De Zuidkanter - Rond Oostzijde en Zaan De Zuidkanter de digitale krant voor Zaandam Zuid http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan 2025–05-11T06:48:10+00:00 De Zuidkanter webmaster@cdezuidkanter.nl Joomla! — Open Source Content Management De Zuidervaldeursluis 2020–12-25T11:46:16+00:00 2020–12-25T11:46:16+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2804-de-zuidervaldeursluis Greet pleksant@planet.nl

De Zuidervaldeursluis
Door Koog van der Woude

„Zuiderval1”De foto is rond 1906–1907 gemaakt bij de Zuidervaldeursluis gezien richting het oosten.


1e foto de grutterij van Aten, die brandde op 6 juli 1906 tot de grond toe af.


Langs de Zuidervaldeursluis staan nog enkele muren van deze voormalige grutterij.

De Zuidervaldeursluis werd in 1949 gedempt, waarna het terrein bij het fabriekscomplex van Albert Heijn werd getrokken.

 

Foto midden en onder.


„Zuiderval2”De Zuidervaldeursluis was een van de weinige verbindingen tussen de Zaan en het Oostzijderveld.

Een komen en gaan van lange vletten met vee en bouwproducten. Maar ook dekschuiten hout en pulp voor de stijfselfabrieken.

De sloot werd ook gebruikt om de kinderen te leren zwemmen. Vrouwen deden de was en de haringverkoper spoelde er zijn potten. Maar er stonden ook poephokjes boven de sloot tot het tonnetje zijn intrede deed.

 

„Zuiderval3”Aan de noordkant van de sluis was het koffiehuis van Kees Fontijn gelegen, hij verhuurde ook bootjes.
Aan de zuidkant van de sluis bevond zich tot de brand uitbrak, de grutterij van Barend Aten.
De wipbrug lag in de Oostzijde.
Hierachter staan de meubelmakerij van B.J. Panjer en de meelmolen De Haan aan het Molenpad.

Hier zien we de eerste bakkerij en koffiebranderij van Albert Heijn.


De Zuidervaldeursluis
Door Koog van der Woude

„Zuiderval1”De foto is rond 1906–1907 gemaakt bij de Zuidervaldeursluis gezien richting het oosten.


1e foto de grutterij van Aten, die brandde op 6 juli 1906 tot de grond toe af.


Langs de Zuidervaldeursluis staan nog enkele muren van deze voormalige grutterij.

De Zuidervaldeursluis werd in 1949 gedempt, waarna het terrein bij het fabriekscomplex van Albert Heijn werd getrokken.

 

Foto midden en onder.


„Zuiderval2”De Zuidervaldeursluis was een van de weinige verbindingen tussen de Zaan en het Oostzijderveld.

Een komen en gaan van lange vletten met vee en bouwproducten. Maar ook dekschuiten hout en pulp voor de stijfselfabrieken.

De sloot werd ook gebruikt om de kinderen te leren zwemmen. Vrouwen deden de was en de haringverkoper spoelde er zijn potten. Maar er stonden ook poephokjes boven de sloot tot het tonnetje zijn intrede deed.

 

„Zuiderval3”Aan de noordkant van de sluis was het koffiehuis van Kees Fontijn gelegen, hij verhuurde ook bootjes.
Aan de zuidkant van de sluis bevond zich tot de brand uitbrak, de grutterij van Barend Aten.
De wipbrug lag in de Oostzijde.
Hierachter staan de meubelmakerij van B.J. Panjer en de meelmolen De Haan aan het Molenpad.

Hier zien we de eerste bakkerij en koffiebranderij van Albert Heijn.


Tuin der Nederlanden 2020–12-24T13:55:53+00:00 2020–12-24T13:55:53+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2803-tuin-der-nederlanden Greet pleksant@planet.nl

Tuin der Nederlanden
door Koos van der Woude


Tijdens een van mijn buurt safari’s ontdekte ik een nogal nostalgisch hoekje in de wijk. Je loopt er snel aan voorbij; de uit 1875 stammende stolpboerderij Tuin der Nederlanden. Hoewel de tuinen en bomen in de loop der jaren allemaal verdwenen zijn, bestaat de naam van de stolp in de ruime inham nog steeds; net voorbij de Herderstraat. Het terrein van Dirk de Boer was omringd door bomen, met achterwaarts op honderd meter van de Oostzijde een boerenhoeve.

„TuinderNed1”Schoondochter Gonnie de Boer-Zwikker staat in de ruime tuin. Ze hield het rustieke witte hekje open en zegt: “ Loop even mee naar binnen voor een bakkie, dan vertel ik wat meer”, In de oude woonkamer vertelt ze: ”Aan de noordzijde van dit terrein stond nog een wat kleinere boerenarbeider woning. Waar nu de Taanmanstraat is, stonden vroeger een stal en een hooiberg, die zijn in 1920 gesloopt. Er liep zelfs een sloot, tot voorbij de plek waar ooit bakkerij Lansaat en de dansschool van Selie stonden. Het water eindigde in de Gouw. We keken over de weilanden tot Oostzaan aan toe”.


Herensociëteit.
Dit zo landelijk gelegen terrein werd in de dagen van het opkomend socialisme gebruikt voor bijeenkomsten. Er stond omringt door plantsoenen op ruime afstand van de weg, de heren sociëteit. Nadat dit gebouw in vlammen opgegaan was, heeft Dirk de Boer het terrein gekocht. Hij liet er voor zijn zoon Klaas een hofstede bouwen. Het verhaal gaat dat de bomen die rond het terrein van het verbrande pand stonden, gebruikt werden als heipalen voor de nieuwe boerderij.

„TuinderNed2”Toen in 1953 het boerenbedrijf ten einde liep, zijn er opstallen op het terrein gebouwd, waaronder een garage. Deze lag naast de boerderij van Klaas de Boer en werd hij DAF dealer. Er stond bovendien een benzinepomp bij. Nu staat er een afscheiding tussen de gewezen hoeve en het voormalige automobielbedrijf. Maar je kon er ooit tussendoor omdat er een doorgang naar de achter de boerderij gelegen Taanmanstraat en Kokerstraat was. Later toen er steeds meer bedrijfjes op deze plek kwamen, werd de ruimte gaandeweg kleiner en daarmee verdween ook het aanzien van deze rustige plek.


De stolp en hooischuur ca. 1920

 

Hoewel ingesloten door bedrijfjes en huizen is er toch nog een leuk stuk grond over gebleven om te wonen. Eind jaren zeventig is de stolpboerderij van Klaas de Boer naar oude maatstaven langdurig gerestaureerd, die eigenlijk meer op een herbouw leek, met een wat moderne uitstraling.
„TuinderNed3”De stal en hooiberg zijn verdwenen. Er voor in de plaats kwam op de grond van De Boer, de Christelijke Talmaschool en de openbare Leeghwaterschool en een woonwijkje. En ook nu zijn er weer plannen voor een nieuwe fase.

