Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Sigaren in de Zaanstreek 2


Door Mar­tin Rep

Begin jaren vijftig opende Tinus Rep een sigaren­winkel aan de Mei­doorn­straat. Met een vooruitziende blik: dit deel van Zaan­dam ging de komende jaren sterk uit­brei­den.
Zijn activiteiten kost­ten hem wel de vriend­schap met een broeder van de gere­formeerde kerk.

“Wie is er aan de beurt?” Het was vol in de sigaren­winkel van Rep aan de Mei­doorn­straat. Het was zater­dag, de mensen in de straat had­den hun week­loon gebeurd en kwa­men nu hun rokertje voor het week­end halen. Tinus Rep was niet iemand voor een gezel­lig klet­spraatje met de klanten, maar je kon zien dat hij in zijn hum was.
Op de toon­bank had hij een open­staande doos neergezet met sigaret­ten, waaruit de klanten er een­tje kon­den pakken om op te steken. Op de schap­pen achter de winke­lier ston­den de sigaret­ten­pak­jes net­jes uit­gestald. Een mooi stapeltje, en vóór elke stapel een pakje rech­top, zodat je kon zien welk merk het was. Vir­ginia oftewel Engelse sigaret­ten zaten meestal in ste­vige kar­ton­nen doos­jes: Miss Blanche, John Har­ris, Three Cas­tles, Golden Fic­tion, 777, 333. Amerikaanse sigaret­ten had­den papieren ver­pakkin­gen: Roxy, Ever­est, Wings, Gold Star, Esquire of het dure Lucky Strike en Camel. Egyp­tis­che sigaret­ten, met hun ken­merk­ende ovale vorm, had­den hun vooroor­logse pop­u­lar­iteit nooit weten te her­win­nen. Shag stapelde min­der mooi, dus die had Tinus Rep in dozen onder de toon­bank gezet: Javaanse Jon­gens (wat hij zelf graag rookte), Zware Van Nelle (‘de Weduwe’), Ibis, Win­ner, Cap­tain Grant. Ster­ling (‘Sta Op Ster­ling’).
De fam­i­lie Rep voor Sigaren­magaz­ijn Rep in de Mei­doorn­straat, voor­jaar 1960. Vlnr: onderne­mer Tinus Rep, overleden in 1991; Arthur Rep, thans bioloog te Wagenin­gen; Simon Rep, gepen­sioneerd uroloog te Alk­maar; Bel­gis­che logee; mevr. Martha Rep-​Muis, overleden in 2008; Mar­tin Rep, jour­nal­ist te Bus­sum.
(Foto privé­col­lec­tie auteur)

Maar het mooiste prod­uct waren de sigaren: Pan­ter, Havana, Derk de Vries (‘Ik verkies… Derk de Vries’). Ver­reweg de meeste klanten pref­er­eer­den trouwens de Ned­er­landse bolk­nak: dikke sigaren in de vorm van een zep­pelin. Rep had een klein schaartje waarmee hij des­gewenst het pun­tje voor je afknipte – alles voor de klant, en nooit ‘nee’ verkopen. Hij was dit avon­tuur een jaar gele­den begonnen, en het zag ernaar uit dat zijn visie klopte. Die luidde: net als brood, melk en groente heeft een mens altijd een rokertje nodig. Het was 1952, Tinus Rep was mijn vader. Zijn visie zou overi­gens geen stand houden, en dat zou hem zelfs een vriend­schap kosten.

