Slager Cees Havik
Van de redactie: Wilma van den Berg en stagiare M. Eshuis
maart 2011
Op een gure februaridag worden wij, de stagiare M. Eshuis en ik, warm onthaald door de heer en mevrouw Havik. Zij dreven hun slagerij „Havik” op de Zuiddijk nr. 186 in Zaandam. Onwennig vraagt meneer Cees Havik wat ik wil weten. Want tja…zomaar over zichzelf, zijn buurt en bedrijf te vertellen, lijkt hem toch wel heel moeilijk. „Wat wil je weten?” vraagt hij.
Terwijl ik mij zo kan voorstellen hoe moeilijk dat moet zijn, stel ik mijn eerste vraag: „Wanneer bent u in de zaak begonnen?” Meneer Havik gaat eens verzitten. En begint in zijn geheugen te graven.…: „Ik moest in de slagerij gaan werken toen mijn vader kwam te overlijden. Ja, je snapt wel dat mijn moeder mijn hulp hard nodig had.
Op Zuiddijk 186 was mijn grootvader het bedrijf begonnen in 1896. Mijn vader en moeder zijn daarin verder gegaan. Ja, zo ging dat vroeger, he! Er was ook personeel. Dat noemde je vroeger een knecht.
En mijn vader, ja, die was conservatief. Ik moest het vak vanaf de bodem leren. Dus ik begon met het slachten. Dat heb ik geleerd in het slachthuis. Ik vond het geweldig daar. Ik werkte graag. Ik moest bij de loonslachters werken en dat is stukwerk. En stukwerk is hard werken! Dan was ik vroeg klaar en kon ik gaan fietsen; trainen. Ik deed aan wielrennen in die tijd.
Daarna ging ik in de winkel werken. Mijn moeder deed het winkelwerk en ik het grove werk. Later ben ik met een oud-slager naar de markt in Purmerend gegaan. Tot ik 18 was. Ik koos dan een paar varkens, kalveren en een koe uit. Zo heb ik het vak beetje bij beetje geleerd. Vroeger had je gewoon een sukadelappie, speklappie en stukje rosbief. Maar dat zie je niet meer, want dat wordt niet meer gebruikt zowat. De mensen zijn te druk. Kijk het zijn allemaal tweeverdieners om maar zo te zeggen en die hebben geen tijd meer om dat soort dingen klaar te maken.
Wij hadden ook een verkooptoonbank zoals ze dat noemen. Dat was al in 1975. Toen hebben we de winkel helemaal opgepimpt. Ja, toen hebben we verbouwd en was het echt weer modern. Toen begonnen we ook met bijartikelen, zoals slavinken, hamburgers, ballen gehakt, nasi en bami. Mijn vrouw maakte alles zelf. We hebben een strijd gehad, omdat er gaandeweg meer supermarkten kwamen. Maar kijk u bent dan nog een aspirant Zaandammertje, dat weet u niet. (Zowel meneer als mevrouw Havik kijken mij lachend aan.) Je had hier op de Zuiddijk de eerste supermarkt van ‚Plus’. Op het begin van de Zuiddijk zat ook zo’n pijpenla, zal ik maar zeggen, en daar kwam een kruidenier. Die begon geen supermarkt maar een zelfbedieningszaak. Dan mocht je met een mandje zelf je boodschappen pakken. En dat was de eerste.……”.