Foto is uit 2019

Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, R. Meijns


Tuin der Nederlanden
door Koos van der Woude


Tijdens een van mijn buurt safari’s ontdekte ik een nogal nostalgisch hoekje in de wijk. Je loopt er snel aan voorbij; de uit 1875 stammende stolpboerderij Tuin der Nederlanden. Hoewel de tuinen en bomen in de loop der jaren allemaal verdwenen zijn, bestaat de naam van de stolp in de ruime inham nog steeds; net voorbij de Herderstraat. Het terrein van Dirk de Boer was omringd door bomen, met achterwaarts op honderd meter van de Oostzijde een boerenhoeve.

„TuinderNed1”Schoondochter Gonnie de Boer-Zwikker staat in de ruime tuin. Ze hield het rustieke witte hekje open en zegt: “ Loop even mee naar binnen voor een bakkie, dan vertel ik wat meer”, In de oude woonkamer vertelt ze: ”Aan de noordzijde van dit terrein stond nog een wat kleinere boerenarbeider woning. Waar nu de Taanmanstraat is, stonden vroeger een stal en een hooiberg, die zijn in 1920 gesloopt. Er liep zelfs een sloot, tot voorbij de plek waar ooit bakkerij Lansaat en de dansschool van Selie stonden. Het water eindigde in de Gouw. We keken over de weilanden tot Oostzaan aan toe”.


Herensociëteit.
Dit zo landelijk gelegen terrein werd in de dagen van het opkomend socialisme gebruikt voor bijeenkomsten. Er stond omringt door plantsoenen op ruime afstand van de weg, de heren sociëteit. Nadat dit gebouw in vlammen opgegaan was, heeft Dirk de Boer het terrein gekocht. Hij liet er voor zijn zoon Klaas een hofstede bouwen. Het verhaal gaat dat de bomen die rond het terrein van het verbrande pand stonden, gebruikt werden als heipalen voor de nieuwe boerderij.

„TuinderNed2”Toen in 1953 het boerenbedrijf ten einde liep, zijn er opstallen op het terrein gebouwd, waaronder een garage. Deze lag naast de boerderij van Klaas de Boer en werd hij DAF dealer. Er stond bovendien een benzinepomp bij. Nu staat er een afscheiding tussen de gewezen hoeve en het voormalige automobielbedrijf. Maar je kon er ooit tussendoor omdat er een doorgang naar de achter de boerderij gelegen Taanmanstraat en Kokerstraat was. Later toen er steeds meer bedrijfjes op deze plek kwamen, werd de ruimte gaandeweg kleiner en daarmee verdween ook het aanzien van deze rustige plek.


De stolp en hooischuur ca. 1920

 

Hoewel ingesloten door bedrijfjes en huizen is er toch nog een leuk stuk grond over gebleven om te wonen. Eind jaren zeventig is de stolpboerderij van Klaas de Boer naar oude maatstaven langdurig gerestaureerd, die eigenlijk meer op een herbouw leek, met een wat moderne uitstraling.
„TuinderNed3”De stal en hooiberg zijn verdwenen. Er voor in de plaats kwam op de grond van De Boer, de Christelijke Talmaschool en de openbare Leeghwaterschool en een woonwijkje. En ook nu zijn er weer plannen voor een nieuwe fase.

Foto is uit 2019

Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, R. Meijns


Aan de hengel 2019–11-13T08:15:23+00:00 2019–11-13T08:15:23+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2448-aan-de-hengel Greet pleksant@planet.nl

Aan de hengel
door Koos van der Woude

„zwembad0”

„zwembad1”Er zijn nog veel ouderen en jongeren die niet kunnen zwemmen. Maar tegenwoordig wordt er al vroeg met  watervrij maken begonnen. Peuter en kleuterlessen, in een overdekt zwembad, om zo het befaamde A-diploma te halen. Er zijn een heleboel kleintjes die verder gaan, zelfs wel voor een C-diploma.


Dat was ruim een eeuw geleden wel anders. Het waren er heel veel in de Zaanstreek, in de Zaan, het Zwet en zelfs in een sloot in Jisp. Dan was het vaak afzien als je aan de hengel het “Voor zij sluit, achter zij sluit,” hoorde. Het water was soms tot bibberens toe koud.

Primeur voor Zaandijk.

Zaandijk had de primeur om in 1877 als eerste een openlucht– zwembad in de Zaanstreek te hebben. Het bad lag ter hoogte van het gemaal Het Leven, aan de Zaandijkerweg en stond in verbinding met de Zaan. Het was deels afgesloten door een houten omheining.

„zwembad2”Duizenden  kinderen hebben daar zwemmen geleerd. Bij de oprichting in 1876 werd het bad gefinancierd, met aandelen van vijftig gulden. Gemengd zwemmen was uit den boze. Mannen en vrouwen zwommen keurig apart.

Als de blauwe vlag in top wapperde mochten de mannen zwemmen. Waaide een witte vlag in de top van de mast, waren de dames aan de beurt. Hing er geen vlag, bad dicht. Het Zaandijker bad was de thuishaven van ZC Nereus. In het begin alleen een club voor mannen en jongens, met zowel zwemmen als waterpolo.

Bad op het eiland.

In 1893 bevond het openluchtbad van Zaandam zich op de kop van het William Ponteiland in de Voorzaan.

Het bad was slechts met het pontje van Schaap bereikbaar, dat aan en af voer. Pas in 1959 kwam er een vaste oever– verbinding.

„zwembad3”
Op het eiland was een drukte van belang, met het transport van hout. Terwijl de zwemliefhebbers zich vermaakten in het bad in de Zaan. De spectaculaire 9 meter hoge duiktoren was van verre al te zien. Het had op verschillende hoogtes een duikplank.

Het bad was jarenlang de thuishaven van ZC Neptunus, de oudste zwemvereniging in de Zaanstreek. Na ernstig verval kwam er in 1958 een eind aan het bad.

* ‘Aan de hengel’ is de titel van een boekje over de geschiedenis van de Zaanse Zwembaden door Peter Roggeveen.
 
Aangeleverde foto’s.

(Van de redactie) N.B. Op het pontje van Schaap, op de kop van de Prins Hendrikkade moest je betalen.  Dat pontje ging ook verder naar de Haven en het Vissershop.
Aan de andere kant was het Gemeente pontje ter hoogte van het Kattegat,  dat was gratis. 


