DE BURCHT — DEEL 2
Czaar kost burgemeester de kop
Cadeau van tsaar Nicolaas II viel in 1911 slecht bij sociaal-democraten
Door: Peter Roggeveen
Al bijna een eeuw staat het beeld van de timmerende tsaar Peter de Grote op de Dam. Op een prominente plek in het hart van Zaandam. Opmerkelijk, want het beeld was een omstreden cadeau, een geschenk van tsaar Nicolaas II aan het gemeentebestuur van Zaandam. Voor burgemeester Elias van Zaandam liep het slecht af. Het kostte hem de kop door een stommiteit.
Het Czaar Peterbeeld op de Dam. Opname van rond 1930
Zelden zal een cadeau voor zoveel ophef hebben gezorgd. Het uit liberalen bestaande college van burgemeester en wethouders van Zaandam besloot het geschenk van de toenmalige tsaar Nicolaas II dankbaar te accepteren. Echt origineel was het Russische cadeau overigens niet. In 1909 had Nicolaas II precies hetzelfde beeld van de Russische beeldhouwer Léopold Bernstamm onthuld in Poltava. Blijkbaar was hij zo gecharmeerd van het kunstwerk dat hij besloot een replica van zijn in brons gegoten voorvader aan Zaandam te schenken. De liberale jonkheer mr. Carel Adolf Elias, burgemeester van Zaandam sinds 1902, kreeg de wind van voren van de socialisten. De afdeling Zaandam van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was Carel Adolf Elias, burgem van Zaandam, 1902 tot 1914 woedend. Wat moest Zaandam met een beeld van een tiran, geschonken door een despotische nazaat?
Arbeidersbloed
De SDAP trok ten strijde met een pamflet waarin het Zaandamse bevolking werd gewaarschuwd dat ’Rusland, politiek, economisch en intellectueel het rijk der duisternis is. Het land wordt niet geregeerd, het wordt getiranniseerd’. En verder: ’Gij, arbeiders, zult niet zingen bij het standbeeld, waarover gij, in uw geest, een wolk van arbeidersbloed zult zien hangen’.
Het pamflet besluit met de woorden: ’Nee, gij zult zingen op den dag waarop het getergde Russische volk het juk afwerpt en in zijne reuzenworsteling de pilaren, waarop het czarisme is gegrondvest, zal neerrammeijen’. Het juk werd inderdaad afgeworpen, zes jaar later, tijdens de oktober-revolutie van 1917.
Het verzet van de SDAP leverde echter niets op.
Op dinsdagmiddag 2 mei 1911 was het eivol op de Dam. Inwoners verdrongen zich om de onthulling van het standbeeld van Peter de Grote met eigen ogen te zien.
De bekende Zaanse organist en componist Jan Zwart had speciaal voor deze gelegenheid een ’Czaar Peter-cantate’ gecomponeerd die door 250 koorleden ten gehore werd gebracht. Tal van hoogwaardig-heidsbekleders waren present, zoals de Russische ambassadeur, graaf Pahlen, die het beeld officieel onthulde, en de Russisch-orthodoxe aartsbisschop Rozenoff die het nieuwe kunstwerk zegende.
Sokkel
Toch was er die middag een schoonheidsfoutje. Het beeld bleek groter dan de sokkel, waardoor het overstak. Dat oneffenheidje werd gemaskeerd door het beeld rond de sokkel te versieren met groen.
Burgemeester Elias achtte het aan zijn stand verplicht om Nicolaas II persoonlijk te bedanken voor zijn gulle gebaar en hij reisde op 10 juni 1911 af naar Rusland in gezelschap van wethouder Pieter Latenstein. Als tegenprestatie nam hij een zilveren schaalmodel van het Czaar Peterhuisje mee.
