoond. Mijn vader had een naaimachinehandel op de Gedempte Gracht. Hé, zegt Cis, daar heb ik mijn Husqvarna gekocht. „En waar woont u?” vroeg de vrouw. In de Willem Brinkmanstraat in Zaandam, zegt Cis. Nou moe, zegt de vrouw, in die straat ben ik geboren.

Kaarten
CisKoene7Ik heb ook negenentwintig jaar een klaverjasclub gerund. Je hebt geen idee hoe groot die club is geweest: De Drie Molens. Een sterke club met goeie spelers. Die naam komt van Jan Visser, de verffabriek. Ik was ongeveer dertig jaar toen ben ik, samen met mijn zus en onze mannen, lid geworden van die club. Dan kwamen er weer vier leden bij, want die club was op sterven na dood. Ze zaten op de Hogendijk in het gebouwtje van Het Westen. Ik was er een jaar bij toen ze stopten met de club. En als ik dan in Zaandam liep kwam ik oud-leden tegen die vroegen waarom ik het niet ging doen. Toen ben ik ook dat zaaltje gaan huren, maar toen we meer leden kregen moesten we steeds groter huren en op het laatst zaten we bij de postduivenclub “Bevrijde Vleugels”, bij de Haremakersstraat in de buurt.
Thuis was het ook altijd kaarten, met vrienden. De kinderen naar bed en dan kaarten. Het zag hier blauw van de rook. Jur had een pijp en z’n vriend ook. Ik rookte niet zoveel, maar wel met kaarten. Toen ik Jur leerde kennen rookte hij niet, maar dat vond ik zo ongezellig dat ik een pijp en tabak gekocht heb met een pijpenrager. “Hij zei, breng maar terug”, nou ik zei “dat doe ik niet”. Toen vond hij het zonde van het geld en is hij gaan roken.

Je hebt geen idee wat ik allemaal voor die club heb gedaan. We deden tombola’s en 1 x per jaar een uitwisseling. Dan kwamen vijf en twintig clubs voor een toernooi opdraven en zat de hele Marshoek vol. Ik deed de inkoop van de drank, deed de boekhouding (met kascontrole). Als je van mijn club het hoogste aantal punten had op een avond kreeg je 25 gulden en kon je vier prijzen kopen. De week erop won weer een ander. Ik heb ook vaak gewonnen, gewoon omdat ik zo’n felle kaarter ben. Heb de wisselbeker gewonnen.

Drenthe
Ik organiseerde ook elk jaar een week naar Westerberge met de club. Met twee en veertig mensen naar een recreatiepark. Het is een groot park geworden, toen was het nog wat kleiner en wij kwamen daar al, ook met mensen van de club. En we zagen een mooi groot gebouw en dat zijn we gaan huren. 40 man en je weet niet half wat we daar allemaal deden.

We namen blokken hout mee voor de openhaard, ik deed de slaapkamerindeling, want je had kamers van vier of acht personen. Je moet alles van te voren regelen, dat deden we al eind februari. En de mensen moesten maar honderd gulden betalen, echt goedkoop. We maakten van tevoren ook pannen met snert, haalden twintig rookworsten van de Hema.

En prijzen, want op vrijdagavond hadden we meteen kaartavond en op zaterdagavond hadden we een feestavond met plaatselijke artiesten en een disco. En iedereen moest dan in ‘het netjes’.

CisKoene8We gingen ook op excursie, werd ook geregeld. We gingen naar de glasblazerij, naar het orgelmuseum, elk jaar iets anders. Alles zat in die honderd gulden en we regelden ook het vervoer voor wie geen auto had.

Een oom van mij, een hoge Piet in Mijdrecht hoorde van de klaverjasclub en zei je moet subsidie aanvragen, vraag maar of er bij de gemeente een potje is. We vroegen het aan en het werd afgewezen; op een paar punten. Ik heb al die punten weerlegd, maar kreeg niks. Maar ja, dat neem ik natuurlijk niet. Het was rotweer, het sneeuwde en ik op de fiets naar Zaandijk. Ik kende Rens Berkhout die deed vroeger de boekhouding van mijn man. Ik kwam daar en ik vroeg Rens te spreken en dat kon niet, het was al afgewezen enz.

Liep er zo’n man met een postkarretje en ik achter hem aan en ik vroeg hem of hij wist waar Rens Berkhout zat. Drie hoog, hoe hoger hoe meer vloerbedekking. Ik kom bij zijn kamer, nog nat van de sneeuw, hij doet open, “Hé, mevrouw Koene, kom binnen”. Tegen de man die er al zat, “ik spreek je zo wel” en het was zo geregeld. Duizend gulden!