 

Aan de hengel
door Koos van der Woude

„zwembad0”

„zwembad1”Er zijn nog veel ouderen en jongeren die niet kunnen zwemmen. Maar tegenwoordig wordt er al vroeg met  watervrij maken begonnen. Peuter en kleuterlessen, in een overdekt zwembad, om zo het befaamde A-diploma te halen. Er zijn een heleboel kleintjes die verder gaan, zelfs wel voor een C-diploma.


Dat was ruim een eeuw geleden wel anders. Het waren er heel veel in de Zaanstreek, in de Zaan, het Zwet en zelfs in een sloot in Jisp. Dan was het vaak afzien als je aan de hengel het “Voor zij sluit, achter zij sluit,” hoorde. Het water was soms tot bibberens toe koud.

Primeur voor Zaandijk.

Zaandijk had de primeur om in 1877 als eerste een openlucht– zwembad in de Zaanstreek te hebben. Het bad lag ter hoogte van het gemaal Het Leven, aan de Zaandijkerweg en stond in verbinding met de Zaan. Het was deels afgesloten door een houten omheining.

„zwembad2”Duizenden  kinderen hebben daar zwemmen geleerd. Bij de oprichting in 1876 werd het bad gefinancierd, met aandelen van vijftig gulden. Gemengd zwemmen was uit den boze. Mannen en vrouwen zwommen keurig apart.

Als de blauwe vlag in top wapperde mochten de mannen zwemmen. Waaide een witte vlag in de top van de mast, waren de dames aan de beurt. Hing er geen vlag, bad dicht. Het Zaandijker bad was de thuishaven van ZC Nereus. In het begin alleen een club voor mannen en jongens, met zowel zwemmen als waterpolo.

Bad op het eiland.

In 1893 bevond het openluchtbad van Zaandam zich op de kop van het William Ponteiland in de Voorzaan.

Het bad was slechts met het pontje van Schaap bereikbaar, dat aan en af voer. Pas in 1959 kwam er een vaste oever– verbinding.

„zwembad3”
Op het eiland was een drukte van belang, met het transport van hout. Terwijl de zwemliefhebbers zich vermaakten in het bad in de Zaan. De spectaculaire 9 meter hoge duiktoren was van verre al te zien. Het had op verschillende hoogtes een duikplank.

Het bad was jarenlang de thuishaven van ZC Neptunus, de oudste zwemvereniging in de Zaanstreek. Na ernstig verval kwam er in 1958 een eind aan het bad.

* ‘Aan de hengel’ is de titel van een boekje over de geschiedenis van de Zaanse Zwembaden door Peter Roggeveen.
 
Aangeleverde foto’s.

(Van de redactie) N.B. Op het pontje van Schaap, op de kop van de Prins Hendrikkade moest je betalen.  Dat pontje ging ook verder naar de Haven en het Vissershop.
Aan de andere kant was het Gemeente pontje ter hoogte van het Kattegat,  dat was gratis. 


 
Alle hobbyisten verzamelen! 2019–09-29T08:40:19+00:00 2019–09-29T08:40:19+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2387-alle-hobbyisten-verzamelen Greet pleksant@planet.nl

Alle hobbyisten verzamelen!

Bericht van Koos van der Woude
„Struyck”De Verzamelaar, afdeling Zaanstreek-Waterland, pakte op zaterdag 28 september groot uit. Meestal is buurthuis De Kolk de plaats waar de verzamelaars bijeen komen. Deze dag werd uitgeweken naar sporthal de Struijck.  Maar liefst  83 tafels stonden op de 160 m2 ruimte.
Rond 11.00 uur hing er een gezellige verzamelwoede in de hal. Speldjes en telefoonkaarten zijn uit. Het aanbod ansichtkaarten was groot en veel liefhebbers hiervan zaten op hun gemak tussen de oude stadsgezichten te neuzen. Maar ook oude munten uit Amsterdam en boeken hadden de aandacht.
Het was prettig schuifelen langs de tafels. Maar het merendeel was toch 65+. “Jongeren verzamelen niet meer”, zegt Harrie van Nek. Hij is lid van de vereniging Historisch Zaandam en probeert, de boekenwurmen bij zijn tafel, voor zijn club te interesseren.  Ze, de liefhebbers, komen niet alleen uit Zaandam en Purmerend, Hoorn, Schagen, maar zelfs ook uit Drenthe en Friesland. Om toch nog iets van hun gading te vinden tussen de uitstallingen van suikerzakjes, sigarenbandjes, speldjes, maar ook aardewerk.
Na twaalf uur liep de belangstelling iets terug en pakten de leden rond half twee hun spulletjes bij elkaar.
Want de volgende beurs staat al weer op de agenda, daarvoor moeten ze  naar café de Swan in Heerhugowaard, om maar wat te noemen. Maar voor verzamelaars gaat niets te ver.

 

Foto: Koos van der Woude

Alle hobbyisten verzamelen!

Bericht van Koos van der Woude
„Struyck”De Verzamelaar, afdeling Zaanstreek-Waterland, pakte op zaterdag 28 september groot uit. Meestal is buurthuis De Kolk de plaats waar de verzamelaars bijeen komen. Deze dag werd uitgeweken naar sporthal de Struijck.  Maar liefst  83 tafels stonden op de 160 m2 ruimte.
Rond 11.00 uur hing er een gezellige verzamelwoede in de hal. Speldjes en telefoonkaarten zijn uit. Het aanbod ansichtkaarten was groot en veel liefhebbers hiervan zaten op hun gemak tussen de oude stadsgezichten te neuzen. Maar ook oude munten uit Amsterdam en boeken hadden de aandacht.
Het was prettig schuifelen langs de tafels. Maar het merendeel was toch 65+. “Jongeren verzamelen niet meer”, zegt Harrie van Nek. Hij is lid van de vereniging Historisch Zaandam en probeert, de boekenwurmen bij zijn tafel, voor zijn club te interesseren.  Ze, de liefhebbers, komen niet alleen uit Zaandam en Purmerend, Hoorn, Schagen, maar zelfs ook uit Drenthe en Friesland. Om toch nog iets van hun gading te vinden tussen de uitstallingen van suikerzakjes, sigarenbandjes, speldjes, maar ook aardewerk.
Na twaalf uur liep de belangstelling iets terug en pakten de leden rond half twee hun spulletjes bij elkaar.
Want de volgende beurs staat al weer op de agenda, daarvoor moeten ze  naar café de Swan in Heerhugowaard, om maar wat te noemen. Maar voor verzamelaars gaat niets te ver.

