Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Nico van Dijk

van de redac­tie, Ruud Meijns

nicovdijk0

In en ron­dom Buurthuis De Exter kende iedereen hem. Hij is vaak de tech­nis­che man die een aggre­gaat aansluit of even naar de gras­maaier kijkt. Dat past ook bij z’n achter­grond waarin hij in de metaalin­dus­trie zowel aan de ontwerp– als aan de maakkant stond. Nico over zijn pro­fes­sionele werkzaamheden.

nicovdijk1Geboren in Haar­lem op 13 juni 1930. Wegens ziekte van zijn moeder woonde hij een tijdje bij fam­i­lie in Rot­ter­dam. Daar heeft hij nog gezien hoe de Maas­tun­nel werd geopend. Voor de oor­log van 4045 uit­brak was hij alweer terug in Haar­lem. Het huis waar hij verbleef is tij­dens het bom­barde­ment van Rot­ter­dam verni­etigd. Zijn neef, aankomend kun­ste­naar, heeft vele foto’s gemaakt in die mei­da­gen die kort gele­den nog in een doc­u­men­taire getoond zijn.
De oor­log heeft Nico in Haar­lem doorstaan. Voor de voed­selvoorzien­ing maak­ten ze vele tocht­jes naar bijv. War­men­huizen met de bak­fi­ets. De tijd van nor­male ban­den was al voor­bij. Zijn vader ging hem voor op de fiets.
Mid­del­bare school deed hij in Heem­st­ede omdat daar geen school­geld werd gevraagd. Nadat de meeste fiet­sen verd­we­nen waren moest hij het tra­ject, ongeveer 8 km., lopend doen. Er ston­den twee scholen naast elkaar. Eén werd gevorderd door de Duit­sers. Tegen­over de scholen stond een kerk en die is ger­aakt door een V1 raket die afzwaaide van de lanceer­plaats. De leer­lin­gen van de laat­ste school moesten weer ver­huizen. Maar op het laatst was er geen school meer open en was het over. Tenslotte heeft hij nog twee school­jaren M.U.L.O. gedaan.

nicovdijk2Zijn eerste baan was bij Con­rad – Stork in Haar­lem (zie foto links). Hij deed daar de leerling-​opleiding. Daar­naast deed hij de 4-​jarige Avondteken­school. Dus na het werk op de werf, ook nog op zater­dag, vlug naar huis want om 19.00 uur begonnen de lessen op de avond­school tot 22.00 uur. Minus 2 jaar dien­st­tijd heeft hij daar van 1945 tot 1954 gew­erkt. Heel veel geleerd, vertelt hij.
Gelukkig liep hij in de dien­st­tijd uitzend­ing naar Indië mis. Hij was bewapen­ingsmon­teur bij de lucht­macht. Iedereen was al ingeënt tegen van alles, maar gelukkig liepen de Poli­tionele Acties op hun eind.

Inmid­dels verk­er­ing, nadenken over een huis. Maar de won­ing­nood in Haar­lem was groot en door een ron­se­laar is hij met z’n ver­loofde in Zaan­dam terecht gekomen. De machine­fab­riek fa. Schoon­eveld zocht kot­ter­aars en draaiers en bood een renteloos voorschot voor de aankoop van een eigen won­ing. Voor­waarde was wel dat hij een con­tract tek­ende voor 10 jaar bij de fa. Schoon­eveld in de Oostzijde.

nicovdijk3Op de foto, vanaf de Bern­hard­brug genomen, voor het witte gebouw ligt een schip voor de machine­fab­riek Schooneveld.

Nico: “Ons bedrijf werkte o.a. voor scheep­swerf vd Molen aan de Hanen­pad­sloot en voor scheep­swerf Vooruit aan de Zuid­dijk. Schroe­fassen en andere onderde­len, maar ook veel revisiew­erk aan Kromhout­mo­toren. Er waren nog ontzettend veel beurt­vaarders in die tijd en Schoon­eveld deed ook het onder­houd daaraan. Veel van de motoren waren Kromhouts, dat waren gloeikop­mo­toren. (zie foto) Die motoren moest je met een slinger op het vlieg­wiel tegen de com­pressie in starten. Dat wilde nog wel eens een terugslag geven en mensen die dat nog hebben meege­maakt weten hoe gevaar­lijk dat kon zijn, vooral als je die han­del niet terug zette.

