Jetty Tauwnaar
Van onze redactie, Ruud Meijns.
Juliette (Jetty) Tauwnaar werd op 28-02-1950 in Paramaribo, Suriname, geboren. Ze was de oudste in het gezin dat uiteindelijk 8 kinderen zou tellen. In 1966 overleed haar moeder bij de bevalling. Ze was toen zestien jaar en volgde de MULO. Als mannen, met een gezin, alleen komen te staan moet er meestal hulp van buiten aangetrokken worden. In dit geval was het een tante die voor de kinderen zorgde als vader naar z’n werk ging. Het jongste zusje werd toevertrouwd aan een kinderloze tante die in Nederland woonde. Haar vader stuurde ook de drie jongste meisjes nog naar Nederland. Toen hij een andere vrouw leerde kennen veranderde de situatie drastisch. Jetty was al verloofd en ging met 21 jaar het huis uit.
Naast MULO had ze het Handelsschool diploma gehaald en werkte bij de O.R.G Vervuurts Banking Corporation als administratief medewerkster. Haar man werkte als leraar wiskunde en Duits in het onderwijs. Omdat ze beiden een goede baan hadden kochten ze een perceel en lieten er een huis op bouwen. Het echtpaar kreeg drie kinderen.
Na een vakantie in Nederland kwam haar man terug met het voorstel te emigreren. Dit voorstel overviel Jetty nogal. Een carrière van elf jaar bij de bank geef je niet zomaar op. Bovendien was haar vader ziek en hulpbehoevend. Uiteindelijk besloten ze in november 1979 met de kinderen te verhuizen naar Nederland.
De eerste maanden werden ze door familie in Amsterdam opgevangen. Haar man had na een week al een baan als leraar wiskunde en Duits bij de Cor Kakesschool in Zaandam. Kort daarop kregen ze een woning in de Brandaris. De oudste kinderen gingen naar Christelijke Basisschool De Loopplank en de jongste naar een crèche.
Na een jaar thuiszitten had ze daar genoeg van en ging op zoek naar een baan. In januari 1981 kon ze als administratief medewerkster aan de slag bij de Stichting Surbeza, Stichting Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse belangen Zaanstad.
Maar met een volledige baan moet er veel georganiseerd worden. In deze nieuwe situatie kreeg ze steun van haar schoonvader die een jaar verlof had en bij hen inwoonde. Haar oudste dochter kreeg een huissleutel en de verantwoordelijkheid om de kinderen van school mee naar huis te nemen. Ze nam vaak meer kinderen, die op dezelfde galerij woonden, mee naar huis van school. Omdat haar man op school wisselende uren had kon hij af en toe de kinderen tussentijds opvangen.
Op haar werk was ze het centrale punt waar alles, wat de organisatie betreft, binnen komt en uitgaat. Zo leer je goed waar je voor werkt. Ze zag ook goed waar nog antwoorden nodig waren op vragen van inwoners van Zaandam/Zaanstad. De vragen en behoeften van de mensen is altijd haar drijfveer geweest in het werk.
Als Surinaamse is de emancipatie van de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap een belangrijke oriëntatie in haar werk geweest. Het was in een periode dat het voor de klanten van Surbeza moeilijk was om de vooroordelen die er t.o.v. hen bestonden te overwinnen. Hoeveel je ook gestudeerd had de kans was heel groot dat je achter in de rij kwam te staan bij sollicitaties. Dat was met name voor vrouwen het geval. De lopende band was als het ware het maximaal haalbare. Jetty volgde, in haar vrije tijd, trainingen, cursussen waardoor ze beter zicht kreeg op wat er nodig was om mensen vooruit te helpen. Ze leert tevens de vaardigheden om dat in de praktijk toe te passen. Naast haar werk bij Surbeza, nam ze vrijwilligerswerk op zich bij de organisatie van Surinaamse vrouwen Wan Prakseri ( Eén Gedachte).