De klaverjasclub
Als voorzitster van een klaverjasclub in Zaandam, gingen we jaren ook een weekend weg met de leden, met 40 kaarters naar Echten, in een groot verblijfhuis de Baander in Drenthe.

Er valt dan heel wat te regelen, want alles moesten we zelf doen, eten halen/koken. Dat was wel een dag alles regelen, een excursie, de Chinees, de kruidenier, een bandje voor de feestavond, hout voor de open haard enz enz. Mijn vriendin en ik gingen dan ook al in maart om alles persoonlijk te bestellen en af te spreken.

De laatste keer gingen we naar de plaatselijk pottenbakker, Freek Berend, voor een afspraak met hem. Het was het laatste dat we moesten doen en dan naar huis terug, wat toch wel een paar uur rijden is.
We kwamen via landelijke paadjes bij zijn atelier, maar helaas hij was er niet. Nou zei mijn vriendin, dan plas ik hier even op ‘t erf want eer we thuis zijn. Toen we terugrijdend ongeveer bij Diemen gingen tanken en wilden betalen — waar is mijn tas? “Nee hè, ik heb waarschijnlijk bij de pottenbakker op zijn erf laten staan, tijdens het plassen”, zei ze.

Wij helemaal terug naar Drenthe. Landpaadje weer op en in de verte zag ik de tas, die stond gelukkig nog op de houten tafel.

Toen zei ik, “Nu moet ik ook even plassen hoor”. Terwijl ik door mijn knieën zak en plas, gaat er boven een raam open van een huisje ernaast. Ik kijk omhoog (al plassende). Een mevrouw roept in het Drents, wat is dat hier vandaag, vanmorgen zat er ook al een vrouw te plassen.…en nu weer! Ik keek haar aan en zei “ja, klopt, dat waren wij!”
Ze smeet het raam dicht, kwaad, met: “Je moet een ander besodemieteren!”

Mijn man Jur zorgde voor de kaarten als er een jaarlijks toernooi was. Vijf en twintig tafels is 100 man; in de Marshoek. Dan ging ik van tevoren winkels af, dat kon nog in die tijd. Bij de Kwantum een vloerkleed, BB-hal een leukigheid, noem maar op. Van alles gaven ze voor de tombola, voor prijzen. Mijn autootje zat altijd vol. Ik deed niet alles alleen hoor, anderen hadden ook hun aandeel erin.
Maar toen Jur vijf en zestig werd, gingen we graag op vakantie en als ik er dan een keertje niet voor de club was, dan ging er altijd wel iets mis. De lichten bleven branden, de deur was niet afgesloten. Toen ben ik ermee gestopt..

 

]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Wed, 04 Oct 2023 12:39:30 +0000
Bij Ford Zaandam begonnen en gebleven http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3971-bij-ford-zaandam-begonnen-en-gebleven http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3971-bij-ford-zaandam-begonnen-en-gebleven  

Bij Ford Zaandam begonnen en gebleven
Door: Ursulien van Berge
Gepko1Gepko Bruin

Ik heb mijn hele leven bij Ford gewerkt, maar nooit in een auto gereden.
De plek waar ik al 69 jaar woon, wordt omringd door bedrijfsgebouwen. Het huis op nummer 405 G ligt vijftien treden beneden de hoge Zuiddijk, schuin tegenover de jachtwerf Zaanhaven. Vroeger was daar scheepswerf Vooruit. Daarnaast was de Basalt Maatschappij, nu het bedrijf KenzFigee, offshore en kranen.
Mijn vader werkte een eindje verder bij Holleman machinefabriek. Na zijn pensioen is hij een tijd bewaker bij KenzFigee geweest.

Gepko2
Scheepswerf Vooruit 

Op weg naar zijn werk fietste mijn vader elke dag langs het huis en hij dacht wel eens: Hier zou ik wel willen wonen. Die wens ging op een bijzondere manier in vervulling. Bij dagblad de Typhoon was een probleem met de drukpers en de mannen van Holleman moesten dat oplossen. Op de drukproef las hij toevallig dat dit huis te huur werd aangeboden dus voordat de Typhoon op de mat viel hing hij aan de telefoon.
Zo verhuisde ik, toen ik 3 maanden oud was, naar dit fijne huis, samen met mijn ouders en mijn grote zus.
Later kon mijn vader met behulp van een lening van Holleman deze woning kopen. Na zijn overlijden woonde ik daar samen met mijn moeder. Ik was vele jaren haar mantelzorger tot zij in 2021 overleed.
Mijn zus en ik zijn de erfgenamen en nu staat het te koop. Er zijn al foto’s genomen en ik moet maar zien dat ik ergens terecht kom. Bij de gemeente word ik nu gezien als een starter op de huizenmarkt.
Helemaal opnieuw beginnen dus.


