Bevrijdingsdag 5 mei 2010
Door: Wim Nieuwenhuijse
5 mei 2010 Bannehof.
Mevrouw de burgemeester, dames en heren, beste vrienden en vriendinnen.
Alvorens aan mijn toespraak te beginnen wil ik twee mensen feliciteren met hun Koninklijke onderscheiding, te weten onze oud– voorzitter Wim Blank en Sjef Swolfs. Zij kregen deze onderscheiding mede voor het werk dat zij doen en deden voor de contactcommissie.
Laat ik beginnen, burgemeester, in U, de gemeente Zaanstad dank te zeggen voor de uitnodiging en het terugkerende initiatief om verzetsmensen en hun directe verwanten hier uit te nodigen.
Ik mag wel zeggen een waardevolle traditie en uniek in ons land.
Het is ook de laatste keer dat we hier in de Bannehof gezamenlijk bijeen komen. Volgend jaar in het nieuwe gemeentehuis. Ik hoop en verwacht dat de halve wereld naar deze vernieuwende plek in de stad komt kijken en dat het gaat leven voor een ieder.
Voor mij, die mede aan de basis heeft gestaan van dit gemeentehuis ook wel een speciaal gevoel om nu ook in de nadagen van dit huis te mogen spreken.
“Wij zullen voor U en de Uwen zorgen” De stichting 1940 – 1945 werd in 1944 door de gemeenschappelijk (27) Verzetsorganisaties opgericht. Het motto werd “Wij zullen voor U en de Uwen zorgen”.
Men was er klaar voor, de bevrijding stond voor de deur, het zuiden was al bevrijd, niet wetende dat verraad om de hoek kwam kijken en dat er nog een Hongerwinter overheen kwam.
Men vermoedde ook niet dat een groot aantal verzetsdeelnemers, pas veel later de negatieve psychische en fysieke problemen zouden ondervinden van hun heldhaftige inzet in die jaren.
We vieren nu 65 jaar bevrijding, de jongste verzetdeelnemer die buitengewoon pensioen ontvangt is nu 83 jaar. Dat neemt niet weg dat wanneer ik om me heen kijk, zowel in de Zaan als in het land, de sterken onder de sterken er nog steeds zijn.
Met andere woorden, het aantal nog levende verzetsdeelnemers neemt af, dat vraagt om bezinning, op visie naar de toekomst.
De contactcommissie ZWW heeft in dat kader in ieder geval besloten dat, zolang er nog vragen zijn en behoefte aan lotgenotencontact is, wij ons daarvoor zullen inspannen.
Het is verheugend dat in de afgelopen weken zoveel aandacht aan die 65ste Bevrijdingsdag is gegeven, op de TV, kranten met speciale bijlage, radio, ik meen 16 boeken alleen al, en ook de moderne communicatiemiddelen, zoals dvd en internet lieten zich niet onbetuigd en bij alles kwam het wijde begrip “vrijheid” naar boven.
En toch, ik las een krantenkop “de oorlog 1940 – 1945 met pensioen”. Natuurlijk het riep associaties op met de huidige AOW leeftijd, maar toch, liever, niks met pensioen, maar inspiratie om de volgende 65 jaar in vrede te kunnen leven.
Het zal wel een keer gezegd zijn, maar een land dat zijn geschiedenis verloochent krijgt moeilijkheden met zijn toekomst.
Waarom gingen er mensen in het verzet? Sommigen uit politieke overtuiging, anderen vanuit hun geloof, weer anderen zagen dat hun vrijheden werden beknot, vrijheid om te luisteren naar muziek, te schrijven en te kunnen lezen wat je wilde, weigerde de ariërverklaring te tekenen, of lid van de Kulturkammer te worden, Nederlanders zagen hun joodse medeburger weggevoerd worden, of gewoon uit solidariteit, anderen wensten niet in de Arbeitseinsatsz deel te nemen, sommigen wisten niet precies waarom maar ze deden het, sommige kozen pas laat, maar zij kozen.
Als kapelaan Groot maandags zijn rondje deed bij de onderduikers, dacht hij waarschijnlijk niet aan godsdienstvrijheid, Al die mensen die de Waarheid, Parool, Trouw en andere bladen rondbrachten dachten waarschijnlijk niet, nu kom ik op voor persvrijheid, Degenen die geld en bonnen inzamelden deden dat zonder het etiket Humaniteit of solidariteit. Mensen die onderduikers een adres bezorgde of zelf onderduikers in huis hadden deden dat in de regel vanuit medemenselijkheid, zonder te beseffen welk een wezenlijk aandeel zij allen tesamen leverden in het veroveren van vrijheid. En opkwamen voor recht inplaats van rechteloosheid.
De regels waren aan de ene kant heel ruim, wat het waarom en de motieven betreft. Daar waar het om daadwerkelijk actief verzet ging, strak en scherp, zwart en wit, wie niet voor me is, is tegen me.
Nu 65 jaar later weten we dat te vertalen naar: Geen vervolging op basis van politiek overtuiging, Geen vervolging op basis van godsdienst, seksuele geaardheid of ras.