Dat was met een gezin veel georganiseer. Van het werk naar huis, eten verzorgen en dan weer aan de gang als vrijwilliger. Maar iedereen in het gezin had een taak. In 1986 kwam het tot een breuk met haar man. Naast zijn werk als docent was hij ook muzikant die vele weekeinden met zijn orkest door het land toerde. In die zin kwam veel op haar schouders neer en er komt een moment dat er keuzes gemaakt moeten worden. Met behulp van haar zusjes heeft ze zich door deze moeilijke periode heen geslagen. Overigens heeft ze nog steeds een goede verstandhouding met haar ex-man.
Zoals gezegd heeft ze bij Surbeza het vak leren kennen. De organisatie groeide en dan komt er een moment dat er gereorganiseerd moet worden. In haar tijd werd er nog op een IBM getypt en werd er nog gestencild. De driemaandelijkse krant “Kondreman” werd helemaal zelf in elkaar gezet en gestencild. Ze herinnert zich wel de momenten dat je onder de inkt thuis kwam als het allemaal niet zo vlot verliep met zo’n machine.
Alles moest professioneler, ook de subsidie van de gemeente werd anders opgezet en Surbeza werd een overkoepelende organisatie. Het maatschappelijk werk werd ondergebracht bij MADI (Maatschappelijke Dienstverlening). Van de Wilhelminakade verhuisde ze naar Trefcentrum Famiri, het Surinaams en Antilliaans Ontmoetingscentrum in de Vinkenstraat in Zaandam. Het gebouw is enige jaren geleden afgebroken.
Daar blijft ze haar administratieve werk voor de aangesloten groepen doen. In plaats van dat elke groep apart subsidie kreeg, werd nu het geheel gesubsidieerd. Hier kreeg Jetty te maken met de vele aspecten van het sociaal cultureel werk. Ze was betrokken bij de organisatie van Surinaamse vrouwen, het Buitenlands Vrouwenoverleg, bij het Comitee Waakzaamheid Racisme. Surzaan was een voetbalvereniging die als organisatie aangesloten was bij Surbeza. En dan had ze nog haar vrijwilligerswerk in de avonduren.
Na weer een re-organisatie kreeg ze door toedoen van de toenmalige wethouder Brinkmanhet aanbod om van Surbeza over te steken naar de Stichting Welsaen, waar ze weer als administratieve kracht aan het werk gaat. Maar het uitvoerend werk blijft haar aandacht houden. Ze werkte op een aantal locaties in de Zaanstreek. Een vaste plek waar je kunt groeien in het werk had toch haar voorkeur en dat resulteerde in een aanstelling als assistent Beheerder van het Buurtcentrum De Poelenburcht.
Foto: Wethouder Ton Brinkman(links) in gesprek in buurthuis de Poelenburcht.
Ze weet inmiddels wel hoe een organisatie als deze het beste tot z’n recht komt. Afspraken maken en op papier vastleggen. Dan is het duidelijk voor iedereen. Vooral de vrijwilligers hebben duidelijkheid nodig, die moeten weten waar ze voor staan. In 2010 werd ze aangesteld als beheerder van buurtcentrum De Poelenburcht.
Door haar enorme ervaring wordt er natuurlijk vaak een beroep op haar gedaan en daar heeft ze heel graag gehoor aan gegeven. Zozeer zelfs dat haar verdiensten voor de samenleving in het jaar 2000 resulteerde in een Koninklijke onderscheiding.
Jetty is altijd christen geweest en is dat nog. Ze heeft haar kinderen ook christelijk opgevoed. Maar voor haar is het meer dan een kerk; het is een gemeenschap waar de sociale contacten goed tot hun recht komen. Je bent niet alleen. Ze zet zich in voor het werk van de Evangelische Broedergemeente waarvan ze lid is. Ze was secretaris van de Raad van Bijstand en van de Oudstenraad van de Broedergemeente. In Suriname is de Broedergemeente de grootste kerk van het land.
Maar nu is ze met pensioen. Niet dat ze stil zit. Kort geleden opende ze nog een tentoonstelling over de afschaffing van de slavernij in buurtcentrum De Poelenburcht. En de belangen van vrouwen blijft haar aandacht houden.