Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Ger­rit Swartsenburg

Van onze redac­tie, Ruud Meijns

Swartsenburg00

Geboren 01.09.1925 in Durg­er­dam waar vader, oom en groot­vader vis­sers waren op de Zuiderzee. Ze had­den een eigen houten bot­ter. Durg­er­dam was vroeger voor één deel een boeren­dorp, maar het groot­ste deel was vis­sers­dorp. De haven lag vol met bot­ters zoals je nu alleen nog in Volen­dam ziet.

Zijn vader en opa gin­gen zonda­gnacht na twaalf uur, ze waren Her­vormd, aan boord en ze kwa­men de zater­dag erop weer thuis. En ze vis­ten tot aan Hel­goland aan toe. Zijn vader ging al met z’n twaalfde met zijn vader naar zee. Ze leef­den de hele week op aar­dap­pe­len en vis, klaarge­maakt op een klein kacheltje en ……. aar­dap­pe­len gaar — vis gaar.

Bij zijn vader thuis, hij was één van de tien, stond een grote pan aar­dap­pe­len op tafel en in het mid­den een kom­metje met jus. Wie het snel­ste kon eten had het meeste. Je moest niet even gaan blazen omdat het te heet was want dan was de pan leeg. Dat is hij altijd bli­jven doen; als de kinderen begonnen met eten was hij al bijna klaar. Hij werd vijf en negentig.

Met 7 jaar kwam Ger­rit in Zaan­dam wonen. Vader kreeg toen de Afs­luit­dijk in 1932 werd voltooid en hij ged­won­gen de vis­serij moest ver­laten, via de over­heid een baan aange­bo­den als schip­per op de net geïn­stalleerde Hem­brug­pont over het Noordzeekanaal. De fam­i­lie woonde aan de Hemkade in een huis voor de ambtenaren van de pont aan het kanaal. Hij had twee broers en een zuster.

De lagere school deed hij op de Haven­school. Elke dag liep hij twee keer van het huis aan de Hemkade langs de Artillerie-​inrichting om de punt naar school. Om half twaalf ging de school uit en dan naar huis om warm te eten en om twee uur weer op school zijn. En alles op klom­pen. Alleen ‚s zondags niet als we naar de Her­vor­mde kerk in Zaan­dam gin­gen, dan mocht je je schoe­nen en een knap pak aan. Dan gin­gen we op de fiets; de ene week naar de Bullek­erk en de andere week naar de kerk in de Klauw­er­shoek. Maar als we thuis waren ging het knappe goed weer uit en hup in je overal en weer naar buiten. Als kind was het daar geweldig om te spe­len. Een buur­jon­gen was gere­formeerd maar die moest ’s zondags lopen; die mocht niet fietsen.

Swart­sen­burg wilde als jon­gen ook naar zee, net als zijn vader, van­daar de keuze voor machine– bankw­erker. Doel was om bij de marine aan de slag te gaan als tor­pe­do­maker. Maar bij de keur­ing voor mil­i­taire dienst in sep­tem­ber 1945 werd hij afgekeurd omdat hij in het laat­ste oor­logs­jaar ziek was geweest met pleu­ri­tis en longontsteking.

Swartsenburg02 39

Omdat hij een vroege leer­ling was kwam hij met 11 jaar van de lagere school af, maar je moest 12 jaar en 8 maan­den zijn om te wor­den toege­laten, dus deed hij nog een zevende leer­jaar op de Kat­te­gatschool. Vanaf 1938 heeft hij twee jaar op de Ambachtss­chool gezeten. Met veel plezier, het was gezel­lig, jon­gens onder elkaar. Hij heeft geen echte vriend­schap­pen gehad op school want hij woonde nogal ver van school. Ger­rit zit 2e rij, 2e van links met z’n armen voor de borst.

Naast de prak­tijk van het bankw­erken kre­gen ze the­o­rie; wiskunde. De ler­aren waren behoor­lijk streng, ze wilden geen half­bakken jon­gens aflev­eren. Aan het eind van het jaar moest er een exa­men in the­o­rie en prak­tijk wor­den afgelegd. Bij het ein­dex­a­men werd er ook een eindw­erk­stuk gemaakt. De opdracht was om in een stuk metaal een vierkant gat te maken en apart een vierkant blokje dat er ‘zuigend’ in moest passen. Het mocht niet door het gat vallen.

Direct na de Ambachtss­chool heeft hij bij Klinken­berg in Koog aan de Zaan gew­erkt. En de oor­logs­jaren, van 1941 tot 1945, werkte hij als machinebankw­erker bij Bührs op de Zuid­dijk. Na de oor­log kwam hij aan de pont, waar zijn vader schip­per was. In de begin­jaren bij de pont heeft hij nog twee jaar een avon­do­plei­d­ing gedaan bij de machin­is­ten­school om het motorengedeelte onder de knie te krijgen.

