Pim van Splunteren (deel 2)
Humanitas Zaanstreek, Elly van Tol.
Bewerkt door Ruud Meijns
Dankzij mijn vrouw heb ik een fijn werkzaam leven gehad bij verffabriek Pieter Schoen.
Mijn vrouw leren kennen.
Mijn vrouw Dieuwertje Schram is 17 juli 1920 geboren en op 25 oktober 2004 overleden.
Pim en Dieuwertje
Voor de oorlog hadden we in Zaandam op woensdag, vrijdag en zaterdag ‘bille-avond’, ook wel Meidenmarkt genoemd. De meisjes liepen getweeën of in kleine groepjes heen en weer tussen Dam en Stationsstraat, de jongens stonden er keurend en nu en dan goedkeurend fluitend naar te kijken. De woensdagavond werd om welke reden dan ook ‘bille-avond’ genoemd.
Aan deze, ook in andere provinciesteden voorkomende, traditie kwam in september 1940 een einde, toen de Zaandamse politie, op aansporing van de Duitse autoriteiten, tegen de slenterende jongelui optrad. Verondersteld mag worden dat zeer veel Zaankanters hun bestaan danken aan de meidenmarkt, omdat hun ouders of grootouders elkaar daar voor het eerst ontmoetten. (uit Zaan Wiki))
Op 22 januari 1939 heb ik mijn vrouw tegenover de Stationsstraat in de Westzijde ontmoet. Zelf heb ik niets hoeven doen om verkering met haar te krijgen, want zij zocht zelf contact met mij. En dat heb ik nooit spijtig gevonden. Zij kwam uit Wormerveer. Zij draaide zich om en kwam naar mij toe.
Foto: Een verloofd stelletje
Schoonfamilie.
Mijn schoonouders woonden in de Acacialaan 25 in Wormerveer Mijn schoonmoeder kwam uit Gelderland en kwam naar het Westen om hier werk te zoeken. Zo heeft ze mijn schoonvader leren kennen. Mijn schoonvader heeft een zwaar leven gehad. Hij werkte in de meelfabriek Wessanen en heeft veel moeten sjouwen. Toen wogen balen meel 50 kilo of zwaarder.
Ook bij de verffabriek van Pieter Schoen kwam het krijt met schuiten aan en moesten de balen versjouwd worden. De sjouwers moesten de balen uit de schuit halen en de fabriek in sjouwen. Trap op en trap af. Achteraf waren de balen van 50 kilo veel te zwaar en werden ze zo zwaar verboden. Daardoor stegen de prijzen en dat zorgde weer voor protesten.
Getrouwd
Op 17 maart 1947 zijn we getrouwd. Hoe we naar het stadhuis zijn gegaan weet ik niet meer. Onze bruiloft werd thuis bij mijn schoonouders gevierd. Er werd een behangtafel tussen de kamers ingezet waar alle gasten aan zaten en spelletjes deden. Mijn zwagers hadden onze trouwdag goed georganiseerd. Mijn broer Ko was speciaal voor onze bruiloft uit Venezuela overgekomen.
Foto: Bruiloft tussen de schuifdeuren
Mijn vrouw had 3 broers en een zus. Een van mijn zwagers was communist. Ik noemde dat in die tijd “gestoord”. Hij was zo fanatiek dat hij niet naar sport keek of luisterde. Alleen alles wat van Rusland kwam was goed. Achteraf heb ik respect voor hem gekregen. Toen mijn vrouw dementeerde en zij in het Guisveld opgenomen werd, heeft hij haar elke 14 dagen bezocht.
Mijn vrouw werkte toentertijd bij drukkerij Bakker in Zaandijk en maakte daar schoon. Ook thuis moest zij veel meehelpen en de huishouding doen. Zelfs zondags moest mijn vrouw thuis ook nog afstoffen.
Wij zaten veel bij mijn schoonouders te kaarten. Te “Een en dertigen”. Acht jaar hebben we verkering gehad.
Na ons trouwen hebben we in de Patroclosstraat in Amsterdam-Zuid ingewoond. Bij juffrouw Schaap. Een lieve vrouw.
Mijn vrouw kende haar van haar werk bij de drukkerij. Als ik het goed heb was zij daar boekhoudster. Na 5 maanden overleed ze helaas.
Foto: Patroclosstraat Amsterdam
Binnen veertien dagen kregen we een aangetekende brief dat we uit onze woning moesten. Ik ben toen naar de directie van mijn werk gegaan en heb het probleem voorgelegd. Ik kreeg een advocaat van de zaak, de Hr. Vurst tot Beest. Een kale man. Hij zat in het Muntgebouw en zou het wel regelen. Maar we moesten, precies op onze trouwdag, een jaar later, er toch echt uit.