Wat ze ook bij Schoon­eveld had­den was een takel waarmee we een schip met z’n kont omhoog takelden en met een vlotje op het water bijv. een schroef ver­wis­selden. Dat moest alle­maal met de hand, m.b.v. een lier, gebeuren. Toen had je, uit een oog­punt van zuinigheid, nog veel gieti­jz­eren schroeven. Het nadeel daar­van was dat als er ijs­brokken of hout tussen kwam de kans bestond dat er een blad afbrak.

nicovdijk4V.d. Molen en Hol­land Launch maak­ten o.a. de 15 mtr. duw­boten. Daar zijn er veel van gemaakt. Er wer­den ook grotere gebouwd, alle­maal voor Shell in Nige­ria. Daar­naast wer­den er ook tien­tallen open vlet­ten gemaakt, waar Hol­land Launch ook bij betrokken was.

Hol­land Launch had een aan­deel in een motoren­fab­riek in Hard­er­wijk: Samofa. Uit die fab­riek kwa­men weer afgeleide mod­ellen voor diverse soorten aan­dri­jv­ing. We hebben zelfs een boot voor Simavi gemaakt; een oper­atieboot bestemd voor Nieuw Guinea. Ook voor Nieuw Guinea hebben we nog patrouille­boten gemaakt, maar dat was nog in de tijd van Schooneveld.

Maar ja, als er niet zoveel te doen was in de scheeps­bouw gin­gen we naar onze buren in de Oost­z­i­jde, dat was O&R Ink­tchemie. Oost­er­veld en Romeijn, die maak­ten toen nog verf en drukinkt.We hebben daar het onder­houd van de machines gedaan, maar ook meegedaan aan de ontwik­kel­ing van hun nieuwe inkt en nieuwe machines. Ook voor gieterij Dijkkamp hebben we nieuwe machines gemaakt. Niet dat we daar veel ervar­ing in had­den; we probeer­den het gewoon.
Bij O&R zaten ze in die tijd met het ver­w­erken van drukinkt. Die inkt was zo taai, je kon er ballen van maken. Het pig­ment van de inkt moest op een wals fijner gemaakt wor­den. De kuip waarin de inkt zat moest omhoog komen en de inkt moest eruit gedrukt wor­den zodat het op de wals terecht kwam. Maar die machines beston­den wel, Büh­ler maakte ze, maar die kosten zo’n 30.000,00 gulden.
nicovdijk12Ik ben er eens voor gaan zit­ten en heb een tekeningetje gemaakt en van­daar uit zijn we gaan ontwikke­len. Ook de wijze waarop de inkt naar bene­den geperst werd is nog een heel ver­haal, maar dan wordt het wel heel tech­nisch. Uitein­delijk hebben we er een paar gemaakt.

Foto van de tekening

Voor Oost­er­veld en Romeijn maak­ten we een koelin­stal­latie voor de rollen van de ink­t­walsen. Die rollen wer­den warm en voorheen werd dat gekoeld met kraan­wa­ter, maar dat kwam alle­maal in de Zaan terecht. Dat kon toen niet langer en zo hebben we een grote bak gemaakt waarin ze gekoeld wer­den. We hebben heel veel ver­schil­lende din­gen gedaan bij Schooneveld.

nicovdijk6Eén van mijn eerste klussen was het kot­teren van schroe­fassen. Dat was heel prim­i­tief, maar daar hebben we nog wat ver­be­ter­ing in aange­bracht. Dat was voor een spoor­pont, daar hebben we er twee van gemaakt. Die voeren van de Dis­tel­weg in Ams­ter­dam– Noord naar de overkant met een trein. Dat schip was 50 mtr. lang en de motor stond in het mid­den. Zo’n as moet heel exact aansluiten dus moet je een manier voor het kot­teren verzin­nen om pre­cies op nul uit te komen. De boten zijn bij de werf Vooruit gemaakt.

Maar de firma ging fail­liet. En het bedrijf werkte veel voor Hol­land Launch met Willem Zwols­man, een kei­harde zak­en­man. Hij werkte voor Kromhout motoren, maar als hij een motor verkocht liet hij er meestal meteen een schip omheen bouwen. Dat viel slecht bij Kromhout en in 1950 is hij in Zaan­dam begonnen met een ontwerp­bu­reau samen met zijn zoon Jan en een neef Klaas Jan Zwols­man, een uit­stek­end scheepstekenaar.

Wij, Stu­urkracht, waren een dochter van scheep­swerf vd Molen. We zaten ook in het­zelfde pand, zij zaten bene­den en wij zaten op de boven­verdieping. Jaren­lang lag er een kot­ter voor de werf, die was van een onder­wi­jzer. Die man mocht van de werk­plaats gebruik maken en heeft paar jaar gew­erkt om dat schip te ver­bouwen. Het was werke­lijk een wrak toen hij eraan begon.

