Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Feb­ru­ar­is­tak­ing 2001

Van onze redactie

februaristak20093Toe­spraak 26 2 2001 van A.J. Lems
(Onthulling beeld Feb­ru­ar­is­tak­ing Zaanstreek van Truus Menger)

Van de zijde van het Verenigd Zaans Verzet en van het gemeen­tebestuur ontv­ing ik het ver­erende ver­zoek om bij deze unieke en indruk­wekkende bijeenkomst het woord te voeren. Ik vol­doe hier graag aan en wil begin­nen het gemeen­tebestuur en in het bij­zon­der burge­meester Vree­man te com­pli­menteren met dit buitenge­woon ini­ti­atief.
februaristak20091Van­daag is het 60 jaar gele­den, dat Zaankan­ters in navol­ging van de Ams­ter­dammers door mid­del van een algemene werk­stak­ing protes­teer­den tegen de afschuwelijke joden­ver­vol­ging. Door uw bij­zon­dere ini­ti­atief kri­j­gen de stak­ers in de Zaanstreek een con­crete plaats in onze geschiede­nis door mid­del van deze zojuist onthulde beelden­groep van de hand van de kun­stenares Truus Menger-​Oversteegen.

Onder de hier aan­wezi­gen zijn gelukkig nog mensen, die het zelf hebben meege­maakt, die hebben meeges­taakt. Er zijn veel meer aan­wezi­gen, die van ná de oor­log zijn, en dat is ook logisch, want we spreken thans over een gebeurte­nis, die lang gele­den heeft plaats­gevon­den. Maar voor de jon­geren onder ons is het miss­chien het meest duidelijk als ik mijn per­soon­lijke impressie weergeef, die ik als jon­gen, die in 1941 nog der­tien jaar moest wor­den, ervoer tij­dens de laat­ste dagen van feb­ru­ari 1941. Tussen haak­jes: op die leeftijd en ik weet dit ook van leefti­jdgenoten, kun je je wel­haast iedere dag van de oor­log, van het begin tot en met de bevri­jd­ing herin­neren.
Ondanks de cen­suur die de Duit­sers op radio en kran­ten toepas­ten, gonsde het al gauw in het hele land van de geruchten over arbei­d­son­rust in Ams­ter­dam en omgev­ing. Zelf woonde ik toen in Rot­ter­dam en bezocht de eerste klas van de mid­del­bare school. De mof­fen waren bang, dat de vlam zou over­slaan. Op iedere tram kwam naast de bestu­ur­der een Duitse mil­i­tair of een marechaussée. Ze waren bang, dat het tram­per­son­eel elders ook het bijltje er bij neer zou gooien en anderen dit zouden navol­gen.
Er wer­den bek­end­makin­gen aange­plakt, waarin tegen zoge­naamde oprui­ing werd gewaarschuwd en met arresta­tie werd gedreigd, boven­dien wer­den samen­scholin­gen van meer dan 4 per­so­nen ver­bo­den. Op enige scholen gin­gen scholieren meestaken, maar daar werd door de dreig­ing van het oppakken van leer­lin­gen de kop inge­drukt. Ler­aren bez­wo­eren ons de vijand niet uit te dagen.
Met enige ver­trag­ing kre­gen wij op afs­tand een beeld van wat er zich afspeelde in Ams­ter­dam, de Zaanstreek, Hil­ver­sum, Weesp en andere plaat­sen in de regio en wat er aan voorafging. Prof. Presser en Lou de Jong hebben dat overi­gens op een voortr­e­f­fe­lijke manier voor het nages­lacht vast­gelegd. Ondanks schone beloften heeft de bezetter vanaf het begin van de bezetting op 15 mei 1940 iedere dag op geniepige wijze de strop om onze vri­jheid een stukje aange­haald. Eerst zou het alleen een mil­i­taire bezetting zijn en zou men burg­ers met rust laten. Maar telken­male wer­den beloften gebro­ken en maa­trege­len doorgevo­erd in strijd met inter­na­tionale regel­gev­ing, onze grondwet en de wet­gev­ing in het alge­meen.
De pogin­gen ons land en onze bevolk­ing te naz­i­fi­ceren wer­den steeds sterker. De Duit­sers had­den weinig respect voor de land­ver­raders van de NSB, maar gebruik­ten deze lieden wel om onze Joodse landgenoten te provo­ceren. Als er heibel ontstond en de Ned­er­landse poli­tie wilde optre­den om de orde te hand­haven, dan kwa­men Duitse SD-​ers, de Grüne Polizei of Duitse mil­i­tairen tussen­beide om de NSB-​ers en hun trawan­ten in bescherming te nemen en verder onge­moeid te laten.

