Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

SALON­BOTEN IN 1950 UIT DE VAART

Salon­boten in 1950 uit de vaart

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiede­nis? Ken­nen we alleen de gebeurtenis­sen uit onze eigen tijd of gaat het his­torisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigen­lijk de belan­grijk­ste gebeurtenis­sen uit onze Zaanse geschiede­nis en voor wie waren die belan­grijk? Wat vindt u belan­grijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenis­boeken en geven de komende maan­den veel antwo­or­den in de Geschiedenis­canon van de Zaanstreek.

Salon­boten in 1950 uit de vaart
Alk­maar Packet ver­vo­erde hon­derd­duizen­den Zaankan­ters
door: Peter Roggeveen
Bron­nen: Dag­blad De Zaan­lan­der, dag­blad De Typhoon

salonboten uit vaart 1foto: Een ansichtkaart uit 1858 met de titel: Nieuwe Zaan­sche Salon­booten op de Zaan.

De witte salon­boten van de Alk­maar Packet waren in de Zaanstreek een begrip. De schepen droe­gen namen als Czaar Peter, Prins Hen­drik, Prins van Oranje, Stierop, Koningin Wil­helmina, Zaan­dam 1 en Zaan­dam 2. De Alk­maar Packet onder­hield een dagelijkse dien­stregeling tussen Ams­ter­dam en Alk­maar. Twee schepen pen­delden dan tussen beide ste­den, van ’s mor­gens 5.40 uur tot ’s avonds 20.40 uur.
Vanaf de opricht­ing in 1864 tot aan de oph­eff­ing in 1950 waren de schepen dagelijks op de Zaan te zien. Echt geschikt voor een vlot forensen­ver­voer was de Alk­maar Packet niet, want de gehele reis van Alk­maar naar Ams­ter­dam, of ander­som, duurde twee uur en veer­tig minuten.
Een enkele reis Alkmaar-​Amsterdam kostte drie kwart­jes voor de eerste klasse en 45 cent voor de tweede klasse. Een dagre­tourtje was voordeliger: respec­tievelijk één gulden en 65 cent.
salonboten uit vaart 2Twee dubbelt­jes
Wie van Zaan­dam naar Ams­ter­dam wilde, had met de salon­boten een goed alter­natief voor de trein. De reis duurde slechts een half uurtje. De prijs voor een enkele reis eerste klasse bedroeg twee dubbelt­jes, een dagre­tour kostte 30 cent. Ver­vo­ers­bil­jet­ten voor enkele reizen waren verkri­jg­baar op de boten bij de con­duc­teurs, ter­wijl dagre­tours en coupon­boek­jes uit­slui­tend gekocht kon­den wor­den bij de diverse kan­toort­jes bij de aan­leg­steigers.
Aan opstap­plaat­sen ont­brak het niet in de Zaanstreek. Zo meer­den de boten af in Knol­len­dam, Wormerveer-​Noord en Wormerveer-​Zuid, Zaandijk, Koog aan de Zaan, Zaan­dam bij de Dam en bij het Vissershop.

salonboten uit vaart 3

foto: De offi­ciële open­ing van de nieuwe, beton­nen steiger voor de schepen van de Alk­maar Packet in de zomer van 1947. De oude, houten steiger was in de honger­win­ter ges­loopt en opgestookt.

Oprichter Bosman
De Alk­maar Packet kent een rijke his­to­rie. In het voor­jaar van 1864 nam de 34-​jarige in Aker­sloot geboren Cor­nelis Bosman een gewaagde stap met de opricht­ing van de Com­man­di­taire Ven­nootschap Alk­maar Packet, geves­tigd in Alk­maar. Doel was het exploiteren van een stoom­boot­di­enst op de lijn Alkmaar-​Zaandam-​Amsterdam voor het ver­voer van pas­sagiers, pakket­ten, post en goed­eren. Al snel brei­dde hij zijn red­erij uit met andere lij­nen, zoals Zaandam-​De Rijp (later Zaandam-​Haarlem), Enkhuizen-​Staveren en zelfs Zwolle-​Kampen-​Amsterdam.

Eerste lijn­di­enst
Op 1 juli 1864 vertrok de Alk­maar Packet 1 voor zijn eerste lijn­di­enst. Het schip was betrekke­lijk klein omdat de schut­sluis in Zaan­dam — de zoge­noemde Groote Sluis — met z’n lengte van 28 meter en breedte van 5.10 meter als flessen­hals fungeerde. Pas met de open­ing van de veel grote Wil­helmi­nasluis in 1903 kwa­men aan­merke­lijk grotere schepen in de vaart. De Alk­maar Packet 2 kreeg al snel gezelschap van de schroef­s­toom­boten Alk­maar Packet 3 (bouw­jaar 1870), Alk­maar Packet 4 , later Prins Hen­drik genoemd, (bouw­jaar 1874), Alk­maar Packet 5 (bouw­jaar 1879).
Alle­maal open schepen die kon­den wor­den afgedekt met een tent­dak. Weer later werd de vloot uit­ge­breid met het stoom­schip Graaf Willem (bouw­jaar 1883), de Alk­maar Packet 6 (bouw­jaar 1893), later omge­doopt tot Prinses Juliana, Alk­maar Packet 7 (bouw­jaar 1892), Alk­maar Packet 8 (bouw­jaar 1899) en Alk­maar Packet 9 (bouw­jaar 1902).

