Mevrouw Resi Brouwer
Van onze redactie, Greet Plekker-van Sante
De redactie is op bezoek bij mevrouw Resi Brouwer. Voor velen van u bekend als de vrouw van melkboer Brouwer; samen met haar man heeft zij jaren de bewoners van een deel van Zaandam-Zuid van melk en zuivelproducten voorzien.
Op de foto: Resi als 16-jarig meisje in Oostenrijk, voor vertrek naar Nederland.
Mevrouw Brouwer werd als 7e kind geboren in een Oostenrijks gezin in oktober 1918; haar vader was in dienst in het Oostenrijkse leger en mocht naar huis bij de geboorte van zijn dochter. Maar in diezelfde tijd werd de Vrede getekend en de kleine Theresia werd verwelkomd in de wereld als “Vredeskind”. Later werden er nog twee kinderen geboren.
Het was een moeilijke tijd, vader was timmerman, maar moest in de jaren 1914 – 1918 aan het front dienen. Moeder bleef achter met 6 kinderen in het oude huis met ook de zorg voor het varken, enkele koeien en kippen. Zij was een gelovige vrouw en had geen tijd om naar de kerk te gaan. Zij zong tijdens het koeienmelken de kerkliederen in het Latijn; dat was haar kerkgang. De kinderen moesten ook al jong werken. Zo had de jonge Resi de taak om bij een boer gras te maaien voor de varkens vóór zij ’s morgens om 8 uur naar de kerk ging en daarna naar school. Na haar schooltijd ging zij werken bij een banketbakker in het dorp.
Foto: boven: Jozef, Franz en Leopold onder: Josepha, Maria en Resi (uit familiearchief)
Het was politiek een roerige tijd met als dieptepunt de moord op de Oostenrijkse Bondskanselier Dollfuss. De hele stad was in rouw gedompeld. Bij de banketbakker waar Resi werkte stopte een politieauto en de zoon van deze familie werd gearresteerd; hij was een fascist. Toen dat bekend werd kwam de broer van Resi haar weghalen en werd er ander werk voor haar gevonden bij een boer. (N.b.: Op 25 juli 1934 pleegden nazi’s onder leiding van Dr. Anton Rintelen een staatsgreep. SA-eenheden schoten in het regeringspaleis Bondskanselier Dollfuss neer, hij overleed aan zijn verwondingen. Na de Anschluss op 17 maart 1938 werd zijn opvolger Schussnigg gearresteerd en bracht hij zeven jaren door in Duitse concentratiekampen, o.a. Dachau. De beruchte Seyss-Inquart volgde hem op. Red.)
Inmiddels was haar oudste zus Leopoldine in 1929 naar Nederland vertrokken. In Wenen, waar zij in dienstbetrekking was, waren Hollanders die op zoek waren naar dienstmeisjes voor Hollandse gezinnen. Zij werd opgenomen als dienstmeisje in een gezin in Koog aan de Zaan die woonde en werkte bij de Eerste Nederlandse Radio Centrale. Ook zus Maria is in navolging naar Nederland gekomen. Eerst naar Enkhuizen, waar zij het kappersvak leerde en waar zij trouwde. Het paar verhuisde naar de Breestraat in Koog aan de Zaan. De man, timmerman van beroep, werd werkloos en zus Maria opende kapsalon “Mitzie”.
Zo gebeurde het dat ook Resi op 17-jarige leeftijd in 1936 naar de Zaanstreek kwam. Ze was vast besloten om meteen de Nederlandse taal te leren. Ze kon werken bij haar zus in de kapsalon. Dat was van korte duur, want er werd een dienstje gevonden bij dokter Plas aan de Gedempte Gracht. Dat waren aardige mensen en met veel plezier denkt ze daaraan terug. In 1938 werd door het gezin Plas een vakantie gepland en de dokter vroeg Resi of zij niet op bezoek wilde bij haar familie in Oostenrijk. Dat wilde zij erg graag en na de belofte dat ze terug zou komen bij de familie betaalde dokter Plas haar vakantie naar ‘thuis’. Inmiddels was er wel een jongeman, Cornelis Brouwer, die werkte bij melkboer Onrust op het Rustenburg, die het jonge meisje graag zag. Tot zijn schrik merkte hij dat ze niet meer bij het gezin van dokter Plas was! Had hij maar iets tegen haar gezegd! Zal hij haar nog terugzien?