Er zijn tien­tallen viskot­ters gemaakt. Zij het schip en wij stelden de motoren, de schroeven, de assen en de lager­ing. Ontwerp van Hol­land Launch en gemaakt bij vd Molen en verder afge­bouwd in Zoutkamp. Dat waren Eurokot­ters. Som­mi­gen waren zo groot dat ze die in twee stukken moesten maken en wer­den in het water aan elkaar gelast. Zo ook met een schelpenvisser.

nicovdijk8In de Hanen­pad­sloot ligt een nieuwe kot­ter.
Foto: Nico in het mid­den, kijkt omhoog bij een tewa­ter­lat­ing van een kot­ter bij vd.Molen. Schoon­eveld ging fail­liet en ik ver­di­ende daar behoor­lijk. Om mijn loon een beetje op peil te houden ben ik in 1967 bij Honig in ploe­gen gaan werken als bedi­en­ingsvak­man in het zetmeel, nu heet dat oper­a­tor. Ik heb daar gew­erkt tot 1971. (voor het ver­haal van Honig zie onder­aan) In 1971 kreeg ik bezoek van Evert vd Molen en die vertelde dat de machine­fab­riek van Schoon­eveld overgenomen was door Stu­urkracht. In de boomko­rvis­serij gooien ze de net­ten uit en die slepen ze voort aan zware staal­draden en die kabels lopen over rollen. Die rollen wer­den gegoten bij Dijkkamp in Zaan­dam. Het nadeel is dat ze enorm slijten.

Als er pro­ducten wor­den gegoten wordt dat gedaan in zand, vrij hard zand. Voor de gieterij van Dijkkamp hebben we een instal­latie gemaakt met een rooster en daaron­der twee tril­ma­chines die ze ook bij het straten­maken gebruiken. Dan was zo’n gegoten prod­uct bijna schoon. Het moest nog ges­traald wor­den. Later kreeg ik van een inge­nieurs­bu­reau uit Son de vraag voor een pri­j­sop­gave van een teken­ing van hun. Ik keek zo ’s en dacht ‘die hebben dat ding van ons pre­cies nagemaakt’.

nicovdijk9We had­den sleep­boten gemaakt voor Gabon in Afrika. Daar wordt ontzettend veel hout gekapt, veel teakhout. Dat gooien ze in de riv­ier en laten dat naar zee stromen. Maar er was daar geen haven en de grote hout­boten liggen een paar kilo­me­ter vanuit de kust te wachten. Die sleep­boten moesten stam­men in vlot­ten naar die schepen bren­gen, maar ze gebruiken de slepers als duw­boten. Maar de roeren en schroeven kre­gen zoveel te ver­duren dat ze kapot gin­gen en we hebben daar wat ver­be­terin­gen op aange­bracht. Dat was in Port Gen­tile in Gabon. We hebben ook nog voor ze sleep­boot­jes gemaakt die in plaats van een schroef een straal­buis had­den. Met een grote pomp aan boord spoot die het water als voortstuwing.

Toen ik met de VUT ging zei m’n baas, “nou dan stop­pen we er maar met de han­del”. We werk­ten toen onder de naam ‘Stu­urkracht’. Toen werd de hele boel leeg geruimd. Dat is alle­maal naar dokbedrijf Brouwer gegaan, Achter­sluis­polder. Na m’n pen­sioner­ing heb ik daar nog wat geholpen bij het opstarten van het bedrijf.

nicovdijk15Foto: Pud­ding­fab­riek op de Koog, naast de oude ges­loopte Noorder­brug, de sti­jf­selfab­riek, de Bijenkorf, een derivatenfabriek.

Over de peri­ode bij de Honig­fab­rieken in Koog a/​d Zaan 19671971.