We gingen terug naar de boerderij van mijn ouders. En dat was afzien! Geen douche en een plee in de stal. Anderhalf jaar hebben we bij mijn ouders ingewoond. We hadden in het begin nog geen kinderen.
Onze kinderen.
Jeanette werd 9 februari in 1949 geboren in gebouw Spes Viva. Met haar geboorte heb ik nog geholpen. Yvonne is 1 juni 1950 geboren. We woonden toen al aan de Zuiddijk in Zaandam. Viljo werd als enige op 28 april in 1954 in een ziekenhuisje in Finland geboren.
Foto: Rechts Spes Viva in de Oostzijde
Ik dacht, toen hij net geboren was, dat het niet goed met hem was, maar de verpleegster wist daar wel raad op en al gauw begon hij te huilen. Mijn vrouw kreeg bij zijn geboorte van de visite een bloem! En die kwam uit Holland! Toen we weer in Nederland terug waren is Theo 20 maart in 1958 geboren. Ook in hetzelfde gebouw Spes Viva aan de Oostzijde.
De geboortes van mijn kinderen vond ik heel bijzonder.
Van een vriend hoorde ik dat er een huis, twee onder een kap, aan de Zuiddijk 337 in Zaandam te koop stond. Dat werd geveild. Kakes, een vriend van mijn vader en ook mijn vader, gingen mee naar de veiling in het hotel-restaurant De Karseboom, t.o. het beeld van Tsaar Peter de Grote, in Zaandam. Ik bood 7.500 gulden en kreeg de twee huizen. Ik was de eigenaar. Die avond wilde ik naar mijn bridgeavond gaan, maar mijn vader vond dit een veel te belangrijke avond om weg te gaan.
Het tweede huis verhuurde ik aan een duivenmelker en wij zijn in het andere huis getrokken. Ik had het ongezien gekocht. De kamertjes waren klein. Op zolder heb ik een slaapkamer laten maken dat toen 1000 gulden kostte. Dat was in die tijd veel geld. In de kelder stond de plee en er lagen nog de eierenboxen van de voormalige eierboerbewoner. Het was daar koel zodat we daar ons vlees bewaarden tot…… we zagen dat er ratten rond liepen.
We hebben er anderhalf jaar gewoond. Toen werd ik naar Finland uitgezonden.
Finland.
In Finland was er een rederij die een verffabriekje begon om zelf verf te kunnen leveren voor eigen schepen. Zij zochten toen samenwerking met Pieter Schoen en kregen de verfrecepten. Wij, ons bedrijf, zou de leiding hebben en de techniek verzorgen. Mijn voorganger is als eerste gegaan en heeft de fabriek helpen opstarten. Hij is er een jaar gebleven. Toen werd ik gevraagd om er ook een jaar naar toe te gaan om het verder op te bouwen. In 1951 zijn we naar Finland verhuisd.
Foto: De fabriek in Finland
Dat is de mooiste beslissing van mijn leven geweest.
Eerst werkte ik daar als laboratoriumman en later gaf ik leiding aan de fabriek. Uiteindelijk heb ik er vier en een half jaar gewerkt. Na een paar maanden kwamen mijn vrouw en dochtertjes en hond ook hier wonen. Daar is ook Viljo geboren.
10-2-1951 ben ik alleen naar Finland gevlogen. Toen ik er aankwam werd ik ondergebracht bij het echtpaar Sartonisio en ging bij hen in de kost. We spraken onderling Duits tegen elkaar. In Finland woonden we in het Zweedse gedeelte dat nu zo geleidelijk aan verdwijnt. In de fabriek spraken ze Zweeds. Fins is een moeilijke taal. Later heb ik in Nederland nog een cursus Fins gevolgd.
Na 2 maanden was het Pasen en had ik 6 dagen vrij. Ik ben toen met de directieleden met een vliegtuig naar Lapland gevlogen. Daarna zijn we met de trein en de bus verder gereisd. We zagen alleen maar sneeuw en bomen om ons heen. We hadden ski’s bij ons. Met een slee getrokken door een rendier, maakten we een tocht en zijn toen verdwaald. Om ons te zoeken hadden ze een aantal mensen gecharterd, die ons gelukkig hebben gevonden.
