Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Marie Kleij — Kleijdoiffie

Van onze redac­tie, Ruud Meijns

marie0Omdat­teme deres ken­nes­make wulde met Marie Kleij, oewes ken der meskien wel as Klei­doiffie met stikkies in de krant over et Zaans, het De Zoid­kan­ter heur oppe­zocht om oewes een klain pertretje pre­sen­tere te kenne.

Me zelle heur effies hore lete.
Op 1 sep­tem­ber 1939 ben ik geboren. Mijn oud­ers waren het conciërge-​echtpaar bij het ontspan­nings­ge­bouw van Albert Heijn aan de Klam­per­straat, toen natu­urlijk nog het Klam­perspad. Dat gebouw was in 1937 gebouwd ter gele­gen­heid van het 50-​jarig bestaan van Albert Heijn en is nu nog het enige gebouw van AH dat er aan de Oost­z­i­jde staat. Het was overdag een kan­tine en op andere tij­den wer­den er aller­lei aktiviteiten in gehouden; maanda­gavond tafel­ten­nis, dins­da­gavond judo, uitvo­erin­gen van de har­monie van AH, ontspan­ningsavon­den. Er kwa­men aller­lei mensen en wij moesten dan net­jes kun­nen praten.

marie1Foto: Klam­per­straat.
Thuis moesten we net­jes Ned­er­lands spreken; geen skool, maar school, geen koekie, maar koekje. Mijn vader wilde er nog wel eens een Zaans woord tussendoor gooien en dan had ie m’n moeder op de kast. Dan zei hij, “nou geef mai den maar een flip­pie met kees.” Dat was een wit bol­letje met kaas. Nu merk ik dat er toch wel echt Zaanse uit­drukkin­gen bij waren, maar dat wis­ten we toen niet.
Boven de hoofdin­gang van het gebouw was de dienst­won­ing waar wij woon­den Als kind was dat wel heer­lijk, je had altijd reur­ing om je heen. Je was altijd onder de mensen en gelukkig was ik geen ver­legen kind. Als meisje met vlechten (stren­gels noem­den we ze) mocht ik de koffie bij de direc­tie bren­gen als die aan­wezig was op avon­den van Albert Heijn. Dat was best leerzaam en ook wel een beetje spannend.

Mijn vader was katholiek en m’n moeder doops­gezind. We gin­gen naar de Boni­fatiuskerk in de Oost­z­i­jde. Op school ging ik eerst bij de non­nen, toen naar de Boni­fatiuss­chool die toen aan het eind van de Peper­straat stond. Boneschool noem­den we die. Toen naar de katholieke ULO. Dok­ter Smit, onze huis­arts, zag mijn rap­port eens toen ik m’n huiswerk zat te maken en op een gegeven keer zei hij tegen m’n oud­ers “je moet die meid naar de HBS sturen.” Ik had ook altijd goeie rap­porten. Ook de heer F. Sick­ing, de zan­gler­aar van mijn vader, had dat advies gegeven.

In het ontspan­nings­ge­bouw van Albert Heijn wer­den de oud­er­avon­den van het Lyceum gehouden, dus heeft m’n vader op een keer met de rec­tor Dhr. Oost­er­huis gespro­ken. Nou ja, ik mocht van de tweede van de ULO naar de tweede van de HBS. Ik heb er ste­vig voor moeten knokken want dan merk je dat je uit een heel ander milieu komt. De kinderen die toen de HBS vol­gden waren kinderen van de dok­ter, de notaris, de burge­meester en ze had­den oud­ers die kon­den helpen als er een keer een prob­leem was met huiswerk. Als ik ergens mee zat hielpen ken­nis­sen die wat verder had­den geleerd.

marie2Het was voor m’n oud­ers een behoor­lijke opgave want het eerste boeken­pakket kostte ruim twee week­lo­nen. Er werd niet over geld gespro­ken maar ik realiseerde me wel dat het veel van ze vergde. Dus ik heb hard gew­erkt en het in één keer gehaald. 1957 ein­dex­a­men. In die tijd had ik al belang­stelling voor taal en dat heeft me ook nog gered van de derde naar de vierde HBS. Dus ik deed HBS-​A. Van verder leren was geen sprake in die tijd, studiebeursen waren er niet en ik had een vriendje, dus heb op de Han­del­savond­school enkele praktijkdiploma’s gehaald. Han­delscor­re­spon­den­tie en talen. En daarmee heb ik in de prak­tijk gew­erkt op kan­toor bij de LUM in Krom­me­nie, de Linoleum­fab­riek, op export.

