Mary Pos, schrijfster en journaliste
Door Astrid Plekker
Mary Pos (Zaandam, 26 juli 1904 — Bussum 28 december 1987) was schrijfster en journaliste. In 1946 bezocht zij voor de tweede maal de Verenigde Staten en schreef er een boek over.Ze beschrijft in haar boek Ik zag Amerika en bezocht het opnieuw onder andere de ontvangst in het Nederlandse consulaat tijdens haar eerste reis in 1940 als een bittere teleurstelling. Ook over het contact met het Nederlands Informatie Bureau, negen jaar later, had ze geen goed woord over. Dit blijkt uit de zin: ‘Bij mijn heengaan heb ik tegen den toenmaligen leider, Dr. Slotemaker de Bruine, gezegd, hoe deze Nederlandse instelling en de sfeer, die ik er aantrof, de bitterste teleurstelling van mijn gehele reis zijn geweest’.
Het staat in schril contrast met de Amerikaanse public relations zoals die tot uiting kwam in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. De Amerikaanse overheid had een actieve rol in de beeldvorming over Amerika. Er werd beleid ontwikkeld om begrip en goodwill voor Amerika in het algemeen en voor de Amerikaanse buitenlandse politiek in het bijzonder te kweken. Voorlichtingsmateriaal, radio– en televisie-uitzendingen, lezingen, muziekuitvoeringen en tentoonstellingen werden georganiseerd. Mary schreef ook over het gevoel voor religie in Amerika. Ze vond bijvoorbeeld dat de Kerstdag voor de meeste Amerikanen er één is van alleen uiterlijk vertoon.
Een foto van het Empire State Building, het hoogste gebouw ter wereld.
Later schrijft ze over een gebeurtenis waarin mensen uit volle borst zingen, iets wat ze Nederlanders niet snel zag doen, het volgende: ‘Wist men niet beter, dan zou men geloven dat nergens ter wereld een volk dieper van de ontzagwekkendheid van het Kerstgebeuren was doordrongen dan het Amerikaanse…’. Hiermee duidt ze aan dat zij wel beter wist en de kerstgedachte in Amerika verder niet veel meer inhield dan een oppervlakkige reden voor een feestje. Ook merkt ze op dat in de etalages en kerstnummers van tijdschriften niet veel aandacht was voor het Kerstfeest door te zeggen dat ‘alleen’ een nagemaakte opengeslagen bijbel bij een warenhuis te zien was en ‘alleen’ Collier’s een schilderij met een christelijke betekenis op de voorpagina had. Op Broadway ziet Mary lichtgeflonker en figuren geprojecteerd tegen muren van gebouwen. ‘In Amerika, het land van de reclame en de reclame-kunstenaars, wordt reclame gemaakt op een wijze, die ons vreemd is’: schrijft ze.
Mary is lyrisch over de aangeprezen waren van een restaurant en beschrijft haar ervaring. Ze gaat graag mee in de verhalen van de reclame-uitingen en heeft geen kritische houding. Toch vertelt ze over een vriendelijke hotelchef die plotseling was veranderd in een meedogenloos zakenman, waarbij ze uiting geeft van haar bewustzijn dat veel Amerikaanse geveinsde vriendelijkheid ‘pure business’ is. Echter ze wil niet zover gaan om dit als een volksaard te zien, want volgens haar zijn overal goede en slechte mensen. Ze schrijft uitvoerig over het eten en maakt daarmee kenbaar dat er een overvloed is aan consumptie en daar geniet ze erg van.
Nederland had na de Tweede Wereldoorlog grote behoefte om brandstof en voedsel te importeren, maar niet de dollars om dat te betalen. De Marshallhulp werd zeer welkom ontvangen, ondanks dat de burger zich bewust was van het feit dat dit vanuit Amerika niet belangeloos was. Net zoals Mary Pos, hadden de meeste burgers in Nederland geen kritische houding zolang de beide landen gemeenschappelijke voordelen hadden van de afspraken. Volgens Amerikaans recept moest de economische groei leiden tot een verbetering van de levensstandaard in Nederland. Ieder huishouden zou over een radio, televisie, koelkast en een auto moeten beschikken in de toekomst. De levensstandaard in Amerika lag uiteraard een stuk hoger dan in Nederland in 1946 en beide partijen waren tevreden over de Marshallregeling.
