Wat hebben Kerst, radio Caroline en radio Veronica met elkaar gemeen?
Van onze redactie
Het is november 1972. De bemanning van onderzeebootjager Hr.Ms. Limburg had zojuist het vaarprogramma voor de komende twaalf maanden te horen gekregen. Het volgend jaar zou het schip vanaf juni tot december een oefenreis gaan maken naar het Verre Oosten. Landen als Zuid Afrika, Perzië (Irak), Ceylon (Sri Lanka), Indonesië, Australië en Nieuw Zeeland, stonden op het programma.
Dat was een leuk vooruitzicht! Een snoepreisje waar iedere marineman van droomt. Een half jaar ver weg. Exotisch klinkende havens. Dicht onder de evenaar. Het vaarprogramma, voorafgaand aan het vertrek naar het Verre Oosten, was minder aantrekkelijk. Eerst moest het schip een paar wachtbeurten (schip van de wacht) opknappen. Gevolgd door een ‚zeetraining’ van 7 weken in Engeland.
„Jakkes! Weer naar Engeland. Zeven weken. Getraind worden door die fanatieke Engelsen.” Zeetraining: Een noodzakelijk kwaad. Natuurlijk had het nut. Aan het einde van zo’n periode beschikt de commandant over een schip en bemanning die voor z’n taak is berekend. Een soepel draaiende vechtmachine, een wapen! Ook Bob de Vries *) vond de zeetraining niet aantrekkelijk. Veel oefenen, lange dagen, weinig slaap. Erg vermoeiend. „En dan die ‚bloody limey’s’ (marine-uitdrukking voor Engelsen, red.). Kwamen natuurlijk de hele dag meekijken aan boord.” „Dan nog liever: ‚schip van de wacht’. Ook geen pretje. Op zee, voor de kust, wachten en waken. Vier dagen lang. Vier en twintig uur per dag.”
Prioriteit één. Altijd is er een marineschip buitengaats! Klaar om, waar nodig, in te grijpen. Te assisteren bij schepen in nood of bij rampen. Controleren van de kust en de territoriale wateren. Vooral op schepen afkomstig uit de Sovjet Unie.
De Limburg kreeg de taak van ‚schip van de wacht’ tijdens de kerstperiode.
Eerste Kerstdag om twaalf uur moesten schip en bemanning gereed zijn om uit te varen. De commandant was streng, want met zulke dagen was iedereen liever thuis. Hij bepaalde dat iedere ziekmelding direct gecontroleerd zou worden. Zonodig zouden ‚ziekmelders’ met een ambulance opgehaald worden, om in de ziekenboeg aan boord uit te zieken. Ook Bob zat met de Kerst liever thuis dan op zee. „Wie niet?” Maar het snoepreisje in het vooruitzicht vergoedde veel. „Zouden ze het de komende dagen druk krijgen?” Zo rond de Kerstdagen was er weinig scheepvaartverkeer. Totnogtoe werkte het weer goed mee. Het zag er vredelievend uit. En zo hoort ‚t ook, met de Kerst.
De vorige periode ‚schip van de wacht’, was een makkie. Ze waren net vertrokken of ze kregen de opdracht: „Opstomen naar het Kanaal.” Voor de Franse kust was een Russische onderzeeboot aangetroffen. Aan de oppervlakte! Zeer ongebruikelijk. Meestal zaten die onderzeeërs diep weggedoken.
Ieder Russisch oorlogsschip moet, binnen Europese wateren, in de gaten worden gehouden en krijgt begeleiding. De Franse marine begeleidt ze tot aan het Kanaal. Daar nemen de Hollanders het over. Bij het Skagerak wordt het een taak van de Noren. En zo omgekeerd.
Een Russische onderzeeboot aan de oppervlakte is een unicum. Wat kon er aan de hand zijn? Problemen aan boord? Moesten ze terug naar Moermansk voor reparaties die niet op zee konden worden uitgevoerd? Vaak speelden onderzeeërs onderwater een spelletje. Met plotselinge koersveranderingen en vaartwisselingen probeerden ze het bovenwaterschip af te schudden. Dat lukte nooit. Na een paar pogingen hernam de onderzeeër de oorspronkelijke koers en vaart en hield zich verder rustig.
