Gerrit Thomas Rietveld — De Stijl
Van onze redactie: Co Plomp
Van Mondriaan tot zigzagstoel. Van blauw, geel, rood tot Rietveldpaviljoen. U weet genoeg. Dit is De Stijl. De internationaal bekende maar o zo Nederlandse kunstbeweging. Leden als Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld en Bart van der Leck wilden met nieuwe kunst niets minder dan de wereld veranderen. In 2017 is het 100 jaar geleden dat De Stijl in Leiden werd opgericht.
Biografie Gerrit Th. Rietveld.
Gerrit Th. Rietveld, drie broers en twee zusters, hadden geen gemakkelijke jeugd. Hun moeder was een fantasierijke en opgewekte vrouw, maar hun vader, ouderling in de gereformeerde kerk, een strenge en gelovige man. Diens hevige zondebesef en strikte moraal drukten zwaar op het gezin.
Onmiddellijk na de lagere school leerde Gerrit Rietveld vanaf 11-jarige leeftijd het vak van meubelmaker in de meubelwerkplaats aan de Poortstraat in Utrecht van zijn vader (1899−1906). Hij werkte er van ‚s ochtends vijf tot ‚s avonds zeven voor een dubbeltje in de week. De hier in een historische-stijl gemaakte massieve meubelstukken, met hun protserige uitsteeksels en sierrandjes verafschuwde de jonge Rietveld. Terugblikkend op deze tijd verklaarde hij het er alleen te hebben uitgehouden, omdat hij elke vrije minuut voor zichzelf kon tekenen. Daar stond echter tegenover dat toen zijn waardering voor het vakmanschap van de meubelmaker ontstond.
Omstreeks 1910 deed hij in de avonduren tevens een meer theoretische cursus bij de Utrechtse architect en meubelontwerper P.J.C. Klaarhamer, een Utrechtse architect die experimenteerde met strakke vormen en felle kleuren. Bij deze geestverwant van H.P. Berlage maakte Rietveld kennis met de laatste ontwikkelingen in de nationale en internationale architectuur en kunstnijverheid. Daarnaast zal ook Klaarhamers grote belangstelling voor literatuur en filosofie in de lessen hebben doorgeklonken en zo zijn geestelijke vorming hebben beïnvloed.
In 1908 creëerde hij reeds zijn eerste meubelstukken.
Met tussenpozen werkte Rietveld tot 1917 nog als meubelmaker in het bedrijf van zijn vader. Maar hij ontwierp, voor eigen gebruik en voor vrienden, ook zelf enige meubelen die opvallen door hun sobere en strakke vormgeving.
In 1917 begon Rietveld een meubelmakerij aan de Adriaen van Ostadelaan in Utrecht. Zijn zelfstandigheid leidde tot eigenzinnige ontwerpen, die waren gebaseerd op een analytische benadering van het meubel. Rietveld heeft een aantal bekende meubelen gemaakt. Zo is er de rood-blauwe leunstoel uit 1918, en aantal andere stoelen en meubels. Bij zijn meubelen maakte Rietveld veelal gebruik van de Cartesiaanse knoop (zie afbeelding ). Rietveld streefde ernaar om meubelen te ontwerpen die in massa gemaakt konden worden en die niet duur waren, zodat iedereen ze zou kunnen kopen.
Afbeelding: Cartesiaanse knoop. Drie vierkante blokken van gelijke afmetingen aan elkaar bevestigd d.m.v. duvels*, waarvan er nog een verlengde zichtbaar is. Het basisprincipe enkele van de meest bekende ontwerpen van Rietveld.
*Ronde, vaak beukenhouten pennen t.b.v. sommige houtconstructies.
Vanuit sociaal oogpunt wenste hij de arbeiders te bevrijden van het harde en afmattende repetitieve werk door machines in te schakelen. Dit idee is echter nooit echt verwezenlijkt. Rietveld was, met zijn eigenzinnige stijl, zijn tijd ver vooruit
Rietveld heeft veel meubelen ontworpen in opdracht van personen, bedrijven en families. Veel van deze opdrachtgevers kwamen uit de kring van Truus Schröder-Schräder, binnenhuisarchitecte en vriendin van Rietveld, naaste familie en kennissen. Het waren voornamelijk mensen uit de intellectuele bovenlaag van vooral Utrecht. Onder deze belangstellenden zijn opvallend veel oogheelkundigen, spoorwegingenieurs en mensen uit de kunstwereld.
