Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Jan Boon — Je maakt iets met elkaar

Van onze redac­tie, Ruud Meijuns

JanBoon0

Jan Boon is op 11 maart 1941 in Wormerveer geboren in de Javas­traat op num­mer 3; een gladoor dus. De Javas­traat bij velen bek­end van snack­bar Java op de hoek en van bioscoop Corso over de Wan­del­weg. Hij ging op school in de Goudas­traat. Tot z’n negende jaar want toen ver­huisde het gezin naar Schier­mon­nikoog in de Wad­den­bu­urt in Zaan­dam. Zijn lagere school ver­vol­gde hij op de Rem­brandtschool die in de buurt van de Gas­fab­riek stond. Dat was niet de juiste school voor hem want, tot z’n spijt heeft hij een paar klassen over moeten doen.


JanBoon1Na de lagere school is Jan meteen gaan werken bij kisten­fab­riek Steijn in het West­z­i­jderveld. Voor 12,50 per week heeft hij daar een half jaartje gew­erkt. Daarna heeft hij, hij was 15 jaar, een jaar gew­erkt bij scheep­swerf Kraai­jer in de Achter­sluis­polder in Zaan­dam. Jong­ste bedi­ende was hij daar in het mag­a­z­ijn, mensen helpen en met de trans­port­fi­ets, mand voorop, bood­schap­pen doen. Nog even gew­erkt bij de Zaan­landse Scheep­bouw Maatschap­pij (Z.S.M.) op het Kalf. Maar daarna is hij gaan varen; eerst bij Tave­nier, een red­erij uit Zaan­dam en daarna bij de K.N.S.M. Hij voer op kust­vaarders op de Oost– en Mid­del­landse Zee.

Het was het avon­tuur dat trok, miss­chien door het voor­beeld van z’n broer die al jaren op zee zat. Miss­chien zit het ergens in de genen, want Jans voor­vaderen komen uit de Rijp en dat waren walvis­vaarders. Van z’n vader kwam het niet want die was huiss­childer. In de Rijp komt de naam Boon veel voor, er is het Jan Boon­plein. JanBoon2Er is ook nog een Lake­man­fonds voor goede doe­len, genoemd naar de weduwe van Jan Boon. Toen de naam­bor­d­jes in de Rijp vernieuwd wer­den heeft Jan het oude bord gekre­gen en dat hangt nu in zijn tuin.

Na de zee ging hij weer werken bij de Z.S.M., maar nu in de Achter­sluis­polder waar een grote werf stond. De dien­st­plicht kwam, 21 maan­den, maar daarna kon hij weer terugkomen bij de Zaan­landse. Een oplei­d­ing heeft Jan nooit gehad, hij is niet naar de Ambachtss­chool gegaan, maar heeft alles in de prak­tijk geleerd. Bij de ZSM wer­den wel cur­sussen gegeven in het lezen van tech­nis­che tekenin­gen en die heeft hij alle­maal gevolgd.

Zijn voor­naam­ste werk was op de lasvloer, bij de sec­tiebouw. Daar wer­den de delen van het schip pasklaar gemaakt, dan naar de helling waar het schip deel voor deel in elkaar werd gezet. Het mooie van dit werk was dat je iets maakte, kleine en grote stukken en je zag dan langzaam het schip vorderen. Het waren eigen­lijk de hoogti­jda­gen van de mod­erne Zaanse scheeps­bouw. Wer­ven als De Beer, Vooruit en de ZSM had­den volop werk, vooral voor Indone­sië. Er is toen een dri­etal schepen gebouwd; de Hal­imun, de Sang­gabuana en de Krakatau. Daarna gin­gen de opdrachten naar goed­kopere landen.

JanBoon3

De tewa­ter­lat­ing van de Krakatau.

JanBoon4Bij de ZSM ston­den machines in de grote hal bijv. een hydraulis­che hamer waarmee de huid­platen van een schip in model wer­den gestampt. Dan ston­den ze uren te werken, met een mal erbij, tot die plaat de juiste vorm had. Ze had­den een span­ten­buig­ma­chine waar de span­ten wer­den gebo­gen. Dan liepen ze met z’n tweeën met zo’n spant naar de afschri­jfvloer waar een model getek­end was om te kijken of het al goed was. Dat was heel wat werk voor­dat dat goed was en het waren vaste ploe­gen voor zo’n onderdeel want je moet er een beetje zicht op hebben.

Foto: Jan, rechts, aan het werk

Op de lasvloer kwa­men het spant en de huid­plaat bij elkaar. Dat moest eerst goed passen en dan kwam de las­ploeg erop en werd het ron­dom afge­last. Als er hij­so­gen opza­ten ging het met de kraan naar het schip dat in aan­bouw was. Met trek­stan­gen werd het vast neergezet, even gehecht en dan kwam de lasser erop. Zo’n naad werd van buiten en van bin­nen gelast. Voor elk onderdeel was er een aparte ploeg die dat deed; heel gespecialiseerd.