De Hempont
Bij de pont had­den ze de beschikking over een eigen werk­plaats en de motoren van de pon­ten waren altijd bij hen­zelf in onder­houd. Behalve als de pont in het dok moest bij de NDSM dan gin­gen ze naar Ams­ter­dam en kon hijzelf daar ook nog wat extra werk doen zoals aan het dek. De dek­platen wer­den in de teer gezet en de balken die erop kwa­men aan de bovenkant een beetje schuin. Later werd alles gebreeuwd (1.) en zo lag er een nieuw dek op.

Swartsenburg03

Een rijk­spont onder stoom
Bij de Hemkade staat een hele rij huizen en daar net naast was de werk­plaats. Aan de achterkant, bij de haven van Bruynzeel, lagen twee reserve­pon­ten aan de steigers. Die lagen er als reserve voor alle pon­ten op het Noordzeekanaal, de Hem­brug, Buiten­huizen en IJmuiden. Als er een pont in de revisie moest gin­gen we met een reserve­pont naar bijv. IJmuiden en kwa­men terug met die andere pont. Hij moest een keer op nieuw­jaars­dag dienst doen in Buiten­huizen, maar je kon niet fiet­sen van de glad­heid; kon hij het hele stuk lopen vanaf de Hemkade, voorzichtig over het gras.

Swartsenburg04Eind 1948 is hij uit huis gegaan en in 1949 is hij getrouwd. Het was bij toe­val dat hij toen op de pont was en een aardig meisje zag, dat sloeg aan en ze zijn getrouwd. Er was natu­urlijk niet direct een huis want ze hebben eerst ander­half jaar inge­woond bij de schoo­noud­ers op de P. Laten­ste­in­straat. Zijn schoonva­der had voor de oor­log een eigen scheep­swerf in het West­z­i­jderveld. Daar lag ook een woonark en toen die vrij kwam mochten zij erin. De ark lag toen aan het Kalf en via een ken­nis, die een zeil­jacht had, hebben ze toen geruild met een won­ing in de Hobbe­mas­traat. Zijn schoonva­der had ook nog een won­ing in de Czaar Peter­straat en toen die vrij kwam kre­gen ze geen toestem­ming om daar te gaan wonen; het gezin was met twee kinderen nog te klein vond de gemeente. Toen het gezin drie kinderen had en de vierde op komst was mochten ze de won­ing wel betrekken toen die weer vrij kwam. Toen heeft het gezin ruim veer­tig jaar in de Czaar Peter­straat 66 gewoond.

Scheep­swerf Het Veld
De schoonva­der was Simon Dekker en hij had een scheep­swerf ‘Het Veld’ in het West­z­i­jderveld. Ze maak­ten kruis­ers, Hol­land Kruis­ers. In 1952 heeft Swart­sen­burg met zijn schoonva­der 3 kruis­ers gebouwd. Bij scheep­swerf Beudeker in Zaandijk hebben ze hun eigen, stalen boot gebouwd. Zelf getek­end en zelf gebouwd met z’n tweeën. Daarna hebben ze bij Thesing op de Hogendijk nog twee boten gebouwd voor de verkoop. Van zijn eigen boot heeft hij geen tekenin­gen of foto’s meer, die zijn ver­loren gegaan. Het was een super Hol­land kruiser, een ronds­boot van 9.80 meter lang en 2.80 meter breed. Als motor had­den ze een A-​Ford motor uit een auto van­daan. De motor heeft Swart­sen­burg zelf uit elkaar gehaald en gere­viseerd. Nieuwe klep­pen en nieuwe zuigerveren erin.

Swartsenburg05

Op de foto staan: links Swart­sen­burg, dan schoonva­der Dekker, daar­naast de broer van Dekker. Rechts staat de koper van de boot. De Swart­sen­burg die op de foto staat was een neef van zijn vader. Hij woonde op de Sta­tion­sstraat boven de bank waar hij als con­ciërge werkte.

Donaupont
Toen de Donaupont in 1953 in dienst werd genomen om aan de steeds groter wor­dende ver­keersstroom het hoofd te bieden werd Swart­sen­burg gevraagd om als machin­ist te werken. Maar door de kleine ruimte in de machinekamer was het lawaai van de motoren om gek van te wor­den aldus Swart­sen­burg. Er ston­den 2 grote 12 cilin­der Man­ndiesels te draaien en door het ijz­eren pla­fond kon het geluid ner­gens heen. Dat was niet uit te houden. Over een andere als deze func­tie op de Donaupont viel niet te praten en toen heeft hij ontslag genomen. Zeer tegen de zin van zijn vader die het zonde vond om een Rijks­be­trekking op te geven.