Mijn vrouw vond het helemaal niet leuk dat ik de vrije Paasdagen niet naar Nederland kwam, maar een reis naar Lapland maakte. Twee maanden later, op vrijdag 13 april, is mijn vrouw met onze 2 kinderen en de hond ook naar Finland gekomen. We hadden elkaar 2 maanden niet gezien en schreven elkaar wel brieven. Maar de laatste 2 brieven waren niet plezierig.
Foto: Voor het huis met de kinderen en hond
Ik was vergeten te vragen wanneer mijn vrouw over mocht komen. Daar heb ik spijt van gehad. Toen ze het huis zag was alles hosanna. We hadden een dienstmeisje, Geertje de Lange, in dienst. Ik dacht dat ik maar een jaar zou blijven en heb daardoor geen Fins geleerd. Uiteindelijk zijn we er bijna 5 jaar gebleven. Het beviel ons zo goed. We kregen een mooi huis.
We waren ademloos. Zo’n groot huis, centrale verwarming, telefoon, dubbele ramen en 4 grote kamers en een soort woonkeuken. Dan kom je uit een kleine woning in een paleis terecht en met veel ruimte om ons heen.
Foto: Op het balkon van het woonhuis
We keken uit op de Finse Golf. We woonden bij het strand, konden zwemmen, vissen en zeilen. Dat hebben we veel gedaan.
We moesten wel aan de kou wennen. Mijn kinderen kregen 2 jasjes over elkaar aan en gingen op de kleine ski’s naar de kleuterschool. Die school was door Zweden geschonken.
Er was ook een markt. Nou ja markt! De markt bestond uit maar 2 kraampjes, maar we vonden het leuk om daar naar toe gaan. In Nederland kon toentertijd alles thuis bezorgd worden. Dit was wel wat anders! De melkboer, bakker, groenteboer, voddenman enz. Dat was er allemaal niet in Finland.
Het verenigingsleven was groot, ook in ons dorp. We hadden al gauw contacten. Mijn vrouw paste zich snel aan. Dat heb ik altijd in haar bewonderd, zelfs in Brazilië. Ik werkte nu op een kleine fabriek en moest daardoor zelf alles oplossen, terwijl in Zaandam er een groot laboratorium was en een grote machinewerkplaats. Ik kon in Zaandam altijd om hulp bellen.
Ik houd van het weer in Finland. Mooie zomers en koude winters met veel sneeuw. Een keer kon ik de achterdeur niet uit vanwege de hoge hoop sneeuw (1953). Er werden toen wereldkampioenschappen schaatsenrijden in Helsinki georganiseerd.
Met 2 vrienden ben ik er naar toe geweest. Bijna thuis vroeg mijn vriend of ik nog even met hem mee naar huis ging om nog iets te drinken. Om 24 uur kwam ik toen pas thuis! Wat was mijn vrouw toen kwaad! Ik had niet gebeld. Zij heeft 3 dagen niet tegen me gesproken!
Ik hield van voetballen, bridgen en tennissen. Ik heb nog met tennissen in een stedenwedstrijd mee gedaan. Ook heb ik gebridged in verschillende steden. Drie keer heb ik tijdens de Finse kampioenschappen meegedaan en speelde in de finales. Alleen hebben we niet gewonnen. Voetballen ging helaas niet omdat de afstand naar de voetbalvelden honderden kilometers verder weg lagen.
Foto: Het bedrijfselftal van Pieter Schoen 1941
In 1952 waren de Olympische spelen in Finland. Mijn vrouw en ik zijn daar naar toe geweest. Met een vlaggetje! Ik zie me nog zitten. Dat mocht niet baten want we verloren met 1 – 5 tegen Brazilië. De beroemde Puskas, een Hongaarse beroemde voetballer, heb ik nog zien spelen. Hij heeft terecht een staatsbegrafenis gekregen. Ik had graag een deel van zijn capaciteiten willen hebben. Eigenlijk was hij net Cruijff.
Weer in Nederland.
In 1955 kwamen we in Nederland terug. We kregen een eengezinswoning in de Theodorus de Vriesstraat 20 in Zaandam. We hebben daar 8 jaar gewoond. Uiteindelijk werd die woning, voor ons gezin met 4 kinderen, te klein.
In 1963 konden we ruilen met een flat met 6 kamers in Poelenburg. Een boven– en benedenverdieping. Daar hebben we 14 jaar gewoond. In 1977 zijn we naar een eengezinswoning in de Koog verhuisd en hebben daar 34 jaar gewoond.
Weer terug bij Pieter Schoen in Nederland.
