Mevr. Anne Nieuwburg
Van onze redactie, door Ruud Meijns
Een leven in de schijnwerpers. In gesprek met Mevr. Anne Nieuwburg.
Zo rustig als ze nu op de bank in haar kamer in het Mennistenerf zit was ze beslist niet als ze met haar zus in de nok van het circus aan de trapeze hing. Die heftige tijden zijn nu voorbij. Met haar 40e jaar nam ze afscheid van het circusleven en het variété.
Mevr. Anne Nieuwburg, geboren 23-03-1931, in het ziekenhuis in Utrecht omdat er in de gemeente Zeist, waar de familie woonde, geen ziekenhuis was. Ze kwam uit een gewoon burgergezin, haar vader werkte als toneelmeester in theaters in Utrecht en Zeist. Zijn grote passie was het circus en hij hoopte dat zijn kinderen daar ooit werkzaam zouden zijn. Al snel werden de kleintjes getraind in zingen, accordeon spelen en tappen (tapdansen) en dan af en toe werd er opgetreden voor amateurverenigingen. In het gezin waren drie dochters, maar alleen de oudste twee, Coby en Anne, hadden er lol in. Maar als er een foto van de zusjes in de krant kwam waren ze natuurlijk wel trots. Het studeren stond ze wel wat tegen want veel buiten spelen was er niet bij.
Op de foto rechts, staan ze, nog heel jong als accordeonisten bij een amateurgezelschap.
Vader begon toen ze drie was al met rekken en strekken. Maar ja, als kind wil je spelen en niet dat hij je benen uit elkaar rukte en elke dag een stukje verder. Dan zei hij wel “een klein stukje verder al doe je maar een centimeter. We doen het nog één keer”. Dan zei m’n zuster wel “hij blijft maar aan de gang”. Dan zei ik weer, “ach laten we het maar doen dan zijn we er weer vanaf”. Dan moest je die spagaten doen en dat is allemaal rekwerk. Het is het beste om dat te doen als je jong bent en alles nog in de groei is. Maar we hebben wel gejankt hoor, dat vergeet je nooit meer. Toen ze wat ouder waren, met 6 jaar, begon de echte acrobatische training want vader wilde zo de kans om in het circus te komen vergroten. Maar dat ging nogal eens met pijn en huilen gepaard. Uiteindelijk vonden we het wel prachtig. Vooral als er dan een stukje in de krant van je kwam. Moeder vond het niet zo prettig, ook het trainen niet. Ze is ook nooit mee geweest naar optredens of naar het circus. In Zeist zijn de meisjes nooit naar school geweest, vader gaf ze zelf les. Het echte leren kwam pas toen ze aan het circus verbonden waren. Met het circus reisde ook een schoolmeester mee die de jongsten les gaf.
Het circus begon toen ze 14 of 15 jaar oud waren. Het gezin was toen al uit Zeist vertrokken naar Amsterdam. De hoofdstad was belangrijk omdat daar de artiestenbeurs in de Nes was gevestigd. Daar ging je heen om je act te verkopen en contracten binnen te halen. Ze waren nog minderjarig dus vader was degene die de contracten afsloot en zijn handtekening zette. Om meer kans te maken moesten ze de hoogte in vond vader; de trapeze. In de synagoge aan het Waterlooplein vonden ze gelegenheid om in de hoogte te trainen (zie foto). Daarvoor mochten ze gebruik maken van een toestel van het circus dat in de koepel van de synagoge werd opgehangen Als je iets wilt bereiken in het circus moet je steeds nieuwe acts uitdenken want anders boeken ze je niet meer.
Het seizoen liep van april tot oktober. Dan trokken ze met het circus, in een caravan, het land door. Van de ene plaats naar de andere en in de winter woonden ze thuis in Amsterdam. De winter werd ook gebruikt om in het variété te werken; in de nachtclubs. Geen trapezewerk, maar een acrobatennummer. Haar moeder ging nog nooit mee. Ze vond het niks om in zo’n wagen te moeten wonen, maar m’n vader vond het prachtig. Hij had ook altijd tegen z’n dochters gezegd als je wilt trouwen moet je iemand uit het artiestenvak kiezen. Maar ja, de liefde kiest z’n eigen weg. Er was een leuke knul, Ben, die als knecht bij het circus werkte en hielp bij het opbouwen. Ondanks de waarschuwing van vader gebeurde het toch; toen begonnen de moeilijkheden.