 

Foto: Koos van der Woude

De Talmaschool 2019–05-22T06:29:02+00:00 2019–05-22T06:29:02+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2230-de-talmaschool Greet pleksant@planet.nl

De Talmaschool

Door: Koos van der Woude

„Talmaschool2”
In Zaandam werden nagenoeg in dezelfde stijl drie scholen gebouwd. Door uitbreiding van diverse wijken, onder andere in de Rosmolenstraat, was een basisschool broodnodig. Eén van deze scholen was de Christelijke  Goede Herderschool aan de Herderinstraat.

In het eerste jaar schooljaar van 1930 gingen de deuren open. Als je in de hal kwam was er een brede trap naar de 1e verdieping. Langs de muur zwart blauwe tegels. Het hoofd van de school meester Zwijnenberg had de bijnaam Zwijnenkeutel. Ondanks dat sommige kinderen erg goed konden leren, werden ze toch niet voorgedragen om naar de HBS te gaan.

„Talmaschool”In 1950 kreeg de Herderschool een andere naam: de Talmaschool, genoemd naar de bekende prediker Sybe Talma die in 1916 in Haarlem overleden is. De kinderen speelden meestal op de schoolpleinen, ondanks  dat er een speeltuin, Het Oosten, in de buurt was. Het clubgebouw staat er nog, er zit nu een duikvereniging in. In de vorige eeuw kreeg de school een wat vreemde naam; de Keizel. Maar opnieuw ging de naam veranderen. De Christelijke Lagere Talmaschool en later Protestants Christelijke basisschool De Keizel ging vanaf 16 september 2011 door het leven als De Saenparel.
De school in de Rosmolenbuurt is een heel andere school dan vroeger, zei directeur Marjon de Boer, bij de onthulling van de nieuwe naam. Saenparel verklaard: Saen naar de vlak bij de school gelegen Zaan en parel verwijst naar de leerlingen, allemaal pareltjes.
 
„Talmaklassenfoto”
Een klassenfoto uit 1963 met de meesters Zwijnenberg en Kirchner, Hendrik en juf Akkermans.
 

De Talmaschool

Door: Koos van der Woude

„Talmaschool2”
In Zaandam werden nagenoeg in dezelfde stijl drie scholen gebouwd. Door uitbreiding van diverse wijken, onder andere in de Rosmolenstraat, was een basisschool broodnodig. Eén van deze scholen was de Christelijke  Goede Herderschool aan de Herderinstraat.

In het eerste jaar schooljaar van 1930 gingen de deuren open. Als je in de hal kwam was er een brede trap naar de 1e verdieping. Langs de muur zwart blauwe tegels. Het hoofd van de school meester Zwijnenberg had de bijnaam Zwijnenkeutel. Ondanks dat sommige kinderen erg goed konden leren, werden ze toch niet voorgedragen om naar de HBS te gaan.

„Talmaschool”In 1950 kreeg de Herderschool een andere naam: de Talmaschool, genoemd naar de bekende prediker Sybe Talma die in 1916 in Haarlem overleden is. De kinderen speelden meestal op de schoolpleinen, ondanks  dat er een speeltuin, Het Oosten, in de buurt was. Het clubgebouw staat er nog, er zit nu een duikvereniging in. In de vorige eeuw kreeg de school een wat vreemde naam; de Keizel. Maar opnieuw ging de naam veranderen. De Christelijke Lagere Talmaschool en later Protestants Christelijke basisschool De Keizel ging vanaf 16 september 2011 door het leven als De Saenparel.
De school in de Rosmolenbuurt is een heel andere school dan vroeger, zei directeur Marjon de Boer, bij de onthulling van de nieuwe naam. Saenparel verklaard: Saen naar de vlak bij de school gelegen Zaan en parel verwijst naar de leerlingen, allemaal pareltjes.
 
„Talmaklassenfoto”
Een klassenfoto uit 1963 met de meesters Zwijnenberg en Kirchner, Hendrik en juf Akkermans.
 
Uit de fabriek geklapt 2019–05-08T10:47:19+00:00 2019–05-08T10:47:19+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2211-uit-de-fabriek-geklapt Greet pleksant@planet.nl

„UitUit de fabriek geklapt
Door: Koos van der Woude

Op 11 oktober 1965 kwam ik op 20 jarige leeftijd, als monteur in dienst bij de productiebedrijven van Albert Heijn, tot de verhuizing in 1993; dat leverde veel verhalen op.
 
In de periode dat ik bij het productiebedrijf werkte, werd er al vermicelli, spaghetti en macaroni gemaakt. De chef was, hoe kan het ook anders, een Italiaan; Luigi Pistochi. De vader van Albert Heijn had hem op 1 mei 1954 vol lof binnengehaald, want hij wilde niet afhankelijk zijn van andere bedrijven.
 
De meeste werknemers hadden ontzag voor de man. Ik vond hem een tiran. Pistocchi vroeg altijd om monteur Ben Butter als er een storing was. Maar door ziekte van die man, werd ik naar de afdeling gestuurd.
 
Er moest een nieuwe persplaat voor de spaghetti worden gemonteerd. Door deze plaat werd onder grote druk het deeg geperst. Waarna de grote strengen op maat werden geknipt. Ik was er niet zo happig op, want het was er altijd bloedheet. Vooral in de droogruimte, waar het product van het vocht werd ontdaan.
 
Maar oké, ik met de lift naar vijf hoog. De chef zat op zijn hurken, in zijn knappe broek, al te wachten bij de matrijs op het bordes.
 
“Waar blijven jij”, tikte hij ongeduldig op het glas van het horloge. Ik pakte een grote zware sleutel om het koppelstuk los te maken. De man stond op en begon gejaagd aanwijzingen te geven. “Op schieten, tempo ”, riep hij jachtig. Ik ging ook staan en zei: “Kijken jouw handen”.
 
Toen de man verbaasd over zoveel brutaliteit zijn armen strekte, legde ik de zware sleutel in zijn handen. Als blikken konden doden was ik subiet van het bordes gestort.
Een stortvloed aan Italiaans kwam over me heen. Ik begreep hieruit dat ik moest verdwijnen en nooit meer terug hoefde te komen, bezwoer hij.
 
Daar kwam de Italiaan na een paar weken schoorvoetend op terug, toen een ernstige storing de afdeling lamlegde. Het verbaasde gezicht van de Italiaan, toen hij mij tussen de andere monteurs ontdekte.

„UitUit de fabriek geklapt
Door: Koos van der Woude

Op 11 oktober 1965 kwam ik op 20 jarige leeftijd, als monteur in dienst bij de productiebedrijven van Albert Heijn, tot de verhuizing in 1993; dat leverde veel verhalen op.
 
