Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Kamp Zon­neschijn 19511964 Deel 2
door Co Plomp
Zonneschijn0

In het vorige artikel heb ik de gang van zaken in grote trekken beschreven.

In het kamp wer­den de deel­ne­mers onderge­bracht in grote ten­ten. De slaap­plaat­sen waren stroza­kken met ± 1 meter tussen­ruimte, je bagage zette je aan het hoofdeind van je slaap­plaats. Aan­vanke­lijk was het wel even wen­nen om op zo’n bultige krak­ende strozak te slapen. Op en neer sprin­gen op de strozak bracht het ding een beetje in een meer com­fort­a­bele toe­s­tand. Maar na een dag of 2 had je er geen erg meer in. De hele dag activiteiten in de buiten­lucht zorgde er wel voor dat je s ’avonds sliep als een blok.

Wassen , Poet­sen en Ocht­endgymnas­tiek
Zonneschijn6
Elke mor­gen na het ont­bijt ‚ocht­endgym­nas­tiek, waar­van ik mij meestal wist te drukken, vond het hele­maal niks om ‚s mor­gens vroeg met z’n allen aller­lei malle oefenin­gen te doen, wassen tanden­po­et­sen werd door de groep en de lei­d­ing het dag­pro­gramma vast­gesteld en de snoep­pen­nin­gen wer­den uitgedeeld. Deze pen­nin­gen waar­van je er elke dag 3 kreeg had­den een waarde van 5 cent per stuk (voor geld kon je er niets kopen). Daarmee kon je bij de kiosk, het snoep­winkeltje van het kamp diverse soorten snoep kopen, voor mij een hele weelde, thuis kreeg ik niet zoveel.
De voor­naam­ste activiteiten waren wan­de­len door bos en heide en spel­let­jes doen. Vossen­jacht, Douane­spel, Speur­tocht en sport en spel Op som­mige dagde­len was je vaak vrij om te doen wat je wilde, rond­hangen bij de meis­jes, beetje voet of vol­ley­ballen of……. naar de Werktent.

De Werk­tent
Zonneschijn7De Werk­tent was iets waar ik hele­maal weg van was. In en rond deze tent ston­den, hin­gen en lagen aller­lei werk­stukken door de deel­ne­mers ver­vaardigd, tekenin­gen, schilder­i­jen, linosne­den, keramiek en waar­van ik het meest onder de indruk was Totem­palen. Dus met een paar gut­sen, een houten hamer en een stuk boom­stam ging ik aan het werk. Na een paar uur hakken en gut­sen moest ik con­stateren dat dit toch niet zo een­voudig was.

Foto: coll. Cor­rie Ulen­berg

Op een gegeven moment wilde ik het maar opgeven, het leek hele­maal ner­gens op! Eén van de lei­ders van de Werk­tent zag mij tobben en kwam maar eens bij mij kijken en gaf mij een paar aan­wi­jzin­gen.

Het lukte mij nog steeds niet om er iets van te maken. Met moeie armen en blaren in mijn han­den gaf ik mijn pogin­gen ten slotte maar op. Bij een vol­gende gele­gen­heid heb ik het met hulp van een van de lei­ders nog eens geprobeerd maar helaas , ik bakte er niks van. Ik was te ongeduldig en wilde direct resul­taat zien. Jam­mer! Toen ik een poosje later toch weer naar de Werk­tent ging stortte ik mij op het boet­seren. Er waren voor­beelden genoeg en ik probeerde die aan­vanke­lijk na te maken.
Dat werd ook geen suc­ces vond ik tot ik het idee kreeg een totem­paal van klei te maken. Na ver­schei­dene pogin­gen lukte dat aardig. Bij het sluiten van de Werk­tent zette ik mijn werk­stuk apart onder een stuk natte jute om er de vol­gende keer mee verder te gaan. Maar … toen ik weer ver­scheen om verder te werken was mijn cre­atie verd­we­nen, men had het plat­ges­la­gen en weer in de kleibak gestopt. Van het boet­seren heb ik toen ook maar afgezien.

Toch bleef de Werk­tent mij trekken en ging ik maar weer eens kijken wat ik nog meer kon proberen. Ik zag iemand linoleum sni­j­den en heb daar eens een poosje naar zit­ten kijken. Het leek mij wel wat, dus bemachtigde ik een stuk linoleum en een paar gut­sjes en ging aan de slag. En… het lukte mij na wat aan­wi­jzin­gen van de lei­d­ing iets te maken wat de moeite van het afdrukken waard was. Prompt werd ik een ‘grootver­bruiker‘ van linoleum en ging bij elke gele­gen­heid naar de Werk­tent.

De Kam­pvu­urkuil
Zonneschijn8Alle grote belan­grijke kamp­bi­jeenkom­sten wer­den in de kam­pvu­urkuil gehouden. Soms werd daar een groot kam­pvuur in gestookt waar dan ver­halen bij verteld wer­den, vaak door de kam­p­vader Wim Jamoel.

Foto: Freek Al, coll. Ned. Foto­mu­seum

Een ander even­e­ment waren de avon­den in de Kam­pvu­urkuil, alle deel­ne­mers zaten daar rond een groot kam­pvuur waar in het schemer­donker de Kam­p­vader span­nende ver­halen vertelde en waar ook gezon­gen en muziek gemaakt werd. Voor mij één van de onver­getelijke momenten. De Kam­pvu­urkuil werd ook gebruikt voor ver­gaderin­gen en bek­end­makin­gen over de gang van zaken in Kamp Zon­neschijn. Of er ide­ol­o­gis­che pro­pa­ganda werd gemaakt kan ik mij niet herin­neren, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat er sprake. was van enige indoc­tri­natie. Ik heb dit alles ervaren als een groot feest waar­bij iedereen zon­der aanzien des per­soon gelijk was aan de ander en waar toen de leuze was; Eén voor allen , allen voor één.

Na een tijdje voor­berei­d­ing was er ook gele­gen­heid om op te tre­den tij­dens de Bonte Avond. Deel­ne­mers uit de ver­schil­lende kam­p­jes lever­den daaraan een bij­drage. Ik heb daar nooit aan meegedaan en kan me daar dan ook niet veel meer van herin­neren.

Sport & Spel
Zonneschijn9Ik ben nooit een sportief type geweest maar toch, hoewel het niet ver­plicht was, deed ik wel uit sol­i­dariteit mee aan de ‘Atletiek­wed­stri­j­den’ met hard­lopen, ver­sprin­gen, hoogsprin­gen. Als je een­maal bezig was, was het toch wel span­nend; wie zou er winnen?

Foto: Freek Al, coll. Ned. Fotomuseum
Joomla tem­plates by a4joomla