Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Rob de Jong

Van onze redac­tie, Ruud Meijns

RobdeJong0

Rob is enige tijd gele­den ver­huisd van West­zaan waar hij in Lam­bert Melisz woonde naar het Men­nis­ten­erf in Zaan­dam. De polio die hij als kind kreeg heeft nu defin­i­tief toeges­la­gen. Lopen of staan gaat niet meer en de kracht in z’n han­den en armen neemt af. De meeste pijn is nog wel dat hij niet meer met z’n vriendin kan samen­wo­nen.
Rob is op 28 sep­tem­ber 1936 in de De Wet­straat 25 in Zaan­dam geboren.

Zijn vader werkte zelf­s­tandig en maakte houten gebruiksvoor­w­er­pen en speel­goed zoals naaidozen, scheer­dozen, molens. Zelf­s­tandige zijn was geen keuze, maar bit­tere noodzaak gewor­den. Toen zijn linkse sym­pa­thieën bij zijn werkgever Bruynzeel bek­end wer­den kon hij vertrekken. Dat stem­pel betek­ende in de jaren ’30 dat je nauwelijks nog aan het werk kwam. Het waren de cri­sis­jaren en voor som­mi­gen was de cri­sis erger dan voor anderen.

In 1937 kreeg Rob polio, ook wel kinderver­lam­ming genoemd, waar­door hij prob­le­men kreeg met de spieren in z’n benen. Hij heeft daar altijd veel last van gehad, maar hij heeft toch aan sti­jl­dansen gedaan. Zo rond z’n veer­tig­ste werd het zo erg dat hij volledig werd afgekeurd. Maar terug naar toen, de 2e werel­door­log breekt uit..


In 1944 dacht een groot deel van de bewon­ers van de Trans­vaal­bu­urt dat met D-​Day (6 juni 1944) de bevri­jd­ing er al bijna was. Om dat te vieren werd er een buurt­feest gehouden. Van dat feest zijn ver­schil­lende groepsfoto’s gemaakt en op één ervan staat ook Rob.

RobdeJong2
Foto 1944 — Rob staat bovenin en de matroos wijst met z’n pijp naar z’n hoofd.

Na de oor­log is Rob nog enige tijd naar Berin­gen in Lim­burg gezon­den om aan te sterken.
Maar het idee om voor pub­liek op te tre­den zat er blijk­baar al vroeg in want als jon­gen organ­iseerde hij met een vriendje een pop­penkast in de straat.

RobdeJong3

Rob staat links.

RobdeJong4Klaas Kater­school, 4e klas met meester v.d. Leede. Rob zit recht­son­der 1e rij

RobdeJong5Hij ging naar de lagere school in de Klaas Kater­straat en in juli 1949 slaagde hij voor het toe­lat­ing­sex­a­men voor de Han­dels­dagschool. Het eerste jaar nog in het witte gebouw aan het Rusten­burg — hoek Zee­manstraat en toen nog twee jaar in het Zweedse houten gebouw in de Ros­molen­straat. Maar hij moest van school af omdat het school­geld te veel werd voor het gezin.
Zijn eerste baan­tje had hij bij het IJz­er­huis van de gebroed­ers Huis­man in de West­z­i­jde; fiet­sjon­gen. Dat duurde niet zo lang. Dat kwam omdat zijn vader een mark­t­stal had op de markt tegen­over de Jager. Maar de hand­kar, die ze bij Otter­lee huur­den moest op tijd weer terug, dus moest Rob kiezen tussen een bood­schap voor z’n baas aflev­eren of zijn vader helpen de hand­kar op tijd terug te bren­gen. Hij koos er voor om z’n vader te helpen; einde fietsjongen.

Foto: Vader de Jong

RobdeJong6Er vol­gden wat korte baan­t­jes o.a. bij Rein Jong die een werk­plaat­sje had in de Peper­straat en daar klom­p­jes voor de toeris­ten maakte. Op de foto rijdt Rob op de bak­fi­ets van Jong, samen met Sjors Post om Taai Taai van bakker Bouman van de Zuid­dijk weg te bren­gen (zie foto). Z’n vol­gende baan­tje had hij bij Hei­nis, een reclamebedrijf en zeefdrukkerij.