Deze was helemaal eenvoudig: aan de oppervlakte! Bewaking door een uitkijk met verrekijker was voldoende. Ook de marine Luchtvaartdienst stuurde verbaast een Neptune. „Zo’n kans om te fotograferen lieten ze zich niet ontglippen.”
Het dreigement van de commandant bleek te helpen. Even over twaalven, eerste Kerstdag, verliet de Limburg de haven van Den Helder met een complete bemanning. Geen achterzeilers. Geen ziekmelders. Geen mankeerders.
„Eerste Kerstdag op zee! Wat gaan we doen? Geen meldingen. Nergens werd assistentie gevraagd. Ook geen Rus te bekennen”. Dan maar een beetje spelevaren. Dobberen en de koks alle gelegenheid geven de kerstmaaltijd te bereiden. Na het kerstdiner een film, daarna slapen.
Tweede Kerstdag: de dominee had wat geregeld.
Vanuit zijn parochie had hij een kerkkoortje samengesteld. Jongens en meisjes. Het kerkkoortje zou de Kerstdienst aan boord komen opluisteren.
Het schip was ‚s morgens om 10.00 uur op de ree van Den Helder. Daar zou het koortje, via een sleepboot, aan boord komen. De animo om de kerkdienst bij te wonen was gering. „En een kinderkoortje…? Ach, wat moet je er mee?”
Toen de sleepboot arriveerde stonden een paar mensen, die op dat moment toch de wacht hadden, klaar om de koorleden aan boord te helpen.
Tot ieders verrassing bleek het koortje voor het overgrote deel te bestaan uit meiden! In de leeftijdsklasse tussen 18 en 20 jaar!
Ogenblikkelijk was er algemene paniek aan boord! De tamtam ging razendsnel. Uit alle hoeken en gaten kwamen ‚behulpzame mannen’ te voorschijn. De meisjes — die opeens dames bleken te zijn — werden met alle (passende) egards behandeld.
Streng werd er op toegezien dat het volledige koortje rechtstreeks naar het cafetaria werd gebracht. Hulpvaardige handen voorzagen de dames van koffie, poeroet (chocolademelk, red.) en speculaas.
De kerkdienst werd een groot succes. De dominee had ‚gescoord’. Het cafetaria, waar de kerkdienst werd gehouden, puilde uit. Er moesten extra stoelen geplaatst worden. „En… leek het nou net of de kerstboom meer glansde dan voorgaande jaren?”
Ook de lichtjes sprankelden als nooit tevoren. „Zou het Kerstverhaal met de engeltjes dan toch op waarheid berusten?” Tijdens het gebed hielden sommige mannen, met zogenaamde dichtgeknepen ogen, de meisjes scherp in de gaten. „En de dominee? Opende die tijdens het gebed daar ook stiekem even de ogen om z’n ‚schaapjes’ te overzien? Even trok er toch een vorm van een
glimlach over z’n gezicht? Of was dat gezichtsbedrog?”
Het zingen van het koortje maakte diepe indruk op de bemanning. Kraakheldere klanken overstemden de geluiden van de machines. Menige marineman wist het toen even zeker: „Er bestonden engeltjes!”
Na de kerkdienst ontkwamen de dames er niet aan om het hele schip te bewonderen. Overal werd tekst en uitleg gegeven. Vlak voor aanvang van de kerkdienst had de commandant, ook een beetje op verzoek van de bemanning, een koers uitgestippeld die leidde via het REM-eiland naar de ligplaatsen van de radiopiraten Veronica en Caroline.
Dat was nog eens interessant voor die meiden!
Toen de Limburg, Veronica tot op een mijl afstand genaderd was, werd geprobeerd radiocontact met hen te maken.
Door het zendschip werd niet gereageerd.
Daar was men boos. De Nederlandse regering was bezig internationale verdragen af te sluiten om de zendschepen het zwijgen op te leggen. Zonodig met behulp van de marine.
Radio Caroline reageerde wel.
Jaap de Lange *) was radiotechnicus op de Caroline.
De stemming aan boord was de laatste tijd niet prettig. Tussen reder en bemanning was wrevel ontstaan. Ook waren er problemen met salarisbetalingen.
