De foto is rond 1906–1907 gemaakt bij de Zuidervaldeursluis gezien richting het oosten.
1e foto de grutterij van Aten, die brandde op 6 juli 1906 tot de grond toe af.
Langs de Zuidervaldeursluis staan nog enkele muren van deze voormalige grutterij.
De Zuidervaldeursluis werd in 1949 gedempt, waarna het terrein bij het fabriekscomplex van Albert Heijn werd getrokken.
Foto midden en onder.
De Zuidervaldeursluis was een van de weinige verbindingen tussen de Zaan en het Oostzijderveld.
Een komen en gaan van lange vletten met vee en bouwproducten. Maar ook dekschuiten hout en pulp voor de stijfselfabrieken.
De sloot werd ook gebruikt om de kinderen te leren zwemmen. Vrouwen deden de was en de haringverkoper spoelde er zijn potten. Maar er stonden ook poephokjes boven de sloot tot het tonnetje zijn intrede deed.
Aan de noordkant van de sluis was het koffiehuis van Kees Fontijn gelegen, hij verhuurde ook bootjes.
Aan de zuidkant van de sluis bevond zich tot de brand uitbrak, de grutterij van Barend Aten.
De wipbrug lag in de Oostzijde.
Hierachter staan de meubelmakerij van B.J. Panjer en de meelmolen De Haan aan het Molenpad.
Hier zien we de eerste bakkerij en koffiebranderij van Albert Heijn.
De foto is rond 1906–1907 gemaakt bij de Zuidervaldeursluis gezien richting het oosten.
1e foto de grutterij van Aten, die brandde op 6 juli 1906 tot de grond toe af.
Langs de Zuidervaldeursluis staan nog enkele muren van deze voormalige grutterij.
De Zuidervaldeursluis werd in 1949 gedempt, waarna het terrein bij het fabriekscomplex van Albert Heijn werd getrokken.
Foto midden en onder.
De Zuidervaldeursluis was een van de weinige verbindingen tussen de Zaan en het Oostzijderveld.
Een komen en gaan van lange vletten met vee en bouwproducten. Maar ook dekschuiten hout en pulp voor de stijfselfabrieken.
De sloot werd ook gebruikt om de kinderen te leren zwemmen. Vrouwen deden de was en de haringverkoper spoelde er zijn potten. Maar er stonden ook poephokjes boven de sloot tot het tonnetje zijn intrede deed.
Aan de noordkant van de sluis was het koffiehuis van Kees Fontijn gelegen, hij verhuurde ook bootjes.
Aan de zuidkant van de sluis bevond zich tot de brand uitbrak, de grutterij van Barend Aten.
De wipbrug lag in de Oostzijde.
Hierachter staan de meubelmakerij van B.J. Panjer en de meelmolen De Haan aan het Molenpad.
Hier zien we de eerste bakkerij en koffiebranderij van Albert Heijn.
Tijdens een van mijn buurt safari’s ontdekte ik een nogal nostalgisch hoekje in de wijk. Je loopt er snel aan voorbij; de uit 1875 stammende stolpboerderij Tuin der Nederlanden. Hoewel de tuinen en bomen in de loop der jaren allemaal verdwenen zijn, bestaat de naam van de stolp in de ruime inham nog steeds; net voorbij de Herderstraat. Het terrein van Dirk de Boer was omringd door bomen, met achterwaarts op honderd meter van de Oostzijde een boerenhoeve. Schoondochter Gonnie de Boer-Zwikker staat in de ruime tuin. Ze hield het rustieke witte hekje open en zegt: “ Loop even mee naar binnen voor een bakkie, dan vertel ik wat meer”, In de oude woonkamer vertelt ze: ”Aan de noordzijde van dit terrein stond nog een wat kleinere boerenarbeider woning. Waar nu de Taanmanstraat is, stonden vroeger een stal en een hooiberg, die zijn in 1920 gesloopt. Er liep zelfs een sloot, tot voorbij de plek waar ooit bakkerij Lansaat en de dansschool van Selie stonden. Het water eindigde in de Gouw. We keken over de weilanden tot Oostzaan aan toe”.
Herensociëteit.
