Borstkanker
Gesprek met een buurtbuschauffeur.
„Het is zo koud buiten, mijn tieten bevriezen” floepte ik er spontaan uit tegen een passagier die net binnenstapt.
„Oh nee, niet u ook!” roept hij tot mijn verbazing terug.
„U ook?” vraag ik twijfelend.
„Borstkanker toch,” zei hij terwijl hij de plaats achter me inneemt.
„Borstkanker, ja daar heb ik mee te maken gehad, maar hoe weet u dat?” zei ik verlegen.
„Tieten toch, daar had u het over toen ik binnenstapte,” antwoordde hij vrolijk, waardoor ik moest nadenken over mijn eigen onbeschoftheid.
„Veel vrouwen hebben daarmee te maken” zei ik mompelend.
„Dat zeker,” zei hij, „mijn vrouw en mijn vriendin hebben daarmee te maken.”
„Wat verschrikkelijk!” zei ik, beseffend dat hij eigenlijk misschien daarom hierover was begonnen.
„Ja, ongelooflijk. Eigenlijk voel ik me schuldig.” En hij laat zijn hoofd hangen.
„Schuldig?” vraag ik geschokt, „waarvoor?”
„Misschien heb ik ze iets aangedaan. Want ze zijn allebei zo ongeveer tegelijkertijd behandeld”.
„Dikke pech,” zei ik terug, „maar statistieken wijzen aan dat tegenwoordig een op de acht vrouwen ermee te maken krijgt. En van wat ik me kan herinneren stond aanraken door mannen niet op de lijst van de ongeveer twintig mogelijke oorzaken.”
„De ene moest met radiotherapie behandeld worden, de ander met chemo en die is er echt opgefokt van geworden”, ging hij door, duidelijk overstuur.
„Dat geloof ik,” zei ik overtuigd, „men zegt dat chemotherapie tegen borstkanker een beetje te vergelijken is met het jagen met een vlammenwerper op een spinnetje. Maar het blijkt wel effectief.”
„Beide behandelingen waren erg zwaar. Deze dames zijn boven de vijftig maar ik heb ze zien lijden, lieve dames die ze zijn. En maar hopen dat het niet terugkomt. Gelukkig zijn de kansen op compleet herstel vrij goed.”
„Sommige mannen kunnen het niet aan. Dat de borsten van hun vrouw lelijk worden” roep ik alweer spontaan. Ik moet echt leren mijn mond te snoeren! Maar mijn commentaar heeft hem niet geraakt want hij zei, „Ik vind het wel erg voor hen. Weliswaar vond ik eerder dat hun borsten perfect waren, de ene vol en rond, de andere klein maar fijn,” zucht hij vol verlangen, „de kleine heeft voor een reconstructie gekozen. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat het een beetje raar voelt om aan te komen. Ik kan niet begrijpen waarom vrouwen vrijwillig een borstvergroting of zoiets dergelijks willen hebben, want het blijft maar lichaamsvreemd” zucht hij vol verwarring. „Als reconstructie na verwijdering kan ik het wel begrijpen maar tegenwoordig zijn sommige vrouwen er extreem mee bezig, vaak met erg raar resultaat. Overal op sociaal media te zien. Zonder gêne.”
„Ik moet toegeven dat ik daar een beetje ouderwets in ben ” zei ik licht blozend, „Vooral omdat ik zelf geloof dat het primaire bestaansrecht van borsten eigenlijk het koesteren is van de volgende generatie.”
„Mee eens!” lachte hij mij toe,„Beter had ik het zelf niet kunnen zeggen, dat moet ik mijn vrouw vertellen. En mijn vriendin. Maar niet tegelijkertijd, begrijpt u” en met een wenk en een glimlach stapt hij weer uit.
Maar daarna moest ik denken: borstkanker is een erg serieus onderwerp. Bij twijfel altijd uw arts raadplegen.