Mode
Gesprek met de buurtbuschauffeur
„Draagt die man een korte broek over zijn lange broek?” vraagt een dame van hogere leeftijd, door haar pince-nez bril starend naar een jonge man die haastig richting station loopt.
„Goede middag mevrouw,” zeg ik beleefd, even een knik richting in-check automaat gevend.
Maar ze blijft staren naar de jongeman die inmiddels de trap heeft bereikt en met zijn ‚twee-broek klederij’ naar boven begint te verdwijnen. Ze schudt haar hoofd en ik knikt, alweer richting in-check automaat. Gelukkig staat niemand achter haar in de rij wachtend op instappen. Langzaam richt ze haar aandacht op haar hand, ziet haar chipkaart en herinnert zich om in te checken. Aha. Voorzichtig neemt ze plaats. Voorin. Waar ze duidelijk van plan is, nog iets te zeggen. „Is dat mode tegenwoordig?” vraagt ze direct aan mij, al zitten er nog andere passagiers in onze kleine knusse buurtbus.
„Blijkt recente trend onder jonge mannen en het is gewoon een broek, geloof ik, maar het lijkt wel of het er twee zijn” knik ik en voor dat ik verder iets zeg, start ik de bus en rijden we het station uit.
„Nou, ” begint ze en ik haal even adem, „Ik vind het zo mooi tegenwoordig, al de mooie stijlen en kleuren. Het verfrist het straatbeeld, vindt u niet?” en ik adem gerust weer uit.
„Ja, eigenlijk, is dat zo!” zeg ik met een brede glimlach.
„Toen ik een jonge meid was, moest iedereen zich zo stug aankleden. Correct. De mannen vooral hadden weinig keus in hoe ze zich mochten kleden” en ze zit nu keurig in haar riem.
„De vrolijke schoenen van nu vind ik zo prachtig,” deel ik mee, „alle kleuren van de regenboog plus” terwijl ik tegelijkertijd net iemand met vel roze exemplaren voorbij zie lopen.
„De bloemetjes en print schoenen voor heren zijn echt beeldschoon, ” zegt ze,„ik zou zelf zo’n comfortabele en goed uitziende schoen ook aan trekken.”
„Dat mag ook tegenwoordig,” zeg ik meeknikkend.
„Probleem is dat mannen zulke grote voeten hebben,„zegt ze en ze lacht met een rinkelend geluidje, kijkend naar haar eigen tengere pootjes gehuld in smaakvolle zacht leren schoenen.
„Als meisje mocht ik geen broek dragen. Dat was niet voor vrouwen, haha en dat was nog niet zo lang geleden. En in de jaren vijftig moest een vrouw er keurig uitzien. Jackie Onassis’ hoofddoekjes waren overal te zien en een verplichte hoed om naar de kerk te gaan op zondagen. Maar in de oorlogsjaren was je gewoon blij als je wat aan te trekken had. Ook al was het een versleten jas of hemd. Onderbroek zelfs. Maten maakte niets uit. Men droeg wat men kon vinden, maken of herstellen. Zelf genaaide kleding kwam toen erg goed van pas” en ze zucht zachtjes, denkend aan hoe zwaar het was, vooral voor haar ouders tijdens haar vroege jeugdjaren.
„Gelukkig mogen we, in dit nieuwe millennium, vooral als eerste wereldbewoners onze vrijheid vieren door ons uit te drukken in onze eigen persoonlijke stijl,” zegt onverwachts een jonge medepassagier meeluisterend met ons gesprek.
Mevrouw en ik knikken allebei spontaan. We kijken hem aan. Hij zit achterin, gehuld in gescheurde zwarte kleding. Met als versiering, oortjes, oorbellen en piercings bungelend aan zijn gezicht, dat iets zachtaardigs heeft, mede door de zachte lijnen van zijn getatoeëerde wangen.
Tattoo’s zijn ooit de versiering van de armen geweest, al zijn ze duur om te laten zetten, omdat men er niet van beroofd kon worden, denk ik even, maar zeg niks.
Een keurig geklede man die midden in de bus zit, zegt ineens, „Persoonlijk vind ik dat de gender-blurring in mode een grote opluchting voor mij persoonlijke mogelijkheden is, namelijk omdat ik ook als vrouw gekleed, me gerust door de straten mag begeven zonder dat iemand er poespas over zou maken. Ik hou ook wel van zo’n goed zittend rokje.”
„Gelukkig hoeft niemand die Zaanse kledij nog dagelijks aan. Stel je voor, om je tegenwoordig dagelijks zo te moeten aankleden. Eens af en toe, vooral voor toeristen, is wel leuk en grappig, maar om iedere dag hetzelfde, net als iedere andere keurige burger aan te moeten, was weleens niet makkelijk. Het zou zeker de mogelijkheden tot vrij bewegen erg beperken” merkt een vrouw van middelbare leeftijd op, haar leesbril automatisch omhoog duwend als zij haar hoofd van haar modetijdschrift optilt.
„Leve de mode!” roept de dame wiens commentaar deze discussie op gang bracht. Ze stapt vrolijk uit en de andere passagiers zwaaien haar na.