The Mix­ers
In de jaren 19571959 kwam Rob in de enter­tain­ment terecht, met ‘The Mix­ers’, een band­par­o­diegroep; geen grote zalen, maar in het schn­abbel­cir­cuit. Een band­par­o­dist is iemand die met een van te voren opgenomen gelu­ids­band werkt. De gelu­ids­frag­menten die erop staan, zijn een bonte aaneen­scha­kel­ing van heel veel ver­schil­lende zaken, van een lach­salvo tot het 8-​uur jour­naal. Bij een bezoekje aan Tom Man­ders (Dorus) zagen zij in ‘Saint-​Germain-​des-​Prés‘ voor het eerst een band­par­o­die en zo kwa­men zij op het idee daar zelf een act van te maken. RobdeJong7
Zijn kom­pa­nen bij The Mix­ers waren Andries Selie en (Ritse van San­ten) Cor Klah­man. In het begin vooral in de Zaanstreek op feesten en par­ti­jen en in de pauze van een filmvoorstelling in bioscoop Flora. Ook het optre­den bij het jubileum van Zaan­lan­dia werd een opval­lende presta­tie genoemd in de krant.

Maar al snel kwam er meer werk. In die tijd na de oor­log waren er heel feestavon­den van verenigin­gen en bedri­jven en daarin draaiden The Mix­ers al snel volop mee.
RobdeJong8Vol­gens Rob waren ze B-​artiesten maar die toch door het hele land optre­dens had­den. In die jaren werk­ten ze o.a. met begin­nende arti­esten zoals Rudi Car­rell, Piet Bam­ber­gen, Ria Valk, The Moun­ties. Ook met de Zaanse Wim Theewis zaten ze in avondprogramma’s. Ze ston­den bij het Arbei­ds­buro in de Boten­mak­ersstraat ingeschreven als arti­esten.
Rijk zijn ze er natu­urlijk niet van gewor­den, 35 gulden met z’n drieën voor een avondje, was geen vet­pot. Rob heeft echter ver­halen genoeg om een boek mee te vullen. Maar als ze thuis kwa­men was er altijd soep met brood bij moeder De Jong.

RobdeJong9Op de foto The Mix­ers in een act.

Ze hebben nog een keer, na 50 jaar, een reünie gehad, op ver­zoek van melk­boer Henk van Lan­ge­laar, die hen op een jubileum­feest had uitgen­odigd.
Terug naar 1958, hij was in die tijd ook onderdeel van toneelv­erenig­ing “De Hoop­brug­gers”, genoemd naar de Hoop­brug die in de buurt lag. Ze repeteer­den in een gebouw bij het Bouw­manspad. In het stuk “Tot uw dienst meneer” kreeg Rob een eervolle ver­meld­ing in de krant wegens zijn voortr­e­f­fe­lijke spel als jonker en voor z’n ver­tolk­ing van de 70-​jarige tuin­man Willem. Maar overdag werkte hij bij Simon de Wit. Zijn gevoel voor reclame kon hij verder uit­bouwen bij deze groot­grut­ter. Simon de Wit was een grote speler met super­mark­ten. Daar heeft hij acht jaar gew­erkt. Onder­tussen had hij wel cur­sussen in reklame­teke­nen gevolgd.

RobdeJong10In die tijd had Simon de Wit 127 super­mark­ten en de reclame­bil­jet­ten wer­den elke week nog met de hand gemaakt, dus moesten er elke week in een razend tempo bil­jet­ten geschilderd wor­den. En ook bij Simon de Wit trok het amuse­ment, hij speelde er toneel op feestavon­den.
Toen Rob ging trouwen en een kaart had rond gezon­den vroeg de direc­tie of hij even boven wilde komen. Waarom hij dat trouwen niet even van te voren had over­legd? Waarom hij dat had moeten over­leggen was hem niet duidelijk, miss­chien een salarisver­hoging? Voor hem was dat een reden om daar na acht en een half jaar te vertrekken.

Foto: Dec­o­ratieafdel­ing van Simon de Wit

Na wat baan­t­jes bij een let­ter­winkel, een foliefab­riek en een firma voor las­ben­odigdhe­den begon hij een platen­winkel in Edam. Rob was al getrouwd en had een won­ing in de Veer­ingstraat, later gevolgd door een flat in de pas gebouwde Vijfhoek. Dat beviel niet en via won­ingruil vertrok het stel naar Edam. Na wat ver­bouwing opende Rob een platenzaak.