Daarbij droeg het besluit van de Nederlandse regering ook niet bij aan de goede verstandhouding aan boord van het zendschip.
Hoe de vork precies in de steel zat wist Jaap ook niet. Maar lekker zat het allemaal niet.
„Met de Kerst op zee! Hard werken met de kans niet betaald te krijgen. Misschien wel werkeloos worden. Hoe zou zijn toekomst er uit zien?”
Onverwachts was op tweede Kerstdag dat oorlogsschip verschenen! „Nu al?”
Jaap schrok. „Zouden ze nu de knop al om moeten draaien?”
Gelukkig zag het er allemaal niet dreigend uit.
Het oorlogsschip zocht radiocontact en vroeg verzoeknummers aan. „Dat viel mee! Poeh.” Hij bleef z’n werk doen. Gaf de verzoeknummers door aan de DJ. Deze probeerde een beetje op het gemoed van de bemanning van het oorlogsschip te werken. „Ze zouden het toch niet in hun hoofd halen om geweld te gebruiken als het zover was?” Alles werd in het werk gesteld om het oorlogsschip zo mild mogelijk te stemmen.
Met volle teugen genoten de koorleden van het onverwachte uitstapje. „Meevaren op een oorlogsschip!” Bijna niemand was zeeziek geworden, ook niet op de sleepboot. „En gezellig aan boord! Zo gastvrij als die marineklanten waren. Een geslaagde kerkdienst. ‚s Middags een overheerlijke nasimaaltijd. De piratenschepen Veronica en Caroline van dichtbij aanschouwen. Vlak langs het REM-eiland varen. De kustlijn van Nederland nu eens niet vanaf het strand bekijken. Plaatjes aanvragen bij een piratenzender!”
Via de boordradioverbinding werd contact onderhouden met Caroline. De verzoeknummers werden door de piratenzender, rechtstreeks de ether ingestuurd.
Kerst– en nieuwjaarsgroeten werden uitgewisseld. Ook voor de thuisblijvers werden er groeten en muziek de ether ingestuurd. Veel te vlug was het tijd om terug te keren.
Met een laatste groet en een zwaai werd afscheid genomen van Caroline en werd koers gezet naar de thuishaven van de Limburg.
Om acht uur ‚s avonds lag, op de ree van Den Helder, de sleepboot al te wachten om het koortje van boord te halen. Nu waren er wel voldoende hulpvaardige handen voorradig om de dames veilig en wel de overstap naar de sleepboot te helpen maken.
Weer afscheid nemen, weer zwaaien, lachen, gieren, brullen. Vol nieuwe indrukken en zonder spijt om tweede kerstdag op te offeren voor de dominee vertrokken de koorleden huiswaarts. Een volledig geslaagde dag. Schitterend.
Direct nadat de laatste dame op de sleepboot stapte, vertrok de Limburg weer naar volle zee om de positie van schip van de wacht terug in te nemen.
Niemand kon toen nog vermoeden dat radio Caroline en de Limburg elkaar opnieuw zouden ontmoeten! Nog wel vóór de jaarwisseling en … in grimmiger omstandigheden.
28 december 1972,
De commandant van de Limburg kreeg opdracht op te stomen naar radio Caroline.
Aan boord van het zendschip was muiterij uitgebroken. De bemanning luisterde niet meer naar de kapitein. De kapitein had contact gezocht met de rederij. Die probeerde de bemanning tot kalmte te bewaren.
De bemanning eiste garantie voor salarisbetaling.
Het berichtenverkeer was de luisterposten van de marine niet ontgaan.
Onduidelijkheid bestond er over het welzijn van de kapitein. Er zou sprake zijn dat hij gegijzeld werd of gevangen gehouden. Het gebruik van wapens behoorde tot de mogelijkheden!
Actie…!
„Wat was er aan de hand?”
Op de Limburg schrok men op uit een lichte sluimering.
„Drie dagen schip van de wacht. Drie rustige dagen. Kerst was gezellig geweest. Zeker met zo’n stel jonge meiden aan boord. Vandaag de laatste dag. Morgen om twaalf uur zat het er op.”
Met hoge vaart ging het schip richting Caroline.
Het landingsdetachement kreeg opdracht zich gereed te houden voor een mogelijke entering.
Alles wees erop dat het niet pluis was op de Caroline.
