Mw. Bergers – Huisman
Van onze redactie, Ruud Meijns
Mevrouw Tini Bergers-Huisman is geboren op 12 juni 1929 in het ziekenhuis in de Oostzijde. Haar ouders woonden in de Jan Windhouwerstraat. Een straat die, voor een deel, is opgegaan in de Peperstraat.
Mevr. Bergers zit in een rolstoel, ze kan niet meer staan of lopen. Dat is ook de reden van haar verhuizing van de Pieter Pauwstraat naar het Mennistenerf. Wat haar van de verhuizing nog het meeste pijn heeft gedaan is dat ze van Oepie afscheid heeft moeten nemen; de poes die ze zeven jaar heeft gehad. Hij woont nu op Texel bij kennissen. Af en toe krijgt mevrouw Bergers een filmpje toegestuurd waarop ze Oepie kan zien in z’n nieuwe huis.
Haar grootouders van vaderskant, Huisman, hadden op de hoek Zuiddijk – Noorderkerkstraat een winkel in tapijten, bedden etc. Dat is het pand links op de foto. In het andere huis op de foto woonden ze. Als je bij haar grootouders boven op zolder zat kon je de mensen in de Oostzijderkerk zien zitten.
Ze herinnert zich de omgeving nog goed. Vanuit de Noorderkerkstraat kon je via een smal straatje naar de Peperstraat. Later is dat allemaal verdwenen met de komst van de Beatrixbrug. Wat ze ook heel jammer vindt is dat het Havenkantoor verdwenen is.
Thuis waren ze met vier kinderen; een oudere broer, een jonger zusje en jonger broertje. Haar vader had ook een handel in bedden en aanverwante zaken, maar dan aan huis. Hij had eerst met z’n vader en broers in de zaak in de Klauwershoek gewerkt, maar is later voor zichzelf begonnen.
Het ouderlijk huis stond in de Jan Windhouwerstraat. Ze weet nog van het pand van De Kindervoeding dat daar stond. Kinderen uit arme gezinnen konden daar ‘s middags een gratis maaltijd krijgen. Zelf hadden ze het niet breed, maar zo arm waren ze niet. In het straatje zaten veel winkels. Op de hoek zat Stolp de kruidenier en Taams de melkboer. Er was nog een melkwinkel van Hoogenkamp. Die verdween bij de herinrichting van de Peperstraat. En dan had je nog de Van Kolstraat. Dat was een beetje een ‘kouwe kak’ buurt. De helft van die straat is nu Peperstraat. De Pieter Pauwstraat waar ze later is komen wonen had dat ook in het begin; kouwe kak. Ze konden de huur niet betalen, maar ze hadden wel kapsones.
Tini is op school gegaan op de Christelijke school in de Klaas Katerstraat, hoewel ze van huis uit niet erg christelijk waren. Haar vader had wel een christelijke achtergrond, hij was Christelijk gereformeerd opgevoed. Ze had het niet zo op haar grootouders uit Zaandam. Ze waren vreselijk op de centen. Als je jarig was kreeg je kleren, maar ja die kreeg je van je ouders al. Het personeel in de zaak werd ook zuinig betaald. Ze kwam er dan ook niet zo vaak. Heel anders dan bij haar oma in Oostzaan.
De crisis in de jaren dertig heeft ze als kind meegemaakt; het was geen vetpot. Haar vader nam, toen hij voor zichzelf begon, veel klanten mee. Maar als het slecht gaat wordt er niet meer contant betaald; het ging veel op afbetaling. De klanten kwamen aan huis, in de voorkamer en moeder schonk er dan een kopje drinken bij. Klanten vonden dat vertrouwd en gezellig. Het was hard werken in een gezin met vier kinderen. In de oorlog heeft hij er ook textiel bij genomen. Dat hadden mensen meer nodig dan nieuwe vloerbedekking. Hij deed ook veel op bestelling en haalde het dan bij de groothandel in Amsterdam. En pakken wol deden het goed want toen breiden de mensen ook veel meer.
Het huis in de Jan Windhouwerstraat was een groot huis, eigenlijk een dubbel woonhuis, gehuurd van Schoone. Schoone had groentetuinen op de Bloemgracht. De zolder deed dienst als opslagplaats voor karpetten, rollen zeil en dekens. Matting had je toen nog. Een meter breed en dat moest hij aan elkaar naaien. Vader maakte zelf ook bedden, moeder naaide gordijnen. Hij had een werkplaatsje gehuurd. De bedden stopte hij met kapok en maakte er daarna van die noppen in. Hij maakte er ook randen omheen met zo’n kromme naald. Vroeger had je ook schudbedden gevuld met kapok. Je moest ze opschudden en dan met een stok recht maken. Hij maakte ook bedjes met veren, eendenveren. Ook bedjes gevuld met zeegras voor in ledikantjes en kinderwagens. Dat zeegras kwam aan in grote balen.