Dit zo landelijk gelegen terrein werd in de dagen van het opkomend socialisme gebruikt voor bijeenkomsten. Er stond omringt door plantsoenen op ruime afstand van de weg, de heren sociëteit. Nadat dit gebouw in vlammen opgegaan was, heeft Dirk de Boer het terrein gekocht. Hij liet er voor zijn zoon Klaas een hofstede bouwen. Het verhaal gaat dat de bomen die rond het terrein van het verbrande pand stonden, gebruikt werden als heipalen voor de nieuwe boerderij.Toen in 1953 het boerenbedrijf ten einde liep, zijn er opstallen op het terrein gebouwd, waaronder een garage. Deze lag naast de boerderij van Klaas de Boer en werd hij DAF dealer. Er stond bovendien een benzinepomp bij. Nu staat er een afscheiding tussen de gewezen hoeve en het voormalige automobielbedrijf. Maar je kon er ooit tussendoor omdat er een doorgang naar de achter de boerderij gelegen Taanmanstraat en Kokerstraat was. Later toen er steeds meer bedrijfjes op deze plek kwamen, werd de ruimte gaandeweg kleiner en daarmee verdween ook het aanzien van deze rustige plek.
De stolp en hooischuur ca. 1920
Hoewel ingesloten door bedrijfjes en huizen is er toch nog een leuk stuk grond over gebleven om te wonen. Eind jaren zeventig is de stolpboerderij van Klaas de Boer naar oude maatstaven langdurig gerestaureerd, die eigenlijk meer op een herbouw leek, met een wat moderne uitstraling. De stal en hooiberg zijn verdwenen. Er voor in de plaats kwam op de grond van De Boer, de Christelijke Talmaschool en de openbare Leeghwaterschool en een woonwijkje. En ook nu zijn er weer plannen voor een nieuwe fase.
Foto is uit 2019
Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, R. Meijns
Tijdens een van mijn buurt safari’s ontdekte ik een nogal nostalgisch hoekje in de wijk. Je loopt er snel aan voorbij; de uit 1875 stammende stolpboerderij Tuin der Nederlanden. Hoewel de tuinen en bomen in de loop der jaren allemaal verdwenen zijn, bestaat de naam van de stolp in de ruime inham nog steeds; net voorbij de Herderstraat. Het terrein van Dirk de Boer was omringd door bomen, met achterwaarts op honderd meter van de Oostzijde een boerenhoeve. Schoondochter Gonnie de Boer-Zwikker staat in de ruime tuin. Ze hield het rustieke witte hekje open en zegt: “ Loop even mee naar binnen voor een bakkie, dan vertel ik wat meer”, In de oude woonkamer vertelt ze: ”Aan de noordzijde van dit terrein stond nog een wat kleinere boerenarbeider woning. Waar nu de Taanmanstraat is, stonden vroeger een stal en een hooiberg, die zijn in 1920 gesloopt. Er liep zelfs een sloot, tot voorbij de plek waar ooit bakkerij Lansaat en de dansschool van Selie stonden. Het water eindigde in de Gouw. We keken over de weilanden tot Oostzaan aan toe”.
Herensociëteit.
Dit zo landelijk gelegen terrein werd in de dagen van het opkomend socialisme gebruikt voor bijeenkomsten. Er stond omringt door plantsoenen op ruime afstand van de weg, de heren sociëteit. Nadat dit gebouw in vlammen opgegaan was, heeft Dirk de Boer het terrein gekocht. Hij liet er voor zijn zoon Klaas een hofstede bouwen. Het verhaal gaat dat de bomen die rond het terrein van het verbrande pand stonden, gebruikt werden als heipalen voor de nieuwe boerderij.Toen in 1953 het boerenbedrijf ten einde liep, zijn er opstallen op het terrein gebouwd, waaronder een garage. Deze lag naast de boerderij van Klaas de Boer en werd hij DAF dealer. Er stond bovendien een benzinepomp bij. Nu staat er een afscheiding tussen de gewezen hoeve en het voormalige automobielbedrijf. Maar je kon er ooit tussendoor omdat er een doorgang naar de achter de boerderij gelegen Taanmanstraat en Kokerstraat was. Later toen er steeds meer bedrijfjes op deze plek kwamen, werd de ruimte gaandeweg kleiner en daarmee verdween ook het aanzien van deze rustige plek.