De radiozender werd afgeluisterd. De uitzendingen gingen gewoon door. Ook de reclameboodschappen. De plaatjes werden alleen niet meer door een DJ ‚aan elkaar gepraat’.
Om twee uur die middag bereikte de Limburg de plaats des onheil.
Een scherpe bocht, een spiedende blik. Nog een extra rondje voor de zekerheid. Verrekijkers zochten het hele dek af.
Op het brugdek bevond zich de kapitein. Zo te zien kon hij zich vrij over het schip bewegen. Maar…hij was bewapend! Met een karabijn, of iets wat daarop leek.
Het zendschip negeerde de seinen, radio-oproepen, zwaaien, roepen of toeteren. Noch de kapitein, noch de bemanning reageerde.
Contact werd gezocht met Veronica. Misschien wisten zij wat er aan de hand was?
Geschrokken reageerde dit schip nu wel op de oproep van het oorlogsschip. Ook zij wisten niet wat er gebeurd kon zijn of wat er aan de hand was.
De commandant van de Limburg hield krijgsraad met z’n officieren. Zij kwamen tot de conclusie dat de kapitein mogelijk op het brugdek gevangen werd gehouden, want hij kwam er niet af. Dit was ongebruikelijk want de Caroline lag voor anker.
Noodzaak voor de kapitein om de brug te bemannen was er dus niet. Besloten werd om een onderzoekingsploeg poolshoogte te laten nemen. Met een sloep werden ze overgevaren. Verbindingen werden onderhouden via de mobilofoon en de stornofoon. Op het moment dat de leden van de ploeg aan boord van het zendschip wilden stappen, keken ze in de loop van een geweer. Ze werden gesommeerd te vertrekken. Geschrokken werd de commandant geïnformeerd. Ter bescherming van z’n mensen en ter afschrikking, liet deze een 40 mm mitrailleur bemannen.
De schutsbemanning kreeg opdracht vervaarlijk met de loop van het geschut te zwaaien, maar die wel steeds op de zendpiraat gericht te houden.
De onderzoekingsploeg keerde veilig terug. Militair ingrijpen mocht niet want de Caroline lag verankerd in internationale wateren. Alleen in opdracht van de rederij mocht er geënterd worden. Gedurende de nacht en de ochtend veranderde de situatie niet. Aan boord van de Limburg begon de bemanning zich voor te bereiden op het komende winterverlof. Nog een paar uurtjes en dan: snel terug naar de thuishaven en naar huis. Direct na het verlof begonnen de voorbereidingen voor de zeetraining en voor de reis naar het Verre Oosten.
De aflosser van de Limburg als schip van de wacht, het fregat Hr.Ms. Van Galen, vertrok om twaalf uur uit Den Helder. Omstreeks drie uur maakten beide schepen rendez-vous. Bijzonderheden werden uitgewisseld. Na elkaar een prettige jaarwisseling en behouden vaart te hebben gewenst, nam de Van Galen de klus over en ging de Limburg huiswaarts.
Zes uur later dan gepland ging de bemanning van de Limburg met winterverlof.
Zo eindigde een periode ‚schip van de wacht’, die zo vredig begon: kerstviering met een kerkkoortje aan boord. Plaatjes aanvragen bij een radiopiraat, om twee dagen later de mitrailleur op diezelfde piraat te moeten richten…
De muiterij op de Caroline werd in den minne geschikt. De rederij heeft het op een akkoordje gegooid met de bemanning.
Nog lange tijd hebben de zendschepen voor de scheepvaart gediend als baken.
Ook voor de Marine.
Nog lange tijd hebben de zendschepen goede muziek uitgezonden.
Ook voor de Marine.
Uiteindelijk werd de zenders door de politiek het zwijgen opgelegd.
Niet door de Marine!
Noot redactie: Als gevolg van de anti-zeezenderwet, die op 1 september 1974 van kracht werd, staakte radio Veronica voorgoed de uitzendingen vanaf zee.
*) Om reden van privacy zijn de namen veranderd.
Speciaal voor de website en buurtkrant De Zuidkanter is dit verhaal door de auteur afgestaan. Dit verhaal mag zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur niet voor andere doeleinden worden gebruikt of gekopieerd