Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

SLOP­ER­SHAMER NAM VEEL WEG

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiede­nis? Ken­nen we alleen de gebeurtenis­sen uit onze eigen tijd of gaat het his­torisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigen­lijk de belan­grijk­ste gebeurtenis­sen uit onze Zaanse geschiede­nis en voor wie waren die belan­grijk? Wat vindt u belan­grijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenis­boeken en geven de komende maan­den veel antwo­or­den in de Geschiedenis­canon van de Zaanstreek.

Bron: NHDag­blad Zaanstreek, 21 novem­ber 2009
Door: Rob Swart
Bron­nen: Archief Dag­blad Zaanstreek

Slop­er­shamer nam veel weg

Hout ter­wijl iedereen ste­nen gebruikte

De Zaanse hout­bouw is beroemd. Vanuit de hele wereld komen toeris­ten om naar de kleine schat­tige houten huis­jes te kijken.
In de Zaanstreek is het bouwen van houten huizen veel langer vol­ge­houden dan in de rest van Ned­er­land. De ste­nen huizen waren warmer en degelijker en boven­dien veel min­der brandgevaar­lijk.
Maar de Zaanstreek behield een voorkeur voor hout tot in het begin van de twintig­ste eeuw en nog steeds wor­den hier en daar houten huizen gebouwd.

De liefde voor het houten huis is heel goed te verk­laren.
Het hout was in de Zaanstreek, de eerste houtza­ag­molens waren hier. Een houten huis was dus veel een­voudi­ger te maken dan een ste­nen huis. Door die overvloedige houtin­dus­trie en –ver­w­erk­ing waren er ook volop tim­mer­man­nen in de Zaanstreek maar was er nauwelijks een met­se­laar te vin­den. Uit­er­aard zag de Zaankan­ter van hon­der­den jaren gele­den ook het voordeel van een licht huis op slappe veengrond.

Omdat er zoveel gebouwd en getim­merd werd, ver­fi­jnde de bouwkunst ook. Zo wer­den beeld­sni­jders uit de scheeps­bouw aangetrokken om huizen te ver­fraaien met hun hout­sni­jw­erk.
De Zaanse hout­bouw steeg op die manier kwal­i­tatief ver boven het gemid­delde uit.
Er wer­den veel huizen gebouwd die het bewaren waard waren, maar pas in de jaren zes­tig van de vorige eeuw groeit de wens om oude gebouwen te bewaren. Voor die tijd won de belang­stelling voor ruimte maken en nieuw bouwen het altijd. Daarna ook meestal.

foto: Lagedijk 214, het oud­ste huis van Zaandijk

slopershamer 1Lagedijk 214 in Zaandijk werd in 1994 op het nip­pertje van sloop gered. De eige­naar had al een sloopver­gun­ning. Hij was zelfs al met zijn breek­i­jzer aan de gang, maar ont­dekte bij het slopen opval­lend timmerwerk.

slopershamer 2Er wer­den deskundi­gen bijge­haald die het pand op grond van de gebruikte tech­nieken schat­ten dat het huisje al in 1625 was gebouwd. Daarmee was Lagedijk 214 ineens het oud­ste nog bestaande huis van Zaandijk. Het sloop­plan werd aan de kant gelegd en er kwam een restau­ratieplan van archi­tect Piet van Nugteren voor in de plaats.

Type­r­end voor het zeven­tiende eeuwse houten huis is het skelet. Op een onder­heide en gemet­selde fun­der­ing staat een skelet dat bestaat uit jukken, die ander­half tot twee meter van elkaar af staan. Zo’n juk bestaat uit twee ver­ti­cale sti­jlen met daar­tussen een hor­i­zon­tale balk. Om die con­struc­tie te ver­ste­vi­gen zit in de hoek tussen elke stijl en de zolder­balk een *kor­beel. Op de sti­jlen, in de leng­tericht­ing, liggen de draag­balken voor de dakspan­ten. *Kor­be­len wer­den, als zij zicht­baar waren, soms rijke­lijk ver­sierd.
In balken en sti­jlen werd vaak een profiel geschaafd. De mooiste ver­sierin­gen zaten aan de buitenkant. Met name de wind­v­eren waren uiter­mate geschikt om sier­lijke vor­men in de gevel aan te bren­gen. De make­laar is een onderdeel van de con­struc­tie van het huis. Het is de verbind­ing tussen de nok van het huis en een balk. Maar het gedeelte dat boven het dak komt
werd ook gebruikt om het huis te ver­fraaien. Tegen het houtskelet zit­ten de planken. De planken van het voor– en achter­schot horen ver­ti­caal. De zijgevels hebben hor­i­zon­tale planken die als dak­pan­nen over elkaar liggen.