Toen op zondag 9 feb­ru­ari 1941 60 gewapende WA-​ers met de meren­deels Joodse bezoek­ers van café De Kroon in Ams­ter­dam gin­gen vechten en de hele zaak kort en klein sloe­gen, ver­scheen kort daarop de Ams­ter­damse poli­tie, maar die stond machteloos toen vijftig Duitse mil­i­tairen, som­mi­gen met getrokken pis­tool, wilden ver­hin­deren dat er NSB-​ers zouden wor­den gear­resteerd. De knok­par­ti­jen nemen in de loop van feb­ru­ari toe en er vallen niet alleen gewon­den, maar ook doden.
In die peri­ode ging de bezetter er ook toe over arbei­d­skrachten voor de oor­logsin­dus­trie in Duit­s­land te vorderen. Ook dit was een bron van onrust onder de bevolk­ing. De provo­caties van de NSB kwa­men de Duit­sers goed uit en boden de fanatieke nazi Rauter, de hoog­ste SD– en Polize­ichef in ons land, een argu­ment om de schuld bij de Joden te leggen. Dit ging gepaard met de meest gruwelijke pro­pa­ganda en weerz­in­wekkende sprook­jes over de wreed­heid van de Joden.
Hij wilde een voor­beeld stellen en het besluit viel om 425 joodse gijze­laars in de leeftijd van 20 tot 35 jaar op 22 en 23 feb­ru­ari op te pakken. Dit gebeurde in de Ams­ter­damse Joden­hoek. De meesten van u ken­nen ongetwi­jfeld de foto’s van het bar­baarse optre­den van de Duit­sers. De gijze­laars wer­den na verza­mel­ing op het Jonas Daniël Mei­jer­plein op trans­port gesteld naar het kamp Schoorl en reeds op 27 feb­ru­ari doorge­zon­den naar con­cen­tratiekam­pen in Duit­s­land.
Slechts een enkel­ing van hen heeft de oor­log overleefd.

Kort na het begin van de bezetting was de CPN door de bezetter ver­bo­den. Deze par­tij, en enkele andere groepen, beho­orde tot de eersten die in man­i­festen en ille­gale kran­ten tot geor­gan­iseerd verzet had­den opgeroepen. De span­ning onder de bevolk­ing was door de vele provo­caties van de land­ver­raders en de razzia in de Joden­hoek zodanig opgelopen, dat in dat zelfde week­end van 22 en 23 feb­ru­ari kop­stukken van de CPN koort­sachtig beraad­slaag­den hoe men de massa de straat op zou kun­nen kri­j­gen, nu de mensen nog slechts op een sig­naal leken te wachten.
Op maandag 24 feb­ru­ari wer­den con­tacten gelegd met arbei­ders in par­ti­c­uliere bedri­jven en bij gemeen­telijke dien­sten; er wer­den pam­flet­ten gedrukt en ver­gaderin­gen belegd.
Op dins­dag 25 feb­ru­ari was het zo ver. Eerst ging het langzaam maar met een een­parig ver­snelde beweg­ing kwa­men de werk­ers van de wer­ven, de tram, het groot­metaal, maar ook de Bijenkorf, scholieren, ler­aren, bankper­son­eel en masse de straat op. Er wer­den man­i­festen ver­spreid met de aan­hef: “Protes­teer tegen de afschuwelijke Joden­ver­vol­ging!!” De man­i­festen riepen verder op tot een algemene protest­stak­ing, ter­wijl als eisen naar voren wer­den gebracht de onmid­del­lijke vri­jlat­ing van de gear­resteerde Joden en de ont­bind­ing van de WA-​terreurgroepen.
De protest­stak­ing in Ams­ter­dam sloeg over naar de Zaanstreek. Begin­nend bij Cacao De Zaan en de Bijenkorf brei­dde de stak­ing zich uit, zodat op de 26e feb­ru­ari prak­tisch alle grote bedri­jven hun poorten ges­loten had­den, de winkels dicht waren en het scheep­vaartver­keer plat ging. Op en rond de Dam werd een mas­sale protest­man­i­fes­ta­tie gehouden. Naar schat­ting 30.000 Zaankan­ters had­den het werk neergelegd. Naar mijn mening is deze schat­ting aan de lage kant. Uit bewaard gebleven politie-​rapporten blijkt dat er bij de grote bedri­jven alleen al 16.000 stak­ers gereg­istreerd wer­den. Daar moeten dege­nen uit de andere sec­toren nog bijgeteld wor­den. Verder moet men in aan­merk­ing nemen dat er toen in Ned­er­land en in onze streek min­der mensen woon­den dan thans het geval is, om een juiste indruk te kri­j­gen van de mas­saliteit.
De oproep luidde ook hier: “Staakt, Staakt, Staakt!” Het waren ook in de Zaanstreek niet alleen de werkne­mers van de grote bedri­jven, maar ook van de waren­huizen, de kan­toren, scholen en de gemeen­telijke dien­sten die aan de protest­stak­ing deel­na­men. Ook directeuren van bedri­jven, zelf­s­tandi­gen en scholieren sloten zich er bij aan. Man­nen en vrouwen, jong en oud, blauwe boor­den en witte boor­den waren deelgenoot in de massa-​verontwaardiging tegen de Duitse terreur.

