Ton van der Horst
Van onze redactie, Barbara Smith
Wroetend in de modder van de Gouw achter het toen nieuwgebouwde ziekenhuis De Heel, heeft een jonge Ton van der Horst zijn passie gevonden. Een klein houten bootje. En wervels. Heel veel wervels. Eerder op dat terrein stond een fabriek voor het maken van levertraanolie. De Zaanstreek is rijk aan verborgen schatten. Schatten vinden, dat boeide Ton wel.
Geboren en getogen in Zaandam beleefde Ton zijn eerste kennismaking met echte gevonden schatten toen hij als duiker mee mocht werken aan een onderwaterarcheologisch onderzoek naar het wrak van VOC-schip ‚t Vliegend Hart. Die was in 1735 met alle hens in de buurt van Vlissingen op een zandbank vastgelopen en in korte tijd gezonken. Het schip was net onderweg naar Azië en was dus meestal met ballast geladen, maar het onderzoek heeft ook veel gegevens opgeleverd over de constructie. Gebouwd voor de eeuwigheid. Vroeger werden dingen heel degelijk gebouwd, daardoor gaan ze lang mee. Ook is het maar als scheepswrak diep onder troebele wateren.
Meer daarover kunt u lezen in zijn publicaties. Ton heeft een aantal boeken en artikelen geschreven. Vele van deze zijn opgenomen in de bibliotheekcollectie van het Scheepvaartmuseum. Daar is hij in dienst. Als scheepsmodelrestaurateur.
Het museum bezit zo’n kleine duizend exemplaren scheepsmodellen, met een groot aantal opgeslagen in depots. Van klein en fijn tot heel erg groot. De grootste neemt 4 m in beslag. Dat is een model van een containerschip, maar er zijn ook vele modellen van lijnschepen, toen dat ontzettend populier was. De collectie is ontstaan en gegroeid niet alleen door aankoop maar ook door de vele schenkingen aan het museum. Hierdoor is het soms moeilijk de gegevens achter de bouw van zulke modellen te achterhalen. Kennis over hoe een model vervaardigd was, maakt restaureren een stuk minder ingewikkeld. Vaak bij een reparatie moet Ton research doen voordat hij kan beginnen. Dan is de bibliotheekcollectie een bron van informatie. In verband met kwaliteitswaarborg moet een restauratieopdracht precies zijn. Authentiek voor zo ver mogelijk. Verstand van materialen en methoden is een vereiste. Want deze objecten maken deel uit van ons cultureel erfgoed. Nederland is een museumland. Er worden objecten en kunstwerken tentoongesteld en bewaard door heel ons land, en in bruikleen ook ver daar buiten. Stadsarcheologen vinden steeds meer bij grote bouwwerken. Zoals bij de recente bewerkingen van de Zaanse Sluis.
Een schat hoeft niet alleen van edelmetaal, glaswerk, munten of sieraden te zijn. Kennis van levensstijl en constructie van objecten van toen levert veel kennis op. Maar voor lezers die meteen hun spades willen pakken, weest gewaarschuwd, er zijn erg strenge regels omtrent het vinden van schatten en oudheden. Dat wordt voornamelijk door UNESCO gecontroleerd en kan per land verschillen. Vondsten dienen gemeld te worden met foto’s en feiten. Bovendien vindt UNESCO bij vele vondsten, dat die ‚in situ’ bewaard moeten blijven. Zoals het wrak van het VOC-schip „de Amsterdam”, dat aan de kust van Engeland, vlak bij Hastings, ligt en is maar twee maal per jaar zichtbaar. Bij dit debat worden zaken als landsgrenzen, beheer en behoud bekeken, want al zou het miljoenen kosten dit scheepswrak te redden, intussen wordt het langzaam maar zeker weggevreten door paalwormen. Op de website www.vocsite.nl is er veel over de organisatie en schepen van de VOC te lezen.
Andere strenge regels controleren het gebruik van materialen. Ivoor bijvoorbeeld. Als ivoor op een scheepsmodel of object voorkomt, wordt het niet door nieuwe vervangen. Dat is verboden vanwege moderne internationale afspraken. Ton vond het een klein beetje jammer toen een keer een grote hoeveelheid illegaal ivoor op Schiphol was gevonden en het museum mag er geen stuk van kopen. Het moest allemaal verbrand worden. Dus dan moet dat kleine exemplaar van een Indonesisch bootje maar tentoongesteld worden zonder bewerking van het fraaie detail en afwerkingen. Ton is wel tegen het doden van prachtige dieren, alleen om er een object van te maken. Materialenkennis alleen is niet voldoende. Soms moet Ton zelf dingen bedenken. Gelukkig is hij veelzijdig met klussen. Zo wist hij een vriesdroger te vervaardigen waarin natte oude planken weer bewerkbaar worden. Helaas bestaat er geen opleiding voor zijn specialisatie met betrekking tot scheepsmodellen. Vakkennis verdwijnt. Oude ambachten komen bij zijn werkzaamheden regelmatig van pas. Denk bijvoorbeeld aan het priegelwerk dat het naaien van minizeilen vereist.
