Jouk Fris (1908−1993)
Van onze redactie, Ruud Meijns
‘Hij had ijzersterk geduld met iedereen en geloofde altijd in de goedheid van de mens, er waren in die jaren ook veel jongens die erg ondeugend waren maar op de een of andere manier was er altijd orde in de klas niemand had de moed om hem tegen te spreken hij dwong altijd respect af, hij heeft zeker in mijn leven en dat van vele anderen (dat weet ik zeker) invloed gehad op onze verdere ontwikkeling als mens.’
Dit schreef Martin Balk vorig jaar aan de kleindochter van Fris. Balk had in de jaren vijftig op de Ambachtsschool bij Jouk Fris in de schildersklas gezeten.
Geboren in 14 december 1908 in de ‘Boterhal’, zo heette de winkel van zijn ouders, tegenover het Ossepad in Zaandam, naast de fabrieken van Verkade. De houten huisjes zijn allang verdwenen. Ze waren thuis met zes jongens waarvan de eerste twee al jong zijn overleden.
Als enige van de familie trok de kunst hem; een broer zei dat hij alles had wat zij misten. De vader van Jouk had een kruidenierswinkeltje in de Westzijde, maar het was altijd ploeteren.
Schoolfoto uit 1918 van de Bootenmakersschool. Voorste rij, tweede van rechts: Jouk Fris
Zijn creativiteit kwam naar buiten als er thuis op het harmonium werd gespeeld. Op zijn negende mocht hij van zijn ouders op orgelles. Zijn talent wilde hij verder uitbouwen door les te nemen bij Cor Kee. Die lessen betaalde hij uit het lesgeven aan beginnende organisten. Hij heeft nog overwogen beroepsmuzikant te worden, maar zag daarvan af omdat er ook geld verdiend moest worden. Hij speelde iedere zondag bij de kerkdiensten van de Vrije Evangelische Gemeente aan de Parkstraat.
Uiteindelijk koos hij voor het schilderen als zijn beroep; huis– en decoratieschilder. Na zijn lagere school aan de Botenmakersstraat ging hij naar de Ambachtsschool aan het eind van de Herengracht waar hij niet voor schilderen ging, maar voor timmeren. Op z’n veertiende mocht hij werken en koos toen echt voor het schilderen door bij de Gebr. Carpentier in dienst te gaan en daar leerde hij de beginselen van het vak. Maar daar maakte hij ook kennis met het kunstschilderen van Nic. Carpentier.
Dit is één van de eerste schilderwerken van Jouk Fris. Het zou geschilderd zijn rond z’n veertiende verjaardag. Het geeft wel aan dat er op die leeftijd al een behoorlijke techniek aanwezig was.
Na zijn diensplicht, intussen had hij z’n gezeldiploma gehaald, ging hij verder in dienst bij schildersbedrijf Molenaar in de Botenmakersstraat. In die tijd begon hij aan een studie voor leraar. Later vertelde hij nog dat hij voor Hille-beschuit een enorm reclamebord moest maken van 12 meter hoog.
In zijn vrije tijd schilderde Jouk Fris ook, maar dan artistiek. Dhr. Jedeloo, directeur bij Verkade en bestuurslid bij de Ambachtsschool had hem al, als jong ventje, eens op een steiger aan de Zaan zien tekenen. Toen hij zijn werk tentoonstelde vroeg men hem van de Ambachtsschool om te solliciteren naar de functie van leraar. Hij begon daar in 1935. In 1940 bij de oorlogsdreiging werd hij gemobiliseerd. Ze zijn met de Ambachtsschool de oorlog goed door gekomen, er was op het laatst van alles niets meer en men heeft zo goed als mogelijk de lessen voortgezet.
In 1946 deed Jouk Fris mee aan een ontwerp voor een monument voor de gevallenen in het Kooger Park. Zijn ontwerp werd niet gekozen, maar hij liet zich wel zien als ontwerper. Naast z’n activiteiten als kunstschilder was er natuurlijk het dagelijkse werk op de ambachtsschool. Niet alleen de lessen, maar ook excursies met een klas. In mei 1947 gaat hij met de schildersklas op excursie naar Bergen om een tentoonstelling te bezoeken van kunst– en reclamewerk. Ook bezoeken ze een pottenbakkerij en in die tijd ging de hele klas op de fiets.
Om de Zaanse kunstschilders weer te verenigen wordt in 1946 de schildersgroep ‘De Zaende’ opgericht en Fris was hier vanaf het begin bij betrokken. In latere jaren is hij nog voorzitter geweest. Voor een andere vereniging heeft hij grote belangstelling en hij doet een gooi naar het lidmaatschap. In december 1951 wordt hij als lid geaccepteerd van schildersvereniging St. Lucas in Amsterdam. Hij had twee werken ingezonden t.w.: ‘Interieur met kachel‘ en ‘Gezicht op de gasfabriek te Zaandam’.
Hij is een van de Zaanse kunstenaars die regelmatig exposeert. Hij kan elk jaar een tentoonstelling organiseren in de Ambachtsschool, die elke keer weer vele bezoekers trekt. In de kranten staat wekelijks een aankondiging van de kerkdienst met aparte vermelding van het orgelspel van Jouk Fris.
