Knuffelbeesten
Gesprek met een buurtbuschauffeur
We zijn al twee haltes gepasseerd zonder dat iemand in of uit wilde stappen. Bij de volgende halte ga ik toch een paar minuten wachten anders kom ik te vroeg bij de rest van de rit. Niemand staat op een bus te wachten die te vroeg komt. Dat is nog vervelender dan een die te laat komt.
Achterin zitten drie jongelui. Twee meiden van bijna twintig en een jongen die duidelijk pubert. Voorin zitten twee dames op leeftijd.
De radio speelt zachtjes, de djs kletsen wat met elkaar. Er heerst rust in de bus. De vrouwelijke dj was duidelijk te horen toen ze vertelde over een artikel dat verschenen is in een medisch vakblad waarin wordt beweerd dat knuffelbeesten een gevoel van veiligheid bevorderen waardoor je slaap verbetert en dat het ook voor volwassenen gunstig is.
Ik glimlach en denk aan mijn dochter die van een knuffelbeest houdt.
“Hoor je dat, Bas?” gilt een van de meiden achterin op treiterige toon, “Je mag je Pluchje houden tot in je ouderdom!”
“Hou op zus,“ roept hij met rood hoofd terug, “waarom ligt Snoefje Konijn nog altijd bij jou op bed dan?”
“Om mijn slaap te bevorderen knul, heb je niet geluisterd daarnet, het is wetenschappelijk bewezen,” en ze lacht naar hem, “herinner je je hoe je moest huilen toen je dacht je Pluchje kwijt te zijn?”
“Hou op zus,“ roept Bas weer, alsof hij gewend is geraakt om haar zo te adresseren, “ik was toen pas acht en Pluchje lag op school en ik had hem de volgende dag terug.”
“Maar mama moest eerst de school bellen en de conciërge laten zoeken totdat je gerustgesteld was toch? Wat een lawaai voor een pluche dier!” en ze lacht erg hard.
Maar de anderen lachen niet mee.
“Ooit had ik Lammetje van wie ik ontzettend veel hield,” sprak de andere meid zachtjes, “Op een dag kwam ik thuis uit school en Lammetje was weg. Mijn moeder had een opruimbui en zo is Lammetje is de kledingbak beland. Ik heb hem nooit weer gezien. Mijn moeder zei dat het goed is om dingen weg te geven en dat een ander daar plezier van kan hebben, dus ik hoop dat het zo is, want van Lammetje had ik veel plezier,” eindigt ze haar trieste verhaal.
“Arme ziel,” zei een van de dames op leeftijd, omdraaiend en turend naar dat meidje.
Bas zegt medelevend, “Ik zou Pluchje nooit kwijt willen raken.”
Zusje lacht hardop, maar de dames op leeftijd kijken haar afkeurend af. Er valt weer een stilte in de bus en ik rij voort.
Ik denk ineens aan de buurvrouw die hoog bejaard naar een zorginstelling moest verhuizen en hoeveel ze naar haar lieve poes verlangde. Van een familielid kreeg ze een knuffelpoes en toen lag ze tevreden in haar bed met het beestje op de borst, rustig te slapen. Er zit wel wat in dat wetenschappelijk onderzoek. Een knuffelbeest.
Misschien moet ik er eentje aanschaffen? Van mijn eigen jeugd heb ik niks over. Eentje redden van de kringloopwinkel? Ironisch, als ik iets terug vind van mijn eigen dochters jeugd. Dat zal mij vast betaald zetten voor mijn diverse opruimbuien.
Toevallig passeren we op dat moment een kledingbak die wordt geleegd door een truck van het Leger des Heils. Goed doel. Recycling. Een ander een plezier doen.
We rijden rustig voort.