De Uithoek
Op een zon­nige lentedag in 1951 reed een ver­huiswa­gen de Zuid­dijk af. De bestem­ming was de Mei­doorn­straat, en de enige manier om daar te komen, was linksaf te slaan bij de kruide­nier­swinkel van Grauw op de kruis­ing met de P.J. Troel­stralaan – iedereen noemde dat nog het Weer­pad – en de Con­rad­straat, daarna direct weer linksaf, de Wilgen­straat in, en dan meteen weer rechts, bij de winkels van groen­te­boer De Heer en melkhan­del Onrust, de Mei­doorn­straat in.
De wagen stopte bij num­mer 55. Dit was het einde van de straat en het laat­ste stukje Zaan­dam. Afgezien dan van het ‘Weer­pad’, dat door­liep hele­maal tot Oost­zaan. De buurt heette niet voor niets de Uithoek. In deze uithoek zou mijn vader zijn nieuwe toekomst opbouwen.
Tinus Rep was een paar jaar voor de oor­log getrouwd zon­der dat hij een vaste baan had. In de jaren der­tig, de cri­sis­tijd, was hij weinig suc­cesvol han­del­sreiziger in pud­ding, koek en gebak geweest en hij had bij Zwaarde­mak­ers Mengvoed­ers aan de Oost­z­i­jde een blauwe maandag meelza­kken gesjouwd. Daarna kwam de oor­log, waarin hij wat geld ver­di­ende met de fab­ricage van houten kinder­speel­goed. Na de oor­log was een fab­riek in tabak­spi­jpen begonnen aan het Breed­weer in Koog aan de Zaan, niet ver van ons huis aan de Viool­straat in Koog. Toen die onderne­m­ing, Rekoza geheten, het ook niet redde, ging hij voort op het pad van de rookar­tike­len. Hij haalde zijn mid­den­stands­diploma en tabaksver­gun­ning en koos een won­ing in Zaan­dam, in een buurt die de komende jaren sterk zou uit­brei­den.
Tinus Rep had het goed gezien.
De open­ing van de ‘Nieuwe Brug’ tussen de Kep­pler­straat en de Wibaut­straat, okto­ber 1952. De plechtige daad, het ont­knopen van het lint over de Hanepads­brug, werd ver­richt door de com­mis­saris van de Koningin in Noord-​Holland, J.E. Baron De Vos van Steen­wijk. Daarna defileer­den de kinderen van een aan­tal scholen in de buurt voor hem en het Zaan­damse col­lege van b en w. Op de achter­grond de huizen aan de Jacob Rek­straat en omgev­ing. (Foto Gemeen­tearchief Zaanstad)

Haaks op de Mei­doorn­straat werd de Wibaut­straat aan­gelegd. Er ver­rezen flats van wel drie, vier verdiepin­gen hoog en een jaar later werd de ‘Nieuwe Brug’ tussen de Kep­pler­straat en de Wibaut­straat offi­cieel geopend door de Com­mis­saris van de Koningin. Opeens was de Mei­doorn­straat beter bereik­baar voor de rest van de wereld. De Mei­doorn­straat werd ver­lengd: aan de overkant van de Wibaut­straat werd de ‘Nieuwe Buurt’ gebouwd, met zijs­traten als de Ced­er­straat, de Dennes­traat en de Taxusstraat. De speel­tuin waar wij op de gli­jbaan en de schom­mel speelden en waar wij als lid van Buurt– en Speel­tu­in­v­erenig­ing De Uithoek altijd in mochten, moest plaats maken toen de Wibaut­straat werd door­getrokken, hele­maal tot aan het ver­lengde van de Zuid­dijk, dat hier Noorder IJ– en Zeed­ijk heette.

