Het Grote Hijskranenboek
Bron: NHDagblad 9 november 2005
van verslaggever Pieter van den Akker
Jong geleerd is oud gedaan. Dat moet de 41-jarige uitgever Peter Bosman uit Velsen-Noord hebben gedacht toen zijn zoon Arne (6) hem vroeg of hij een boek over hijskranen wilde maken. „Alleen als jij me meehelpt”, luidde zijn antwoord. Een jaar later ligt ‚Het Grote Hijskranenboek’ van Nederlands jongste eindredacteur en zijn vader in de winkel.
„Ik wilde een hijskraan van lego maken”, legt Arne uit. „Omdat ik een voorbeeld nodig had, ging ik op zoek naar een boek.” Vader Peter vult aan: „We gingen onder meer naar de bibliotheek. Maar hoe goed we ook zochten, we konden het niet vinden.” Het tweetal besloot daarop zelf aan de slag te gaan.
Om aan hun informatie te komen struinden ze het internet af en namen ze contact op met Nederlandse en internationale bedrijven. „We hebben een e-mailtje gestuurd naar grote takelbedrijven over de hele wereld”, licht Peter toe. „Daar werd erg goed op gereageerd.”
Binnen afzienbare tijd kregen ze vanuit de Verenigde Staten, Rusland, Duitsland, Japan en vele andere landen zo’n 500 foto’s en brochures toegestuurd. Peter benadrukt dat ze bovendien een aanzienlijk deel van hun informatie te danken hebben aan twee Nederlandse beheerders van een website over hijskranen.
Natuurlijk mochten ook zelfgemaakte kiekjes niet ontbreken in het boek. Daarom trok het enthousiaste stel er de afgelopen maanden regelmatig op uit met de digitale camera. Zowel in de IJmond als daarbuiten liepen ze de meest uiteenlopende kranen tegen het lijf. „Als je er op gaat letten, merk je ineens hoe vaak ze worden gebruikt”, vertelt Peter. „Als je in deze regio een uurtje in de auto zit, zie je er zo vijftig. Het bárst hier van de hijskranen.” Volgens Arne kijken ze sindsdien overal waar ze komen goed om zich heen in de hoop er eentje te signaleren. „Op vakantie in Denemarken zagen we bijvoorbeeld ook een hijskraan. Daar hebben we meteen een foto van gemaakt.”
Selectie
Toen alle plaatjes verzameld waren, maakte Arne een strikte selectie van de bruikbare exemplaren. „Die is mooi, die is niet mooi”, speelt hij die handeling als een ware acteur nog eens na. Peter: „Mijn zoon heeft de foto’s uitgezocht en had in alle gevallen het laatste woord. Daarna hebben we de eerste opzet van het boek naar enkele bedrijven en de jongens van die website gestuurd.”
Uit hun commentaren bleek volgens vader en zoon Bosman dat het boek nog niet compleet was. „Hoe langer we er mee bezig waren, des te fanatieker werden we”, verklaart Peter. „Daarom wilden we per se álle bestaande soorten kranen behandelen.” Om die reden was het noodzakelijk de omvang van het boek te verdubbelen van de oorspronkelijke 24 naar 48 pagina’s. De teksten zijn voornamelijk van de hand van Peter, al droeg zoonlief ook hieraan keurig z’n steentje bij.
Maar waarom nou toch juist een boek over hijskranen? „Ik vind het zó mooi dat ze zoveel vracht kunnen tillen”, heeft Arne geen seconde bedenktijd nodig. Zijn vader voegt er aan toe: „In alle folders met informatie over dit onderwerp worden alleen maar ingewikkelde technische termen gebruikt. Wij willen met dit boek op een makkelijke manier aan de lezer uitleggen hoe zo’n hijskraan werkt. Hoe is het mogelijk dat ie niet omvalt? Hoe komt het dat de draad niet breekt?”
Buiten spelen
Terwijl zijn zusje Eva (8), die met haar vader al eens een kalender over vuurtorens maakte, haar zelf getekende hijskraan met een geel potlood inkleurt, geeft Arne antwoord op de vraag of het hem niet is tegengevallen om een boek te maken: „Nee hoor! Af en toe wilde ik wel liever buiten spelen, maar dat mocht dan ook.” Een lachende Peter: „En ondertussen zat ik binnen foto’s uit te knippen en te bewerken.”
Veel tijd om uit te rusten na het harde werken hebben Peter en Arne niet. Eva, een tikje jaloers op haar jongere broertje, heeft inmiddels met succes een beroep op haar vader gedaan. De kans is dan ook groot dat er in de winkels binnenkort een boerderijenboek naast het hijskranenboek te vinden is.
Peter, in het dagelijks leven uitgever van boeken voor startende ondernemers, heeft tot slot goed nieuws voor jongeren die net als Arne ook graag zelf een boek zouden willen maken. Hij roept creatieve kinderen op met een onderwerp naar hem toe te komen. „Als zijzelf of hun ouders ergens veel over weten en veel foto’s hebben verzameld, kunnen ze met mij contact opnemen. Misschien kunnen we het dan nog uitgeven ook.”
Zie: Publimix