Nederlandse Telefoonkaarten
Bron: NHDagblad Zaanstreek 11 februari 2011. door: Mark Minnema
KPN heeft het einde van de telefooncel aangekondigd.
Daarmee komt ook een eind aan een ander fenomeen: de telefoonkaart.
Volgens verzamelaar Eddy van Leeuwen baande deze kaart in technisch opzicht het pad voor het mobieltje.
Je kunt Van Leeuwen ook ex-verzamalaar noemen.
Sinds 2006 brengt KPN al geen nieuwe series meer uit. De Zaandammer heeft er nog duizenden, maar hij is de eerste om te erkennen dat de telefoonkaart niet ’hot’ meer is. Had je vroeger twee ruilbeurzen per weekeinde, nu hoogstens een in de twee maanden.
Vroeger stond Van Leeuwen (40) daar elk weekeinde te handelen om met de opbrengst nieuwe, bijzondere exemplaren te bekostigen. Want fanatiek was hij. Bij Amsterdam CS (toentertijd goed voor zo’n dertig telefooncellen) vroeg hij bellers om lege kaarten. Uit de afvalbakjes viste hij weggegooide exemplaren. „Nee, hygienisch was het niet”, lacht hij.
Voor Van Leeuwen blijft de telefoonkaart een interessant fenomeen. Er loopt een directe lijn van die kaart naar mobiel, is zijn stelling. „De chip op de simkaart en ook op de huidige bankpassen komen er vandaan. De opkomst van de mobiel is te danken aan de technologie die de telefoonkaart heeft opgeleverd. Het was ook het eerste pasje in dit formaat. Nu hebben alle pasjes deze afmeting.„
De kaart werd ingevoerd omdat het handig was tegen criminaliteit, terwijl de PTT geen muntjes meer hoefde op te halen. Bovendien werd je zo gedwongen om vooruit te betalen. Of je de minuten verbelde of niet, de PTT had zijn geld.
De verzameling van Van Leeuwen toont de ontwikkeling.
De eerste kaart in 1986 heeft nog een strip die wordt afgetekend door de automaat. Door er een plakbandje over te plakken kon je de kaart eindeloos hergebruiken. De magneetstrip volgt niet veel later, en begin jaren negentig waait de chip over uit Duitsland. Overigens werd daar toen al mee gefraudeerd, herinnert Van Leeuwen zich. „Bij het nieuws over de fraude met de OV-chipcard had ik een flashback. Wat hebben we geleerd?”
De telefoonkaart werd een dankbaar verzamelobject, omdat de mogelijkheden van het kaartje al snel ombeperkt bleken.
Het begon in Nederland met een Van Gogh-serie, en vele andere afbeeldingen volgden. Je kon er – tegen betaling natuurlijk – je reclameboodschap op kwijt, je museum op aanprijzen of er een visitekaartje met beltegoed van laten maken. „Soms kwamen er wel duizend verschillende kaarten per jaar uit.”
In Van Leeuwens verzameling ook kaarten van Greenpoint.
Wie herinnert zich dat systeem nog? Kon je mobiel bellen, maar moest je wel eerst naar zo’n punt toe rijden. De Zaandammer vindt het te makkelijk om daar lacherig over te doen.
„Voor elke nieuwe ontwikkeling geldt dat je via mislukkingen bij het uiteindelijke systeem komt, in dit geval de gsm-telefoon.„
Nu zit Eddy van Leeuwen nog wel met duizenden telefoonkaarten die steeds minder een courant verzamelartikel zijn. „Dit is niet het moment om te verkopen. Maar hoe langer je wacht, hoe minder het moment daar is.„
Heeft de collectie nog emotionele waarde voor hem?
„Steeds minder. Maar nog wel zoveel dat ik haar niet voor een appel en een ei wegdoe.”
n.b. Foto’s van telefoonkaarten van onze redactie. Plekker