De stolp en hooischuur ca. 1920
Hoewel ingesloten door bedrijfjes en huizen is er toch nog een leuk stuk grond over gebleven om te wonen. Eind jaren zeventig is de stolpboerderij van Klaas de Boer naar oude maatstaven langdurig gerestaureerd, die eigenlijk meer op een herbouw leek, met een wat moderne uitstraling. De stal en hooiberg zijn verdwenen. Er voor in de plaats kwam op de grond van De Boer, de Christelijke Talmaschool en de openbare Leeghwaterschool en een woonwijkje. En ook nu zijn er weer plannen voor een nieuwe fase.
Foto is uit 2019
Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, R. Meijns
Bericht van Koos van der WoudeDe Verzamelaar, afdeling Zaanstreek-Waterland, pakte op zaterdag 28 september groot uit. Meestal is buurthuis De Kolk de plaats waar de verzamelaars bijeen komen. Deze dag werd uitgeweken naar sporthal de Struijck. Maar liefst 83 tafels stonden op de 160 m2 ruimte.
Rond 11.00 uur hing er een gezellige verzamelwoede in de hal. Speldjes en telefoonkaarten zijn uit. Het aanbod ansichtkaarten was groot en veel liefhebbers hiervan zaten op hun gemak tussen de oude stadsgezichten te neuzen. Maar ook oude munten uit Amsterdam en boeken hadden de aandacht.
Het was prettig schuifelen langs de tafels. Maar het merendeel was toch 65+. “Jongeren verzamelen niet meer”, zegt Harrie van Nek. Hij is lid van de vereniging Historisch Zaandam en probeert, de boekenwurmen bij zijn tafel, voor zijn club te interesseren. Ze, de liefhebbers, komen niet alleen uit Zaandam en Purmerend, Hoorn, Schagen, maar zelfs ook uit Drenthe en Friesland. Om toch nog iets van hun gading te vinden tussen de uitstallingen van suikerzakjes, sigarenbandjes, speldjes, maar ook aardewerk.
Na twaalf uur liep de belangstelling iets terug en pakten de leden rond half twee hun spulletjes bij elkaar.
Want de volgende beurs staat al weer op de agenda, daarvoor moeten ze naar café de Swan in Heerhugowaard, om maar wat te noemen. Maar voor verzamelaars gaat niets te ver.
Foto: Koos van der Woude
Bericht van Koos van der WoudeDe Verzamelaar, afdeling Zaanstreek-Waterland, pakte op zaterdag 28 september groot uit. Meestal is buurthuis De Kolk de plaats waar de verzamelaars bijeen komen. Deze dag werd uitgeweken naar sporthal de Struijck. Maar liefst 83 tafels stonden op de 160 m2 ruimte.
Rond 11.00 uur hing er een gezellige verzamelwoede in de hal. Speldjes en telefoonkaarten zijn uit. Het aanbod ansichtkaarten was groot en veel liefhebbers hiervan zaten op hun gemak tussen de oude stadsgezichten te neuzen. Maar ook oude munten uit Amsterdam en boeken hadden de aandacht.
Het was prettig schuifelen langs de tafels. Maar het merendeel was toch 65+. “Jongeren verzamelen niet meer”, zegt Harrie van Nek. Hij is lid van de vereniging Historisch Zaandam en probeert, de boekenwurmen bij zijn tafel, voor zijn club te interesseren. Ze, de liefhebbers, komen niet alleen uit Zaandam en Purmerend, Hoorn, Schagen, maar zelfs ook uit Drenthe en Friesland. Om toch nog iets van hun gading te vinden tussen de uitstallingen van suikerzakjes, sigarenbandjes, speldjes, maar ook aardewerk.
Na twaalf uur liep de belangstelling iets terug en pakten de leden rond half twee hun spulletjes bij elkaar.
Want de volgende beurs staat al weer op de agenda, daarvoor moeten ze naar café de Swan in Heerhugowaard, om maar wat te noemen. Maar voor verzamelaars gaat niets te ver.