Foto: Landschap in Zwitserland
Veel van de oud-leerlingen van de Ambachtsschool kennen het wel; Jouk Fris in de klas aan het schilderen. Eén van zijn leerlingen Harrie Meijns uit beginjaren ’50, aan het woord; ‘En Jouk Fris, die was eigenlijk kunstschilder. Ik zie nog die grote ezel staan. Wij hadden langs de kant allemaal een ezel en daar werd een stuk papier op geplakt en daar waren letters op getekend en die moest je schilderen.
En als dat spul eenmaal aan de gang was ging hij met zijn schilderij aan de gang. Af en toe liep hij langs die ezels om te kijken hoe het ging en dan ging hij weer verder. Hij werkte altijd met een paletmes, weinig met kwasten en altijd op de achterkant van board, die ruwe achterkant. Hij maakte grote schilderijen 1.50 x 0.80 mtr. Fris was een heel aardige en beschaafde man.’
In de jaren ’60 geeft Fris, in het gebouw van de Paaskerk, jaren lang 1 maal per maand, les aan een schilderskring en begeleidt ongeveer 12 mensen. Jaren later doet hij dat nogmaals in buurthuis de Vlinder aan de Vermiljoenweg. Allemaal amateurs die hij van advies voorziet bij het tekenen en schilderen. Hij vroeg daarvoor geen honorarium, maar kreeg aan het einde van het seizoen een waardebon.
Op 15 april 1965 is er een Paasjubel, een openlucht zangdienst op de Burcht in Zaandam. Het geheel, met medewerking van muziekkorps Soli Deo Gloria, staat onder leiding van Jouk Fris.
Vanaf 1956 bespeelt Fris het orgel bij de diensten van de Vrije Evangelische Gemeente. Eerst in de Valkstraat, daarna in het gebouw van Christelijke Belangen in de Botenmakersstraat en ten slotte in de Parkstraat. In 1981 viert hij daar z’n 25 jarig– jubileum als organist.
Foto: Fris achter het orgel
Zijn betrokkenheid bij de wereld om hem heen blijkt wel uit het feit dat hij raadslid in de gemeenteraad van Koog aan de Zaan was voor de ‘Samenwerkende Christelijke Organisaties’. In 1971 steunt hij met vele Zaankanters een aktie die om de vrijlating vraagt van de in Indonesië gevangen studentenleider Sukatno.
1973 afscheid van de school en geridderd. Burgemeester Van Zinderen Bakker van Koog aan de Zaan noemde Fris een pionier, die met zijn persoonlijke inzet ervoor heeft gezorgd dat het schilderen een echt vak is geworden. “Uw staat van dienst getuigt van een arbeidzaam leven. U heeft een belangrijke bijdrage geleverd in het leven van anderen”.
Foto: Fris werd geridderd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Van het kerkbestuur van de St. Nicolaaskerk in Elburg kreeg Fris het verzoek te assisteren bij de restauratie in de kerk. Het gaat om het ‘marmeren’ en ‘houten’, een oude kunst die materiaal het aanzicht van marmer of hout moet geven. Nog maar weinigen hebben die kunst in de vingers en via via kwamen zij bij dhr. Fris terecht. Hij vond het een eer om hiervoor gevraagd te worden. Twee maal per week stapte hij in de auto richting Elburg om daar te ‘houten’ of ‘marmeren’. Af en toe speelt hij even op het orgel in de kerk en hij is al gevraagd om een orgelconcert te geven.
Foto: J. Fris aan het werk, het ‘houten’ in de kerk in Elburg
Fris heeft al vele jaren een kersttentoonstelling van zijn schilderwerk in de Ambachtsschool. In een recensie in 1977 verbaast de recensent zich over de vele stijlen in het werk. Er hangen abstracte werken, figuratieve doeken, kubistische schilderijen, tekeningen en aquarellen. Fris is geen schilder die zich aan één stijl houdt. „Het is net hoe mijn bui is”.
Zijn oud-leerlingen vergeten hem niet en af en toe komt er nog wel eentje bij hem thuis langs. Maar in mei 1978 werd hij, samen met zijn echtgenote, uitgenodigd om met de klas van 1944 nog eens bij elkaar te komen. Het werd een gezellige middag waarin veel herinneringen werden opgehaald en Fris met eigen ogen kon zien wat er van zijn leerlingen is terecht gekomen. Hij zal vast wel trots zijn geweest. Met oud-leerlingen op de foto.
In 1980 krijgt de tekenaar Dirk Visser de opdracht van de gemeente Zaanstad om enkele Zaanse kunstenaars te portretteren, Jouk Fris is er één van.
Leerlingen wisten wel wie er de baas was in de klas, maar hij ging soepel met de regels om. Hij voelde zich erg betrokken bij zijn jongens, ging ook nog wel eens bij zo’n jongen thuis praten als er problemen waren. Er zijn tal van jongens de kunst ingegaan en er lopen genoeg schilders en schildersbazen rond die bij Fris begonnen zijn.
Na zijn pensioen bleef hij schilderen en orgel spelen, maar hij kon het nu rustiger aan doen. Het geloof in Christus, de brenger van het eeuwige leven bleef zijn basis. Dat heeft hij niet alleen in zijn schilderijen laten zien, maar ook in hoe hij in het leven stond. Dat een oud-leerling eens tegen hem zei, “Meneer Fris, u was een rechtvaardig mens.”, dat deed hem goed.