Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Druk­w­erk
Gesprek met een buurtbuschauffeur

bus377

“Het lijkt op een wed­strijd voor vliegeren zon­der touwt­jes,” zegt de dame die tegerlijk­er­tijd probeert de bus in te stap­pen en door de voor­ruit te kijken.
“Ga jij inchecken?” vraagt de vrouw achter haar die nu op de eerste tree staat.
“Moet je kijken,” roept mevrouw 1, die bli­jft door de voor­ruit staren, “daar word ik echt boos over.”
“Kom op” roept mevrouw 2, die bijna achteruit valt ter­wijl ze zich naast mevrouw 1 probeert te wur­men, “wat is het?” en zij probeert ook uit de raam te gluren.
Nu ben ik benieuwd, dus ik grijp aan de stu­ur­wiel, leun naar voren in mijn zit­plaats en probeer te zien wat de aan­dacht zo trekt. Het is een woeste dag buiten, met veel ruk­winden, die alles omver blazen. Inclusief zwerfvuil.

De twee dames gaan naast elkaar zit­ten. Ze zijn dus samen, van­daar dat tutoy­eren. Een man met een klein meisje komt aan­ren­nen en als ze hun plaats hebben ingenomen, begin ik met de rit.
“He, he, wat een weertje, zeg,” ademt mevrouw 2, duidelijk blij om uit de wind te zijn.
“Ja maar, moet je kijken, ik wordt er niet vrolijk van!” zegt mevrouw 1 en tikt tegen het glas, “moet je kijken. Wat een rom­mel alle­maal.”
“Het komt door die stapel losse reclame­fold­ers, zie je? Duidelijk een bezorger voor wie het te veel werd en die het opgegeven heeft” con­sta­teert mevrouw 2.
“Wat een rom­mel alle­maal!” zegt mevrouw 1 en deze keer klinkt ze daad­w­erke­lijk boos.
“Niks aan te doen,” zucht haar vriendin.
“Het zou ver­bo­den moeten wor­den,” zegt mevrouw 1 zon­der naar een reclame voor drop te klinken.
“Hoe dan? Het reclamebedrijf is vast niet blij met bezorg­ers die mid­den op hun route de taak opgeven en alles op straat dumpen.”
“Luie werkne­mers zijn niet het prob­leem. Nee, het is al dat onn­odig druk­w­erk waar nie­mand echt iets aan heeft waar ik zo boos van word,” en zij tikt weer tegen het raam ter­wijl ze zucht.
“Reclame­folder­be­zorger is geen echt werk. Het is meer bedoeld om tieners een beetje zakgeld te laten ver­di­enen” oppert mevrouw 2.
“Die vin­den vast wel iets anders, de jeugd is vin­d­in­grijk, betaal ze dan liever om de troep op te ruimen, dat zou een goed begin zijn ” mop­pert mevrouw 1, “tegen­wo­ordig wordt men doo­dges­la­gen met alle reclame­bladen, van brieven­bus tot posters en boek­jes bij de kassa, ter­wijl de aan­biedin­gen ook in de winkels zelf te zien zijn. Al dat extra druk­w­erk is onn­odig, geen mens die daar enige baat bij heeft.”
“Ik lees ze zelf nooit en heb een dubbel Nee sticker al jaren­lang op mijn brieven­bus geplakt” beweert mevrouw 2 ste­vig, “Dig­i­tale reclames plus radio en tv vind ik al meer dan genoeg. En als ik echt iets wil hebben, van hypotheek tot theele­pel kan ik dat altijd zelf op inter­net opzoeken.”
“Dat is het juist,” knikt mevrouw 1 mee, “wie leest die din­gen nou eigen­lijk? Gedrukte reclames zijn over­bodig gewor­den. En echt niet goed voor ons milieu. Nie­mand zal ze mis­sen behalve miss­chien om het papier te gebruiken voor de kat­te­bak,” en ze lacht zacht­jes.
“Mensen die in die branche werkzaam zijn zullen het wel mis­sen,” spreekt mevrouw 2 haar mening uit.
Als antwo­ord daarop zegt mevrouw 1, “Laten ze met dig­i­tale for­mat­ten werken, omsc­holen waar nodig, drukker­i­jen enz. Zou niet de eerste branche zijn die ver­oud­erd is en aan ver­vang­ing toe is. Nu is het tijd voor inno­vatie en vooruit­gang waar­bij het kli­maat baat heeft. Bedri­jven moeten moedig zijn en dur­ven te veran­deren.”
“Zou wel mooi zijn. Stel je voor hoeveel bomen en ink­t­bron­nen bespaard zouden bli­jven, vooral als dat wereld­wijd wordt toegepast,” zegt mevrouw 2 dromerig.
“Wat ik al zei, het zou ver­bo­den moeten wor­den,” en ze lacht deze keer hardop.
Er wordt aan de bel getrokken; de man en het meisje willen uit­stap­pen bij de vol­gende halte . Als hij naast de dames staat zegt hij ineens, “Dames, ik ben het met jul­lie eens. Zelf ben ik copy­writer dus weet ik dat er altijd een markt zal zijn voor con­tent en reclames. Maar u heeft gelijk. Reclame­druk­w­erk is over­bodig gewor­den en het zal mooi zijn als het onmid­del­lijk ver­ban­nen wordt.” Hij knikt net­jes en helpt het meisje bij het uit­stap­pen.
De dames kijken elkaar ver­rast aan en zijn even sprakeloos.
Dan zegt mevrouw 1, “Ik ga een brief schri­jven aan…” en ze twi­jfelt.
“Je kunt beter een email sturen,” zegt mevrouw 2 gnif­fe­lend, “min­der papierge­bruik toch?”
“Je hebt gelijk,” geeft mevrouw 1 toe aan haar vriendin, “maar aan wie zal ik het sturen?”
“Weet ik veel, aan de baas van de wereld miss­chien?” alweer gnif­fe­lend.
“Trek maar aan de bel voor­dat het te laat is,” roept mevrouw 1.
“Ik ben geen activist. Ik zou in gods naam niet eens weten hoe dat moet” roept mevrouw 2.
“Nee muts!” zegt mevrouw 1, “Trek aan de bel van de bus, we moeten hier uit­stap­pen!”
Ze stap­pen lachend uit maar ik rij verder ter­wijl haar vraag nog in mijn hoofd rond­spookt.
Aan wie zou ik een email kun­nen sturen met een ver­zoek een wereld­wijd ver­bod uit te vaardi­gen tegen alle gedrukte reclames?

Joomla tem­plates by a4joomla