A.I.– Hembrug
Van onze redactie, Ruud Meijns
Door een gift kwamen wij in het bezit van het boek ‘Geen oorlog – geen munitie’, de geschiedenis van 300 jaar militaire produktie. Het is een uitgave van Fibula-van Dishoeck uit 1979 t.g.v. het 300-jarig jubileum van Eurometaal NV, het voormalige Staatsbedrijf Artillerie-Inrichtingen, geschreven door Heinz Nägele en Dick Schaap.
De produktie van militaire materialen begon officieel in Delft op 4 augustus 1679 met de oprichting van de affuitmakerij door de Gecommiteerde Raden van Holland en Westfriesland. Maar al eerder was er in Delft sprake van een kruitmagazijn dat op 12 oktober 1654, ten tijde van de 1e Engels-Nederlandse Zeeoorlog, door onvoorzichtig handelen in de lucht vloog met een duizendtal slachtoffers.
In 1889 kwam Zaandam in het blikveld toen er voor een nieuwe patroonfabriek onvoldoende ruime in Delft bleek en men tenslotte voor het Hemveld koos. Veel Delftenaren kozen ervoor om met de fabriek mee te verhuizen. Anderen weigerden ‘verbannen’ te worden naar de Zaanstreek. Voor Zaankanters was het een kans om in een rijksbetrekking te komen met arbeidsvoorwaarden die zeer gunstig waren.
Foto: De nieuwe patroonfabriek
Er werd in die tijd nog hard en lang gewerkt. Bij een particuliere werkgever werkte men hoogstens vijfenzeventig uur per week. In sommige fabrieken haalde men wel vijfentachtig uur. In 1903 kreeg een jonge luitenant-opzichter het voor elkaar dat er een proef werd genomen met een acht-urige werkdag, maar het strandde door felle kritiek. In 1909 werd de werktijd teruggebracht tot zes dagen van negen uur.
“ik begon als losse werkman. maar ik had het na twee maanden voor elkaar dat ik ‘vaste’ werd. per uur verdiende ik 6 cent. dat was voor een 50-urige werkweek 3 gulden.”
In 1912 werd de A.I. een staatbedrijf en onttrokken aan het militaire gezag. Er werkten toen ruim 1200 mensen. Het personeel was onderverdeeld in militairen, burgerambtenaren, burgerarbeiders en jongmaatjes.
Het grootste deel van de produktie ging toen naar Nederlands-Indië i.v.m. de opstand in Atjeh. In 1917 bedroeg het aantal personeels-leden 8484 man. Dit aantal is nooit meer overschreden. In 1919 was het aantal alweer gedaald naar 5160 personen. Daarbij waren niet de 200 man geteld die in dienst waren van het postbedrijf. Ze reden met door de fabriek in Delft omgebouwde wagens. In Delft fabriceerden men ook rijwielen bestemd voor het leger. Het postbedrijf werd later overgenomen door de PTT.
Van één van de kinderen van een Delftenaar hoorde ik het verhaal van de verhuizing van Delft naar Zaandam. Er was toen nog geen A.F. de Savornin Lohmanstraat als doorgang vanaf de Zuiddijk. De grote verhuiswagen moest dus nog door die nauwe Klauwershoek. Het werd een latertje voor de verhuizers. Deze Delftenaren kwamen te wonen in de Herderstraat. Anderen kwamen in het Delftse rijtje.
(zie foto links) (Delftse huisjes van architect S.B. van Sante, red.)
In de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal. Na deze grote wereldbrand kreeg het pacifisme een grotere stem en mede door de beurscrisis daalden de defensie-uitgaven van 207 miljoen in 1919 naar 100 miljoen in 1921.
De koloniën bleven een grote afnemer van de A.I. In de jaren ’30 bleef het op– en neergaan met een opgang aan het eind van het decennium. In mei 1940 vroeg de directeur van de A.I. toestemming om het bedrijf te mogen vernietigen, maar dat werd niet toegestaan door het Algemeen Hoofdkwartier. Het bedrijf werd oologsbuit. Wel werden op 14 mei de olietanks in de Petroleumhaven in brand gestoken door de Engelse marine om te verhinderen, dat deze grote hoeveelheid brandstof in Duitse handen zou vallen.
Foto werd genomen vanaf de spoordijk bij de Hembrug.
Van Duitse zijde werd meegedeeld dat het bedrijf uitsluitend voor het bezettingsleger zou werken. Er werden plannen gemaakt om dit voornemen te dwarsbomen en de produktie van civiel materiaal, zoals gereedschap en landbouwmaterieel, te bespoedigen. De Duitsers waren in juli 1940 al begonnen met het weghalen van apparatuur. Gedurende de jaren 1942 t/m 1944 sleepte het bedrijf zich voort.
Via illegale contacten had de directeur meerdere malen gevraagd om het bombarderen van het complex door de Britten. Dat kwam er niet van. De directeur probeerde heel geraffineerd de productie steeds verder te beperken. Na de spoorwegstaking in de winter van 1944/45, waaraan het personeel meedeed, reageerden de Duitsers met de ontmanteling van de fabriek.
Foto: De ravage na de oorlog
Na de bevrijding in 1945 werd de fabriek weer opgestart. Met hulp van het Marshallplan produceerde het bedrijf, o.a. landbouwwerktuigen, waaronder zaai-, rooi-, wied– en aardappelsorteermachines. Dankzij de Koude oorlog en de oorlog in Nederlands Indië is er in die jaren weer een grote vraag naar munitie, wapensystemen en ook van o.a. draaibanken e.d. Later specialiseerde het bedrijf zich in precisiedraaibanken. Na de val van de muur in 1989 en de ontspanning tussen Oost en West, liep het aantal opdrachten voor de Nederlandse munitiemakers snel terug.
De Binnenlandse Veiligheidsdienst en de Artillerie Inrichting.
In het boek ‘Geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst’ van D. Engelen wordt een kant belicht van de A.I. die niet in het jubileumboek voorkomt. In februari 1953 had het bedrijf zich tot de direkteur van het Gewestelijk Arbeidsbureau gewend met het verzoek zeventien personeelsleden die als ‘onbetrouwbaar’ werden beschouwd te mogen ontslaan. De lijst met namen werd aan de BVD voorgelegd voor onderzoek. De BVD kon eind mei de gevraagde inlichtingen verstrekken en in een begeleidende brief kon het melden dat men door de normale ontslagprocedures het aantal ‘revolutionaire elementen’ al had weten terug te brengen en dat er nog een groep ‘uit veiligheidsoogpunt onbetrouwbare elementen’ was overgebleven. Het was de tijd van de koude oorlog en lidmaatschap van de C.P.N ., de E.V.C .-bond en dagblad De Waarheid waren verdacht vanwege de gevoeligheid van de produkten die bij de A.I. gemaakt werden. Van de zeventien werden er elf tenslotte ontslagen. Onder de zes niet ontslagen medewerkers was een dame die in de kantine werkte.
Met dank aan Nico van Dijk.