In de periode dat ik bij het productiebedrijf werkte, werd er al vermicelli, spaghetti en macaroni gemaakt. De chef was, hoe kan het ook anders, een Italiaan; Luigi Pistochi. De vader van Albert Heijn had hem op 1 mei 1954 vol lof binnengehaald, want hij wilde niet afhankelijk zijn van andere bedrijven.
 
De meeste werknemers hadden ontzag voor de man. Ik vond hem een tiran. Pistocchi vroeg altijd om monteur Ben Butter als er een storing was. Maar door ziekte van die man, werd ik naar de afdeling gestuurd.
 
Er moest een nieuwe persplaat voor de spaghetti worden gemonteerd. Door deze plaat werd onder grote druk het deeg geperst. Waarna de grote strengen op maat werden geknipt. Ik was er niet zo happig op, want het was er altijd bloedheet. Vooral in de droogruimte, waar het product van het vocht werd ontdaan.
 
Maar oké, ik met de lift naar vijf hoog. De chef zat op zijn hurken, in zijn knappe broek, al te wachten bij de matrijs op het bordes.
 
“Waar blijven jij”, tikte hij ongeduldig op het glas van het horloge. Ik pakte een grote zware sleutel om het koppelstuk los te maken. De man stond op en begon gejaagd aanwijzingen te geven. “Op schieten, tempo ”, riep hij jachtig. Ik ging ook staan en zei: “Kijken jouw handen”.
 
Toen de man verbaasd over zoveel brutaliteit zijn armen strekte, legde ik de zware sleutel in zijn handen. Als blikken konden doden was ik subiet van het bordes gestort.
Een stortvloed aan Italiaans kwam over me heen. Ik begreep hieruit dat ik moest verdwijnen en nooit meer terug hoefde te komen, bezwoer hij.
 
Daar kwam de Italiaan na een paar weken schoorvoetend op terug, toen een ernstige storing de afdeling lamlegde. Het verbaasde gezicht van de Italiaan, toen hij mij tussen de andere monteurs ontdekte.
Bouwen? Wij slopen liever! 2019–02-22T10:50:20+00:00 2019–02-22T10:50:20+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/2090-bouwen-wij-slopen-liever Greet pleksant@planet.nl

Bouwen? Wij slopen liever! 

Door Koos van der Woude
 
„bouwen1”Het één sluit het ander niet uit, gezien de open vlakte in de Rosmolenwijk. Ooit stond er jarenlang een laag, eenvoudig huis aan de Oostzijde 205.
 
Zie foto links.
 
Tussen de grote jongens, een klein familiebedrijf dat liever sloopte dan bouwde. De Dresselhuis-clan. In de schaduw van de Gortpeller, naast de brandweergarage van kring 3. Een lang erf tot aan de Zaan, zoals veel huizen in die tijd. Hier woonde de familie Dresselhuizen, met de kinderen Klaas, Gerrit, Ko en Guda. Ze runden een sloopbedrijf, dat in de Zaanstreek en ver er buiten vele panden handmatig  heeft onttakeld.
Nu staat er, na veel getouwtrek met de gemeente over vergunningen, een fraai huis, gebouwd door de kleinzoon Raymond, met behulp van vader Klaas. Die woont zelf nog altijd aan de Oostzijde, met uitzicht op de Zaan en de nieuwe Bernhardbrug. Als geen ander weet Klaas over de buurt te vertellen. Koos ging effe een bakkie doen.
 
Op de vraag of de familie altijd in de Oostzijde heeft gewoond zegt Klaas: “Nee, oorspronkelijk komen we uit Westzaan. Daar werkte mijn vader in een houtzagerij. Toen hij in de crisistijd zonder werk geraakte is hij noodgedwongen voor zich zelf begonnen. Hij zag wel handel in slopen van oude huisjes. De eerste verdiensten bestonden uit brandhout verkopen. Het sloophout werd in kleine stukjes gezaagd en in jutezakken gedaan. Met de handkar ging hij de buurt af. De meeste mensen hadden een allesbrander en zaten verlegen om hout, briketten en kolen waren toen nogal prijzig. Dus de partijtjes sloophout van 1 gulden gingen er in als koek.”
 
In 1950 betrok het gezin het pand aan de Oostzijde. Omdat de omvang nogal klein was, werd er een stuk aangebouwd, ruimte genoeg.
Klaas: “In die tijd kwam het hardboard in de handel. Daar werden plafonds en panelen voor deuren van gemaakt. Mijn vader kocht de restpartijen op. Het achtererf begon langzaam vol te staan met sloophout. Vooral van huizen die plaats moesten maken voor uitbreiding van Pieter Schoen en Albert Heijn. Toen de opslagruimte te klein werd verhuisde de werf. Lange tijd was de opslag op de hoek Oostzijde en het Smaal, een smal straatje dat nog altijd bestaat. Maar ook in de Westzijde vielen vele panden ten prooi aan de sloopzucht van de Dressels, b.v. het Hollandsepad.
 
„bouwen”Ineens nam het gesprek een wending. Er werden laden opengetrokken en op tafel kwamen foto’s van vele gesloopte panden. Klaas werd geestdriftig en duwde me een paar foto’s in handen van een gesloopt pand van de Coöperatie in de Oostzijde. “Kijk, dat moet jij als oud-Albert Heijner nog weten. In dat stenen huis zat de portiersloge en de kuif van dat houten pand er naast, staat nu op de Zaanse schans, het z.g. eerste AH-winkeltje. Doordat meneer Terwee van de firma veel oude dingen verzamelde, moest de kuif er voorzichtig afgehaald worden.
 
Zie foto rechts.
 
Omdat we zelf geen hijskraan hadden, heeft mijn vader K. Verwer, een oude kennis uit Westzaan, ingeschakeld.
 
Nu komen enthousiast de verhalen echt los. Klaas zit op zijn praatstoel. “Kijk, hier het oude politiebureau aan de Vinkenstraat. En deze, op de Gedempte Gracht, Ons Huis, dat robuuste pand was van scheeps– en bootwerkersvereniging ‘Eensgezindheid’, dat moest wijken voor V&D, C&A en de HEMA”.  Er kwam zoveel handel, dat er werd uitgekeken naar een andere opslaglocatie. Dat werd de Daam Schijfweg, waar nu de ingang van de treintunnel is. Later gingen de drie broers verder en deed pa nog wat klusje op de werf.
 
“Ondanks de voorzorgsmaatregel was het sloopwerk niet van gevaar ontbloot”, vertelt Klaas. Vooral bij hoge panden op het dak. Maar ook op de grond”. En zegt hij lachend, “ We hadden ooit een klus waar een luchtje aan zat. Mijn broer Ko trok met een grijper eens een dikke plastic rioolleiding uit de grond. Plots knapte de pijp en spoot de inhoud door het open raam van de cabine. Ko onder de drek”.
 