Ook Amerikaanse particulieren hebben hulp geboden. ‘Ik behoef het alleen maar de velen in ons land te vragen, die regelmatig en langdurig hun pakketten uit Amerika ontvingen…’ slaat op de hulp die Nederlanders ontvingen na de Tweede Wereldoorlog toen er grote tekorten waren in Nederland aan onder andere voedsel en brandstof. Niet alleen de Amerikaanse overheid werkte aan een plan, maar ook diverse Amerikaanse hulporganisaties besloten gezamenlijk noodhulppakketten in te zamelen en te verspreiden onder de zwaar getroffen bevolking in Europa.
Met een tekst over de Amerikaanse sensatiezucht drukt Mary een gebrek aan diepgang uit: ‘Dat wat in Amerika opvalt, is niet alleen het verlangen naar sensatie, maar om zelf óók sensatie op te wekken, zélf in het middelpunt der belangstelling te staan en pennen en tongen in beroering te brengen’. Dit wordt door haar een uitwas genoemd, omdat het tegen haar normen en waarden indruist die zij had vanuit haar Europese ‘beschaafde’ achtergrond.
De oppervlakkigheid wordt nog enkele malen door haar genoemd bij een stuk over het huwelijk: ‘Ze was op echt Amerikaanse wijze met hem getrouwd zonder het minste van hem af te weten’. En in de zin: ‘Iets heel typisch voor de begrippen van vele Amerikanen, waar trouwen en scheiding schering en inslag is’.
Amerika wordt gebruikt als referentiesamenleving: de overvloed aan consumptie is een uiting uit een gebied dat Europa nog niet is, maar wel kan worden, een plek waar men een luxueus leven kan leiden. ‘We waren in zulke hoge sferen aangeland, vooral nog door de koffie na, een ware godendrank in Toffenetti’s eigen ogen, dat we met onze voeten niet meer op de aarde stonden’ zegt zij over een avond in een restaurant.
Mary is grotendeels zeer positief over Amerika(nen), maar er is wel de conservatieve rechtse vorm van kritiek te herkennen, waarbij hen een gebrek aan cultuur wordt verweten. Dit was de meest voorkomende vorm in het Interbellum. Tegen de tijd dat Mary voor de tweede keer Amerika bezocht was de Nederlandse reflectie op Amerika al veel zonniger. Dit perspectief past in de lijn van het geheel aan andere politiek rechtse boeken die Mary heeft geschreven, waardoor zij gestaakt werd en haar populariteit afnam. Haar naam en haar boeken zijn in vergetelheid geraakt, maar haar daadkracht en reislust als jonge vrouw in die tijdsgeest zijn zeer te bewonderen.
Er is één geluidsfragment van haar bewaard gebleven uit een interview met Rik Felderhof. Ze vertelt hierin dat ze graag beroemde mensen wilde ontmoeten. Dat is haar zeker gelukt; ze sprak presidenten en interviewde Mussolini in 1934, 1935 en 1942. Wegens logistieke redenen kon het niet doorgaan, anders had ze ook Adolf Hitler een vraaggesprek afgenomen.
Mary Pos ging op haar twaalfde van school en haar boeken zijn niet van een hoog literair gehalte. Ze was een meeslepend en soms wat melodramatische verteller op een moraliserende toon. Echter het geeft wel een tijdsbeeld en als eerste vrouwelijke reisjournaliste bracht zij een unieke kijk over de grens.
Gedurende haar leven publiceerde Pos meer dan 20 boeken en 2000 artikelen.