Dierenverwaarlozing
Gesprek met een buurtbuschauffeur.
„Mag een hond op de bus?” vraagt ze terwijl ze nog buiten staat tijdens een plensbui.
„Als u zelf ook meerijdt,” roep ik terug met een glimlach, ” ‚tuurlijk,” zei ik geruststellend, „stap maar in.”
„Hij is niet aangelijnd, helaas” zei ze als ze incheckt met een kleine witte vachtbal onder haar arm, „ik mag hem ineens vandaag oppassen”.
„Wat een schattig hondje”, merk ik op.
„Hij moet nodig naar een trimsalon maar dat mag ik niet regelen,” zei ze en neemt plaats met het hondje op haar schoot.
En inderdaad, ik kon dat kleine mormel ruiken. Natte hond geur gemengd met een sterke zweetlucht.
„Arm beestje” zegt ze met een zucht, „ik heb hem zelf een keertje in bad gedaan maar zijn baasje was er niet blij mee.”
„Nou persoonlijk snap ik niet waarom mensen katten in bad doen maar met honden is het wel regelmatig nodig, toch?” vraag ik aarzelend.
„Hij zou ook regelmatig gekamd moeten worden en dat doe ik zo vaak ik de kans krijgt want zijn vacht zit vol klitten die bijgeknipt moeten worden. Hij geniet er ook zo van om goed gekamd te worden. Dan staat hij daar als pop en ik zou uren door kunnen gaan.”
„Dit soort kleine hondjes zijn gefokt om er als poppetjes mee te spelen. Sommige van hun baasjes laten ze verkleden in allerlei kostuums. Ik heb er zelfs eentje als spin verkleed gezien. Erg grappig, al vond dat hondje dat waarschijnlijk niet”, zei ik glimlachend.
„Daar zal zijn baasje niet aan denken! Dit hondje krijgt al erg weinig aandacht. Helaas zijn honden als puppys te vaak schattig gevonden en als er dan de realiteit van dagelijks zorg bij komt kijken dan is de lol er af. Deze klein schat komt bijna nooit buiten”, zei ze, ” hij wordt vaker lange uren alleen gelaten en dan gaat hij hartscheurend janken en ik kan er niks aan doen.”
En zij aait zachtjes over zijn oren terwijl ze verder gaat, „ik heb ooit de dierenbescherming hierover gebeld met de vraag of het verwaarlozing betreft maar die zei als hij eten en water krijgt en een veilig onderkomen heeft, er weinig is dat ze verder kunnen doen, het is geen mishandeling, meer een kwestie van een mismatch. Ik snap niet waarom de man die het baasje van deze hond is, hem wil houden. Ik heb het hem een keertje durven vragen en hij zei iets vaags als dat hij het hondje voor een zieke tante oppast, maar dat was tenminste drie jaar geleden. Ik merk wel dat door al mijn bemoeienis hij meer bewust is van de noodzaak het hondje beter te verzorgen.” En zij eindigt haar verhaal buiten adem.
De hond likt haar hand, misschien uit empathie. „En hij is zo’n lief beestje,” roept ze vrolijk na een knuffel met het schoothondje.
„Kleine gezelschapsbeestjes,” roep ik vertederd door haar verhaal. „Dierenmishandeling is een erg verontrustende zaak in onze maatschappij. Ik heb veel bewondering voor mensen die zich voor dieren inzetten.”
„Inderdaad, ” zei ze en staat op met het hondje in haar armen, we kijken hem samen aan en dan naar elkaar, „wie zou z’n kleine wollen bol kunnen weerstaan?”
„Als men niet goed voor dieren zorgt is het duidelijk een slechte karaktertrek. Ik vertrouw ze niet want die zou mensen net zo slecht behandelen als het erop komt.”
„Gelijk hebt u” roept ze als ze uitstapt, „Een heel fijn dag verder”.
Toen ik wegreed zag ik iemand schelden tegen een grote hond. „Bekend als vriend van de mens, maar zijn mensen dan echt de beste vriend van een hond?”