Voor de recente renovatie van het Scheepvaartmuseum (2007−2011), was er in de kelder van het gebouw een werkplaats ingericht met alles wat er nodig was om de restauratie van allerlei objecten uit te voeren en ten toon te stellen. Vele van deze werkzaamheden zijn nu door het museum uitbesteed aan particulieren. Bijvoorbeeld alle navigatie-instrumenten worden tegenwoordig onderhouden op deze manier. Het museum heeft daarnaast een aantal opslagdepots voorzien van klimaatbeheersing om objecten veilig te stellen. Een daarvan is „Het Behouden Huis” dat op het terrein van defensie naast het museum is gelegen. Dat is dat rare zilveren gebouw waarvan het dak net boven de oude muur van het terrein verschijnt. Daarin is een werkplaats voor Ton ingericht. Daar mag hij de hele dag knutselen, schaven en scheren, lijmen en verven, aan zijn geliefde modellen.
Foto depotgebouw
Maar Ton doet meer dan spelen met bootjes. Zo heeft hij ooit een cadeauwinkel aan het Zuideinde in Zaandam gehad. Hij kan ook sieraden repareren of creëren. Tegenwoordig werkt hij ook mee aan berging van metalen en houten vondsten. Oude kanonnen, lijkkisten, noem maar op. Daarbij houdt hij zich nog altijd bezig met het schrijven van diverse publicaties. Een lijst ervan is opgenomen aan de einde van dit artikel.
Soms denkt hij terug aan zijn tijd op de lagere school. Toen was Ton niet altijd de beste leerling, maar als de meester in de geschiedenisles zijn verhaal begon te vertellen was Ton een en al aandacht. Die meester wist van alles, de gloriedagen van het Rijk, oorlogen, het verzet, de lokale Zaanse geschiedenis. En hij kon op zo’n boeiende manier vertellen waarbij iedereen stil zat om niks te hoeven missen. Door deze schoolmeester heeft Ton veel respect voor de geschiedenis van schepen en molenbouw in de Zaanstreek geleerd.
Voor Ton zijn werkethiek is en blijft, ‚geen klus te klein, geen uitdaging te groot’.
Publicaties:
De Helse Machine van Fulton, A.J. van der Horst, in C.L. Publicatie van 1985.
Speelgoed Horloges van Vlooienburg, A.J. van der Horst, in Antiek No. 1 1985.
Wijnflessen afkomstig van een VOC schip’, A.J. van der Horst, in Antiek No. 10 1986.
Interim rapporten 1984 en 1988, A. J. van der Horst, betreffende het Vliegend Hart.
Met geen drooge oogen om te sien, A. J. van der Horst, Geschiedenis van het VOC schip „T Vliegend Hart”. De Bataaf¬se Leeuw, 1991. ISBN 90 6707 272 9
Van VOC tot Werkspoor, Opgravingen aan de Oostenburgermiddenstraat: J. Baart, A, Lagerweij en W.Krook. Samenwerking en advies van A.J. van der Horst voor het aardewerk onderzoek.
Opgedoken pijpen uit T Vliegend Hart W. Krook, in De Pijpologische Kring, 9e jaargang No. 33. Advies en archiefmateriaal van A.J. van der Horst.
Archaeological Survey Slufterprojekt: Th. J Maarleveld. Samenwerking en advies voor conservatie, restauratie en rapportage kleine objecten. 1989.
Wijnflessen uit scheepswrakken uit de zeventiende en achtiende eeuw’in Antiek, december 1991 26 jaargang no. 5 pag. 233 – 252.
De schat van het Vliegend Hert, A. Pol Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet. Adviseur betreffende munten en hun verpakking materiaal van boven genoemd wrak. 1993. ISBN 90 – 73882-01-X
Flasche, Bottle und Bouteille, Rainer Kosler. Adviseur betreffende verpakkingsmaterialen wijnflessen. 1998 WKD Offsetdruck GmbH München
Davitmodellen van Ane Pieter Schat, Artikel in Zeemagazijn, uitgave van de vereeninging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum. September 1999 No. 3
Painting and preserving the ship in the 17th and 18th centuries, Artikel in The International Journal of Nautical Archae¬ology. 2001
Navigational Equipment from ’t Vliegend Hart, Willem F.J. Mörzer Bruyns en A.J. van der Horst. Artikel in The International Journal of Nautical Archaeology. 2006
Roemloos vergaan. Compendium van verloren vergane scheepswrakken. 1550 – 1800 A.J. van der Horst. De Bataafsche Leeuw 2011 ISBN 978 90 6707 658 6