Ver­bouwing
Maar voor het zover was, was al het nodige gebeurd in ons nieuwe huis. Ik had drie super-​ooms die alles met hun han­den kon­den. Bin­nen een paar weken had­den zij de voorkamer ver­tim­merd tot een echte winkel. Dat wij daarna alleen nog maar de beschikking had­den over een piep­kleine achterkamer, maakte ons niet uit. We had­den nu een schit­terende toon­bank in de winkel, de schap­pen ston­den vol met mooi uit­gestalde pak­jes sigaret­ten en sigaren, onder de glazen plaat van de toon­bank lagen de prachtig­ste pijpen te glim­men. Op een goede dag kwam ik thuis van school en zag ik hoe een reclameschilder in sier­lijke let­ters op onze voor­ruit schilderde ‘Sigaren­magaz­ijn Rep’ en daaron­der, in wat kleinere let­ters ‘Tel. 5527’. Naast de voordeur kwam een sigaret­te­nau­tomaat te hangen, zodat je ook ’s avonds je nicotinebe­hoefte kon bevredi­gen zon­der aan te hoeven bellen.
Maar ’s zondags eerbiedigde de winke­lier de zondagsrust en werd de automaat leegge­haald. Wij wan­delden dan geza­men­lijk naar de gere­formeerde Zuiderk­erk, net over de Nieuwe Brug. Vader Rep maakte daar graag een praatje met collega-​winkelier Wage­naar, die verderop, in de Spar­restraat, een kruide­nier­swinkel dreef. Wage­naar was een aardige man, en hij had tele­visie. Op zondag mochten wij geen voet­bal kijken, maar als er een wed­strijd door de week werd uit­ge­zon­den, keek Tinus Rep graag. In okto­ber 1959 wer­den we bij broeder Wage­naar thuis uitgen­odigd voor de wed­strijd West-​Duitsland-​Nederland. Vooral door de schuld van de blun­derende doel­man Eddy Pieters Graafland ver­loor Hol­land met liefst 70.

Ook voor Dames
Tinus Rep kwam er al gauw achter dat zijn toekom­stvisie maar ten dele werkte. Aan rook­w­erk viel niet veel te ver­di­enen. De win­st­marge op een pakje sigaret­ten bedroeg net 10 pro­cent. Vanaf het begin verkocht hij snoep om de winst te ver­groten. Het assor­ti­ment werd daarna steeds verder uit­ge­breid. bij Rep kon je na een tijdje ook terecht voor snoep, nylonk­ousen, tijd­schriften (er zaten ook enkele bloot­bladen bij, die hij echter retourneerde aan de lever­ancier, gelukkig pas nadat ik ze had kun­nen bek­ijken). ‘Sigaren­magaz­ijn Rep, óók voor Dames’ werd de reclame­spreuk, die op de sten­cils stond die wij ’s avonds huis aan huis bezorgden in de Mei­doorn­straat, Abeel­straat, Lijsterbesstraat, Aca­ci­as­traat, delen van de Zuid­dijk tot en met het Vis­ser­shop aan toe.
Het ging Sigaren­magaz­ijn Rep voor de wind. Begin 1960 kon de winke­lier het belen­dende hoekhuis, waar de fam­i­lie Kraaier woonde, toevoe­gen aan de winkel. De hele begane grond van num­mer 55 werd nu bij de zaak getrokken. Trots nodigde hij zijn vriend broeder Wage­naar uit om een kijkje te nemen.

Die stond per­plex. In plaats van een sigaren­zaak met wat koek en snoep als bij-​artikelen, zag hij nu een com­plete buurtwinkel met een breed assor­ti­ment, waar, oh ja, ook nog rook­w­erk werd verkocht.
Tinus vertelde het met een men­geling van trots en schuldgevoel toen we ’s avonds aan de aar­dap­pe­len met spruit­jes en een slavink zaten. Hij voelde zich er toch een beetje onge­makke­lijk onder. Maar de nieuwe tijd was niet tegen te houden. De wel­vaart groeide. De winkel werd aan de achterkant uit­ge­breid met een posta­gentschap. In 1967, toen hij 63 jaar was, had Tinus Rep genoeg bij elkaar ges­paard, zodat hij kon stop­pen met werken. Hij verkocht de zaak en ging in Cas­tricum rente­nieren.
De vriend­schap met de kruide­nier is nooit meer goed gekomen. Kort na de uit­brei­d­ing van Sigaren­magaz­ijn Rep ging Wage­naar ook sigaret­ten en shag verkopen. Aan de gevel van zijn winkel hing hij een paar sigaret­te­nau­to­maten op. Nooit zijn we meer uitgen­odigd naar een voet­bal­wed­strijd te komen kijken.

Web­site Mar­tin Rep

Joomla tem­plates by a4joomla