Ben Bonte
Bron: Zaanse Wijken, Zaandam-Zuid, 5 mei 2010
Als je je leven lang al op het Hanenpad woont, dan heb je wel wat te vertellen.
“Zo’n 17 jaar geleden is er een reünie geweest van alle bewoners van het Hanenpad, daarvoor heb ik een heleboel informatie gezocht over het Hanenpad en de omliggende straten”, verhaalt de 69-jarige Ben Bonte, nog steeds woonachtig op de grond waar hij is geboren.
“Eerst stonden er molens, zoals de Star uit 1696 die in 1731 is verbrand, de Offerande van 1766, gesloopt in 1755 en molen de Koekoek uit 1764 van de familie De Haan, rond 1700 de eerste bewoners van het Hanenpad. In 1769 heeft de Visscherman er nog gestaan en de Stuurman van de familie Latenstein naar wie de straat is vernoemd.
“Maar ook de Morgenster uit 1880 die ook is verbrand en de Jonge Arnoldus van 1895 die ten zuiden van de Hanenpadsloot stond. Tot slot waren er molen De Vrede, een houtzaagmolen en ten zuiden van het Hanenpad stond de Traanroeijer, deze is later op Texel herbouwd.”
Een hele geschiedenis kan Ben Bonte vertellen over het Hanenpad waar hij zijn leven heeft doorgebracht. Langzamerhand komen ook de streken die hij als klein jongetje heeft uitgehaald ter sprake.
Ben vertelt met glimmende ogen over het panopticum.
“Ik zal een jaar of dertien zijn geweest. Op de Zuiddijk woonde ‘Pikkie’ Fris, ik weet niet eens zijn echte voornaam. Altijd getooid met een bolhoedje; zijn hoofd was daaronder kaal en spierwit, een klein mannetje die met zijn moeder woonde. Op de dijk hadden ze een winkel, een galanterie. Daar hadden ze ‘cent van ‚t blad’. Voor een cent kon je een
gelukskaramel kopen, soms won je een prijs; een piktol of een tweede stukje karamel.
In de zomer stond Pikkie met zijn panopticum op de kermis. Midden op de Gedempte Gracht lokte hij de mensen naar binnen. Buiten stond een ijsbeer met zijn bek open geflankeerd door twee mooie vrouwen, ik zie het nog zó voor me. Ik was nog te jong om naar binnen te mogen maar ik was een flinke jongen en met een pofbroek aan kwam ik er toch in.” Ben Bonte grijnst bij de herinnering aan de kermisattractie die niet voor zijn ogen bedoeld was. “Binnen lagen en stonden de onderste helften van vrouwen en mannen, daarop was haar geplakt om het echter te laten lijken. Een soort seksuele voorlichting, toen heette dat venerische ziektes, nu spreken ze over SOA. Die onderdelen werden in de winter ergens op een zolder van een pakhuis opgeslagen.
Henk Waerts en ik hebben daar als een stelletje opgeschoten knullen veel lol aan gehad.
We haalden de onderdelen uit het pakhuis en gingen ermee de dijk op. Totdat Pikkie werd gewaarschuwd, dan was het rennen geblazen. Straf heb ik er nooit voor gehad, ik denk dat Henk zijn vader, die de zolder verhuurde aan Pikkie, ook wel in was voor een geintje.”
Waar Pikkie is gebleven is onbekend en een kermiskraam met dergelijke voorwerpen is in deze tijd volledig ondenkbaar geworden.
Ben Bonte: 22 08 1930 Zaandam — 19 11 2020 Zaandam.