Mevr. A. Pasterkamp — Jansen
Van onze redactie: Ruud Meijns
An Pasterkamp — Jansen (21−01−1937) heeft net haar rijbewijs voor de scootmobiel gehaald. Lange stukken lopen lukt niet meer, zeker niet nadat ze met de fiets gevallen was en het lopen alleen maar pijnlijker werd. Nu kan ze weer eens naar het Noordzeekanaal, bootjes kijken, dat deed ze ook altijd met haar man.
Ze is geboren op de Willemstraat 28 in de Spoor-buurt, de buurt is helemaal verdwenen. Haar vader werkte bij Polak & Schwarz. In de Willemstraat woonde ze tegenover bakker vd Brink, later is daar vd Meulen gekomen. Met luilak lekkere warme bollen halen. Die bakkerij is nog een keer ontploft, ze hadden vergeten de oven uit te zetten. Het was een hevige knal en de deur van de bakkerij vloog eruit. Het was een gezellige buurt, je ging met iedereen om. Je keek toch nog even bij een oude buurvrouw of alles nog in orde was. De Emmastraat was toch wel anders. De zuster van m’n moeder huurde bij jufr. Brugman, een ouwe vrijster, boven een kamer. Als we dan naar de WC moesten gingen we helemaal naar beneden, bij jufr. Brugman door de kamer, maar die hield wel van een praatje en die hield ons dan zo op.
Foto: Met de familie in het oude Volkspark, zusje in de wagen, An op de arm.
Er waren toen nog ontzettend veel winkeltjes. Op de Oranjestraat waren twee kruidenierswinkels, de bakker op de Willemstraat, op de Anna Paulownastraat, op de hoek een groentenwinkel, op de Emmastaat zat Daub, van de Spar en vooraan nog een melkzaak en een sigarenwinkel. Je had Bos de fietsenstalling met een café (zie foto) en op de hoek van de Oranjestraat had je ook nog een cafeetje. Aan de overkant, bij het station, had je onder de brug, die overgang naar het andere spoor, daar zat Koene de visboer en nog een sigarenwinkeltje. Koene woonde op de Nassaustraat.
Foto: Met haar moeder bij de Vaart met aan de overkant de Botenmakersstraat.
De Spoortbuurt was een gezellig buurtje met de houthandel van Dekker als naaste buur. Die loodsen besloegen een groot deel van de buurt, tegen de Botenmakersstaat aan. Achter de Willemstraat was een heel klein slootje met nr. 100 in de schuur, boven de sloot. Als ze naar de WC moest ging ze hard stampen om de ratten weg te jagen. Bij Dekker lagen altijd houtvlotten en als kind sprong je daar overheen en achter Dekker lag Simonsz. ook een houthandel. Later, toen Dekker was verdwenen kwam er een parkeerterrein voor de bussen.
Ze zat in de Vinkenstraat op school (foto), precies waar nu Blokker is. De ingang was aan de Vinkenstraat naast de achterkant van de Synagoge. Daarnaast was de garage van Steenmeijer. Van de Willemstraat liepen ze over de Provincialeweg naar school. In de oorlog, het was bloedheet, de Duitsers zaten in de school in de Stationsstraat, liepen we via het Rustenbrug naar de Vinkenstraat. En op het Rustenburg zat een drukkerijtje waar opa vd Werf werkte en van hem kregen we dan los papier, want dat hadden we thuis niet. Opa vd Werf woonde op de 2e Oranjedwarsstraat.
We hadden in onze buurt ook nog een boerderij, bij de brug over de vaart lag de boerderij van Van Midden. Ook allemaal verdwenen. Ze heeft nog een boekje met plaatjes van hoe het was en hoe het nu is. In de Vinkenstraat bij haar school was ook nog de tuinderij van Doets op de hoek en op de Gedempte Gracht had je in het midden nog het huisje van de marktmeester. Na de lagere school heeft ze twee jaar op de huishoudschool in de Czarinastraat gezeten. Laatst nog iemand in het Mennistenerf ontmoet die ook daar op school had gezeten.
Foto: De Huishoudschool Czarinastraat
Na school is ze bij Verkade gaan werken op de chocoladeafdeling bij meneer Spijkerman, de chef. Daarna bij Schipper de bloemenwinkel naast Flora, de bioscoop, in de huishouding gewerkt. Toen een aantal jaren bij de gezinszorg en vandaar naar Hille, de beschuitfabriek in de Oostzijde. ’s Morgens deed ik daar de koffie voor de directie en ’s middags zat ik op de reclameafdeling. Na Hille een jaar bij een militairenkazerne in Amsterdam Noord op kantoor. Toen ze trouwde moest ze daar vandaan, dat kon toen niet samen van het Rijk; getrouwde vrouw en werken. Na haar trouwen is ze bij Bruynzeel aan de slag gegaan, bij de deurenfabriek. Ze stond bij de voegmachine. Ze was bij de eerste ploeg die helemaal uit dames bestond.
Ze heeft haar man leren kennen op het Ventje nr. 5. Haar man kwam van Urk af en was in de kost bij zijn neef. Van het Ventje kon je via het kippenbruggetje naar de Provincialeweg en aan het eind van het Noordsebos stond de boerderij van De Vries. Toen ze trouwden konden ze twee huizen in die buurt kopen voor vijfduizend gulden; nummers 28 en 30, ze hebben ze alle twee opgeknapt. Haar kinderen zijn er ook geboren, maar toen die buurt gesaneerd moest worden zijn ze vertrokken naar een huurhuis in de Herderinnenstraat tegenover de twee scholen, een lekker huis. Maar na 12 jaar ging haar man slechter lopen, kwam in een rolstoel en verhuisden ze naar een flat aan de Leverkruidweg, met een lift. Maar uiteindelijk ging dat ook niet meer en zijn ze hier in een aanleunwoning van het Mennistenerf gekomen. Haar man is in 2008 overleden.
Toen de kinderen kwamen is ze thuis gebleven, ze kreeg drie kinderen. Toen de jongste drie maanden was is ze voor haar eerste televisie bij Pieter Schoen kantoren gaan schoonmaken. En vanaf toen eigenlijk altijd bij mensen in de huishouding gewerkt. Bij Baars, pedicure in de Savornin Lohmanstraat, jarenlang in de huishouding, maar later ook in de winkel gaan helpen, koffie verzorgen, afspraken maken en de telefoon.
Foto: Kantoor Pieter Schoen
En in de kamer staat een mand vol met handwerkspullen, op tafel staat een naaimachine. Ze is druk met het maken van haakwerkjes die, als ze later aan elkaar worden gezet, naar Polen gaan.