Tot zijn vreugde kwam Resi weer terug na haar vakantie en toen heeft hij haar zijn liefde bekend. Hij nam haar mee, stelde haar voor aan zijn ouders aan de Prins Hendrikstraat. Resi besloot toch om een nieuwe betrekking aan te nemen in een hotel in Bussum. Daar merkte zij dat veel Duitse en Oostenrijkse Joden met al hun bezittingen inclusief huisdieren binnenkwamen. Zij vluchtten voor het nieuwe fascistische bewind en wilden een poging wagen naar Engeland te ontkomen. Zij hoorde vele verhalen in haar diensttijd over de slechte situatie in het Duitse Rijk. De werkgever was echter slecht van betalen. Cor schreef haar brieven en zo hielden zij contact. Toen hij merkte dat het niet goed ging in het hotel, kwam hij haar ophalen en bracht haar terug naar Zaandam.
In die tijd, inmiddels 1939, werd er een oproep gedaan aan alle Duitse en Oostenrijkse burgers om terug te keren naar hun land; indien zij dat niet deden dan zouden zij statenloos verklaard worden. De ouders van Cor hebben toen een deel van hun huis ter beschikking gesteld en adviseerden Cor met zijn Resi te trouwen. Het waren moeilijke tijden. Inwonend bij de schoonouders, Cor werd op 24 augustus 1939 opgeroepen voor de voormobilisatie. Toen hij terugkwam in 1940 was de WOII een feit en bij terugkomst bij zijn werkgever werd hij ontslagen. Melkboer Onrust had drie zonen en een extra knecht kon hij niet meer betalen.
Wel kreeg hij 10 klanten mee. En zo is Cor Brouwer zijn melkzaak begonnen. Hij was een verdienstelijk voetballer en door het voetballen had hij veel vrienden en kon hij zijn klantenkring uitbreiden. In de mobilisatietijd was zijn luitenant een manager bij Verkade. Door de hulp van deze man kreeg Cor Verkade als klant en een brief dat hij “onmisbaar was in de voedselvoorziening” en zo werd hij vrijgesteld van werken voor de Duitsers. Met een bakfiets ging hij naar zijn klanten, want klanten woonden verspreid over de stad. Zoals alles was ook melk en zuivel op de bon. In de kelder hadden Cor en Resi een (geheime) voorraad rotatormelk opgebouwd om daarmee nog iets extra te kunnen doen voor hun klanten. Ook broer Gerrit ging op de fiets naar klanten en heeft vanaf het begin in de melkzaak geholpen.
Na 1945.
Cor was een echte zakenman. Hij zag mogelijkheden als die er waren. Toen hij hoorde dat de heer In ‘t Veld weer burgemeester van Zaandam zou worden heeft hij meteen een brief geschreven en om zijn klandizie verzocht. (Na de Februaristaking van 25 februari 1941 werd Burgemeester In ’t Veld door de Duitsers ontslagen en verhuisde hij met zijn gezin naar Haarlem. Na de Bevrijding keerde hij weer terug als Burgemeester. Red.) Zo kreeg hij ook de klandizie, naast Verkade, van Pieter Schoen, Jan Visser en het Gemeentehuis. En voor het merk Nutricia werd hij grossier. Door de spreiding van het klantenbestand besloot Cor een vergadering uit te roepen om met andere melkboeren te spreken over sanering van de wijken. En zo kreeg iedere melkboer een eigen wijk. Niet zonder slag of stoot, maar er werden goede afspraken gemaakt. Cor kreeg de wijk waar hij woonde; de Prins Hendrikbuurt vanaf het Kattegat tot het einde. Het echtpaar kreeg twee dochters en zo gauw als dat mogelijk was bedienden ze samen de klanten. Veel lief en leed gedeeld met de buurtgenoten, veel vreugde gekend. Moest er een wasketel getild worden of moesten er lakens gestrekt worden, Cor bracht uitkomst. De bakfiets werd ingeruild voor een elektrisch aangedreven kar, wat het werk lichter maakte.