Het was de Duit­sers overi­gens ernst met hun dreige­menten. Reeds op 26 feb­ru­ari nam de Wehrma­cht­be­fehlshaber, gen­er­aal Chris­tiansen, het gezag in de provin­cie Noord-​Holland over en op zijn bevel moest er bij onlus­ten en samen­scholin­gen met scherp in de menigte geschoten wor­den. Vie­len er in Ams­ter­dam op de 25e slechts zes gewon­den, de vol­gende dag wer­den er 9 gedood en 24 zwaarge­wond.
In Zaan­dam viel er één dode en ver­schei­dene gewon­den.
Op 27 feb­ru­ari gin­gen de stak­ers in Ams­ter­dam, in de Zaanstreek en daar­buiten weer aan het werk. In de weken daarna wer­den enige hon­der­den stak­ers en vooral CPN-​ers gear­resteerd. Som­mi­gen kwa­men voor het vuurpelo­ton te staan, anderen kre­gen lang­durige gevan­genis­straf­fen. Velen zouden het eind van de oor­log niet meemaken. Twi­jfel was nu niet meer mogelijk. De vijand had zijn ware aard laten zien.
Dit was nog maar het begin van de Joden­ver­vol­ging, waar­bij ruim 100.000 Joodse landgenoten wer­den opgepakt en ter verni­etig­ing op trans­port gesteld.
De Feb­ru­ar­is­tak­ing was en is pri­mair een Ams­ter­damse aan­gele­gen­heid en het is ook juist dat de jaar­lijkse her­denk­ing in onze hoofd­stad plaatsvindt. De Zaanstreek kan en mag er trots op zijn, dat de bevolk­ing zich hier onmid­del­lijk bij de Ams­ter­dammers heeft aanges­loten.
Terecht zei dan ook de Ams­ter­damse burge­meester Feike de Boer ter gele­gen­heid van de eerste her­denk­ing in vri­jheid van de Feb­ru­ar­is­tak­ing op 25 feb­ru­ari 1946: “Nooit is er in de geschiede­nis een stak­ing geweest om te pro­test­eren tegen een pogrom, en zeker niet in een bezet land. Dat is hier in Ams­ter­dam en in de ste­den om Ams­ter­dam gebeurd.”
Maar die stak­ing had nog een andere beteke­nis. De oor­log was voor ons 9 maan­den aan de gang en de Duit­sers had­den in hun verover­ings­drift prak­tisch het hele Europese con­ti­nent tot aan de Sow­jet Unie in hun macht gekre­gen of bin­nen hun invloedss­feer. Ze had­den weliswaar afgezien van een invasie in Groot-​Brittannië, maar mil­i­tair gezien leken zij onover­win­nelijk. De Verenigde Staten lever­den wapens aan Enge­land, maar bleven tot decem­ber 1942 neu­traal en de Duit­sers moesten hun avon­tuur naar de Sow­jet Unie nog begin­nen. Daar­door kwa­men ver­schei­dene, zelfs geza­ghebbende landgenoten, tot de pes­simistis­che con­clusie, dat het 1000-​jarig Rijk van Hitler de nieuwe orde van Europa bli­jvend zou bepalen. Onder hen heer­ste een soort aan­pass­ings­gedachte en dat was in moreel opzicht een slechte zaak. Voor deze mensen en voor het over­grote deel der Duit­sers veran­derde dit toekom­st­beeld pas 2 jaar later. Na de enorme ned­er­laag in Stal­in­grad en de grote afgang in Noord Afrika hoorde je de Duit­sers niet meer juichen over mil­i­taire over­win­nin­gen, want die waren er niet meer. Hun pro­pa­gan­dama­chine ging over op een heel andere terminologie.

Wij kre­gen dank zij de inspan­nin­gen van de geal­lieer­den weer een beter per­spec­tief. Maar in feb­ru­ari 1941 was de mil­i­taire sit­u­atie nog lang niet zo gun­stig. Ik weet uit eigen ervar­ing en velen zullen deze weten­schap met mij delen, dat de Feb­ru­ar­is­tak­ing van 1941, op dat voor ons mil­i­tair ongun­stige moment in onze geschiede­nis, een enorme morele impuls heeft gegeven. Velen hebben uit deze gebeurte­nis kracht en hoop geput, dat de ellende eens ten einde zou komen en dat de ter­reur zou wor­den over­won­nen. Door de gemeen­schap­pelijke morele veront­waardig­ing, die uit­mondde in een mas­saal protest kre­gen velen geloof in een betere toekomst, in een toekomst in vri­jheid. Dit aspect van de Feb­ru­ar­is­tak­ing en de geweldige stim­u­lans, die er van haar uit­ging voor het verzet, behoren naast de held­haftigheid van de des­ti­jds betrokken vrouwen en man­nen tot onze morele waar­den en dienen ons als voor­beeld in de nog steeds actuele strijd in deze wereld tegen racisme, dis­crim­i­natie, ver­vol­ging en onderdrukking.

n.b. Oud-​burgemeester Arie Lems over­leed in 2003 op 75-​jarige leeftijd.

Joomla tem­plates by a4joomla