Dameshoedenfabriek E.C. Poppert
Van onze redactie, Ruud Meijns
Botenmakersstraat 4 — 6 staat bij vele Zaankanters bekend als ‘Het Drieluik’, de poptempel, lokaal voor alternatieven. Maar voor het die functie kreeg was er een ‘School met de Bijbel’ in gevestigd. Vanaf 1938 werd het gebouw de ‘Dameshoedenfabriek’ van dhr. Erich Karl Poppert.
E. K. Poppert werd geboren op 20-04-1912 in Dortmund, zijn vrouw Hertha Poppert — Speier werd op 11-11-1913 geboren in Fritzler. Ze leerden elkaar kennen in een dameshoedenzaak in Bochum die eigendom was van een oom van Hertha. Ze zijn afkomstig uit Joodse families, maar van Hertha is bekend dat zij op een katholieke school ging.
Volgens het bevolkingsregister van Zaandam werd Erich op 8 november 1933 hier ingeschreven en zijn vrouw Hertha op 29 september 1934 op het adres Beethovenstraat 13. Het is echter bekend dat zij al eerder in Zaandam verbleven. Mogelijk dat het paar al vroeg op de vlucht was geslagen voor de gewijzigde situatie in Duitsland na de machtsovername van Hitler. S. Smit, huisvestingsambtenaar, werkte samen met het Joods Crisis Comité dat Duits-Joodse vluchtelingen hulp bood. Het gezin heeft nog op het Rustenburg 118 gewoond. Volgens het adresboek van 1941 woont het paar dan op ‘Booten-makersstraat 68’.
Rustenbug 118, helemaal rechts op de foto. — en - Bootenmakersstraat 68 (nu)
De hoedenfabriek werd gesticht op 1 september 1933, maar al een jaar eerder was het paar bezig met het maken van hoeden in de oude school op de Gedempte Gracht 9B (1.). Op 2 augustus 1934 trouwt het stel in de Zaandamse Synagoog. Op 17 februari 1935 wordt dochter Sonja Selma geboren. De dochter wordt katholiek opgevoed en moeder had veel contact met kapelaan Mulder van de Bonifatiuskerk.
Dat de zaken goed gaan mag blijken uit het feit dat naar een ruimer pand wordt omgezien en gevonden in de Vinkenstraat 1a. Dat was bekend onder de naam Hotel/Café ‘De Oranjeboom’ van M. ter Meer. Mogelijk heeft Poppert daar ruimte gevonden. Niet lang daarna, in februari/maart 1938, komt de oude school aan de Botenmakresstraat 4 — 6 vrij en wordt door Poppert in gebruik genomen. In juli van datzelfde jaar doet Poppert bij de gemeente een aanvraag voor vergunning om een ‘Middendrukstoomketel’ te mogen plaatsen. Het werven van extra personeel begint in september als hij advertenties laat plaatsen voor naaisters en meisjes.
Het bedrijf doet het goed. Over 1939 laat het een omzet zien van 262.000,– gulden. Het aantal personeelsleden is 80.
Dan komt de 2e Wereldoorlog en een doem hangt over de Joodse gemeenschap. Niettemin neemt het bedrijf als geheel deel aan de Februaristaking in 1941. Soms maakt Poppert gebruik van een identiteitsbewijs van één van zijn medewerkers. Ook in 1941 kreeg het bedrijf toestemming om uit te breiden in de Botenmakersstraat. Als Joodse bedrijven ‘geariseerd’ moeten worden valt ook het doek voor de Dameshoedenfabriek van Poppert. In augustus 1941 neemt de Zaanse NSB’er Dirk Kroonenberg de leiding over en in 1942 verkoopt deze het bedrijf aan zichzelf. Deze Kroonenberg vlucht en er wordt een bewindvoerder voor het bedrijf aangesteld.
Voordat Zaandam alle Joden op transport stelt is het echtpaar Poppert al naar Amsterdam vertrokken. Erich Poppert zal het einde van de oorlog niet halen. Hij wordt vermoord in Sobibor op 14 mei 1943. Zijn vrouw Hertha ontkomt aan de vernietiging. De geschiedenis van het echtpaar in de 2e W.O. is uitgebreid te lezen op de website van Joodsmonumentzaanstreek.
Na ‘45 Hertha Poppert overleeft de oorlog. Haar overlevingstocht staat ook beschreven op de website: www.joodsmonumentzaanstreek.nl . Te lezen valt dat zij in Zweden terecht was gekomen en daar op 19 september 1945 werd uitgewezen naar Nederland waar zij korte tijd vastzit en weer werd vrijgelaten. Dochter Sonja wordt samen met het dienstmeisje Sientje Blij uit haar onderduikadres in Vught opgehaald en herenigd met haar moeder; ze trekken in op Botenmakersstraat 6 in de hoedenfabriek. Op het huisadres (nummer 68) zat inmiddels een andere eigenaar.
Ze bleef eigenaresse van de hoedenfabriek, hertrouwde met de Belgische hoedenfabrikant Roger Boudin en ging in Brussel wonen. Na de scheiding tussen de twee kocht Boudin de fabriek. De fabriek werd in 1966 opgeheven. In 1973 werd in de oude fabriek het jongerencentrum ‘Drieluik’ gevestigd.
(1.) Zie: www.joodsmonumentzaanstreek.nl
Bron: Gemeentearchief Zaanstad,
Joodsmonumentzaanstreek.