Gepko3Zuiddijk 405 G

Als ik geen woning kan krijgen, blijf ik maar zitten waar ik zit. De makelaar heeft beloofd zijn best voor mij te doen. We zien wel, misschien op de Oost Dorsch. Ik wil toch minstens in een huis van 80 vierkante meters terecht komen.

Schoolloopbaan
Het hoofd van de Vissershopschool was meneer Nap. Toevallig was dat mijn oom, en mijn moeder zat in de ouderraad. Er kwam een nieuwe directeur en die voerde een waar schrikbewind, bovendien deugde het pestprotocol helemaal niet. Dus werd er een andere school voor me gezocht. In die tijd mocht je dan niet ingeschreven worden in een school in dezelfde plaats.

De Pinkschool in Koog aan de Zaan werd uitgekozen. Meester Hazelhof was daar de directeur. Ik heb daar een extra jaar op gezeten want ik was heel verlegen. Voor een spreekbeurt scheet ik al in mijn broek, later groeide ik daaroverheen.

Op het Zaanlands Lyceum had ik een leuke tijd. Veel vrienden met wie ik nog steeds contact heb. In ons laatste jaar op het Zaanlands gingen we, samen met een paar leraren, met de auto op vakantie naar een berghut in Zwitserland.
Het was een avontuurlijke reis in het voorjaar. Voor de zekerheid hadden we sneeuw-kettingen meegenomen. Toen we die in Zuid-Duitsland echt nodig hadden, bleken ze te groot. Onder luid kaboem, kaboem bereikten we onze bestemming.
We hebben een prima weekje doorgebracht. De hut lag op een klein bergje. Er waren twee paar ski’s beschikbaar die we om de beurt gebruikten.
Na mijn examen koos ik voor een vervolgopleiding als schoolmeester. Na een jaar had ik het wel gezien op de kweekschool, dat was niets voor mij.

Gepko4Ford garage Zaandam

Dat rooie zootje! Daar moeten we niks van hebben!

Ik solliciteerde via een schoolkameraad, Jan van der Werff, bij dagblad de Zaanlander voor administratief werk, maar kreeg na een tijdje te horen dat er in de functie voorzien was.
Misschien dachten ze, ‘hij komt uit een rood nest. Dat rooie zootje! Daar moeten we niks van hebben!’

Bij de Ford Garage in Zaandam kreeg ik vakantiewerk en dat is me goed bevallen. Ze hadden iemand nodig dus ben ik daar gebleven. Gewoon, zonder te solliciteren! Ik verzorgde de administratie, deed boekhoudkundig werk. Na een tijdje zat ik ook in de receptie, maakte facturen en productiviteitsstaten. Zo langzamerhand werd de computer ingevoerd. Daarvoor deed ik een paar cursussen, ook dat vond ik interessant.


Screenshot Ford Garage in Zaandam

Je zou toch zeggen als je bij Ford werkt, heb je vast wel een mooie auto voor de deur staan. Maar nee, ik heb mijn hele leven bij Ford gewerkt, maar nooit in een auto gereden.

Gepko6De oude Ford Garage aan de Zeemansstraat is deze zomer (2023)  met de grond gelijk gemaakt en op de plek tussen de Vinkenstraat, het Hazenpad en de Zeemansstraat wordt het bouwproject ‘Hazenleger’ ontwikkeld waarin plek is voor 18 eengezinswoningen en 42 startersappartementen.

Helaas kreeg ik op mijn 34e de ziekte Ménière, heftige aanvallen van duizeligheid en oorsuizen. Dat betekende dat ik soms moet stoppen en van slag raakte. Af en toe viel ik dan gewoon uit. En dat is lastig. als je een volledige baan hebt.
Met mijn linkeroor hoor ik bijna niets.

Daarbij kwam ook nog later diabetes, hierdoor werd mijn zicht slechter. Het proces van achteruitgang is niet te stoppen. Injecties en laserbehandeling. Mijn rechteroog is het meest aangetast, maar gelukkig kan ik nog wel lezen en op de computer werken.

