Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Angst voor water
door Her­man Aartsen

Water0
Het zal in het laat­ste of voor­laat­ste oor­logs­jaar zijn geweest dat de mare rondg­ing dat Zaandam-​Zuid onder­wa­ter gezet zou wor­den. Ik was een hum­mel van vijf, zes jaar en woonde met mijn oud­ers op de Aca­ci­as­traat in een nogal geï­soleerd liggende nieuw­bouw wijk ten Oosten van de Zuid­dijk in de polder Oostzaan. water1
Een kaart uit 1941. Links de Zuid­dijk en onder loopt de Troelstralaan.
Rechts in het mid­den de plek waar de molen de Gekroonde Poe­len­burg staat. De Bloe­men­bu­urt ligt in een niemandsland.

Alle straten in de buurt liepen dood en de Wilgen­straat was niet verder bebouwd dan een zestal huizen aan de Oost­elijke kant, ter­wijl de buurt was omgeven door sloten. Dit waren de dijk­sloot langs de Zuid­dijk, de Enge­lensloot ten Noor­den en in het Oosten enige kleinere afwa­ter­ingss­loten en op afs­tand de Gouw, ter­wijl de Zuid­kant werd begrensd door de P.J. Troel­stralaan met z’n wegsloot. De wijk was dan ook alleen te bereiken via deze P.J. Troel­stralaan of Weerpad.

Wie er op het idee is gekomen wist ik als peuter niet, noch hoe het tracé was vast­gesteld, maar er werd een dijk om de buurt aan­gelegd door de bewon­ers. De grond daar­voor werd uit­ge­graven, voor wat betreft de West­elijke kant, uit het braak liggende perceel tussen de Aca­ci­as­traat en de Wilgen­straat. Vanuit onze achter­tuin heb ik de buur­man­nen zien zwoe­gen achter hun krui­wa­gens vol veen­grond naar de groeiende dijk op het talud van de dijk– en Enge­lensloot. Zo ontstond er achter onze won­ing een meertje van ik schat 15 bij 10 meter en een diepte van ik denk ander­halve meter.

Achter de Abeel­straat ging het net zo, alleen had­den ze daar beter mate­ri­aal door­dat één van de bewon­ers een betrekke­lijk hoge posi­tie had bij de Ned­er­landse Basalt Maatschap­pij (NBM) waar hij de rails en kiplor­ries had geregeld zodat er grotere ladin­gen tegelijk kon­den wor­den afgevoerd.

water2Gelukkig is de angst van de bewon­ers niet bewaarheid daar aan het eind van de oor­log de dijk nog lang niet slui­tend was. Wel hebben we van de resul­taten als speel­ter­rein genoten. ‚s Win­ters kon­den we al spoedig op de uit­ge­graven meert­jes schaat­sen en de dijken vor­m­den de rest van het jaar een schit­terend gele­gen­heid om er (overdekte) hut­ten in uit te graven. Hoe de dijken uitein­delijk zijn geslecht kan ik mij niet meer herin­neren in tegen­stelling tot het dem­pen van de meert­jes. Daar heeft de firma Holle­beek en Vens een hele toer aan gehad. Hun drie tons kiepauto – uit de over­tol­lige leger voor­raad van­daar Dumpie genoemd – heeft er menige lad­ing vlie­gas vanuit de Hoogovens in gestort. Het kun­nen schaat­sen voor­dat de sloten betrouw­baar waren was hier­mee verleden tijd maar er kwam voor terug dat het veldje het gehele jaar beschik­baar was.

Schaat­spret op de Dijk­sloot achter de Zuiddijk.

Mid­den jaren 50 is de Oost­elijke kant van de Wilgen­straat wat bebouwing betreft afge­maakt. Achter onze won­ing ver­scheen een rooms katholieke nood­kerk annex kleuter­school en verderop een rijtje wonin­gen. Ook zorgde de aan­leg van de Mor­gen­ster­straat er voor dat de straten niet meer dood liepen en de wijk een tweede ontsluit­ingsweg kreeg.


Joomla tem­plates by a4joomla