Gelukkig komt nu de bescheiden en mooi verzorgde mevrouw Maya Havik ook met haar herinneringen en verhalen. Terwijl het buiten begint te sneeuwen, verhaalt zij: „Ik kwam er natuurlijk later bij. Ik was het niet gewend. Ik heb het ook allemaal moeten leren”. Waarop meneer Havik nog even inspringt met de trotse opmerking: „Ze deed in VEERTIEN dagen al karbonade. Ja echt!!!”” Waarop mevrouw haar verhaal hervat: „Het was gezellig in de winkel. Een echte buurtwinkel. Er was een oude dame. Die deed veel aan handwerken en dan kwam ze ‚s woensdagsochtends. Dan nam ze haar handwerk mee en liet ze zien wat ze weer de hele week had gedaan. Dan stonden we er uitgebreid over te praten. Daar bouw je een band mee op. Ze wist dat ze dood zou gaan. Ze was in oktober jarig. Hoe oud is ze geworden? Vijfentachtig, denk ik. En toen zegt ze: ‚Dit is de laatste keer dat ik kom, want ik vier nu mijn verjaardag nog.’ En dan ging ze eerst in de middag kipfilet maken voor de visite die zou komen en dan ‚s avonds met haar familie uit eten. Het was oktober en ze zei ‚Nou dit is de laatste keer geweest, want het gaat niet meer. Ik kan niet meer.’ Ik zeg ‚Ik kom het wel brengen’ ‚Nee. Het is over’ en toen lag ze binnen de kortste keren in het ziekenhuis. Haar zoon had een bloemenzaak; die jongen kwam met een prachtige plant en een kaartje eraan met een bedankje van zijn moeder. Ja dat vond ik zo leuk. Ik bedoel, dat blijft je altijd bij.
Er waren altijd 3 of 4 mannen die om 7 uur kwamen. Maar dan kwam er dus een wedstrijd van om soms al om 6.55 voor de deur te staan. En daarna 6.50 en op het laatst 6.45. Ja, als wij soms een beetje aan de late kant waren, dan hoorde je ze al staan. Nou, dan liet je ze niet voor de deur staan. Dus de deur open en dan ging je koffie zetten. Dan namen we een blad met koffie mee en kregen ze eerst koffie. In die tijd konden wij op ons gemak hun bestellingen klaarmaken. En op het laatst kwam er een klein mevrouwtje bij. Je weet wel die van de Prins Hendrikstraat. Die mannen zeiden toen: ‚Nee, je hoort hier niet, want wij zijn altijd de eerste klanten. Dus doe niet alsof je de eerste bent. Zegt ze ‚Ik kom wanneer ik wil’. Hahaha.… ja.… Het was erg gezellig.
Meneer en mevrouw Havik vertellen vrolijk gezamenlijk verder en elkaar aanvullend en helpend, zoals ze ook gewerkt moeten hebben. De tijden? Tja… Voor zevenen ‚s morgens ging de winkel al open. Dan gingen we de hele dag door. Om kwart voor 6 gingen we eten en dan, als we klaar waren, weer de winkel in en schoonmaken. We werkten 60 tot 70 uur per week. Dat was normaal. En voor de kerst een nachtje doorwerken. Nou zijn er mensen die werken 36 uur in de week en ze zijn altijd moe. Wij waren ook moe maar je werkte gewoon door. Maar er wordt nu ook anders gewerkt. Nu wordt er op stress gewerkt. En in onze tijd werkten we wel hard maar er was ook een stuk gezelligheid. En daar krijg je natuurlijk energie van. Het is gewoon leuk als je contact hebt met mensen.
Vrijdagsmorgens kwamen altijd dezelfde en allemaal op dezelfde tijd. Dat was lachen, gieren, brullen, want dan kwamen ze weer. ‚Nou ik heb dit te vertellen, nou ik heb dat te vertellen.‚Ja, we hebben gewoon een hartstikke leuke tijd gehad.
En toen we stopten met de zaak…je weet niet waar de cadeautjes allemaal vandaan komen. We kregen zoveel bloemen, het leek wel een bloemenzaak. Dat was geweldig. De klanten waren allemaal mensen die in de buurt woonden. De gastvrijheid en energie spatten er nog af bij deze mensen. Dit was een warme middag vol herinneringen op een koude winterdag met ronddwarrelende sneeuwvlokken.
Copyright foto’s: Gemeentearchief Zaanstad en fam. Havik
Cees Havik is overleden.