Swartsenburg06Ger­rit vond een nieuwe baan bij de Bijenkorf in Koog aan de Zaan als machinist-​bankwerker waar hij zes jaar heeft gew­erkt. Hij moest daar weg van­wege zijn gezond­heid. In de machinekamer werkte hij met het afval­wa­ter van maïs en dat leverde hem eczeem op. Hij werd onder­zocht door dr. Nele­mans maar zon­der veel resul­taat. Toen nam Nele­mans hem mee naar dr. Prakken van de VU in Ams­ter­dam. Hij werd tij­dens een les in het audi­to­rium aan stu­den­ten getoond ter­wijl Prakken zijn ver­haal hield over deze patiënt. Na de les mochten de stu­den­ten zijn eczeem in z’n nek bek­ijken en er stuk­jes vanaf plukken voor onder­zoek. Hij voelde zich net een geplukte kip. Het leverde wel een recept op dat het eczeem liet verd­wi­j­nen, maar terug­keer in z’n baan was uit­ges­loten anders zou het zo weer terugkomen.

Van de Bijenkorf ging hij naar een nieuwe baan bij Cacao de Zaan. Na een maand of drie bleek hem dat geen mens een idee had wat er in het mag­a­z­ijn aan voor­raad machi­neon­derde­len lag. Toen heeft hij met twee collega’s een inven­tarisatie gemaakt en na een jaar wis­ten ze pre­cies wat er aan onderde­len lag en voor welke machines. Resul­taat was dat er van de der­tig machines een stuk of zes overbleven waar­van onderde­len in voor­raad wer­den gehouden; dat leverde het bedrijf enkele ton­nen op.

Maar een adver­ten­tie in de krant waarin het Rijk vroeg om te sol­liciteren naar de betrekking gevan­gen­be­waarder deed hem besluiten Cacao de Zaan te ver­laten. Na wat proeven en een bewijs van goed gedrag werd hij aangenomen. Hij begon als gevan­gen­be­waarder in de Haven­straat in Ams­ter­dam, maar werd later als werk­meester aangesteld. De laat­ste twee jaar, tot z’n pen­sioen, zat hij in de Bijlmer­ba­jes, ook als werk­meester. Daar is menig grapje over gemaakt als mensen aan z’n vrouw vroe­gen hoe het met haar man ging kon ze antwo­or­den dat hij in de Bijlmergevan­ge­nis zat.

Swartsenburg07

Omdat het huis in de Czaar Peter­straat te veel onder­houd vergde zijn ze ver­huisd naar de Pan­nen­rood­straat, 3 hoog. Nadat zijn vrouw was overleden, als gevolg van een nood­lot­tig ongeval, woonde hij alleen. Zijn zuster woonde in West­er­wa­ter­ing en dat beviel hem wel. Eigen­lijk heeft een fiet­songeluk waar­bij hij zijn bekken brak ervoor gezorgd dat hij uitein­delijk ook in West­er­wa­ter­ing is komen wonen.

Swartsenburg08Als je zo oud wordt, hij is nu 92, dan vallen er mensen om je heen weg. Niet alleen leefti­jdgenoten, maar Swart­sen­burg heeft twee van zijn kinderen ver­loren. Een zoon had HIV en die hebben ze nog lang in het huis in de Czaar Peter­straat ver­pleegd. Verleden jaar is zijn oud­ste dochter, 61 jaar, overleden. Zijn andere dochter woont op Curaçao samen met haar man, dochter en achterklein­zoon. Elk jaar maakt hij een reis naar Curaçao als z’n achterklein­zoon jarig is. Tegen het reizen ziet hij niet op want op Schiphol kri­jgt hij een voorkeurs­be­han­del­ing van­wege zijn leeftijd. Met een golfkar­retje wordt hij bij het vlieg­tuig gebracht en in het vlieg­tuig gaat hij als eerste naar bin­nen en zit naast het gang­pad. En voor de rest van het jaar heeft hij elke week con­tact met ze via Skype, even bijpraten. Swart­sen­burg is goed inge­burg­erd met de mod­erne media want uit z’n tele­foon tovert hij een reeks foto’s van zijn kinderen op Curaçao. Bij de tijd bli­jven en bli­jven lachen, dat doet hij nog steeds.

( 1.) Breeuwen is het water­dicht maken van de naad tussen de planken van houten scheepshuiden, scheeps­dekken of sluisdeuren.

Joomla tem­plates by a4joomla