Het begrip vrijheid werd ontdaan van zijn algemene aard en vertaald in „vrijheid van meningsuiting, in persvrijheid, vrijheid van politieke overtuiging en seksuele geaardheid”. Zij staan onder druk, twee voorbeelden: vrijheid voor de een is maar al te vaak beknotting van de ander, democratie is niet alleen een vraag in hoeverre de meerderheid zijn waarde krijgt, maar ook hoe gaat die meerderheid met de minderheid om.
Vrijheid van meningsuiting, Die is er natuurlijk niet om het allemaal met elkaar eens te zijn, integendeel, ik zou bijna zeggen zo af en toe het hartgrondig oneens te zijn. Maar wie zich beroept op het recht van vrije meningsuiting om bijvoorbeeld het anti-discriminatie beginsel uit de grondwet te schrappen, de koran, moskeeën en hoofddoekjes wil verbieden en ook nog ontzegt het debat daarover aan te gaan, laat de verdenking op zich, zich te baseren op, net als voorheen, het doel de middelen heiligt. En vrijheid alleen voor zichzelf te claimen.
In de jaren 40 – 45 kregen de normen en waarden handen en voeten door het verzet, verankerd in grondwet en rechten van de mens. Vrijheid moet je veroveren, onderhouden en koesteren, en kan niet alleen onderwerp van discussie zijn, maar zou ook moeten leiden tot handelen.
Mede daardoor zijn we in staat om nu, 65 jaar vrijheid en vrede te vieren en dat is mede gebaseerd op het gedachtengoed uit de jaren 40 – 45, waard om ze uit te dragen in lengte van jaren Dit is de ene kant, verzet en zijn invloed, mogelijk omdat zij vaak in de directe omgeving bewust of onbewust ondersteund werden.
En dan is nog een andere kant waarom de oorlog niet met pensioen kan gaan. Geschiedenis kennen is ook voorkomen van oude en nieuwe fouten. Geschiedenis is ook mensenwerk. Gaat over mensen, door mensen, individueel en in groepsverband. De Shoah was geen natuurramp, maar bedacht door het nationaal socialisme en uitgevoerd door mensen. 65 jaar na de oorlog zijn er nog steeds vragen die herkend en erkend moeten worden.
Bekend is dat de nazi’s 1.7 miljoen Joden in de gaskamers ombrachten. Dat zeker is dat 3 miljoen door de kogel werden gedood en veelal in massagraven terecht kwamen is onderbelicht.
Wij dienen ons rekenschap te geven dat ook in Nederland — ondanks het feit dat er een Februaristaking was — deportatie op grote schaal mogelijk was.
Er wordt vaak gewezen op de instituties van de overheid zoals de bevolkingsregistratie, de politie, die meewerkten. Zij waren niet verantwoordelijk, dat was het nationaalsocialistische anti-semitisme, maar zij waren belangrijk in dat proces. Niet alleen zij, maar ook de houding en gedrag van de bevolking in een stad, zij kozen er voor om niet te handelen, misschien wel tegen het gevoel in of denkend dat er geen andere keus was.
Zoals hiervoor vermeld in mijn bijdrage over het verzet, was die keus er wel, zoals ook ambtenaren en politiemensen die Joodse mensen waarschuwden, hielpen bij onderduiken of zelfs weigerden mee te werken, een andere keus maakten.
Hoe is het toch mogelijk dat eind 1944 40.000 Rotterdammers weggevoerd werden omdat de Nazi’s geen weerbare mannen in de buurt van de oprukkende geallieerden wilden hebben.
In het dagboek van Anne Frank laat ze merken dat ze ongerust is over het feit dat als zij opgepakt worden en weggevoerd niet meer terug zullen komen. Het staat er zo terloops maar hoe kwam zij aan die gedachte in die volledige beslotenheid. Als Anne die gedachte kon hebben mogen we toch aannemen dat het niet weten of niet willen weten op zijn zachtst gezegd, behoorde tot het verdringen van de werkelijkheid.
Ik heb eens gesproken met Hans Blom, historicus, die stelt: “Met afschuw nemen wij ook in het heden veel gruwelijke actualiteit elders waar en wij zijn geneigd ons daarbij te koesteren in onze democratische rechtsstaat, verzorgingssamenleving en materiële welvaart. Maar die actualiteit elders en het verleden, ook ons eigen verleden nopen juist tot alertheid… Het kan in zekere zin zomaar opnieuw gebeuren, zij het in andere concrete vormen, ook bij ons. De kwaliteit van onze samenleving spreekt niet vanzelf, maar heeft behoefte aan groot en klein onderhoud”. Hans Blom sprak hierover bij de onthulling van een monument in Leiden, waar van de 500 Joodse medeburgers er 270 niet terug kwamen en de anderen niet gewenst waren.
Ik heb geprobeerd in deze korte tijd van tien minuten, gedachten gedragen en soms onvoldragen, feiten, emoties mee te geven die ook voor Zaanstedelingen een aansporing kunnen zijn tot verdieping, bezinning en alertheid.
Dus nogmaals, géén pensioen voor de oorlog 1940 – 1945.
Burgmeester, ook dank voor Uw inspirerende toespraak en hoop dat deze er mede toe zal bijdragen dat ook in Zaanstad dat grote en kleine onderhoud zal plaats vinden om die vrijheid in al zijn aspecten te koesteren.