De Burcht
Van onze redactie
Serie over de historie van de Burcht.
Door een mailtje van mevrouw Ans Kleyheeg-Meijlink uit Leiden, kwam de Zuidkanter op het idee een serie te maken over de historie van De Burcht. Zij schreef dat Jan de Vries, bouwer van de Burcht, verre familie van haar is. Zij is toen speciaal uit Leiden gekomen om een en ander hierover te vertellen. Naar aanleiding van haar verhaal zijn we op zoek gegaan naar meer informatie over de Burcht en zijn tot de volgende onderwerpen gekomen.
DE BURCHT — DEEL 1
Bouw van de Burcht van de redactie Tijdens het begin van ons gesprek met mevrouw Ans Kleyheeg-Meijlink, beginnen de klokken van de Burcht te luiden… het is alsof het gebouw weet dat we over haar praten. Ans vertelt dat ze via een genealogisch onderzoek erachter kwam, dat de broer van haar betbetovergrootvader Jan de Vries was.
Jan de Vries, geboren in 1804, was van beroep timmerman en molenmaker. Hij heeft onder andere de molens Het Pink en De Liefde gebouwd. In 1846 werd hij gevraagd te helpen met de bouw van de Burcht.
Bouwmateriaal
De eerste steen werd in 1847 gelegd door oud-burgemeester van Orden, die twee jaar ervoor was afgetreden.
Er was 45.800 gulden beschikbaar voor het bouwen van een nieuw gemeentehuis. Bouwtekeningen zijn helaas niet bewaard gebleven. Voor de bouw werden rode stenen gebruikt, de ‘Vechtse bloesem’ van 11 x 22 x 4cm. Om de 6⁄7 lagen was in de gevel een laag blauwe steen voorgeschreven. Later, in 1904 is het gebouw gerenoveerd en daardoor zijn de rode stenen niet meer te zien.
De gevels bestonden uit horizontale lijsten en banden van gebakken profielstenen. De hoekstenen van deze banden waren uitgevoerd in rode zandsteen. In de voorgevel zaten terracotta vormstukken van geel bakkende klei. De indiepingen van de banden waren uitgevoerd in gele Friese klinkermoppen. Deze met slingers van acanthusbladen in reliëf versierde vormstukken (50x200cm) waren kennelijk zo bijzonder dat ze op de Nijverheidstentoonstelling in Utrecht sterk de aandacht trokken.
De Burcht als gemeentehuis
Op 23 november 1847 werd de Burcht officieel ingewijd als gemeentehuis en op 28 december 1847 vond de eerste raadsvergadering plaats, geopend door burgemeester Cornelis van de Stadt.
DE BURCHT — DEEL 2
De Burcht — 1847 — 1993
Het voormalige stadshuis van Zaandam van de redactie Was er in 1974 de samenvoeging van de 7 Zaangemeenten tot het huidige Zaanstad, eerder in de geschiedenis had er ook al een samenvoeging van gemeenten plaatsgevonden. In de Franse tijd heeft in het begin van de 19 e eeuw, 1801 — 1810, Napoleon Bonaparte de aanzet gegeven voor de samenvoeging van Oost-Zaandam en West-Zaandam. Beide gemeenten hadden een gemeentehuis. Het gemeentehuis van Oost-Zaandam stond naast de Oostzijderkerk in de Zuiderkerkstraat. Het gemeentehuis van West-Zaandam bevond zich op het terrein van de Westzijderkerk of Bullekerk.
Door de samenvoeging en groter worden van Zaandam ontstond er een probleem van huisvesting van gemeentelijke diensten. Burgemeester G. van Orden (1838−1845) nam het initiatief voor een nieuw stadshuis.