In dit artikel wil ik echter aandacht besteden aan de minder bekende ontwerpen van Rietveld , In het bijzonder de meubels die niet als replica in de handel zijn en waarschijnlijk uniek zijn.
Tijdens het bestuderen van het werk van Thomas Gerrit Rietveld werden de meest bekende ontwerpen in de diverse publicaties uitvoerig belicht.
Er bestaan echter ook ontwerpen/meubels die in opdracht of in een beperkte oplage gemaakt zijn. Bij zoektocht naar deze meubels vond ik afbeeldingen van het vroegste werk van Rietveld gemaakt voor de inrichting van Slot Zuylen aan de Vecht.
In 1905 kreeg de toen 17-jarige Gerrit Rietveld de opdracht van de toenmalige bewoner, Frederik baron Van Tuyll van Serooskerken, om een serie meubels te maken voor het Poortgebouw. Gerrit Rietveld leerde op dat moment het vak in het atelier van zijn vader, de Utrechtse meubelmaker Jan Cornelis Rietveld (1860−1933), die een paar jaar eerder al enkele archiefkasten had gemaakt voor het kasteel.
Het werden ambachtelijk gemaakte meubels in historiserende stijl, die pasten bij het beeld dat de familie Van Tuyll van het verleden had, maar tegelijk ogen deze meubels ook modern. Hierover zegt meubelrestaurator en gastconservator Nico Hijman: “In de meubels zie je Rietvelds traditionele origine, maar de vernieuwende elementen getuigen tegelijkertijd van zijn bijzondere ontwerpvaardigheden.”
Bezoekers maken tijdens de rondleiding een reis door de meer recente geschiedenis van Slot Zuylen gecombineerd met het verhaal rondom Gerrit Rietveld. Schilderijen, foto’s, archiefstukken, tekeningen en originele meubels vertellen over een vernieuwingsgezinde baron, die bekend staat als de ‚betonbaron’, en die vanaf 1900 het eeuwenoude Slot Zuylen klaarstoomde voor de twintigste eeuw. De presentatie in het historische interieur van een aantal iconische Rietveld-meubels uit de jaren 1920 en later, die in bruikleen zijn gegeven, maakt duidelijk hoe baanbrekend de nieuwe strakke vormgeving van Rietveld en de kunstbeweging De Stijl was. Toen Frederiks zoon, de gelijknamige laatste bewoner van Slot Zuylen, in 1919 met zijn gezin het Slot ging bewonen, koos hij voor een voor die tijd moderne inrichting met verwijzingen naar vernieuwende ontwerpers als Frank Lloyd Wright en Berlage. Dit was toen heel ongebruikelijk voor een historisch kasteel van een adellijke familie.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Afb . 1 , 2. 3, 4 , 5, 6
De op afb 1 en 3 getoonde stoelen, beiden een afwijkende versie van de Rood-Blauwe stoel, zijn een voorbeeld van de ontwerpen die uniek zijn.
Het Poortgebouw is normaal niet toegankelijk voor het publiek, maar ter gelegenheid van het themajaar Mondriaan to Dutch Design gaan de deuren van deze intieme ruimte op gezette tijden open. Conservator van Slot Zuylen Gerbrand Korevaar: „Rietveld kreeg de opdracht om meubels te maken die een eenheid vormden met de architectuur van het Poortgebouw. Die onderlinge verbinding tussen meubels en de ruimte eromheen zoekt Rietveld ook in zijn latere werk, zoals bij het Rietveld Schröderhuis. De opdracht voor Zuylen was in die zin een prelude voor Rietvelds latere oeuvre.