Pa wilde wel z’n toestemming geven, maar dan moest de aanstaande wel het vak leren om zo met z’n drieën verder te gaan. Gelukkig zag hij er wel iets in. Vele jaren later gaf vader, hij was toen achter in de vijftig, het stokje over. Hij vond toen dat Ben genoeg gezien had hoe het in het circus werkte om zelf de contracten af te sluiten. Vader ging toen niet meer mee op tournee en pakte z’n oude val van toneelmeester weer op, zodat hij toch nog tussen de artiesten kon werken.
Op de foto Coby, Ben en Anne.
Maar met het huwelijk komen ook de kindjes. Toen ze zwanger was heeft ze nog tot drie maanden voor de bevalling gewerkt. Ze was 21 jaar toen ze van haar eerste beviel. Gelukkig was haar moeder zo goed om de eerste tijd op het kind te passen tot duidelijk werd hoe het komende seizoen eruit kwam te zien. Daarna gingen de kinderen gewoon mee op reis. Ze is moeder van drie jongens. Een van de jongetjes is op zes-jarige leeftijd overleden tijdens de polio-epidemie in 1956. Hoewel hij ingeënt was kreeg hij het toch en raakte totaal verlamd.
Als je ingeschreven stond bij de Artiestenbeurs zorgde die voor de contracten niet alleen in Nederland maar ook voor andere landen. Zo hebben ze veel in het buitenland opgetreden. Heel Europa zijn ze doorgetrokken; Frankrijk, Spanje Hongarije, Duitsland, noem maar op. En als er problemen waren met contracten kon je altijd voor hulp bij de beurs aankloppen. Je kon je daar ook verzekeren tegen ziekte en zeer. Maar een contract is een contract. Je kon dus niet zomaar zeggen dat je je niet lekker voelde en maar thuis bleef. Altijd doorgaan, hoe slecht je je ook voelde.
In de wintermaanden was het variété; Rembrandtsplein en Leidseplein. In de nachtclubs werkten ze dan voor de pauze rond een uur of tien het eerste deel af en dan veel later het tweede deel. Het werd dan zo laat dat ze niet meer alleen over straat naar huis durfden. Dus was haar man elke avond de klos om ze op te halen.
Trapeze, hoog in de circustent kent zo z’n gevaren. Het was tijdens een zomer waarin het heel warm was. Ze hadden zich goed voorbereid en van alles gedaan om glijden, door het zweten te voorkomen. In die tijd werd zonder net gewerkt. Dat werd Ben fataal. Hij stortte tijdens een optreden naar beneden. Brak z’n rug op vele plaatsen en heeft een jaar lang in het ziekenhuis in het gips gelegen.
Maar ja; the show must go on. De contracten waren getekend en er moest worden opgetreden. Gelukkig had Coby kennis aan een Engelse collega, die ook trapezewerk deed, die wel wilde invallen voor Ben. En zo werden de resterende drie maanden tot oktober afgewerkt. Nu zul je niemand meer zonder net zien werken, maar dat was toen juist de sensatie. Na dat ongeval heeft hij het trapezewerk nooit meer kunnen doen. Hij deed mee aan de nummers voor de pauze en na de pauze deden de twee zusjes de act. Anne haalt uit een grote envelop nog een artikel van een grote krant waarin het hele verhaal van de val van haar man beschreven wordt.
Je moet in dit werk volledig op elkaar kunnen vertrouwen en goed opletten want je weet dat er geen net onder je hangt. En toch is het gebeurd. Annie haalt een foto tevoorschijn. Soms hing Coby aan mijn tenen en we deden in de act onze schoentjes uit, voor de sensatie, dus het kan makkelijk gaan glijden.
Maar als je zolang met elkaar werkt hoef je niet veel te zeggen. Als hij me alleen al aankeek wist ik al dat er iets niet goed was. Je reageert heel snel op elkaar. Maar, zoals gezegd, je moet gedurende de act volledig geconcentreerd zijn en je niet laten afleiden.
Het werk was zwaar, want je hield soms wel twee mensen in de lucht. De dokter hier in het Mennistenerf heeft wel eens gezegd dat m’n rug een warboel is. Het is allemaal uit elkaar getrokken door die krachten die erop komen te staan. Ja, en aan een stokkie hangen is linke soep voor mijn zuster, maar ik hield het allemaal vast. En dan moet je bedenken dat ze nog in de rondte werd gereden door mij.
