Pieter van der Schoor - Ambachtsschool 1960 – 1962.
Van onze redactie, Ruud Meijns
Pieter, geb. 13-04-1947, heeft van 1960 t/m 1962 op de Ambachtsschool gezeten. Eerst een voorbereidend jaar en de volgende twee jaar in de schildersklas met als docenten J. Fris en Kempers.
Hij is geboren 13 april 1947 in verpleeghuis Bosjesstraat in Koog aan de Zaan maar woonde Tuinstraat 1 in Zaandijk. De lagere school doorliep hij bij de Openbare school aan het eind van de Tuinstraat. Waarschijnlijk omdat zijn vader conciërge werd van de Christelijke school in de Stationsstraat in Koog aan de Zaan, deed hij de rest van de jaren vanaf 2e klas op die school.
Na de lagere school ging hij over naar de Ambachtsschool in Zaandam. Eerst het voorbereidende jaar waar hij alle vakken deed. De leraren die hij in dit jaar kreeg waren:
Zeeman — metaal,
Roosen — Gymnastiek/Zwemmen,
Wittebol — Tekenen,
Van Vuuren — Bakkers,
Reinders en Does — Timmeren,
Hammer en Kelder — Taal
Fris en Kempers — Schilderen,
Boerbiet (!) en Krenning — Engels
Na dit voorbereidende jaar koos hij voor de schildersopleiding bij Fris en Kempers. Er wordt door oud-leerlingen veel gesproken over de discipline. Voor de één een regelrechte ramp en de ander had er niet veel last van. Pieter herinnert zich dat leraar Reijnders altijd op bordeelsluipers liep en die hoorde je nooit aankomen. Je kon zomaar een schop onder je kont krijgen als het hem niet beviel.
Metaalleraar Zeeman pakte het heel anders aan. Als je een stukje metaal moest vlak vijlen en je stond te kletsen of hij zag dat je het anders deed dan hij had uitgelegd, pakte hij een dreveltje uit z’n grijze stofjas en sloeg dan een put midden in je werkstuk. Dan was je weer uren bezig om die put eruit gevijld te krijgen.
Leraar J.K. Hammer moest iedereen in de rij krijgen om weer naar binnen te gaan. Hij was een klein druk mannetje met een snorretje en een veel te lange leren jas. Hij kreeg dan ook vele bijnamen die aan een bekende Duitser deden denken omdat hij zo hard kon schreeuwen. Hij was een ‘bekende’ Zaankanter door zijn kennis van het Esperanto.
Aan de leraren Fris en Kempers van het schilderen heeft hij goede herinneringen. En waar hij ook nog wel aan terugdenkt zijn de prachtige tekeningen, met kleurkrijt, die leraar Wittebol op de schoolborden in de grote hal maakte. En hij had humor tijdens de lessen..
Ook aan de snoepwinkel die aan de overkant van de Westzijde stond, met die moeder en dochter.
En vooral niet vergeten als de bakkersklas langs kwam met hun luxe broodjes. Het rook altijd zo lekker bij ze.
Schoolreisje
Nou ja het was eigenlijk een lesweek die ze op vakantie hielden. Geen bus, maar allen op de fiets richting Zuid Limburg, behalve leraar Kempers die reed op z’n Kapitein-Mobylette en af en toe riep hij, “Kom op jongens, doorfietsen!”. Ze gingen op bezoek bij verschillende verffabrieken en kregen uitleg over Loodwit, dat het zeer giftig was. Ze sliepen onderweg in jeugdherbergen en toen ze het zuiden van Limburg bereikten mochten ze van de douane één stap over de grens doen zodat ze thuis konden vertellen dat ze in het buitenland waren geweest.
Schildersklas S2 — 1960⁄1961.
Achterste rij v.l.n.r. Willem Bolluyt, Jan de Graaf, Henk Stolp, leraar Kempers, Wil Assema, Jaap Claasen, Adrie Bergers, Lucien Schippers.
Midden: Pieter Elskamp, Wim Pot, Adrie Nielen, Pieter van der Schoor, Jacob Hengsdijk, Joop de Jong, Pieter Saft, Roel Bakker.
Voor: Herman Hotting, Cor Verburg, Sjoerd Mulder, Martin Bolluyt, Hans van Marle, Melle Visser, Kees Grimmelijkhuise.
Via de opslagruimte naast de schildersklas kon je stiekem boven het lokaal uitkomen. Eigenlijk was dat heel gevaarlijk want het plafond bestond uit een dunne stuclaag. Als je naast de loopbalken stapte zou je zo naar beneden kunnen donderen en meters lager in de klas terecht komen.
Afval
In een schildersklas werd van alles aan restanten overgehouden. Eens in de zoveel tijd gingen dan 2 à 3 leerlingen naar buiten om verfrestanten en lijnolie weg te gooien. Dat gebeurde op het pas opgespoten land aan de overkant van de Vincent van Goghweg. Later kwam daar de Speeldoos en het sportveld. Je werd geacht dan een kuil te graven, de troep uit de afvalbussen gieten en in brand steken. Je moest daarbij oppassen dat je niet in het drijfzand terecht kwam want je zat zo vast. Nu zou dat niet meer mogen, maar goed - zand erover.
En dan
Pieter is geen schilder geworden en heeft z’n diploma nooit voor dat doel gebruikt. Zijn eerste baan was bij Simon de Wit op de decoratieafdeling. Simon de Wit is allang verdwenen, maar de straat met die naam bestaat nog. In de Simon de Witstraat in Zaandam staan nu appartementen.
Daarna heeft hij ruim 40 jaar in de grafische– en reclamesector gewerkt, van werktekenaar tot DTP’er. Nu is hij met pensioen en heeft hij een nieuwe passie ontdekt. Hij is gaan schilderen, met Acryl op doek, nadat hij altijd op papier had gewerkt. Voor zichzelf maakt hij portretten uit het werk van zijn favoriete striptekenaar Jean Giraud, bekend van Blueberry. En soms maakt hij wat voor vrienden en andere belangstellenden.
Blueberry (vrij naar Giraud)