We spraken, zoals gezegd, thuis net­jes Ned­er­lands, maar ik besefte toen niet dat wat vader er zo af en toe tussendoor gooide echt Zaans dialect was. En toen ik in aan­rak­ing kwam met de dis­ser­tatie van dr. Boekenoogen (1) , uit­gave van 1971 door Klaas Woudt, herk­ende ik de taal. Bij de geboorte van m’n eerste kind vertelde mijn moeder dat heuglijke fei taan haar moeder die, zoals ze op z’n Zaans zei­den ‘puur zoineg lag’ en een week later over­leed. Die oma zei toen: “oh waif, is ut ’n lief pop­pie?” Ik dacht eerst dat het een koos­naam­pje was, maar Boekenoogen leerde me dat het echt een dialect­wo­ord was. Ook in Pan­nekeet (2) stond dat. Pop­pie is dus Zaans en West­fries. Door die boeken herk­ende ik woor­den als mallepetote’ (frat­sen) zoals m’n vader wel eens zei.

marie3Ik heb van Klaas Woudt een aan­tal lezin­gen geho­ord en bij de heruit­gave van de dis­ser­tatie van Boekenoogen in 2004, t.g.v. het 100 jarig jubileum van de eerste uit­gave, zou er een Zaans dictee wor­den gehouden. Ik heb toen laten weten dat ik mee wilde doen en omdat ik in de gemeen­ter­aad zat, kwam ik bij de groep ‘promi­nen­ten’ terecht. Het werd gehouden in de Ver­man­ing in de West­z­i­jde en daar kwam ik ‘James’ Jaap de Vries tegen, voor­ma­lig ler­aar Engels van het Lyceum. “nou waiffie ik hew jou nog in de klas ehad”. Leuk hoor als je 65 geweest bent en nog een oud-​leraar tegenkomt. Later bleek dat hij nog min­der fouten had als ik, maar ik was de beste van die ‘promi­nen­ten’. Ik had 16 fouten, maar er zaten natu­urlijk instinkert­jes in. Het was geschreven door Klaas Woudt en Gé Kooi­j­man, oud docent van het lyceum, las het voor.

Foto: Gé Kooi­j­man en Marie Kleij tij­dens de his­torische markt.

Met een paar mensen hebben we een sticht­ing opgezet om elk jaar een Zaans Dictee te houden. Maar het zijn er maar vijf gewor­den. Het prob­leem was dat de belang­stelling ver­min­derde en je moet er toch altijd een pro­gramma omheen realis­eren. Om die bijeenkom­sten aan te kondi­gen schreven we dat in het Zaans en zo zijn de eerste Klei­doiffies ontstaan.

Van de krant kreeg ik toen de vraag of ik niet wat meer stuk­jes wilde schri­jven. Dat deed ik dan op vri­jdag met een terug­b­lik op de actu­aliteiten van de week ervoor. Twee jaar gele­den vroe­gen ze of niet dagelijks wilde schri­jven en dan wat Zaanse woor­den willen behan­de­len. En dat lukt nog steeds.

marie4Van die eerste peri­ode is er in okto­ber 2011een boekje uit­gegeven door Sticht­ing Zaans Dictee. Er zijn 600 exem­plaren gedrukt en verkocht, maar nog steeds wordt er naar gevraagd.