Uiteindelijk werd er een nieuw terrein aan de Uiterdijk betrokken, waarvan onlangs een groot gedeelte is verkocht. De broers zijn uitgesloopt, want ze benaderen inmiddels de AOW-leeftijd. Maar de herinnering zal blijven, daar zorgen de vele foto´s van Klaas Dresselhuizen wel voor.
 
 

Bouwen? Wij slopen liever! 

Door Koos van der Woude
 
„bouwen1”Het één sluit het ander niet uit, gezien de open vlakte in de Rosmolenwijk. Ooit stond er jarenlang een laag, eenvoudig huis aan de Oostzijde 205.
 
Zie foto links.
 
Tussen de grote jongens, een klein familiebedrijf dat liever sloopte dan bouwde. De Dresselhuis-clan. In de schaduw van de Gortpeller, naast de brandweergarage van kring 3. Een lang erf tot aan de Zaan, zoals veel huizen in die tijd. Hier woonde de familie Dresselhuizen, met de kinderen Klaas, Gerrit, Ko en Guda. Ze runden een sloopbedrijf, dat in de Zaanstreek en ver er buiten vele panden handmatig  heeft onttakeld.
Nu staat er, na veel getouwtrek met de gemeente over vergunningen, een fraai huis, gebouwd door de kleinzoon Raymond, met behulp van vader Klaas. Die woont zelf nog altijd aan de Oostzijde, met uitzicht op de Zaan en de nieuwe Bernhardbrug. Als geen ander weet Klaas over de buurt te vertellen. Koos ging effe een bakkie doen.
 
Op de vraag of de familie altijd in de Oostzijde heeft gewoond zegt Klaas: “Nee, oorspronkelijk komen we uit Westzaan. Daar werkte mijn vader in een houtzagerij. Toen hij in de crisistijd zonder werk geraakte is hij noodgedwongen voor zich zelf begonnen. Hij zag wel handel in slopen van oude huisjes. De eerste verdiensten bestonden uit brandhout verkopen. Het sloophout werd in kleine stukjes gezaagd en in jutezakken gedaan. Met de handkar ging hij de buurt af. De meeste mensen hadden een allesbrander en zaten verlegen om hout, briketten en kolen waren toen nogal prijzig. Dus de partijtjes sloophout van 1 gulden gingen er in als koek.”
 
In 1950 betrok het gezin het pand aan de Oostzijde. Omdat de omvang nogal klein was, werd er een stuk aangebouwd, ruimte genoeg.
Klaas: “In die tijd kwam het hardboard in de handel. Daar werden plafonds en panelen voor deuren van gemaakt. Mijn vader kocht de restpartijen op. Het achtererf begon langzaam vol te staan met sloophout. Vooral van huizen die plaats moesten maken voor uitbreiding van Pieter Schoen en Albert Heijn. Toen de opslagruimte te klein werd verhuisde de werf. Lange tijd was de opslag op de hoek Oostzijde en het Smaal, een smal straatje dat nog altijd bestaat. Maar ook in de Westzijde vielen vele panden ten prooi aan de sloopzucht van de Dressels, b.v. het Hollandsepad.
 
„bouwen”Ineens nam het gesprek een wending. Er werden laden opengetrokken en op tafel kwamen foto’s van vele gesloopte panden. Klaas werd geestdriftig en duwde me een paar foto’s in handen van een gesloopt pand van de Coöperatie in de Oostzijde. “Kijk, dat moet jij als oud-Albert Heijner nog weten. In dat stenen huis zat de portiersloge en de kuif van dat houten pand er naast, staat nu op de Zaanse schans, het z.g. eerste AH-winkeltje. Doordat meneer Terwee van de firma veel oude dingen verzamelde, moest de kuif er voorzichtig afgehaald worden.
 
Zie foto rechts.
 
Omdat we zelf geen hijskraan hadden, heeft mijn vader K. Verwer, een oude kennis uit Westzaan, ingeschakeld.
 
Nu komen enthousiast de verhalen echt los. Klaas zit op zijn praatstoel. “Kijk, hier het oude politiebureau aan de Vinkenstraat. En deze, op de Gedempte Gracht, Ons Huis, dat robuuste pand was van scheeps– en bootwerkersvereniging ‘Eensgezindheid’, dat moest wijken voor V&D, C&A en de HEMA”.  Er kwam zoveel handel, dat er werd uitgekeken naar een andere opslaglocatie. Dat werd de Daam Schijfweg, waar nu de ingang van de treintunnel is. Later gingen de drie broers verder en deed pa nog wat klusje op de werf.
 
“Ondanks de voorzorgsmaatregel was het sloopwerk niet van gevaar ontbloot”, vertelt Klaas. Vooral bij hoge panden op het dak. Maar ook op de grond”. En zegt hij lachend, “ We hadden ooit een klus waar een luchtje aan zat. Mijn broer Ko trok met een grijper eens een dikke plastic rioolleiding uit de grond. Plots knapte de pijp en spoot de inhoud door het open raam van de cabine. Ko onder de drek”.
 
Uiteindelijk werd er een nieuw terrein aan de Uiterdijk betrokken, waarvan onlangs een groot gedeelte is verkocht. De broers zijn uitgesloopt, want ze benaderen inmiddels de AOW-leeftijd. Maar de herinnering zal blijven, daar zorgen de vele foto´s van Klaas Dresselhuizen wel voor.
 
 
Een uniek boekje 2018–01-15T13:49:51+00:00 2018–01-15T13:49:51+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/1541-een-uniek-boekje Greet pleksant@planet.nl

Een uniek boekje.

Door Koos van der Woude

„boekjekieviet0”

Onlangs kreeg ik bij toeval een uniek boekje in handen; ‘Schetsen uit de Geschiedenis van Zaandam’. De schrijver is Cornelis Joh. Kieviet, jawel, de schrijver van Dik Trom.
„boekjekieviet4”Het verhaal van Dik Trom ontstond in het Noord-Hollandse gehucht Etersheim nabij Oosthuizen, waar hij in 1883 was aangesteld op het juist geopende schooltje met maar één klas. Het verhaal van de dikke jongen, achterste voren op de rug van een ezel, is gebaseerd op ware gebeurtenissen

Op dat kleine schooltje gaf hij met assistentie van een juf les aan de dorpskinderen van 6 tot 14 jaar in Etersheim, nabij Schagen. Het voormalige schooltje met woning bestaat nog steeds, er is een Dik Trom museum in gevestigd. Een beeld van Dik Trom op de ezel staat in Hoofddorp, de geboorteplaats van Kieviet.

