Hoe is het toch met Lenie Fritz?
Van onze redactie: Ruud Meijns
Velen zullen haar nog wel kennen van het boekje ‘Gekke Tampie’ dat in 2004 verscheen. Hierin vertelt ze over haar jeugd in een katholiek gezin in de Kopermolenstraat. Een groot gezin van dertien kinderen. Ik zocht haar op, benieuwd hoe het met haar was gegaan na haar debuut als schrijfster.
Kort geleden is haar jongste zus overleden en het was haar wens om bij het afscheid een katholieke dienst te houden. Na afloop zei haar broer dat het zo’n mooie ceremonie was geweest en dat hij dat zo gemist had. De dienst had bij de aanwezigen toch weer iets van heimwee teweeg gebracht naar die mooie katholieke pracht en praal.
Het boekje ‘Gekke Tampie’ heeft ze in eerste instantie eigenlijk voor zichzelf geschreven. Ze liet het resultaat wel eens aan haar broers en zusters lezen, maar die begrepen nooit waarom dat nou op papier gezet moest worden.
Volgens Lenie is het goed om je gedachten te uiten, zet het op papier dan ben je ervan af. Toen haar ouders nog leefden had ze het boekje nooit uit kunnen geven. In gedachten hoort ze haar vader al bulderen, ‘hoe haal je dat nou in je…’.
Tot haar 58e heeft ze bij Albert Heijn gewerkt bij de afdeling Grootverbruik. Eerst in de Achtersluispolder en toen het bedrijf naar Breukelen verhuisde is het gezin, na overleg met allen, meeverhuisd. Ze heeft daar vijf jaar gewerkt en gewoond. Bij een volgende verhuizing van het bedrijf naar Ede koos ze ervoor om terug te keren naar Albert Heijn in Zaandam. Ze kregen een woning in de Klaas Katerstraat.
Albert Heijn is voor Lenie altijd een goede werkgever geweest. Ze heeft er tal van opleidingen kunnen doen waar ze, behalve op haar werk, in haar leven veel aan heeft gehad.
Nadat ze met werken gestopt was werd ze actief bij het vrijwilligersproject ‘Onze Buurt Aan Zet’ in Zaandam-Zuid. Deed vrijwilligerswerk in het Mennistenerf en doet nog steeds boodschappen voor een mevrouw die ze bij dat project heeft leren kennen. Die mevrouw wordt komende week honderd jaar.
In die tijd begon ze ook met schrijven, voor zichzelf en voor de rubriek Eigenwijks in de Zaankanter, een rubriek over Zaandam-Zuid. Daarnaast had ze een eigen programma bij Zaanradio. Een programma met en over gedichten. Soms nodigde ze een klas uit die ze eigen gedichten liet voorlezen en dan weer een groep tachtigjarigen.
Haar gedichten gaan over zaken die haar na aan ’t hart liggen. Over Gijs, een gehandicapte jongen die bij het gezin jarenlang in de weekeinden kwam logeren om de eenzaamheid te ontvluchten. Over haar Juf van de lagere school die bij haar in de straat woonde en waar ze de tas van mocht dragen. Ze heeft een gedichtenbundel uitgegeven onder de titel ‘Vogelvrije versjes’, uitgegeven door uitgeverij Van de Berg te Almere. In 2006 verscheen deel twee van Gekke Tampie, onder de titel ‘Dwaze Vrolijkheid’. Ook weer met verhalen uit haar jeugd en hoe het verder ging met de kinderen uit het gezin Tambach.
Gedicht:
Klaas Katerstraat
Het heeft de intimiteit van een dorp.
De oude acacia’s dragen jong blad.
Toch ligt het op nog geen steenworp
afstand van het centrum van de stad.
Architectuur van het verleden heeft zich gevoegd in steen en hout
en voegt zich naar het heden.
Verscheidenheid in enkelvoud.
Ik veeg een venster in het beslagen raam
en kijk naar het plantsoen
waarin een vleugelnoot van naam
Amsterdamse school koppelt aan Zaans groen.