Et had nag puur wet om et laif, maar nou benne me toch bar groos det et boekie met Klei­doiffies klaar is. Ik loop temet van grozeghaid te water’’, zei ze toen het boekje er ein­delijk was. In zo’n terug­b­lik kon ik soms ook wel wat com­men­taar lev­eren en de herin­ner­ing natu­urlijk. Dat is wel belan­grijk in die stuk­jes. Ik zal een voor­beeld geven over de Ros­molen­bu­urt:
9 april 2008 –„Ze ver­di­ene een boo­gie. Det skraif ik zo altemet deres over de vrai­wul­legers in onze streek. Maar iemesweek hewwe me leze kenne wet of Bert en Rini Glim in de Ros­molen­bu­urt op Zedam al puur zo’n taidje oitvor­reke voor de vaifen­vaiftegplussers deer. Zuks ken je raik noeme. Et leuke is det je met zo’n achter­naam zek­ers altemet effies glumme moete. Filse­teerd mense, det jol­lie zo ors op de foto stinge. De ouwere loit­jes in de Ros­molen­bu­urt kenne groos weze det ze deer wone”.

Je moet er wel een bepaalde leeftijd voor hebben om je zaken van vroeger te kun­nen herin­neren. Zoals vorig jaar was er dat toneel­stuk over de VIVO bij St. There­sia. Wij ken­nen zo’n oude buurtwinkel niet meer, alleen nog de fam­i­lie Lan­ge­laar aan de Ros­molen­straat, schit­terend! Maar toen had je VIVO, SPAR, de Een­heid enz. De waarder­ing voor dat oude komt met de jaren. Mijn kinderen, halver­wege de veer­tig, zeggen nu al dat ik din­gen moet bewaren. Ze kri­j­gen er een beetje belang­stelling voor. Door in de streek te bli­jven wonen waar je geboren bent krijg je steeds meer waarder­ing voor het verleden. Zaan­dam was een dorp, je bleef zo’n beetje in je buurtje. De There­si­aspeel­tuin was de grens waar ik van het Klam­perspad (zie foto onder) mocht komen als kind. Ik had een klasgenootje in de Aca­ci­as­traat, bij het Weer­pad en dat was het einde van Zaan­dam. Ik ben er wel eens geweest maar het was wel erg ver. Het ging alle­maal lopend natu­urlijk. Alles was nog klein en vertrouwd. De onder­linge ver­schillen speelden alleen een rol in de verkiezingstijd.

marie5Dan zag je de bor­d­jes en posters ver­schi­j­nen, maar men ging natu­urlijk gewoon met elkaar om als buren. Vader vertelde ons ook dat we geen onder­scheid moesten maken. Er schiet me nog iets te bin­nen. Ik weet nog dat ik bij een vriendin­netje op haar ver­jaardag was en een boter­ham­metje bleef eten, dat ze even stilte hielden. “Jij ken er ook niks an doen dat je katholiek ben”, zei­den ze dan. Schit­terend hè. 11 okto­ber is ze jarig, we sturen elkaar nog elk jaar een felicitatiekaart.

Dat Klam­perspad was zo’n klein padje, dat doo­d­liep op het land van Mid­del­hoven, daar kende ik alle buren, ik weet er nog de namen van. We kwa­men niet altijd over de vloer, maar waren er wel voor elkaar. En wij had­den tele­foon omdat het een bedri­jfs­won­ing was; dat was soms wel makke­lijk met ziekte en zeer in de buurt. Het was een gezel­lig buurtje en ik zou niet weten wie er kerke­lijk of ‘niks’ was en wie niet.

Alles wat werke­lijk fam­i­lie was zag je niet elke week, maar die andere ‘ooms’ en ‚tantes’ op het pad wel. Op het pad woon­den tante Lenie en ome Jo. Toen mijn moeder van een honger­tocht naar de Wieringer­meer met dif­terie terugk­wam, moest ik het huis uit van­wege besmet­tings­gevaar en toen heb ik zes weken bij ome Jo en tante Lenie gewoond.

marie6Op de HBS in die tijd kreeg je wel wat mee van standsver­schil. Ik zat op dansles bij Diederich Hoorn. Dat kostte 1 gulden en die had ik ver­di­end bij de privébib­lio­theek van drukkerij Smit (foto) op de Zuid­dijk met de boeken weer op z’n plaats zetten. Ik kreeg daar­voor f 1,75. Het was een dijkhuis en bene­den was de drukkerij en de bib­lio­theek, niet zo groot hoor. Meestal streekro­mans. Hij zong o.a. bij Klein Man­nenkoor ‘de Zaankan­ters’ en van daaruit kenden mijn oud­ers hem.