Als we naar het buitenland gingen deden we dat op eigen kosten, met de auto of met de trein. Daar hadden we ons ook voor verzekerd bij de beurs. We traden dan niet in een gewone circustent op maar in gebouwen zoals Carré in Amsterdam. Die werden dan zo omgebouwd dat je met pistes kon werken. Het waren allemaal vaste gebouwen. Maar ja, dan moest je zelf zorgen dat alle spullen bijv. in Hongarije terecht kwamen. We gingen meestal met de trein dan kon alles in een wagon.
In Nederland traden we altijd met circussen op. Drie dagen Breda en dan weer 6 uur rijden naar een volgende plaats voor een paar dagen. Het waren de grote circussen zoals Strassburger, Boltini of Renz. Bij Boltini hebben we wel drie jaar achtereen gewerkt. Dat was mogelijk omdat we elk jaar nieuwe trucs lieten zien. Je kunt niet elk jaar met hetzelfde aankomen. We traden toen onder de naam “De Benanco’s” op, van Ben, Anne en Coby en de AnCo’s, samengesteld uit onze namen. Als we dan arriveerden in een dorp of stad hield je een optocht om te laten zien dat we er waren. Dan moesten we met de optocht meedoen op een paard. Zo’n optocht, dat zie je tegenwoordig ook niet meer. Nou ik durf niet in de buurt van een paard te komen, maar m’n zus wel. Die heeft samen met de dochter van een paardendresseur nog meegedaan aan een paardennummer in de piste. Zij was de acrobate die op het paard sprong en allerlei acts uitvoerde terwijl het paard rond rende.
Toen de kinderen groter werden gingen ze mee op tournee en leerden ze wat in de circusschool, maar uiteindel zijn ze toch naar de gewone lagere school gegaan. Mijn man vond dat ze goed moesten leren voor hun toekomst. Maar het was wel eens lastig; als ze moest optreden zaten de kinderen in de loge met een oppas en als zij dan haar nummer kwam doen riepen de jongens keihard „Mamma”. Een van de jongens was eens zoek. Ze vonden hem onder het berenhok en die beer probeerde hem met z’n poot door de tralies te pakken. Gelukkig is dat niet gelukt.
Als je zo op reis bent mocht je nooit in je wagen blijven. De knechten die de tent ‚s nachts hadden afgebroken wilden dan nog wel eens een slaapje doen, maar dat mocht niet. Soms werd je langs de weg gezet door de politie voor controle.
Het variété was heel anders dan het circus, een heel ander milieu, vooral in die nachtclubs. Ik bleef altijd maar in de kleedkamer tot ik aan de beurt was en nam een boek mee. Als ik dan klaar was ging ik me snel omkleden en weg wezen. Maar ja, je verdiende er zo goed in. Ik kwam nooit boven. Ze hadden dat wel graag dat je aan de bar kwam zitten, dan kon je wat drinken en kreeg je er nog procenten voor betaald. Maar ik dacht altijd laat dat de danseressen maar doen want dat is mijn werk niet. Ze probeerden je het wel aan te smeren, maar m’n vader heeft daar altijd voor gewaarschuwd. Er werden ook wel invallen gedaan door de politie om te kijken of er geen minderjarigen in de clubs werkten. Die zaten meestal in de striptease. Ik heb in clubs gewerkt zoals Femina, Extase (zie foto) en het Rembranthof met het waerorgel. Ook nog een tijdje in Odeon, de bioscoop. Daar deed ik een pauzenummer.
Na de val van Ben zijn ze toch nog enige seizoenen doorgegaan maar uiteindelijk werd dat, ook met de kinderen te zwaar. Anne heeft het werk gedaan tot ze in de veertig was. Ze had drie kinderen en het werd haar te veel om dat samen met optreden te combineren. Met het ouder worden komen ook de onzekerheden. Angstig om helemaal naar boven te klimmen, sneller vermoeid, duizelig soms. Dat gecombineerd met een gezin, laat thuis en weer vroeg op, deed haar besluiten ermee te stoppen. Haar zus Coby is gelijkertijd gestopt. Ze is inmiddels overleden. Haar man Ben werkte in het oud-ijzer op het Waterlooplein en zorgde voor het inkomen. Er stond aan het plein een loods en hij deed de inkoop voor die zaak. Hij heeft dat tot aan z’n dood, in 2004, gedaan.
De Artiestenbeurs leeft nu nog een beetje voort want éénmaal in de twee weken komen oud-artiesten bij elkaar in De Nes om elkaar te ontmoeten, herinneringen op te halen en een borreltje te drinken.