Terug gekomen kreeg ik een nieuwe afdeling onder me. Daar heb ik 6 jaar gewerkt. In 1961 kreeg ik een telefoontje uit Finland of ik terug kon komen. Dat wilden mijn vrouw en ik wel! Ik wilde terug omdat ik hier niet met de technisch directeur op kon schieten.
Foto: Pieter Schoen aan de Zaan
De oudste twee deden we toen alvast op Zweedse les. Maar voordat we weer naar Finland zouden gaan ging die directeur weg.
Op dat moment hoefde ik niet meer zo nodig naar Finland. Mijn vrouw was graag gegaan. Zo langzamerhand heb ik de leiding over de hele fabriek in Zaandam gekregen.
Buitenland
Toen zochten ze iemand om het contact te onderhouden met de buitenlandse fabrieken. Mijn werk was om de fabricage van de verf te moderniseren. Wij hadden een moderne verffabriek in Nederland. En zo konden wij de fabrieken in het buitenland helpen uit te breiden. Voordat we met die fabrieken samen gingen werken ging ik kijken of het wat voor ons was.
De eerste reis was 4 dagen naar Nigeria, daarna ging ik naar Indonesië voor 2 maanden. In Brazilië ben ik 3 maanden geweest. Daar heb ik een fabriek ingericht. De leukste tijd was daar.
Mijn vrouw is ook nog een maand overgekomen. Ik ben 2 keer bij het Christusbeeld geweest. Een keer met de tram en de andere keer met de auto. De laatste keer was mijn vrouw ook mee.
Foto’s: Mijn vrouw overgekomen naar Brazilië — en - Bij de fabriek in Brazilië
Een hele ervaring! Onbegrijpelijk hoe ze de stenen naar boven gekregen hebben. Het is in 1931 gebouwd.
Ook ben ik voor mijn werk naar België en Engeland geweest. Bij een fabriek vulden ze de verfbussen nog met de hand. Nu staat er een modern bedrijf.
In Venezuela ben ik als laatste geweest. Daar woonde broer Ko waar ik die maand gelogeerd heb. Dat was een mooie tijd! Daarna ben ik in 1985 gepensioneerd.
Ik had graag nog langer willen doorwerken, maar dat zat er niet in.
Door mijn werk heb ik veel van de wereld gezien. Goede en minder goede dingen.
Verschillende keren ben ik naar Finland terug geweest. Vrienden uit Finland kwamen ons in Nederland bezoeken. Zij zijn inmiddels overleden. Met hun dochter heb ik nog steeds contact. Zij belt nog regelmatig. Vier jaar geleden ben ik nog naar Finland terug geweest. Daarna niet meer omdat de dochter van onze vrienden Parkinson heeft.
Foto: Broer Ko in Venezuela
Mijn vrouw en ik zijn daarna gaan reizen en hebben samen nog een fijne tijd gehad.
In 1983 kwamen bij mijn vrouw de eerste verschijnselen van dementie. Dat was geen leuke tijd.
Doorzetten en aanpassen zijn mijn slogans.
Dat kon alleen omdat mijn vrouw meegaand was en gauw contact had. Zij paste zich makkelijk aan. Ik ben trots op haar. Zij heeft toch maar vrijwel alleen de kinderen opgevoed. En door mijn vrouw kon ik dit interessante werk doen.
Ik kom uit een ondernemende familie.
Foto: De broers en de zussen, zus Trien ontbreekt op de foto
Verschillende broers en zussen gingen ook naar het buitenland. Twee zussen hebben au pair in het buitenland gewerkt. Broer Ko ging ook jong naar Indonesië waar ik later ook ben geweest. Daarna ging hij naar Venezuela en weer later naar Amerika. Ik heb een prachtig leven gehad. Ook wel moeilijk en zwaar. Eigenlijk ben ik best wel trots op mezelf. Ik ben nu 96 jaar en woon nog zelfstandig, alweer zes jaar in Krommenie aan het Durghorstplantsoen. Ik denk nog veel aan mijn vrouw en aan vroeger.
Ruud Meijns heeft de tekst en de foto’s tot dit levensverhaal bewerkt.
Foto’s: S. van Splunteren, Gemeentearchief Zaanstad, Gemeentearchief Amsterdam. Deze uitgave is mogelijk gemaakt door Humanitas Zaanstreek en opgetekend en bewerkt, door Elly van Tol. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotocopie, microfilm of op andere manier dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de heer P. van Splunteren.
De hele familie met moeder tijdens een vaartochtje
Fabriek in Finland — en - Verwerking van hars
50-jarig huwelijksfeest
Van de redactie:
De heer Van Splunteren is overleden op 11 jkuli 2017.