Zetmeel.
Ik werkte daar als voor­man van de 1924, zo heette die afdel­ing. Die stond enige tijd gele­den weer in de krant van­wege de explosie in de stofkas­ten. Dat gebeurde toen nog regel­matig. Net als bij graansilo’s. Ik heb een keer gezien dat er op de droog­zolder een vuur­bal van stof rond­liep. Dat is al veel veiliger gewor­den, want in mijn tijd zaten er tegen de nok van het dak stoom­in­jec­toren die vocht inbliezen om stof­ex­plosies te voorkomen. Het hele pro­ces begint met maïs. In die tijd ver­w­erk­ten wij 42 ton mais per uur en dat is een flinke hoeveel­heid. Tegen­wo­ordig komt het met coast­ers aan in de Voorzaan en daar wordt het overgenomen door duw­bakken. Dat komt aan met een schip, de mais wordt eruit gezo­gen met alle veron­treinig­ing er nog in. De pijp die het eruit zuigt draait regel­matig om en om zodat er niet één kant is die slijt. Bin­nen wordt de maïs in silo’s opgevan­gen in een zgn. natte mal­ing. Dat heeft tot doel om alles van elkaar te schei­den; vlies­jes, vel­let­jes en de maiskϊem. Die laat­ste is belan­grijk voor de maϊskiemolie. Dat wordt gedaan via een cen­trifuge. Het eiwit wordt er via persen uit­ge­haald. Het eind­prod­uct is een soort koek en wordt als pal­letko­r­rels verkocht voor veevoer. Daar zit co2 in en hoe meer co2 erin zit hoe gekker het vee erop is.

Dat cen­trifugeren geeft een oorver­dovend lawaai. Dan hou je een sop over waar het zetmeel en het water nog in zit­ten. Dat gaat dan naar enorme voor­raad­tanks die voort­durend geroerd moeten wor­den anders zakt het zetmeel naar bene­den. Het water wordt er dan ahw uit­ges­la­gen. Dan nog kun je er ballen van kne­den, zoveel vocht zit er nog in. Dus moet het verder gedroogd wor­den. Toen had­den we twee soorten drogers; een vac­uüm­droger om het poeder een zo laag mogelijk vol­ume te geven. Daar kwam goeie kwaliteit zetmeel uit.
nicovdijk10Maar in het pro­ces werd het ook ver­warmd met stoom en men bedacht toen om die pel­letko­r­relt­jes als brouw­ers­par­els aan de brouw­er­i­jen te verkopen in plaats van gerst. Eerst was er maar één die het wilde hebben, maar later zijn ze er alle­maal op overgestapt. Het zetmeel werd afge­vuld in balen van 50kg en we maak­ten ongeveer per ploeg, je had drie ploe­gen van 8 uur, 2000 balen, dus 6000 balen per dag. Dat ging dan onder ver­schil­lende namen, zwarte molens, groene molens enz. weg. Die namen had­den te maken met het vocht­ge­halte, maar het was verder alle­maal het­zelfde. Dit werd veel in de papierindus­trie gebruikt, ook voor suiker, lijm. Het is eigen­lijk een oneindige cyclus van wat er nog van gemaakt kan wor­den. Maizena is maar een kleine markt, vergeleken met het indus­triële gebruik. Dat was de vac­uüm­droger, maar we had­den ook nog een But­tner­droger. Dat was een pijp van ongeveer 20 mtr. hoog en daar werd het zetmeel doorheen geblazen. Als het droog genoeg was ging er een klep open en door de mid­delpunt vliedende kracht werd het droge zetmeel afgevo­erd. Maar dat vol­ume van het zetmeel lag hoger dan dat uit een vac­uüm­droger. Ze zijn echt jaren bezig geweest om een maal­sys­teem uit te vin­den dat niet gevaar­lijk zou kun­nen zijn i.v.m. het gevaar van stof. Uitein­delijk is er een hamer­molen ontwikkeld die het vol­ume geschikt maakte voor de nor­male zakken.

Stof­ex­plosies
De opslagsilo’s waar het zetmeel in werd opges­la­gen waren alle­maal beveiligd met sprin­k­lerin­stal­laties, dus als het link werd begon die instal­latie te spuiten. Ik heb het een keer meege­maakt dat hij begon te spuiten. Dat is echt een ver­schrikking om het zetmeel er weer uit te kri­j­gen. Wij had­den tanks staan van 36 kuub en als je dat niet goed in de gaten hield kon het wel eens over­lopen. Dan stond er 20 cm zetmeel op de tegelvloer en als dat uitza­kte werd het kei­hard. Je moest het wegspuiten. Als het pro­ces nog te nat was, nog 14% vocht, slib­den die stofza­kken dicht. Dan kan het stof geen kant meer op en ontsnapt het naar buiten. Het is ver­schei­dene keren gebeurt dat de Koog hele­maal wit zag van het stof. Vroeger ging dat natu­urlijk veel meer hand­matig en het waren ook kleinere hoeveel­he­den die er ver­w­erkt wer­den. nicovdijk16In mijn tijd was er een tekenkamer die moest uit­zoeken hoe het hele pro­ces ver­be­terd kon wor­den. Het ging toch veel zo van als het zo niet gaat miss­chien dat het dan op deze manier wel gaat. Je moest vin­d­in­grijk zijn. En het per­son­eel leverde daar ook een bij­drage aan mee. Via de ideeën­bus kwa­men wel handzame ver­be­terin­gen tot stand. Het pro­ceswa­ter werd ingedikt en ging weg als voed­ings­bo­dem voor peni­cilline. Alles werd gebruikt en tot prod­uct gemaakt. Je had veevoer, brouw­er­par­els, peni­cilline en via chemis­che bew­erk­ing aller­lei soorten lijm. Ze hebben ijspoeder gemaakt.