Foto: Koos van der Woude
Door Koos van der Woude
Onlangs kreeg ik bij toeval een uniek boekje in handen; ‘Schetsen uit de Geschiedenis van Zaandam’. De schrijver is Cornelis Joh. Kieviet, jawel, de schrijver van Dik Trom. Het verhaal van Dik Trom ontstond in het Noord-Hollandse gehucht Etersheim nabij Oosthuizen, waar hij in 1883 was aangesteld op het juist geopende schooltje met maar één klas. Het verhaal van de dikke jongen, achterste voren op de rug van een ezel, is gebaseerd op ware gebeurtenissen
Op dat kleine schooltje gaf hij met assistentie van een juf les aan de dorpskinderen van 6 tot 14 jaar in Etersheim, nabij Schagen. Het voormalige schooltje met woning bestaat nog steeds, er is een Dik Trom museum in gevestigd. Een beeld van Dik Trom op de ezel staat in Hoofddorp, de geboorteplaats van Kieviet.
Hij werd later het hoofd van de openbare school in de Oostzijde te Zaandam. Daar bleef hij 14 jaar. Hij schreef het leesboekje voor de scholen; Schetsen uit de geschiedenis van Zaandam.
In het boekje staan verhalen van de komst van Tsaar Peter naar Zaandam en de Franse overheersing. Maar hij begon ook met de serie van Dik Trom.
Vanwege zijn slechte gezondheid ging hij met vervroegd pensioen en verhuisde naar Wassenaar waar hij de laatste drie delen van Dik Trom schreef.
![]() |
Door Koos van der Woude
Onlangs kreeg ik bij toeval een uniek boekje in handen; ‘Schetsen uit de Geschiedenis van Zaandam’. De schrijver is Cornelis Joh. Kieviet, jawel, de schrijver van Dik Trom. Het verhaal van Dik Trom ontstond in het Noord-Hollandse gehucht Etersheim nabij Oosthuizen, waar hij in 1883 was aangesteld op het juist geopende schooltje met maar één klas. Het verhaal van de dikke jongen, achterste voren op de rug van een ezel, is gebaseerd op ware gebeurtenissen
Op dat kleine schooltje gaf hij met assistentie van een juf les aan de dorpskinderen van 6 tot 14 jaar in Etersheim, nabij Schagen. Het voormalige schooltje met woning bestaat nog steeds, er is een Dik Trom museum in gevestigd. Een beeld van Dik Trom op de ezel staat in Hoofddorp, de geboorteplaats van Kieviet.
Hij werd later het hoofd van de openbare school in de Oostzijde te Zaandam. Daar bleef hij 14 jaar. Hij schreef het leesboekje voor de scholen; Schetsen uit de geschiedenis van Zaandam.
In het boekje staan verhalen van de komst van Tsaar Peter naar Zaandam en de Franse overheersing. Maar hij begon ook met de serie van Dik Trom.
Vanwege zijn slechte gezondheid ging hij met vervroegd pensioen en verhuisde naar Wassenaar waar hij de laatste drie delen van Dik Trom schreef.
![]() |
Door: Koos van der Woude.
Een foto van de jaren zestig, uit het familiealbum. Het was Frans en Janny van de Stad net niet gegund, 50 jaar in de groenten– en fruithandel. De winkel aan de Oostzijde 70, t.o. de ingang van de fabrieken van Albert Heijn, ging in 1978 sluiten. Dat was sneu voor hem, maar ook voor de vaste klanten. Weer een buurtwinkel minder. Frans van de Stad begon als 13-jarige bij zijn neef Gijs langs de weg. Later ging hij groenten en fruit venten met de hondenkar, tussen de Kalverbuurt en de Krugerstraat. Al snel werd het een paard en wagen, gevolgd door een auto. Na neef Gijs werd Paulus van Ammers zijn werkgever. Hij had in de Oostzijde 70 een winkel. Na een aantal jaren werd de winkel en aangrenzend huis het eigendom van Frans en Janny. Hij bleef zelf nog jarenlang groenten en fruit venten in de wijk, samen met zijn dochters. Dan deed zijn vrouw de winkel.
Door: Koos van der Woude.