„boekjekieviet5”Hij werd later het hoofd van de openbare school in de Oostzijde te Zaandam. Daar bleef hij 14 jaar. Hij schreef het leesboekje voor de scholen; Schetsen uit de geschiedenis van Zaandam. „boekjekieviet2”
In het boekje staan verhalen van de komst van Tsaar Peter naar Zaandam en de Franse overheersing. Maar hij begon ook met de serie van Dik Trom.

 

Vanwege zijn slechte gezondheid ging hij met vervroegd pensioen en verhuisde naar Wassenaar waar hij de laatste drie delen van Dik Trom schreef.

 

„boekjekieviet1” „boekjekieviet3”

 

 

 

Een uniek boekje.

Door Koos van der Woude

„boekjekieviet0”

Onlangs kreeg ik bij toeval een uniek boekje in handen; ‘Schetsen uit de Geschiedenis van Zaandam’. De schrijver is Cornelis Joh. Kieviet, jawel, de schrijver van Dik Trom.
„boekjekieviet4”Het verhaal van Dik Trom ontstond in het Noord-Hollandse gehucht Etersheim nabij Oosthuizen, waar hij in 1883 was aangesteld op het juist geopende schooltje met maar één klas. Het verhaal van de dikke jongen, achterste voren op de rug van een ezel, is gebaseerd op ware gebeurtenissen

Op dat kleine schooltje gaf hij met assistentie van een juf les aan de dorpskinderen van 6 tot 14 jaar in Etersheim, nabij Schagen. Het voormalige schooltje met woning bestaat nog steeds, er is een Dik Trom museum in gevestigd. Een beeld van Dik Trom op de ezel staat in Hoofddorp, de geboorteplaats van Kieviet.

„boekjekieviet5”Hij werd later het hoofd van de openbare school in de Oostzijde te Zaandam. Daar bleef hij 14 jaar. Hij schreef het leesboekje voor de scholen; Schetsen uit de geschiedenis van Zaandam. „boekjekieviet2”
In het boekje staan verhalen van de komst van Tsaar Peter naar Zaandam en de Franse overheersing. Maar hij begon ook met de serie van Dik Trom.

 

Vanwege zijn slechte gezondheid ging hij met vervroegd pensioen en verhuisde naar Wassenaar waar hij de laatste drie delen van Dik Trom schreef.

 

„boekjekieviet1” „boekjekieviet3”

 

 

 

Bijna halve eeuw in de groenten 2017–07-01T10:08:25+00:00 2017–07-01T10:08:25+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/1274-bijna-halve-eeuw-in-de-groenten Greet pleksant@planet.nl

Bijna halve eeuw in de groenten.

Door: Koos van der Woude.

„GroentenvdStadt0”

„GroentenvdStadt1”Een foto van de jaren zestig, uit het familiealbum. Het was Frans en Janny van de Stad net niet gegund, 50 jaar in de groenten– en fruithandel. De winkel aan de Oostzijde 70, t.o. de ingang van de fabrieken van Albert Heijn, ging in 1978 sluiten. Dat was sneu voor hem, maar ook voor de vaste klanten. Weer een buurtwinkel minder. Frans van de Stad begon als 13-jarige bij zijn neef Gijs langs de weg. Later ging hij groenten en fruit venten met de hondenkar, tussen de Kalverbuurt en de Krugerstraat. Al snel werd het een paard en wagen, gevolgd door een auto. Na neef Gijs werd Paulus van Ammers zijn werkgever. Hij had in de Oostzijde 70 een winkel. Na een aantal jaren werd de winkel en aangrenzend huis het eigendom van Frans en Janny. Hij bleef zelf nog jarenlang groenten en fruit venten in de wijk, samen met zijn dochters. Dan deed zijn vrouw de winkel.

Bijna halve eeuw in de groenten.

Door: Koos van der Woude.

„GroentenvdStadt0”

„GroentenvdStadt1”Een foto van de jaren zestig, uit het familiealbum. Het was Frans en Janny van de Stad net niet gegund, 50 jaar in de groenten– en fruithandel. De winkel aan de Oostzijde 70, t.o. de ingang van de fabrieken van Albert Heijn, ging in 1978 sluiten. Dat was sneu voor hem, maar ook voor de vaste klanten. Weer een buurtwinkel minder. Frans van de Stad begon als 13-jarige bij zijn neef Gijs langs de weg. Later ging hij groenten en fruit venten met de hondenkar, tussen de Kalverbuurt en de Krugerstraat. Al snel werd het een paard en wagen, gevolgd door een auto. Na neef Gijs werd Paulus van Ammers zijn werkgever. Hij had in de Oostzijde 70 een winkel. Na een aantal jaren werd de winkel en aangrenzend huis het eigendom van Frans en Janny. Hij bleef zelf nog jarenlang groenten en fruit venten in de wijk, samen met zijn dochters. Dan deed zijn vrouw de winkel.

Winkel van Kroes in de Oostzijde 2017–04-13T09:01:17+00:00 2017–04-13T09:01:17+00:00 http://dezuidkanter.nl/rond-oostzijde-en-zaan/1178-winkel-van-kroes-in-de-oostzijde Greet pleksant@planet.nl

Winkel van Kroes in de Oostzijde

door Koos van der Woude

Er was een tijd dat het gonsde van bedrijvigheid in de Rosmolenbuurt. Niet alleen fabrieken, maar ook buurtwinkels, ze zijn nu op de vingers van één hand te tellen. Het is al weer geruime tijd geleden dat er in de krant stond: Ria Kroes, die nog steeds de manufacturenwinkel op de Oostzijde 80 c te Zaandam runt, stopt er nu toch echt mee. Er is geruime tijd gespeculeerd over wat er met het pand ging gebeuren. Er werd stevig verbouwd en nu ruim twee jaar later, is er niets meer van de uitstraling van een winkel te bespeuren. Maar het pand komt wel weer in de staat zoals het vroeger was.

Het artikel vervolgt: ‘Na het overlijden van haar man Co Kroes in oktober 2003 is Ria nog vijf jaar doorgegaan met de winkel. De grootvader van Co, die ook Co heette, heeft in 1923 het pand in de Oostzijde zelf gebouwd, op een stuk grond dat een tuin was. Hij was in 1912 al begonnen als kleermaker, een paar deuren verder op de Oostzijde 91 voor de panden van Albert Heijn, tegenover de Molenstraat. Zijn grootmoeder Mevrouw A. Kroes-Schuit hielp ook in de winkel. Zij deed dit tot 1956. Daarna ging de volgende generatie door met de winkel. Henk Kroes, de vader van Co, ging toen verder met zijn vrouw Annie Kroes-van de Nes tot 1964. Co, die in de winkel opgegroeid was, ging zijn moeder helpen in de winkel. Maar in juni 2008 gaat Ria de manufacturenwinkel definitief sluiten, na ruim 36 jaar wonen en werken. De manufacturenzaak bestond al 96 jaar.’