Bij Diederich Hoorn had­den we een paas­bal en dan was het leuk als je wat nieuws had om aan te trekken. Ik had bij Hollink, toen ik moest wachten voor de brug, een jurkje gezien en gevraagd of ze dat even wilden bewaren. Van mijn moeder mocht ik hem kopen en ik was er zo trots op. Een meisje zei toen op het bal: “zo heb je je zomer­jurk alsvast aangetrokken?”. Ik was daar zo door beledigd. Ik noemde haar gelijk een kouwe kak VVD-​griet. Ik nam me voor om mensen die het wat min­der hebben te helpen, als ik daar­voor het tal­ent zou hebben.

Ik heb jaren­lang in het bestuur van de sticht­ing gezeten wat nu de SMD is. Vroeger waren er in alle Zaange­meen­ten klub­jes voor dien­stver­len­ing aan oud­eren enz. en met de tot­stand­kom­ing van Zaanstad, moesten al die groepen samenkomen tot één organ­isatie. Dat werd de Sticht­ing Dien­s­ten­cen­tra Zaanstad. En ik werd gevraagd en werd sec­re­taris, Wim Happé, de laat­ste burge­meester van Assendelft werd voorzit­ter. Eerst was dat een super groot bestuur want elke organ­isatie of deel­ge­meente wilde er iemand in hebben. Zo maakte ik ken­nis met Klaas Woudt die zat er in via de Kruisv­erenigin­gen, Sticht­ing Dienstencentra.

Later is het Maatschap­pelijk werk erbij gekomen en slachtof­fer­hulp en de Soci­aal Raad­slieden. Groter en groter en groter, zo gaat dat, of het effi­cien­ter is laten we maar in het mid­den. Ik heb die bestu­urs­funk­tie zo’n 15 jaar gedaan.

Ook in het bestuur van de Zaanse Molen en voor Char­i­tas van de parochie in Koog aan de Zaan. Al die activiteiten zijn blijk­baar niet onopghe­merkt gebleven en ik werd uitgen­odigd om op de verkiez­ingsli­jst van de PvdA te komen. In 1986 kwam ik op nr. 22 van de kan­di­daten­li­jst met het idee het van de zijlijn aan te kijken. Met een grote score kreeg de par­tij 18 zetels in de gemeen­ter­aad; iemand bedankte en ik werd reservekan­di­daat. In 1989 was het zover en ik werd beëdigd door Hans Ouw­erk­erk die overi­gens z’n ambts­keten niet om had. Dat heb ik ‘m ook ver­weten, ik vond dat niet passen bij de gelegenheid.

Ik ben nooit een echt poli­tiek dier geweest. Wel duidel­lijk geweest over wat ik van de din­gen vond, maar nooit zo om iemand nog eens een sneer na te geven, zoals je wel eens ziet. Daar is ken­nelijk ook behoefte aan; een volksverte­gen­wo­ordi­ger die er voor de mensen is, die met ze spreekt en daar heb ik wel suc­ces­jes mee gehaald. Eerst vooral met Welz­ijn en later ook met Volk­shuisvest­ing, Bouwen en Wonen en ook monumenten.

marie7Foto: Hier samen met weth. Lin­nekamp bij de start van een jon­geren­pro­ject. raad­slid Marie Kleij achter Lin­nekamp.

Inver­dan begon toen een beetje vorm te kri­j­gen. In het begin zag ik het niet zo, hoewel, als je het sta­tion uitk­wam kreeg je wel het idee dat er iets opgek­napt moest wor­den. Om het maar zacht­jes uit te drukken. Archi­tect Soeters was toen al in beeld en wij, de raad­scom­missies, hebben met hem een aan­tal plekken bezocht waar die ideeën al uit­gew­erkt waren zoals in Nijmegen. Ook het Javaei­land met de kun­st­matige grachten. Zo krijg je toch wel een beeld van hoe het kan wor­den. In 2006 ben ik gestopt met raad­slid zijn. Van­wege m’n leeftijd wilde ik niet nog een keer 4 jaar meedoen.