In raadsvergaderingen in 1842 tot in 1844 worden er opties gedaan en weer van de hand gewezen. In 1844 wordt er dan een „Raadscommissie voor Fabricatie inzake een doelmatig Stadshuis” ingesteld en de heren J.C. van Wessem (raadslid), F. van Dam (wethouder) en P. Poel (raadslid) maken hier deel van uit. Deze drie heren onderzoeken eerst de mogelijkheid of de Oostzijderkerk (gelegen naast het gemeentehuis) verbouwd en gebruikt kon worden als Stadshuis.
Op 20 maart 1846 hebben de heren op „loffelijke wijze aan hare lastgeving voldaan” en een voordracht wordt gedaan voor:
• verbouwing doopsgezinde kerk (Oostzijderkerk)
• als punt 1 niet voldeed, dan moest er een plan en tekening ontworpen worden voor een geheel nieuw gebouw met raming.
Dit plan en tekening, ontworpen door de kundige architect Scholten uit Purmerend, worden voorgelegd aan de raadscommissie. Kosten F. 40.000.
De financiële commissie komt met een plan van geldopneming en aflossing voor nieuwbouw. Voor de bouwkosten en de kosten van uitdieping van de Voorzaan zal F. 80.000 nodig zijn. Op de raadsvergadering van 14 maart 1846 vanaf 14.00 uur tot laat in de avond wordt, onder verwachting van goedkeuring, tot een aantal punten besloten:
• te voorzien in een nieuw te bouwen Stadshuis
• aankoop grond aan de Havenkom
• gebruik te maken van leningen door ingezetenen tegen 3% rente voor de F. 40.000 voor het Stadshuis. Voor de resterende F. 40.000 voor uitdieping van de Voorzaan worden obligaties verstrekt tegen 5% rente.
• instelling van Stadsbank van Leening
• burgemeester en wethouders worden gevraagd om met de meeste spoed in april 1846 de aanbesteding te houden.
Hierna wordt begonnen om de benodigde stukken grond aan te kopen. Aan Z.M. Koning Willem II wordt een verzoek gedaan om vrijstelling van zegel– en registratierechten voor de besteding van het te bouwen Stadshuis en de uit te geven obligaties.
De bouw wordt opgedragen aan Jan de Vries Pz. (geb. 3-10-1804 — overl. 17-1-1861), huis– en molenmaker. Bij de bouw doen zich enkele problemen voor: de voorgeschreven heipalen van 6.30 m zijn te kort en er moeten palen van 12.50 m komen. Ook weigert de Amsterdamsche Stoomboot Maatschappij de bij het bouwterrein aanwezige steiger weg te nemen.
In het gebouw komen ruimten voor gemeentelijke diensten, een zaal voor het Kantongerecht, vestibule, zaal voor publiek, de secretarie, kabinet van de secretaris, een kamer voor burgemeester en wethouders, het kabinet voor de burgemeester, een kamer voor de commissaris van politie en een kamer voor de agenten.
Een „voorname trap” biedt toegang tot de eerste verdieping. Hier bevinden zich de vestibule, de bodenkamer, een hal, een vergaderruimte voor de Kamer van Koophandel, een wachtkamer met garderobe, de raadskamer, de raadszaal, het kabinet, de griffie en een commissiekamer. Op de zolderverdieping is een cellenblok aangebracht, alsmede een gijzelkamer.
Opmerkelijk voor die tijd was de stalen hoofdtrap. De wanden en plafonds waren geheel uitgevoerd in de traditionele vormen van het classicisme. De wanden voorzien van gestucte lambriseringen, lijstwerk met medaillons en palmetten, kroonlijsten gingen over in de plafonds. De plafonds in de voornaamste ruimten waren voorzien van getrokken lijsten en gegoten middenstukken.
Ten tijde van de bouw van de Burcht had Zaandam 11.000 inwoners. Het burgemeesterschap was een erebaantje. Het burgemeesterschap was in die jaren overgedragen van G. van Orden aan Cornelis van de Stadt (1845−1849) en hij oefent de functie uit als nevenbetrekking tegen een salaris van f. 500 per jaar. De eerste steen wordt gelegd op 16 juli 1846 door oud-burgemeester G. van Orden in aanwezigheid van veel voorname afgevaardigden. De plechtigheid wordt besloten met „eene eenvoudige maaltijd” in het Logement Den Otter.
