De Czaar van Groot Rusland in de Republiek
04-07-2013 Van onze redactie; Ruud Meijns
De tweede reis van Peter de Grote naar Nederland (1716−1717)
Door prof. E. Waegemans, bestuurslid van het Instituut voor Noord– en Oosteuropese Studies in Groningen. Deel 13 in de reeks Baltische Studies.
Prof Waegemans gaf 21 juni jl. een lezing in het Stadhuis van Zaanstad over de 2e reis van Peter de Grote naar Nederland i.h.k.v. de tentoonstelling in het Zaans Museum. In zijn bloemrijk taalgebruik en vermogen om gebeurtenissen tot leven te wekken, zou menig koper van zijn boek verwacht hebben een even lekker leesbaar chronologisch verhaal te kunnen nuttigen. Maar het is een studie. Slechts een deel van het boek beslaat het verhaal van de reis van Czaar Peter in 1716 naar West Europa.
Het boek bestaat voor een groot deel uit achtergronden van het onderzoek, de bronnen, de hoofdrolspelers, de netwerken van de Russische heerser die het bezoek begeleidden. De oorlog van Rusland met Zweden speelde een belangrijke rol. De achtergronden en de spelers die tijdens de reis een rol speelden zijn zeer interessant. Het geeft een goed inzicht in het politieke en economisch reilen en zeilen in de Hollandse Republiek.
Minstens zo interessant zijn de bijlagen waarmee Waegemans zijn verhaal illustreert. Hoe schreven de kranten over het bezoek. Hij haalt de dagboeken aan die medewerkers van de Czaar bijhielden. Maar ook, en dat is voor ons Zaankanters van belang, het journaal van J.C. Nomen. Jan Cornelisz. Nomen (1646−1724) was een Zaandamse lakenkoopman, lid van de vroedschap en hield een dagboek bij van wat Peter in Zaandam heeft gedaan.
Het journaal geeft een goed beeld van hoe de Czaar omging met de mensen die hij bij zijn vorige bezoek, in 1697, had ontmoet.
’… soos siet hem het wijf van baas Pool. Sij loopt na hem toe, en seght: Wellekoom alhier, Pieterbaas. Daerop seght hij: Vrou hoe kent gij mij? Sij antwoort: Mijn heer, gij zijt immers over 19 jaren so dickwils in ons huijs en aen de taaffeel ter maaltijt geweest, ick ben de vrouw van baas Pool. Doen omhelsde hij haar met beijde zijn armen, en kuste haar seer vriendelijck’.
Prof. Waegemans vertelde in zijn lezing dat de grote Czaar aardig Hollands sprak. In één van de dagboeken wordt verteld dat men jongens uit Rusland hier in de leer had om het tinmmervak te leren, maar dat ze gelijkertijd Hollandse les kregen; een beetje inburgeren. Het verschil met de eerste reis was dat Peter de Grote nu als staatsman kwam en als zodanig werd ontvangen door de bestuurders van de landen die hij bezocht. De betrekkelijke intimiteit van zijn bezoek in 1697 was nu niet meer mogelijk. Ook niet als hij, samen met de Czarina, nogmaals het Zaanse bezoekt. De menigte die hen wilde zien en begroeten was zo groot dat hij nauwelijks kon ontschepen.
Een boek voor de liefhebbers van geschiedenis die op deze wijze meer inzicht krijgen in de 17e en 18e eeuw en daarvoor bronnen krijgen aangeleverd die meestal in boeken over een geschiedenis als deze ontbreken.