Foto: Melkboer Cor Brouwer in de straat met de electrische kar. (foto familiearchief)
Er werd veel gekocht op de pof. “Wilt u het even opschrijven?” En ’s zaterdags afrekenen. Een enkele keer ging dat mis. Een klant bijvoorbeeld van het Kattegat was een bierliefhebber. Maar toen er moest worden afgerekend bleek de klant vertrokken te zijn naar Brabant. Daar moet je dan wel naar toe om je geld te halen. Maar over het algemeen ging het goed.
Ik herinner me dat ik zelf ook vroeger wel vóór of onder etenstijd, iets bij u moest halen? U was eigenlijk altijd in bedrijf. Achteraf lijkt me dat erg storend, nietwaar?
Ach, dat was je gewend. Het hoorde er bij. Maar soms, op zaterdag als het werk klaar was om 8 uur, dan fietsten we naar het Noordzeekanaal en op een bankje aten we ons broodje op en genoten we van de voorbijvarende schepen.
Naast melkboer was Cor ook voetballer, scheidsrechter en bij het ouder worden controle scheidsrechter. Overal met de fiets naar toe. Vaak met een van de dochters achterop.
Een van de dochters trouwde en vertrok naar Congo. Cor en Resi zijn twee keer naar Congo afgereisd. De eerste keer vlogen ze naar Kenia, Mombassa en kregen toen te horen dat er niet verder gevlogen mocht worden naar Congo. In het buurland Rwanda was oorlog uitgebroken en vliegtuigen werden uit de lucht geschoten. Er was nog een ‘aanbieding’ van een particulier die hen wilde overvliegen, maar ze hebben zich wijselijk aan het advies van de autoriteiten gehouden. Ze waren met een groepje mensen in een prachtig hotel. Maakten samen een safari, waardoor het toch een prachtige vakantie werd. (Bij de afgesproken foto-reünie bleek een van de groep professor Lou de Jong te zijn.)
De tweede poging enkele jaren later konden ze wel de kinderen bereiken en beleefden samen met hen hoe het leven van een Nederlander in Congo was. In de buurt van het Kivumeer beklommen ze een berg; proviand en dragers mee. Aan de rand van een vulkaan hebben ze gezeten, wat erg indrukwekkend was. Later thuis bleek er een uitbarsting van dezelfde vulkaan te zijn en zagen ze de omgeving terug op de televisie.
Cor is 66 jaar oud geworden. Hij overleed na een werkzaam leven van 50 jaar als melkboer. Een zware slag voor zijn vrouw en dochters, en met hen voor velen die hem gekend hebben.
Hoe gaat het nu met Resi?
In eerste instantie ging zij op Engelse les als afleiding. Maar ze heeft haar draai helemaal gevonden. Zij geniet van de kinderen en klein– en inmiddels ook achterkleinkinderen. Ze kookt en bakt graag. (Een van de kleinkinderen noemt haar: Oma Strudel!) Geniet van de poes. Onderhoudt de tuin en als het nodig is ook die van de kinderen. En met de hulp van Thuiszorg wordt alles goed bijgehouden. Een krasse oude dame, die veel te vertellen heeft.
Foto: Mevrouw Brouwer vertelt haar levensverhaal. (foto: Plekker)
Mevrouw Resi Brouwer is op 23 februari 2013 overleden op de ouderdom van 94 jaar.