Tevens nam Elias zijn 17-jarige zoon Maurits mee als particulier secretaris. Omdat een 17-jarige secretaris niet al te geloofwaardig overkomt, liet Elias in het paspoort van zijn zoon de leeftijd veranderen in 21 jaar. Dat was geen slimme zet. De Nieuwe Rotterdamsche Courant kreeg lucht van de zaak en berichtte uitvoerig over de valsheid in geschrifte. Elias kreeg het zwaar te verduren. Het leidde tot diverse openbare en besloten zittingen in de gemeenteraad, tot tal van smeuïge krantenartikelen en zelfs tot schriftelijke vragen in de Tweede Kamer.
Hechtenis
De affaire liep hoog op. Er kwam zelfs een rechtszaak van. Elias werd op 21 september 1911 door de Haarlemse rechtbank veroordeeld tot een maand hechtenis.
In hoger beroep werd het vonnis teruggebracht tot één dag. Weer later, in april 1913, werd Elias uiteindelijk door de Hoge Raad van alle rechtsvervolging ontslagen.
Alle ophef rond zijn persoon had het aanzien van Elias danig aangetast. Vooral Jan Duijs, voorman van de Zaandamse SDAP had het op Elias gemunt.
Duijs, raadslid sinds 1908 en in 1912 de eerste socialistische wethouder van Zaandam, was het een doorn in het oog dat Elias naast zijn baan als burgemeester, waarvoor hij een salaris van 3000 gulden per jaar kreeg, er ook een baan als advocaat op nahield. Burgemeester Elias besloot de eer aan zichzelf te houden.
Hij nam op 1 januari 1914 ontslag als burgemeester.
De Onthulling
Bron: Zaanlandsche Courant, woensdag 3 mei 1911
Op zeer plechtige wijze is het geschenk van Z.M. Nicolaas de Tweede, Keizer van Rusland, aan de gemeente Zaandam ingewijd. Had de opstelling der zware stukken, waaruit het bestaat, reeds veler aandacht getrokken, deze plechtigheid lokte een grote massa ingezetenen naar ’t ruime plein, die dicht opeengepakt overal een plaatsje hadden gezocht om er van getuige te zijn.
Te ongeveer drie uur kwam het Russische gezantschap, afgehaald door B. en W., en bestaande uit de gezant graaf Pahlen, de kolonel Agapeise, de generaal-consul Peterson met diens echtgenote en de heren Jonnin, Schrschkin en enkele anderen, terwijl reeds van tevoren Aartsbisschop Rozenoff met een misdienaar en een koor bestaande uit vier dames en vier heren op het gereserveerde terrein waren aangekomen.
Daarop trad de gezant naar voren die in een in het Frans uitgesproken rede aan Zaandam het geschenk van de Czaar aanbood ter herinnering aan zijn grote voorzaat, die zich tot Zaandam zo aangetrokken gevoelde en daar de scheepsbouw beoefende om zijn Rijk in ’t bezit te stellen van een handels– en oorlogsvloot en vele Zaandammers daartoe naar zijn land riep.
Opstappen
In de Zaanse geschiedenis was Elias niet de eerste burgemeester wiens positie onhoudbaar werd. Zo had Elias een voorganger in de persoon van jonkheer Frederik Thedorus Roeters van Lennep, burgemeester van Koog aan de Zaan van 1888 tot 1898. De jonkheer kon socialisten niet luchten of zien.
Het was dan ook een grote schok voor hem toen in 1891 de socialist P. Leguit, als eerste socialist in de Zaanstreek, in de raad werd gekozen.
Nog erger werd het toen in 1897 P. Leguit en het vrijzinnige raadslid J. Dekker wethouder werden.
De burgemeester vond dat de maat vol was en solliciteerde in de Haarlemmermeerpolder. Opgelucht verliet hij in 1898 het rode Koog aan de Zaan.
Bron: Dagblad Zaanstreek.
Dagblad Zaanstreek vraagt lezers te helpen een beeld te schetsen van de Zaanse geschiedenis. Wat is volgens u een hoogtepunt.