.

JanBoon6Op de lasvloer zaten ze met een ploeg van een man of tien, er zat een ploeg op de helling die het schip in elkaar zette. Dan had je de bankw­erk­erij, er was een tim­mer­schuur en in die hele grote hal ston­den machines om die platen te sni­j­den. Daar had­den ze een machine voor die werkte met tekenin­gen die met spe­ciale inkt op de staalplaten wer­den over­getek­end. Die machine las dan met een oog die lij­nen af en die sneed dan de plaat in model. Toen was dat een heel mod­erne snijmachine.

Foto: De span­ten­buigerij van de Zaan­landse Scheepbouw

In zijn tijd bij scheep­swerf Kraai­jer werd bijna alles nog gek­lonken. Dat was zwaar werk; een­tje stond met zo’n zware klinkhamer en een ander stond tegen te houden. De hele dag in dat lawaai en toen had je nog geen gehoorbescher­m­ers, dat was toen nor­maal. Later bij Wison zaten er in de hal meerdere mensen te lassen, maar er was maar één afzuiger en je zat met z’n allen in die rook.

Na het fail­lisse­ment van de ZSM in 1972 is het bedrijf overgenomen door Van de Kerk­hof, de oud-​ijzerhandel. Jan zocht een werkgever in de buurt en begon bij jacht­en­bouw Cam­menga in Amsterdam-​Noord. In deze bouw wordt eigen­lijk op dezelfde manier gew­erkt als bijv. bij een coaster; alles werd spant voor spant gebouwd. Hij heeft nog aan het oplei­d­ingss­chip De Een­dracht gew­erkt. De oliecri­sis in 1978 heeft hier roet in het eten gegooid, orders wer­den gean­nuleerd of alles moest goed­koper. Bij Cam­menga heeft hij drie jaar gew­erkt. Toen het min­der werd is Jan overgestapt naar de E.P.C.

JanBoon7
De Een­dracht

Een deel van het oude ZSM-​terrein werd gebruikt door de E.P.C. (Europese Pij­plei­d­ing Com­pag­nie), dat was een soort kop­pel­baas. Daar heeft Jan ook voor gew­erkt en daar werk­ten ze voor de off­shore en hebben ze een water­tanker gebouwd. Na ander­half jaar ging ook die fail­liet en werd het overgenomen door Daa­men scheeps­bouw die het korte tijd later ver­plaat­ste naar elders in het land. Jan wilde in de Zaanstreek bli­jven en zo is hij bij WISON terecht gekomen. Daar heeft hij tot z’n pen­sioner­ing in 2002 gewerkt.

Het bedrijf was opgericht door de zoon van Woesten­burg, Willem en daar komt ook de naam van­daan; Willem en Sonja — WISON. Wison kreeg ook wel werk van Woesten­burg & van der Meer.

JanBoon8Bij Wison had je ook het idee dat je samen iets maakte, dat is het leuke van het vak. Later wer­den er vooral roestvri­jstalen instal­laties gemaakt, maar in het begin ook veel staal­con­struc­ties zoals de sporthal Kadoe­len in Ams­ter­dam. In Bel­gië, bij firma De Smet wer­den extra­teurs gebouwd en die wogen per stuk 120 ton. Dat was een appa­raat van roestvri­js­taal voor de soja-​industrie waar de bonen in wer­den gewassen: 22 meter lang en vijf meter breed. Die hebben ze veel gemaakt en die gin­gen overal in de wereld naar­toe; China, Japan, Canada. Als zo’n ding klaar was, kwam er een spe­ci­aal bedrijf voor het trans­port op een dieplader naar de Achter­sluis­polder en daar werd hij in een schip geladen. De kle­in­ste hebben ze voor Schoen­maker Cacao in de Koog gemaakt. Maar ja, toen die goed­kope lan­den het door had­den begonnen die ook dat soort instal­laties te maken. Ze zijn rond 2014 fail­liet gegaan.


Foto: Schoen­maker Cacao


Wison heeft ook veel werk gedaan voor de vuil­ver­brand­ing in Zaan­dam die later naar Alk­maar is gegaan. Het pand, bij West­zaan is later gebruikt voor een ste­nen­breker. Hij kende de fam­i­lie Woesten­burg nog van het Schier­mon­nikoog waar ze woon­den. Ze zaten toen te sprin­gen om mensen en hij is toen samen met z’n broer daar in dienst gekomen. Het bedrijf werd eerst nog geleid door Willem Woesten­burg en is later door drie per­son­eel­sle­den overgenomen en bij het Barn­de­gat voort­gezet. Ze zijn nog eens ver­huisd achter in de Achtersluispolder.

Joomla tem­plates by a4joomla