RobdeJong11Die platen­zaak in de Kleine Kerk­straat was het begin van een loop­baan in de muziek– en platen­busi­ness. De zaak in Edam heeft hij zelf ver­bouwd, eerst met vrien­den de zaak leeg gehaald en daarna weer opge­bouwd. Ideeën genoeg, een bar­retje erin, spe­ciale ver­licht­ing, verkoop van gelu­id­sap­pa­ratuur. Alleen gram­mo­foon­platen verkopen bleek niet genoeg, de indus­trie die erachter stak trok hem. Van een verte­gen­wo­ordi­ger van de platen­baas Johnny Hoes hoorde hij van een vaca­ture als verte­gen­wo­ordi­ger. Rob sol­lici­teerde en werd aangenomen.
De platen­zaak heeft hij na een peri­ode verkocht; het was niet te doen naast het dagelijks op pad zijn voor de gram­mo­foon­platen. Zat nog wel met een schuld die hij in de loop der jaren heeft afbe­taald.
Je moet niet alleen een vlotte babbel hebben, maar ook een gevoel voor welk num­mertje het miss­chien zou kun­nen maken. Maar Hoes was min­der goed van betalen dan je zou verwachten en dat was voor Rob genoeg reden om te vertrekken. Hij kon bij Negram komen, een platen­la­bel van Bovema. Na Negram heeft hij nog een peri­ode voor BASF gewerkt.

Je moet er een neus voor hebben, een gevoel van wat een hit zou kun­nen wor­den. Zo hoorde hij in 1971 van Wal­dos de los Rios de sym­fonie nr. 40 die daar een pop­melodie van had gemaakt. Inkopen dacht hij direct, dat wordt een hit en het num­mer werd in Ned­er­land een enorme hit. Willem Duys vond het num­mer maar niks en daar maak­ten Rob en Max van Praag in diens winkel weer reclame mee. Een andere hit die hij ont­dekte was Rote Rosen van Freddy Breck. Bij die laat­ste ging de verkoop zo snel dat ze een auto naar Duit­s­land hebben moeten sturen om de voor­raad snel aan te vullen.

In deze peri­ode deed Rob ook nog free­lancewerk voor De Zaan­lan­der. Muziekres­en­cies, openin­gen van winkels, noem maar op. Na afloop vlug naar huis, stukje schri­jven en dan of naar de redac­tie In Wormerveer of via de telex doorsturen.

Maar z’n polio begon op te spe­len, elke dag weer sjouwen met tassen vol met platen werd te zwaar. Bij een val tij­dens de win­ter scheurde hij z’n kruis­ban­den, maar dat werd niet herk­end door de huis­arts. Alles bij elkaar, de erger wor­dende polio, de ver­k­noeide knie zorgden ervoor dat hij in de WAO terecht kwam.

Operettev­erenig­ing Czaar Peter
Ze ver­huis­den van Edam naar Zaandijk. De echtgenote van Rob zong niet onaardig en wilde haar geluk wel eens bij Operettev­erenig­ing Czaar Peter proberen. Rob bracht haar en je praat wat met de mensen, hij maakte een reclame­bil­jet en toen de voorzit­ter vertrok werd Rob gevraagd die post op zich te nemen. Vol­gens Rob begonnen toen 10 gouden jaren voor de verenig­ing. Hij wil wel nadrukke­lijk zeggen dat een voorzit­ter wel veel kan willen, maar dat je het met een hele groep moet doen; alleen dan heb je succes.

In 1971 brachten ze ‘Die Nacht mit Casanova’, in 1972 ‘Die Zige­uner­baron’ met Cas Mei­jns, in 1973 ‘Vic­to­ria en haar Huzaar’ en in 1974 was het de operette­hit “Im Weis­sen Rössl’. Der Bet­tel­stu­dent, Frau Luna, Maske im Blau en Boc­cac­cio om er nog maar een paar te noemen.

Het waren pro­duc­ties van rond de hon­derd duizend gulden. Dus een grote ver­ant­wo­ordelijkheid voor de 126 leden. Bij elke pro­duc­tie zat een ork­est van 21 man en was 12 man/​vrouw in het bal­let. Zondag­mor­gen kwa­men er 17 mensen opdraven in het lokaal aan het Ruyter­veer om te leren schminken en grimeren van Max Zomerdijk. De kled­ing­groep bestond uit tien vrouwen die de kled­ing maakten.

In 1974 wilde Rob een toe­gangskaart maken in de vorm van een sin­gletje om zo de kop­ers van kaarten een plaatje kado te geven. Hij had, via zijn con­nec­ties bij BASF, het voor elkaar gekre­gen dat ze daar een opname zouden maken en dat als sin­gle zouden persen. Maar de oliecri­sis stak er een stokje voor; de sin­gle ging niet door. De toe­gangskaarten in de vorm van een sin­gletje waren gedrukt, dus die bleven.

