Rie Beumer-Jonker
Door: Zaanse Wijken, Zaandam-Zuid 13 maart 2013
Zaanse wijken ging op de koffie bij de 84 jarige.
“Zo ben je een vrije vogel en ineens zit je in een kooitje”, dat zijn de woorden van Rie Beumer-Jonker; een uitzonderlijke vrouw.
Rie woont vanaf april 2012 op de 2e verdieping van Doopsgezind zorgcentrum Mennistenerf. “Het was in drie dagen beslist”.
Mevrouw Beumer, die van het ene moment op het andere aan de zorg was overgeleverd.
Een kwieke vrouw die tot haar tachtigste nog wekelijks achter de bar in sporthal de Struijck stond. “Ik was op weg naar de sporthal toen ik viel en met mijn onderarm tegen de tafelpoot kwam. Ik heb vier uur op de grond gelegen voordat er hulp kwam. Toen bleek dat hij op drie plaatsen gebroken was”.
Met de arm in het gips kon ze niets meer. Na twee weken ziekenhuis, belandde ze acht weken in Torenerf in Wormer. Daar mocht ze blijven, maar wilde wel graag terug naar Zaandam, waar alle familie en kennissen wonen.
”Ik word nu goed verzorgd, maar het was wel even wennen, vooral als je altijd een vrije vogel bent geweest. Op de fiets naar de stad en mijn eigen bedoeninkje en de sporthal”.
Want Rie woonde ruim vijftig jaar in de Dr. Schaepmanstraat, op een steenworpafstand van de sporthal. “Dat mis ik als de pest”, zegt ze vrolijk. Want opgeruimd is ze altijd gebleven, ondanks een zorgelijk leven.
Moeilijke tijd.
Na haar trouwen brak er een moeilijke tijd aan voor Rie Beumer. “Mijn broer overleed in 1949 op 23 jarige leeftijd toen hij in Indonesië het land diende. Een zoontje van drie maanden overleed en mijn man liet me na 12 huwelijksjaren zitten, zodat ik alleen de zorg voor de vier kinderen had”.
Later verloor ze ook nog haar oudste dochter Marion op jonge leeftijd. Ze zucht diep en zegt: “Waarom nou toch hè. Maar het is me toch gelukt om mijn gezinnetje bij elkaar te houden”. Ze wijst vol trots naar het dressoir waar de foto’s van kinderen, kleinkinderen en een achterkleinzoon staan.
Sporthal de Struijck.
Rie Beumer was tot haar 82ste een vaste kracht achter de bar in de kantine van de Theresia speeltuin. Ze was er altijd tot dat noodlottige ongeval. “Maar mijn hele leven is niet triest hoor”, zegt ze en vraagt: “Nog een bakkie?. Doen hoor, daar ken je beter van piesen dan van een korsie brood”. Dan ineens begint ze opgetogen te vertellen over haar reis naar Syrië 10 jaar geleden. Want Marion had een verhouding met een jongen uit dat land, daaruit is een zoontje Rami geboren. De kleine zat daar bij familie. “Wil je wel geloven dat ik nog nooit had gevlogen. Maar skrikkeluk, wat een mooie belevenis”, begint ze. “Ik was zo onder de indruk, dat ik pas in de gaten had dat we vlogen, toen we al in de lucht zaten. Mens waar ben je mee bezig, om zo ver te gaan, dacht ik nog. Want ik zat tussen allemaal mannen met lange witte hemden en hoofddoeken”.
Aanzoek
Ik kreeg zelfs nog een aanzoek. Een van die kerels zag zeker wel wat in die dikke moeke en vroeg of ik niet wilde blijven. Ik ben blij dat ik weer thuis ben, want er gaat niks boven je eigen bed”.
Dat heeft ze hier gevonden, want terug wil ze niet meer en Rie zegt tot slot: “Hier is alles op tijd, maar tussen de middag warm eten en dat anderen me helpen met wassen, daar zal ik aan moeten wennen”.
Al met al ben ik erg gelukkig in Het Mennistenerf.