Gepko7Je gaat steeds weer een stukje achteruit. Vanaf 2007 ben ik afgekeurd. Ik geniet van mijn huis en mijn tuin en mijn hobby’s.

Mijn tuintje aan de sloot

Hobby’s

Muziek is een grote hobby van me, vooral gitaarmuziek, alle gitaren eigenlijk.

Verder ben Ik geïnteresseerd in oude dingen en ga ik graag naar het theater en concerten.


Laatst kon ik als abonnee van de Avro-bode een lot kopen. De prijs was dat je via het kunstcentrum Van Gogh kennis kon maken met een kunstenaar. Dat was de Arubaanse schilder Gustave Nouel.
Hij woonde in Deventer, daar heb ik geposeerd.
Vervolgens werd ik uitgenodigd door de gevolmachtigd minister om mijn portret op te halen bij het consulaat in Den Haag.
Ik heb het laten inlijsten en in de kamer opgehangen.

Ik heb nog een paar interessante dingetjes gevonden in Amerika, bijvoorbeeld een schilderijtje dat gemaakt is door Guurtje van der Stadt.
Dat heeft in het Monetjaar in een winkel aan de Zuiddijk gehangen.

 

 

Gepko8 Gepko10

                                            Portret door Gustave Nouel             -                     De koektrommel uit het Czaar Peterhuisje

Verder vond ik daar ook een koektrommel van het Czaar Peterhuisje. Ik weet natuurlijk niet hoe die dingen helemaal in Amerika zijn terecht gekomen.
Misschien via oude Zaankanters.

Na 69 jaar aan de Zuiddijk zal ik wel zien waar ik terecht kom en ik zal al mijn dierbare spulletjes een plaatsje geven in mijn nieuwe woning ergens in Zaandam.

Gepko9

                                                                                            Schilderijtje van Guurtje

 


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Thu, 28 Sep 2023 07:55:44 +0000
Ber en Uut Hulsing (en Hisko) http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3909-ber-en-uut-hulsing-en-hisko http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3909-ber-en-uut-hulsing-en-hisko Ber en Uut Hulsing (en Hisko)
Van onze redactie, Ruud Meijns

Onlangs was het programma ‘Andere Tijden’ een aflevering met de titel ‘ Met communisten speel je niet’. In de aankondiging stond; Na de bevrijding worden de communisten geroemd als verzetshelden, als organisatoren van de Februaristaking, maar tijdens de Koude Oorlog slaat de stemming om.

BUHulsing

Foto: Ben van Meerendonk (1948)

Slachtoffers van hun overtuiging
Ber en Uut Hulsing hadden dat zeker herkend, want ook zij kregen te maken met een tegenwind door de veranderende stemming. Uut Lubbes, van het Ameland waar haar vader een café had, begon al vroeg met zingen. Ze haalde de krant in 1927 met een uitvoering van de ULO-school in Ons Huis op de Gedempte Gracht. Na de oorlog had ze, met echtgenoot Ber Hulsing, een engagement bij het G.G.-cabaret (Gaat Goed-cabaret) van de veteraan Jan Musch. Van haar is het liedje — Van Jou Heb Ik Niets Meer Gehoord — nog op You Tube te horen. Ze werden veel met de communistische partij geassocieerd en dat brak ze tenslotte op. Op de foto uit 1948 bij een optreden op het Waarheidfestival. Een door de krant De Waarheid van de Communistische Partij Nederland (C.P.N.) georganiseerd festijn.

BUHulsing2Het café van Lubbes op het Ameland


Maar de communisten kwamen langzamerhand in het verdomhoekje te zitten en dat merkten Ber en Uut Hulsing ook. Een uitgebreid verhaal over Ber en Uut Hulsing kunt u lezen op de site van Erik Schaap: https://meitotmei.nl/ber-en-uut-hulsing/

Maar talent hadden Ber en Uut Hulsing en soms slaat dat een generatie over en laten de kleinkinderen weer van zich horen. Ik kende de animatieseries ‘Undone’ maar pas later leerde ik dat de Amsterdamse Hisko Hulsing één van de makers is..

Hisko:
BUHulsing3Kleinzoon Hisko is een gevierd internationaal animator van o.a. animatiefilms als ‘Undone’. Hij vertelde in het radioprogramma ‘Nooit meer slapen’ dat het communisme in de familie wel eens tot hevige debatten leidde. Zijn moeder is een Tsjechische die in 1968 met zijn vader zou trouwen. Op het moment dat zij over was in Amsterdam vielen de Russen Tsjechië binnen en is ze nooit meer terug gegaan.