In 1975, in een stuk in het Parool, vertelde Rob dat je tegen­wo­ordig niet meer kunt vol­staan met een ama­teuris­tis­che aan­pak omdat je te maken kri­jgt met ver­zorgde pro­duc­ties op TV en in de schouw­bur­gen. “De resul­taten van de laat­ste jaren gaven dat aan: drie uitverkochte zalen in 1973 en zes in 1975 wijzen erop dat onze koer­swi­jzig­ing vruchten afwerpt”.

RobdeJong12Foto: artikel Telegraaf van vri­jdag 5 okto­ber 1979

Ze kon­den gebruik maken van een oud deel van de HBS bij het Ruyter­veer waar gerepeteerd en de decors gebouwd wer­den. Rob was o.a. één van de bedenkers van het ‘cir­cu­latieplan’. Dat plan behelsde dat Czaar Peter met een operette begon; decors, opzet en tech­nis­che ken­nis en dat geheel door verkocht aan een andere verenig­ing, voor een beperkte prijs, om zo kosten te besparen. Voor­waarde was dat de verenig­ing niet in dezelfde regio geves­tigd was van­wege concurrentieoverwegingen.

In 1976 komt Rob met het idee een prom­e­nade­ork­est te for­meren bij Czaar Peter. Naast het begelei­den van Czaar Peter zouden er genoeg mogelijkhe­den liggen in de Zaanstreek voor zo’n ork­est was de redener­ing. Boven­dien werd tot nu toe van beroepsmuzikan­ten gebruik gemaakt die alle­maal betaald moesten worden.

Hij is er nog steeds trots op dat Czaar Peter de eerste operettev­erenig­ing was die in Carré stond met hun uitvoering.

Maar aan alles komt een eind en Rob nam na een peri­ode van tien jaar afscheid van Czaar Peter. Na een peri­ode van rust begon het besturen toch weer te trekken en zette hij zich in voor de Bar­ber­shop Har­mony Zaanstad, een zang­groep in Zaan­dam. Daar heeft hij acht jaar lang hard z’n best voor gedaan.

Van Zaandijk was Rob, inmid­dels geschei­den, in West­zaan gaan wonen, in Lam­bert Melisz. En ook daar kruipt het bloed waar het niet gaan kan want een keer een poster of bil­jet ontwer­pen voor het tehuis is niet zo’n prob­leem. Het wer­den er uitein­delijk ruim vier duizend. En dat was niet even met een vilt­s­tift iets op een papiertje schri­jven, maar dat werd pro­fes­sioneel uit­gevo­erd, zoals hij dat gewend was. Naast dit maakte hij ook reclame­bor­den voor bedri­jven. Zie voor­beelden hieronder.

RobdeJong13Daar­naast fotografeerde hij veel en dat bracht hem in con­tact met Jaap de Boer, een bek­ende West­zaner, oprichter van het blad De West­zaner en vol­gens Rob de laat­ste echte Soci­aal Democraat. Op een keer vroeg De Boer of Rob miss­chien wat fotow­erk voor het blad De West­zaner zou willen doen. Dat heeft hij jaren gedaan en zo kwam het in 1994 tot de opricht­ing van de West­za­anse Dig­i­tale Beeld­bank. Het voorzit­ter­schap heeft hij in 2017 om gezond­hei­d­sre­de­nen moeten neerleggen.

RobdeJong14

De West­za­anse Beeld­bank is enorm gegroeid. Vanaf de eerste ten­toon­stelling waar­bij ter­loops wat oude foto’s wer­den getoond kwam een stroom op gang van foto’s die mensen de site bleven toezen­den. Foto’s wer­den gebruikt voor kalen­ders, voor etiket­ten van flessen wijn. De Jong liep met de kalen­ders bedri­jven af en probeerde die als relatiegeschenk te sli­jten. Hij wist de bedri­jven zover te kri­j­gen dat ze elk een 100 stuks afna­men. Bij een bijeenkomst van West­za­anse onderne­mers merk­ten ze dat ze alle­maal 100 kalen­ders had­den afgenomen. Het werd goed opgevat door de onderne­mers maar zo wer­den wel de inkom­sten voor de club gegenereerd.

RobdeJong15

Joomla tem­plates by a4joomla