nicovdijk14En met de Saroma, een pud­ding, daar gebruik­ten ze een trom­mel waar dat spul op werd gespoten en werd ver­hit met stoom. Half gekookt werd het er afgeschraapt en dan had je Saroma. Keuken­stroop werd er ook van gemaakt. Bijna alles werd zelf gedaan. In Nijmegen stond een soep­fab­riek en daar gin­gen de gluten weer heen. Ze waren ook steeds bezig om het eind­prod­uct te ver­beteren. Om het kleiner te maken, beter te ver­vo­eren enz.

Papier­fab­rieken
Het ging, zoals gezegd, ook naar de papier­fab­rieken. Het eiwit werd er wel uit­ge­cen­trifugeerd maar de poeder bleef altijd een beetje gelig van kleur. Het papier wilden ze steeds wit­ter hebben. Toen kwa­men ze erachter dat Rus­sis­che maïs, die langza­mer groeide, veel wit­ter was. Maar die was schrik­barend duur. Wat dan? Ze besloten om die sop in de tanks te ver­hit­ten en er water­stof­per­ox­ide aan toe te voe­gen. Dan sta je met twee tanks van 36 kuub en ver­hit tot 50°C in de zomer behoor­lijk te zweten hoor. Maar zo kwa­men ze aan wit­tere poeder.

Waar ik als ploeg­baas mee te maken kreeg was, dat je op maandag­mor­gen opeens 2 of 3 Span­jaar­den erbij kreeg die geen woord Ned­er­lands spraken. Ik ben toen maar op Spaanse les gegaan om me nog een beetje ver­staan­baar te maken. Daar had je Manuel, die ver­zorgde het overblazen van zetmeel van onze afdel­ing naar Dokken­burg, waar ze pud­ding­poeder maak­ten. We zaten te eten en opeens een enorme klap. Wij kijken. Het was een vierkante tank die tussen twee muren stond en die was hele­maal rond gewor­den en had de muren wegge­duwd. Als je 10 ton moest overblazen moest je de meter instellen op 1 ton, maar dat wist de goede borst niet. Dat overblazen ging met lucht via plas­tic pijpen. Die pijpen waren alle­maal geaard en ik heb het 1 keer meege­maakt dat er door het trillen een deel was los­ger­aakt en er grote vonken afvlo­gen. Gewoon door de sta­tis­che elek­triciteit. Alle auto’s moesten ook een aard­draad hebben. Kijk maar bij tankwa­gens met meel, die moeten ook alle­maal een aard­e­draad hebben.

Kijk, je hebt af en toe wel moeil­ijkhe­den, maar als zo’n pro­ces een­maal goed loopt kun je lekker op je kont gaan zit­ten. Drie ploe­gen­di­enst is op zich best te doen, maar bij vakantie of ziekte kwam het voor dat je 12 uur liep ipv 8 uur. Het was toen geen con­tin­u­di­enst. Het pro­ces stopte op zater­dag­mid­dag om 12 uur, want je had tijd nodig om schoon te maken en te repar­eren. Dat deed je tot 18.00 uur diezelfde zater­dag. Om 24.00 uur, zater­dag– op zonda­gnacht, begon het pro­ces weer.

Je moest bij het opstarten weer reken­ing houden met de elek­triciteit. Ze had­den een eigen cen­trale en als je een zware machine, zoals een Hamer­molen aanzette, belde je naar de cen­trale dat ze daar reken­ing mee kon­den houden. Er was in elke ploeg wel wat ver­loop maar ik heb jaren dezelfde cen­trifugist gehad en Piet die aan de opza­k­ma­chine zat. Papieren zakken die met zetmeel gevuld wer­den. Hij zat op z’n stoeltje, zette de zak op de tuit en als die zak vol was viel hij op de band richt­ing de poed­er­loods (nu ges­loopt) en daar werd gestapeld. Dat was in feite al het handw­erk in het hele pro­ces. Dat is nu ook alle­maal geau­toma­tiseerd naar bulkver­voer, tankwagens.

Foto van een prim­i­tieve opzakmachinenicovdijk13

Joomla tem­plates by a4joomla