Tini liep ook kwitanties voor haar vader als de klant op afbetaling had gekocht. Ze deed dat op maandag– en zaterdagochtend op de fiets. De Oostzijde, Kalf, Zaandijk en dan weer terug via de Koog, langs de haven, met het pontje over en dan was je weer in het centrum. In de winter was het niet zo makkelijk met de fiets, dan is het veiliger om te lopen. Soms moest ze bestellingen wegbrengen.
Ze hielp ook in het huishouden, ze was de oudste dochter. Haar oudere broer, de vader van Henny Huisman, hielp niet in het huishouden. Daar ben je klaar mee als je de oudste bent. De jongsten slipten vaak weg en ik stond af te wassen en de was te doen.
Het was natuurlijk niet alleen maar werken. Het einde van de Bloemgracht was ook het einde van de bebouwing, daarna waren het alleen nog weilanden. Aan het eind van de Bloemgracht stond ook nog een groot bejaarden– en weeshuis van de diaconie. En je had de houtwerf van Middelhoven. In de winter kon je lekker schaatsen. Ze schaatste zo vanaf de Gouw over de slootjes naar haar grootmoeder in Oostzaan. In de 2e Wereldoorlog was het Oostzijderveld vaak een toevlucht voor mannen die uit handen van de Duitsers wilden blijven. Razzia’s om twaalf uur ’s nachts.
Ze heeft nog drie jaar Sancta Maria huishoudschool gedaan. Daar werd je eigenlijk klaar gestoomd voor het huwelijk. Haar moeder leed aan eczeem en moest contact met water vermijden. Ze was al over naar de vierde klas toen ze van school ging. Haar ouders vonden het genoeg en ze konden haar beter in huis gebruiken, maar later hadden ze er spijt van. Vanaf haar zestiende tot aan haar huwelijk in 1957 heeft ze haar ouders geholpen in het huis. Ook na haar huwelijk bleef ze thuis helpen.
Haar man was een verzamelaar van ansichtkaarten, postzegels en munten. De hele collectie is verkocht, zelf had mevrouw er geen interesse in. Haar man bezocht bijeenkomsten en beurzen voor verzamelaars. Ze is eens mee geweest naar een beurs in Hoorn. Haar man zag een prachtige kaart, zeldzame uitgave. De verkoper vroeg er zestig gulden voor. Ze vond dat toch een beetje te gek voor een kaart, maar volgens haar zoon is de kans groot dat vader hem toch gekocht heeft.
Ze heeft haar man leren kennen op het erf achter het huis op de Jan Windhouwerstraat. Hij was timmerman en bouwde daar een huis voor de dochter van zijn baas. Zijn baas was aannemer Kruidenberg die tevens de huisbaas van de familie Huisman was. Het was een heel groot erf en er was genoeg ruimte om nog een huis op te bouwen dat stond met de voorkant aan de Bloemgracht. Terwijl hij aan het timmeren was leerden ze elkaar kennen. Ze zijn in 1957 getrouwd.
Haar man, Ab Bergers, had een aannemersbedrijf en heeft veel gewerkt voor verfabriek Jan Visser aan de Hogendijk waar hij het onderhoud deed. De verffabrikant huurde Bergers ook in om de standbouw op beurzen te verzorgen. Ook deed hij het onderhoud aan de huizen van de familie Visser. Daarnaast nog werk voor particulieren en het onderhoud van flats die in het bezit waren van grote investeringsmaatschappijen zoals Delta Lloyd of pensioenfondsen.
Naast het verzamelen van allerlei zaken was haar man ook een echte Zaanlandiaan. Hij heeft het Eerste elftal van de Zwartjes nog gehaald en was bekend om zijn harde schot. ‘Appie de Knoerter’ of het ‘Zaanlandia Kanon’ waren zijn bijnamen. Toen de vereniging een nieuw clubgebouw wilde bouwen was Ab natuurlijk van de partij om mee te helpen. Hij is in 1997 overleden.
Ze hadden de mogelijkheid om het huis op de Pieter Pauwstraat te kopen. Er was niet veel te huren; de woningnood heerste nog volop. Veel jonge stellen woonden bij ouders in. Anderen boden flink sleutelgeld om een woning maar te krijgen. Toen ze het huis hadden is haar man voor zichzelf begonnen als aannemer. Een werkplaats gehuurd en langzaam aan meer gereedschap aangeschaft. Toen haar zoon zestien werd kwam hij ook in het bedrijf. Tijdens de laatste crisis heeft de zoon het bedrijf afgebouwd. Hij is toen een studie begonnen voor bouwkundig ingenieur. Mw. Bergers heeft twee kleinkinderen.