Een foto van de jaren zestig, uit het familiealbum. Het was Frans en Janny van de Stad net niet gegund, 50 jaar in de groenten– en fruithandel. De winkel aan de Oostzijde 70, t.o. de ingang van de fabrieken van Albert Heijn, ging in 1978 sluiten. Dat was sneu voor hem, maar ook voor de vaste klanten. Weer een buurtwinkel minder. Frans van de Stad begon als 13-jarige bij zijn neef Gijs langs de weg. Later ging hij groenten en fruit venten met de hondenkar, tussen de Kalverbuurt en de Krugerstraat. Al snel werd het een paard en wagen, gevolgd door een auto. Na neef Gijs werd Paulus van Ammers zijn werkgever. Hij had in de Oostzijde 70 een winkel. Na een aantal jaren werd de winkel en aangrenzend huis het eigendom van Frans en Janny. Hij bleef zelf nog jarenlang groenten en fruit venten in de wijk, samen met zijn dochters. Dan deed zijn vrouw de winkel.
door Koos van der Woude
Er was een tijd dat het gonsde van bedrijvigheid in de Rosmolenbuurt. Niet alleen fabrieken, maar ook buurtwinkels, ze zijn nu op de vingers van één hand te tellen. Het is al weer geruime tijd geleden dat er in de krant stond: Ria Kroes, die nog steeds de manufacturenwinkel op de Oostzijde 80 c te Zaandam runt, stopt er nu toch echt mee. Er is geruime tijd gespeculeerd over wat er met het pand ging gebeuren. Er werd stevig verbouwd en nu ruim twee jaar later, is er niets meer van de uitstraling van een winkel te bespeuren. Maar het pand komt wel weer in de staat zoals het vroeger was.
Het artikel vervolgt: ‘Na het overlijden van haar man Co Kroes in oktober 2003 is Ria nog vijf jaar doorgegaan met de winkel. De grootvader van Co, die ook Co heette, heeft in 1923 het pand in de Oostzijde zelf gebouwd, op een stuk grond dat een tuin was. Hij was in 1912 al begonnen als kleermaker, een paar deuren verder op de Oostzijde 91 voor de panden van Albert Heijn, tegenover de Molenstraat. Zijn grootmoeder Mevrouw A. Kroes-Schuit hielp ook in de winkel. Zij deed dit tot 1956. Daarna ging de volgende generatie door met de winkel. Henk Kroes, de vader van Co, ging toen verder met zijn vrouw Annie Kroes-van de Nes tot 1964. Co, die in de winkel opgegroeid was, ging zijn moeder helpen in de winkel. Maar in juni 2008 gaat Ria de manufacturenwinkel definitief sluiten, na ruim 36 jaar wonen en werken. De manufacturenzaak bestond al 96 jaar.’
Daarin vormde echtpaar Co en Ria sinds 1972 samen het gezicht van de wol– en handwerkspeciaalzaak aan de Oostzijde 80c. Co en Ria zijn de derde generatie van de familie Kroes die de winkel voortzet. Co zat in de scheepsbouw maar zag daar geen brood in. In 1964 was de economie niet zo goed zodat er weinig geld viel te verdienen. Co Kroes was kind aan huis in de winkel en besloot er te blijven werken. In 1962 ontmoet hij Ria, die coupeuse was bij modehuis Metz & Co in de Leidsestraat in Amsterdam. Dit modehuis had echte haute couture en modeshows in het Kurhaus in Scheveningen.
Maar toen zij Co ontmoette, is ze ook in de winkel gaan werken. Inmiddels getrouwd, gingen ze er in 1972 met twee kinderen definitief wonen. Midden jaren zestig van de vorige eeuw gingen ze als eersten in Zaandam panty’s verkopen. Ze hebben daar enorm in geïnvesteerd en er ook enorme aantallen van verkocht, want verder durfde niemand het aan. Een jaar of tien geleden haalde Kroes de panty’s uit zijn assortiment, omdat er niet langer viel te concurreren tegen de supermarkten. Maar op het laatst trok de winkel veel klandizie door artikelen te verkopen die geen andere winkelier meer verkocht. Mazzel voor Co en Ria.
Want de mensen kwamen echt van heinde en ver, omdat ze bijvoorbeeld vele borduurvoorbeelden verkochten en allerlei kleuren garen erbij om een schellenkoord of schilderij te voltooien. Menigmaal kwam ik in de winkel, die ook een dependance was van een wasserij, om kleding te laten stomen. Maar ook voor een naald of knoopjes. En als Co het niet wist, schoot Ria onmiddellijk achter de toonbank vandaan om je te helpen. Ik stond altijd met bewondering te kijken naar de wirwar van artikelen in de volgestouwde winkel, maar vooral naar de kast met laatjes, die een varia aan knopen herbergden. Je moest wel geduld hebben, want Ria en voordien ook Co gaven ook advies over vele artikelen, onderkleding, fournituren, borduren, haken, breien, kleden knopen. Maar dat was juist de charme van deze speciaalzaak. Zij zaten nooit om een praatje verlegen. Maar dat was juist de charme van de buurtwinkels.