De West­za­anse Gemeen­schap vroeg mij om voorzit­ter te wor­den. Een prachtig werk met al die vri­jwilligers samen. Dat heb ik met veel plezier zes jaren gedaan..

Met Klei­doiffie hoop ik nog een tijdje door te kun­nen gaan. Reac­ties van lez­ers geven me ook inspi­ratie, dus de mensen van de Zuid­kan­ter wor­den er graag bij uitgen­odigd te reageren.

1.Gerrit Jacob Boekenoogen (Wormerveer, 18 april 1868 – Lei­den, 26 augus­tus 1930) was een taalkundige die een Zaans woor­den­boek publiceerde.

2. Pan­nekeet, Jan (19252002) Gepro­moveerd tot Doc­tor in de let­terkunde. Samen­steller van het West­fries Woordenboek.


Nog meer Zaanse taal lezen?

Klei­doiffie verte­gen­wo­ordigt het Zaans op Dialectendag in Obdam.
Bron NHDag­blad, 14 maart 2010

Marie Kleij, de colum­niste Klei­doiffie van Dag­blad Zaanstreek, verte­gen­wo­ordigt het Zaanse dialect op de Noord­hol­landse Dialecten­mid­dag. Deze mid­dag had plaats in dorp­shuis De Brink te Obdam in West-​Friesland.
Klei­doiffie gaat met Gé Kooi­j­man, die jaar­lijks het Zaans dictee voor­draagt, in het Zaans in gesprek. Op deze dialecten­mid­dag zijn ook optre­dens in het Wier­ings, Huiz­ers, Tex­els, Egmonds en West­fries. De dag is geor­gan­iseerd door de Dialecten In Noord-​Holland groep.

Der benne puur wet loit­jes die aardeghaid hewwe in de geskiede­nis van hul­lie aige streek­taal, zoas wai in ons Zaans. En in et hele land hejje zukke klup­pies zam­maarzegge die met mekan­der de aardeghaid der in houwe. In et Oost-​Gelders skraive ze ‘ik schrieve, zo’k ’t praoten van Moeder heb eleerd’ Bai ons in Noord-​Holland benne ze der ok drok mee. En zodoende ken­neme jol­lie een nuuwtje vertelle:

In 2010 houe ze een dialectemid­deg in De Brink, Dorpsstraat 155, 1713 HE, Obdam. Et is de eerste keer det ze zuks doene en je ken der makkelek komme, met et spoor en de bienewage ( vaif menute bai et spoor vedeen) en je kenne je kartje ok goed perkere gen­eve De Brink.

Wet kejje deer nou hore en bekaike? Nou ze doene altemet wet aars: Oit­sprake en teneel­speul­ders in dialecte en ok wel met meziek. Wai van de Zaanse Skraiverai benne der ok: Gee Kooi­j­man en Merie Kleij, oftewel Klei­doiffie, doene een dialoog, zoas zuks hiet, ‘Beurze en Besk­ouwelekhaid’. Alle­gaar kouwe­gat­jesvoelderai vezellef, maar je kenne der ket mee hewwe en nag wet opsnukkere. Maar et is niet alle­gaar flauwekul vezellef. Der is een mevrouw Mathilde Jansen van et Meertensin­sti­tuut, die et ien en et aar onder­zoekt as et om dialecte gaat. As je et main vrage, gaat ze ok opneme wet der alle­gaar oite­sproke worre zel. En der benne den ok are optred­ings van dialect­groepe in et Wier­ings, Huiz­ers, Tes­sels, Egmonds ( Derps) en West-​Fries. Ze besloite den met een optred­ingk van meziek­groep ‘de West­friese Deurloupers’.

Hoe laat? As je om 13.15 uur komme is der een bakkie koffie (gien rut­teltje) met West­friese krentemik.
Ze beginne om 13.30 uur en om 16.45 uur braie ze der een end an.
Zo hejje een raike mid­deg voor € 5. – .
Ze wulle wel effies wete of je komme.
Op zo menier per­bere me messe alle de dialecte in Noord-​Holland lev­endig te houwe.

Joomla tem­plates by a4joomla