In een interview in 1959 zei Rietveld dat hij tijdens het maken van de nog traditionele meubels tot het inzicht kwam dat zijn artistieke toekomst elders lag: „Ik ben niet van de oude stijlen afgehaakt, omdat ik ze niet mooi vond. Of omdat ik het niet goed kon maken, want ik had het vak goed geleerd. Maar ik ben ermee uitgescheden, omdat het geen voldoening gaf. Ik zag er geen toekomst is. Want alles wat je maakte in die oude stijlen was eigenlijk slechter dan wat de mensen in die tijden zelf maakten.” Maar toch, aldus meubelrestaurator en gastcurator Nico Hijman: „In de meubels zie je Rietvelds traditionele herkomst, maar de vernieuwende elementen erin getuigen tegelijkertijd van zijn bijzondere ontwerpvaardigheden.” In 1919 bekeerde Rietveld zich volledig tot de moderniteit met zijn aansluiting bij de Stijl * ( zie voetnoot 1) beweging die een paar jaar eerder was opgericht.
Als eerder vermeld, het idee/streven van Rietveld was; meubels te ontwerpen die fabrieksmatig in grote aantallen goedkoop vervaardigd konden worden voor een groot publiek. Dit idee is echter nooit verwezenlijkt, de wereld was er nog niet klaar voor. Een aantal, wat minder futuristische ontwerpen, zijn wel in productie vervaardigd voor de Fa. Metz & Co zij het niet in grote oplagen waardoor de aanschafprijs vrij hoog uitviel en dus niet voor een groot publiek toegankelijk.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Voorbeelden hiervan (afb.8,9, 10, 11)
Al met al, Gerrit Thomas Rietveld was een veelzijdig ontwerper. Niet alleen meubels waren zijn geesteskinderen, ook op het gebied van architectuur heeft hij vele objecten op zijn naam staan. Over dit onderwerp zijn een aantal lijvige boekdelen geschreven o.a. Theodore Brown ‘The work of G Rietveld architect ‚. Marie Therese van Toor en Ida van Zijl ‘Rietvelds universum ‘, Marijke Kuper en Ida ven Zijl ‘Gerrit Th. Rietveld het volledige werk ‘.
Voetnoot 1
Mondriaan richtte in 1917 De Stijl op met Theo van Doesburg. Bart van der Leck, de architect Oud en Gerrit Rietveld sloten zich bij hen aan. Zij hadden contacten met het Bauhaus en de Russische constructivisten en gaven een tijdschrift uit.
Mondriaan richtte zich in zijn schilderijen vooral op problemen van esthetische aard, Rietveld probeerde zijn ontwerpen functioneel te benaderen. Oud vond dat hij als architect zijn ontwerpen niet uitsluitend uit esthetische overwegingen kon maken maar dat hij rekening moest houden met technische en maatschappelijke eisen.
De Stijl zette zich in voor een nieuwe kunst in een nieuwe, betere wereld. De gelijkwaardige samenwerking tussen schilders en architecten was daarbij een belangrijk doel. Zij werkten met een paar belangrijke uitgangspunten en streefden naar harmonie en evenwicht door het gebruik van:
- de universele primaire kleuren, zwart-wit en grijzen
- horizontaal en verticaal (later ook diagonaal)
- rechthoekige vormen
- elkaar loodrecht kruisende lijnen
- basisvormen, zowel tweedimensionaal als driedimensionaal
- asymmetrische eenvoudige beeld– en vormaspecten
- asymmetrische composities
- loodrecht kruisende lijnen
- basisvormen, zowel tweedimensionaal als driedimensionaal
De Stijl wilde een zuivere kunst. Dat betekent dat de kunst onafhankelijk moest worden en haar eigen regels en wetten moest formuleren. Men wilde niet langer de natuur nabootsen, geen kunst met willekeurige, subjectieve elementen.
Geraadpleegde bronnen:
Theodore Brown ‘The work of G Rietveld architect’
Marie Therese van Toor en Ida van Zijl ‘Rietvelds universum‘
Marijke Kuper en Ida ven Zijl ‘Gerrit Th. Rietveld het volledige werk‘
Marike Kuper en Lex Reitsma ‘De stoel van Rietveld’
www.slotzuylen.nl
https://www .pinterest.com
website van Centraal Museum Utrecht www.centraalmuseum.nl
Wikipedia