Daarin vormde echtpaar Co en Ria sinds 1972 samen het gezicht van de wol– en handwerkspeciaalzaak aan de Oostzijde 80c. Co en Ria zijn de derde generatie van de familie Kroes die de winkel voortzet. Co zat in de scheepsbouw maar zag daar geen brood in. In 1964 was de economie niet zo goed zodat er weinig geld viel te verdienen. Co Kroes was kind aan huis in de winkel en besloot er te blijven werken. In 1962 ontmoet hij Ria, die coupeuse was bij modehuis Metz & Co in de Leidsestraat in Amsterdam. Dit modehuis had echte haute couture en modeshows in het Kurhaus in Scheveningen.

„KroesMaar toen zij Co ontmoette, is ze ook in de winkel gaan werken. Inmiddels getrouwd, gingen ze er in 1972 met twee kinderen definitief wonen. Midden jaren zestig van de vorige eeuw gingen ze als eersten in Zaandam panty’s verkopen. Ze hebben daar enorm in geïnvesteerd en er ook enorme aantallen van verkocht, want verder durfde niemand het aan. Een jaar of tien geleden haalde Kroes de panty’s uit zijn assortiment, omdat er niet langer viel te concurreren tegen de supermarkten. Maar op het laatst trok de  winkel veel klandizie door artikelen te verkopen die geen andere winkelier meer verkocht. Mazzel voor Co en Ria.

Want de mensen kwamen echt van heinde en ver, omdat ze bijvoorbeeld vele borduurvoorbeelden verkochten en allerlei kleuren garen erbij om een schellenkoord of schilderij te voltooien. Menigmaal kwam ik in de winkel, die ook een dependance was van een wasserij, om kleding te laten stomen. Maar ook voor een naald of knoopjes. En als Co het niet wist, schoot Ria onmiddellijk achter de toonbank vandaan om je te helpen. Ik stond altijd met bewondering te kijken naar de wirwar van artikelen in de volgestouwde winkel, maar vooral naar de kast met laatjes, die een varia aan knopen herbergden. Je moest wel geduld hebben, want Ria en voordien ook Co gaven ook advies over vele artikelen, onderkleding, fournituren, borduren, haken, breien, kleden knopen. Maar dat was juist de charme van deze speciaalzaak. Zij zaten nooit om een praatje verlegen. Maar dat was juist de charme van de buurtwinkels.

Winkel van Kroes in de Oostzijde

door Koos van der Woude

Er was een tijd dat het gonsde van bedrijvigheid in de Rosmolenbuurt. Niet alleen fabrieken, maar ook buurtwinkels, ze zijn nu op de vingers van één hand te tellen. Het is al weer geruime tijd geleden dat er in de krant stond: Ria Kroes, die nog steeds de manufacturenwinkel op de Oostzijde 80 c te Zaandam runt, stopt er nu toch echt mee. Er is geruime tijd gespeculeerd over wat er met het pand ging gebeuren. Er werd stevig verbouwd en nu ruim twee jaar later, is er niets meer van de uitstraling van een winkel te bespeuren. Maar het pand komt wel weer in de staat zoals het vroeger was.

Het artikel vervolgt: ‘Na het overlijden van haar man Co Kroes in oktober 2003 is Ria nog vijf jaar doorgegaan met de winkel. De grootvader van Co, die ook Co heette, heeft in 1923 het pand in de Oostzijde zelf gebouwd, op een stuk grond dat een tuin was. Hij was in 1912 al begonnen als kleermaker, een paar deuren verder op de Oostzijde 91 voor de panden van Albert Heijn, tegenover de Molenstraat. Zijn grootmoeder Mevrouw A. Kroes-Schuit hielp ook in de winkel. Zij deed dit tot 1956. Daarna ging de volgende generatie door met de winkel. Henk Kroes, de vader van Co, ging toen verder met zijn vrouw Annie Kroes-van de Nes tot 1964. Co, die in de winkel opgegroeid was, ging zijn moeder helpen in de winkel. Maar in juni 2008 gaat Ria de manufacturenwinkel definitief sluiten, na ruim 36 jaar wonen en werken. De manufacturenzaak bestond al 96 jaar.’

Daarin vormde echtpaar Co en Ria sinds 1972 samen het gezicht van de wol– en handwerkspeciaalzaak aan de Oostzijde 80c. Co en Ria zijn de derde generatie van de familie Kroes die de winkel voortzet. Co zat in de scheepsbouw maar zag daar geen brood in. In 1964 was de economie niet zo goed zodat er weinig geld viel te verdienen. Co Kroes was kind aan huis in de winkel en besloot er te blijven werken. In 1962 ontmoet hij Ria, die coupeuse was bij modehuis Metz & Co in de Leidsestraat in Amsterdam. Dit modehuis had echte haute couture en modeshows in het Kurhaus in Scheveningen.

„KroesMaar toen zij Co ontmoette, is ze ook in de winkel gaan werken. Inmiddels getrouwd, gingen ze er in 1972 met twee kinderen definitief wonen. Midden jaren zestig van de vorige eeuw gingen ze als eersten in Zaandam panty’s verkopen. Ze hebben daar enorm in geïnvesteerd en er ook enorme aantallen van verkocht, want verder durfde niemand het aan. Een jaar of tien geleden haalde Kroes de panty’s uit zijn assortiment, omdat er niet langer viel te concurreren tegen de supermarkten. Maar op het laatst trok de  winkel veel klandizie door artikelen te verkopen die geen andere winkelier meer verkocht. Mazzel voor Co en Ria.

Want de mensen kwamen echt van heinde en ver, omdat ze bijvoorbeeld vele borduurvoorbeelden verkochten en allerlei kleuren garen erbij om een schellenkoord of schilderij te voltooien. Menigmaal kwam ik in de winkel, die ook een dependance was van een wasserij, om kleding te laten stomen. Maar ook voor een naald of knoopjes. En als Co het niet wist, schoot Ria onmiddellijk achter de toonbank vandaan om je te helpen. Ik stond altijd met bewondering te kijken naar de wirwar van artikelen in de volgestouwde winkel, maar vooral naar de kast met laatjes, die een varia aan knopen herbergden. Je moest wel geduld hebben, want Ria en voordien ook Co gaven ook advies over vele artikelen, onderkleding, fournituren, borduren, haken, breien, kleden knopen. Maar dat was juist de charme van deze speciaalzaak. Zij zaten nooit om een praatje verlegen. Maar dat was juist de charme van de buurtwinkels.