Zijn grootouders, Uut en Ber Hulsing, communisten die in de tweede W.O. in het verzet hadden gezeten, bleven geloven in het communisme. Die twee verschillende zienswijzen gaven nog wel eens een conflict aan tafel met een wijntje.
https://www.wikiwand.com/nl/Hisko_Hulsing

]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Sat, 29 Jul 2023 12:47:38 +0000
Erepenning Zaanstad voor Greet Plekker http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3903-erepenning-zaanstad-voor-greet-plekker http://dezuidkanter.nl/bewoners-aan-het-woord/3903-erepenning-zaanstad-voor-greet-plekker Erepenning4

 Erepenning Zaanstad voor Greet Plekker
Overgenomen van de Orkaan!

Greet Plekker-van Sante kreeg vandaag de gemeentelijke erepenning van Zaanstad uitgereikt door wethouder Natasja Groothuismink vanwege haar grote verdiensten voor de (Zaanse) samenleving. Zij was “door haar daadkracht de motor voor allerlei succesvolle initiatieven” aldus de motivering die voor de toekenning werd geschreven. Daarbij stelt ze zich vooral bescheiden op en werkt het liefste achter de schermen.

“Haar naam wordt niet vaak genoeg genoemd, terwijl er zonder haar verschillende mooie projecten, bijzondere verbindingen en waardevolle evenementen niet waren geweest.” aldus de motivering. Tot nu dus: Greet Plekker! Greet Plekker! Greet Plekker!

Omdat mevrouw Plekker ernstig en ongeneeslijk ziek is, vond de uitreiking thuis plaats. 

Wethouder Natasja Groothuismink sprak mevrouw Plekker niet alleen namens de gemeente toe maar ook namens zichzelf, “dankzij u ben ik in de politiek gegaan” daarmee verwijzend naar de belangrijke rol die Greet Plekker in de emancipatiestrijd heeft gespeeld.

Erepenning1

Plekker was bestuurslid (voorzitter van 1985–1999) van de afdeling Zaandam van Vrouwenbond FNV en initiatiefnemer en hoofd– en eindredacteur van De Zuidkanter, de ‘eerste digitale wijkkrant van Nederland’. Die rol kan ze maar moeilijk loslaten, tijdens de uitreiking had ze nog energie genoeg om de Orkaan-fotograaf te regisseren en regelde meteen een foto voor De Zuidkanter.

Bij de Hannie Schaft-herdenking speelde ze een belangrijke rol. Ze was initiatiefnemer van de adoptie van het Hannie Schaft monument in Zaandam en oprichter van de Hannie Schaft Werkgroep en medeoprichter, secretaris en ‘stuwende kracht’ van de Stichting Nationale Hannie Schaft-Herdenking. Door haar toedoen is de herdenking in Haarlem nieuw leven ingeblazen.

Erepenning2

Greet Plekker ving jarenlang kinderen in haar huis op. Officieel via Pro Juventute maar ook jongeren uit de omgeving met spanningen thuis die even wilden bijkomen.

Bovendien was zij actief op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Ze was medeoprichter (1996) en secretaris van de Stichting Kindertehuis Soweto (voor de opvang van meervoudig gehandicapte kinderen in Zuid-Afrika). Ze was organisator van fondsenwervingsacties. In 2003, ze was toen 62 jaar, ondernam ze nog een fietstocht van Johannesburg naar Kaapstad om geld op te halen voor het kindertehuis.

Erepenning3

De erepenning is niet haar eerste onderscheiding. In 2004 ontving ze een Koninklijke onderscheiding voor haar verdiensten. Ze werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Het initiatief voor aanvraag voor de erepenning werd genomen door Geke van de Kamp van het Gemeentearchief en gesteund door Els Veenis-Kaak (Stichting Hannie Schaft), Ruud Meijns (deZuidkanter), Ans Pieper (vrouwenbond FNV, Stichting Hannie Schaft, deZuidkanter), Hans Mooren (fietstocht goede doelen) en José van Sante. De aanvraag werd gedaan door dochter Astrid Plekker.

Door Merel Kan. Bronnen: aanvraagformulier van de erepenning en de uitreiking. Video en foto’s Merel Kan (De Orkaan).


]]>
pleksant@planet.nl (Greet) Bewoners aan het woord Thu, 13 Jul 2023 13:20:40 +0000