Bek­ende ver­schi­jnin­gen op de Zaan waren de salon­boten Zaan­dam 1 en Zaan­dam 2, elk goed voor 650 pas­sagiers en twintig ton aan goed­eren. Deze twee stoom­boten met de karak­ter­istieke gele schoorste­nen met zwarte hoed beho­or­den niet tot de vloot van de Alk­maar Packet, maar waren eigen­dom van de Zaan­damsche Stoom­vaart Maatschap­pij die in 1903 een dienst startte tussen Ams­ter­dam en Zaan­dam. De con­cur­ren­tie met de Alk­maar Packet werd op het scherpst van de snede gevoerd.


Vrede
In 1912 werd de vrede getek­end tussen de twee maatschap­pi­jen en kwam er een samen­werk­ingsver­band op gang. Al snel daarna wer­den de Zaan­dam 1 en 2 in één adem genoemd met de Alk­maar Packet. Na de Tweede Wereld Oor­log ging het bergafwaarts met de Alk­maar Packet. Het aan­tal pas­sagiers liep sterk terug en er werd ste­vig ver­lies gele­den. In 1948 werd het ver­voer van goed­eren stopgezet en in sep­tem­ber 1950 kwam er ook een einde aan het ver­voer van pas­sagiers. De schepen wer­den verkocht. Daarmee kwam een defin­i­tief einde aan een 86-​jarige tra­di­tie van personenvervoer.


Pronkstuk
Een pronkstuk was salon­boot Czaar Peter, gebouwd in 1908. Het 52 meter lange en ruim zeven meter brede schip beschikte over meerdere dekken en kon 1.400 pas­sagiers en tien ton goed­eren ver­vo­eren. Het schip werd in 1944 door het verzet tot zinken gebracht om te voorkomen dat het in Duitse han­den zou vallen. Na de oor­log werd de salon­boot gelicht en weer in de vaart gebracht.
Een andere beroemd­heid was de salon­boot Prins van Oranje, gebouwd in 1908 als zuster­schip van de Czaar Peter.
De laat­ste aan­win­sten waren de salon­boot Koningin Wil­helmina (gebouwd in 1905), de motor­sa­lon­boot Alk­maar (gebouwd in 1913) en de motor­sa­lon­boot Stierop, gebouwd in 1922.

Lev­ende muziek
De beman­ning van de schepen van de Alk­maar Packet had bepaald geen luizen­baan. Vooral de stok­ers en machin­is­ten had­den het ’s zomers zwaar te ver­duren in de bloed­hete machinekamer. In het hoog­seizoen maak­ten de stok­ers gigan­tis­che werk­weken van zo’n 90 uur: van vier uur ’s mor­gens om de ketel op de sto­ken tot ’s avonds tien uur. En dat voor een week­loon van vijf­tien gulden.

Voor de pas­sagiers lagen de zaken geheel anders. Ze wer­den in de wat­ten gelegd, al waren er wel degelijk ver­schillen tussen de eerste en tweede klasse. Zo kostte een enkele reis Alkmaar-​Amsterdam 75 cent voor de eerste klasse en 45 cent voor de tweede klasse.
Vaak was er lev­ende muziek aan boord van orkest­jes die aan het eind van de rit met de pet rondgin­gen. Een bek­ende ver­schi­jn­ing aan boord was de Zaanse accordeon­ist Jan Kolvers.
Het was goed toeven in de parterre, op het boven­dek of in de salon. Naast de vaste lijn­di­en­sten waren er spe­ciale arrange­menten voor school­reis­jes, verenig­ings– en per­son­eel­suit­jes.
salonboten uit vaart 4foto: De salon­boot Alk­maar, afge­laden met pas­sagiers, in de Achterzaan vlak voor de spoor­brug. Links molen De Jonker. Opname circa 1925

Leg­en­darisch waren de afge­laden boten tij­dens de Zaan­dammer ker­mis wan­neer de boten bijna bezweken onder de last van duizen­den Ams­ter­dammers die in Zaan­dam flink de bloemet­jes buiten kwa­men zetten.

salonboten uit vaart 5
foto: De Prins van Oranje is als par­ty­boot nog steeds in de vaart en doet ook wel Zaan­dam aan. De lig­plaats is achter het Cen­traal Sta­tion Amsterdam.

Joomla tem­plates by a4joomla