De inwijding van het nieuwe stadshuis vindt plaats op dinsdag 23 november 1847 te Enen ure. Na deze officiële opening is er weer „ene eenvoudige maaltijd” in Logement Den Otter, waarbij aangetekend wordt dat de raadslieden de kosten van deze maaltijd voor eigen rekening nemen.
Dan wordt het eerste huwelijk in het nieuwe stadshuis gesloten op 25 november 1847 tussen Jan Zwaardemaker, koopman, en Alida van Wessem. Het was een belangrijke „society-gebeurtenis”.
In 1849 wordt de voormalige kerk te Oost-Zaandam, met houten toren, wegens bouwvalligheid gesloopt. De kleine klok van deze kerk wordt dan in het stadshuis geplaatst.
Z.M. Koning Willem II bezoekt Zaandam op 17 augustus 1855, waarbij de Burcht geheel versierd is.
In een artikel van architect Jaap Schipper in het blad „ANNO” komt o.a. naar voren dat waarschijnlijk al na een tiental jaren na de bouw de buitenzijde werd gestucadoord en geschilderd. Uit foto’s komt dit naar voren, evenals op een schilderij van Claude Monet in 1871.
Bij de samenvoeging van de 7 Zaangemeenten in 1974 tot Zaanstad is ook in een nieuw gemeentehuis voorzien met de naam „De Bannehof” in Zaandijk.
Het gebouw De Burcht wordt in 1975 tot Rijksmonument verklaard.
Om het gebouw een nuttige functie te laten behouden is de Stichting De Burcht op 21 januari 1993 opgericht. In het gebouw zijn dan reeds 4 wooneenheden ondergebracht en kantoorruimten.
Bij de restauratie van de Burcht wordt door inwoners, bedrijven en instellingen een carillon aangebracht in het torentje. In de hal wordt de klok uit de vorige eeuw geplaatst en een zelfinspeelklavier, waarop door beiaardiers concerten kunnen worden gegeven.
Het klavier heeft de Stichting Klokkenspel Zaanstad kunnen aanschaffen door een gift van de in Canada wonende oud-Zaankanter J. Ydenberg, die bij een bezoek aan zijn geboorteplaats te kennen gaf „wel wat voor Zaandam te willen doen”.
Sinds de ingebruikname van het stadshuis in 1846 hebben er de volgende burgemeesters geresideerd:
1846 — 1852 Corns. van de Stadt
1852 — 1871 mr. H.J. Smit
1871 — 1877 A. Greebe
1878 — 1894 H.J. Versteeg
1895 — 1902 mr. H.J.C. van Tienen
1902 — 1914 jhr. mr. C.A. Elias
1914 — 1937 K. ter Laan
1937 — 1941 mr. J. in ‚t Veld (* Afgezet op 4 maart 1941, waarna de Duitsers achtereenvolgens C. van Ravenswaaij, B.S. van der Sluis, C. Nieuwenhuijs en B. Vitters benoemden. Op 5 mei 1945 is mr. J. in ‚t Veld weer terug.)
1945 — 1948 mr. J. in ‚t Veld
1948 — 1958 W. Thomassen
1958 — 1966 G.J.D. Franken
1966 — 1967 I. Baart
1968 — 1973 R. Laan jr.
Op deze unieke foto uit het jaar 1945 staat burgemeester mr. J. in ‚t Veld in het midden op het bordes, terwijl de latere burgemeester W. Thomassen, derde persoon rechts, in de functie van majoor van het Militair Gezag, salueert.
Bron: De Burcht — Jubileumboek Makelaarskantoor W. van Van Orden bv, door C. van Dalsem en J.D. Bakker — 1993.