Mon­u­menten
De gedachte om oude pan­den te bewaren voor toekom­stige gen­er­aties ontstond pas aan het eind van de twintig­ste eeuw. Eerst ging het vooral om de fraaiere woon­huizen, die meestal ook van betere kwaliteit waren. Daarna vol­gden de typ­is­che Zaanse houten huizen, die als ze in de weg ston­den wer­den ver­plaatst naar de Zaanse Schans. Nu is de gedachte dat de huizen ook in hun omgev­ing moeten bli­jven staan. Inmid­dels staan ook de indus­triege­bouwen hoog aangeschreven en wordt veel moeite gedaan om die te behouden. De Ade­laar, het Hem­brugter­rein en de hallen van Bruynzeel zijn daar voor­beelden van. Rob Swart

foto: Het havenge­bouw bij de Wil­helmi­nasluis.
slopershamer 3Geen belang­stelling
In de beschri­jv­ing van de Zaan­land­sche dor­pen van Adri­aan Loos­jes wordt geen woord besteed aan hoe huizen er uit zagen. Ter­loops maakt hij soms een opmerk­ing, zoals in zijn ver­haal over het Tur­fo­proer: In het terugk­eren viel zijn oog op het huis van Oost­er­hoorn welke voorkap naar Ital­i­aanse bouwkunst opge­haald met tre­f­fe­lijk gesne­den werk van hout in plaats van steen voorzien, geheel was wegge­bro­ken.
Over Wormerveer schri­jft Loos­jes: Het strekt zich bijkans een half uur gaans langs de Zaan uit, en wel in dier voege, dat genoegzaam alle de huizen, maar weinig uit­ge­zon­derd, het gezicht van vooren op de Zaan hebben, langs welke de gemeene weg loopt.
Dit geeft een zeer aan­ge­naam gezigt, zoo voor de bewoon­ders op de dagelijks in meenigte voor­bijkomende vaar­tu­igen, als uit de vaar­tu­igen op de huizen.

Nu is dat heel anders. Alleen de adver­ten­ties van make­laars bevat­ten al hon­der­den beschri­jvin­gen.
Zoals deze: Het zuidelijk deel van Assendelft is nog betrekke­lijk onaange­tast. Het agrarische karak­ter van Assendelft blijkt duidelijk uit de vele stolp­boerder­i­jen die hier te vin­den zijn. Som­mige hebben een sim­pele, Zaanse gevel. Dorpsstraat 255, in later tij­den regel­matig ver­bouwd, is voor zover bek­end het oud­ste gebouw in de Zaanstreek.


Havenge­bouw
Als er één gebouw ges­loopt is, waarover oud­ere Zaankan­ters nog altijd boos kun­nen wor­den, dan is het wel het havenge­bouw in Zaan­dam.
Het was een karak­ter­si­tiek gebouw met een fraaie trapgevel.
Het doet denken aan het gekoes­terde gemeen­te­huis van Jisp, waar­van het ontwerp toegeschreven wordt aan de beroemde Leegh­wa­ter. Het Zaan­damse havenge­bouw was van stad­sar­chi­tect J.H.Doodhagen.
Het gebouw is ges­loopt omdat op die plaats het Zaange­maal moest komen. Uit­gerek­end dat recht-​toe recht-​aan gebouw kwam op de plaats van het havenge­bouw.
Oud werd het havenge­bouw niet. Het werd is tussen 1910 en 1920 gebouwd en in 1963 gesloopt.

*Kor­be­len Wordt gebruikt voor ele­menten, meestal driehoekig van vorm, die uit een muur, pier of andere struc­tuur steken en die dienen om een ver­ti­caal gewicht te onder­s­te­unen of om een hoek te ver­sterken door het gewicht te verde­len over het opper­vlak van de struc­tuur waaruit ze steken. Soms zijn ze meer dec­o­ratief dan functioneel.

slopershamer 4

De kor­beel (schuine balk) ter onder­s­te­un­ing van de hor­i­zon­tale balk

Joomla tem­plates by a4joomla