door Koos van der Woude
Er was een tijd dat het gonsde van bedrijvigheid in de Rosmolenbuurt. Niet alleen fabrieken, maar ook buurtwinkels, ze zijn nu op de vingers van één hand te tellen. Het is al weer geruime tijd geleden dat er in de krant stond: Ria Kroes, die nog steeds de manufacturenwinkel op de Oostzijde 80 c te Zaandam runt, stopt er nu toch echt mee. Er is geruime tijd gespeculeerd over wat er met het pand ging gebeuren. Er werd stevig verbouwd en nu ruim twee jaar later, is er niets meer van de uitstraling van een winkel te bespeuren. Maar het pand komt wel weer in de staat zoals het vroeger was.
Het artikel vervolgt: ‘Na het overlijden van haar man Co Kroes in oktober 2003 is Ria nog vijf jaar doorgegaan met de winkel. De grootvader van Co, die ook Co heette, heeft in 1923 het pand in de Oostzijde zelf gebouwd, op een stuk grond dat een tuin was. Hij was in 1912 al begonnen als kleermaker, een paar deuren verder op de Oostzijde 91 voor de panden van Albert Heijn, tegenover de Molenstraat. Zijn grootmoeder Mevrouw A. Kroes-Schuit hielp ook in de winkel. Zij deed dit tot 1956. Daarna ging de volgende generatie door met de winkel. Henk Kroes, de vader van Co, ging toen verder met zijn vrouw Annie Kroes-van de Nes tot 1964. Co, die in de winkel opgegroeid was, ging zijn moeder helpen in de winkel. Maar in juni 2008 gaat Ria de manufacturenwinkel definitief sluiten, na ruim 36 jaar wonen en werken. De manufacturenzaak bestond al 96 jaar.’
Daarin vormde echtpaar Co en Ria sinds 1972 samen het gezicht van de wol– en handwerkspeciaalzaak aan de Oostzijde 80c. Co en Ria zijn de derde generatie van de familie Kroes die de winkel voortzet. Co zat in de scheepsbouw maar zag daar geen brood in. In 1964 was de economie niet zo goed zodat er weinig geld viel te verdienen. Co Kroes was kind aan huis in de winkel en besloot er te blijven werken. In 1962 ontmoet hij Ria, die coupeuse was bij modehuis Metz & Co in de Leidsestraat in Amsterdam. Dit modehuis had echte haute couture en modeshows in het Kurhaus in Scheveningen.
Maar toen zij Co ontmoette, is ze ook in de winkel gaan werken. Inmiddels getrouwd, gingen ze er in 1972 met twee kinderen definitief wonen. Midden jaren zestig van de vorige eeuw gingen ze als eersten in Zaandam panty’s verkopen. Ze hebben daar enorm in geïnvesteerd en er ook enorme aantallen van verkocht, want verder durfde niemand het aan. Een jaar of tien geleden haalde Kroes de panty’s uit zijn assortiment, omdat er niet langer viel te concurreren tegen de supermarkten. Maar op het laatst trok de winkel veel klandizie door artikelen te verkopen die geen andere winkelier meer verkocht. Mazzel voor Co en Ria.
Want de mensen kwamen echt van heinde en ver, omdat ze bijvoorbeeld vele borduurvoorbeelden verkochten en allerlei kleuren garen erbij om een schellenkoord of schilderij te voltooien. Menigmaal kwam ik in de winkel, die ook een dependance was van een wasserij, om kleding te laten stomen. Maar ook voor een naald of knoopjes. En als Co het niet wist, schoot Ria onmiddellijk achter de toonbank vandaan om je te helpen. Ik stond altijd met bewondering te kijken naar de wirwar van artikelen in de volgestouwde winkel, maar vooral naar de kast met laatjes, die een varia aan knopen herbergden. Je moest wel geduld hebben, want Ria en voordien ook Co gaven ook advies over vele artikelen, onderkleding, fournituren, borduren, haken, breien, kleden knopen. Maar dat was juist de charme van deze speciaalzaak. Zij zaten nooit om een praatje verlegen. Maar dat was juist de charme van de buurtwinkels.