De Zoeker — Geschiedenis van de Eeuw II
Verteld door Nico Maas, molenmaker
Als het 2 augustus is geworden beginnen de mannen om vijf ’s ochtend met de operatie, die doorgaat tot de volgende ochtend tien uur. Ze werken 29 uur onafgebroken door. Eerst wordt met een zware hijskraan de kap van de molen op een dieplader gehesen, die vervolgens wordt weggereden over de speciaal aangelegde weg van zand en rijplaten en wordt geparkeerd op de Oud Heinstraat.
Foto: De verplaatsing van oliemolen De Zoeker, de kap wordt geplaatst op een dieplader
Daarna verschijnt een zware dieplader met 64 wielen, die per as bestuurbaar zijn. Hierop wordt het molenlijf getakeld. Halverwege de middag staat de molen op de dieplader. Nico en Gerrit maken vervolgens mallen van de gaten, waarin de pennen van de achtkantstijlen hebben gezeten om later dezelfde gaten te kunnen frezen in het nieuwe onderachtkant op de Zaanse Schans. Daarna hijst de kraan de molenstenen en andere zware onderdelen uit de onderbouw op de klaarliggende dekschuiten. Als de dieplader met het achtkant van De Zoeker onder grote publieke belangstelling voetje voor voetje wegrijdt, zitten de molenmakers in hun rijdende molen. Het transport moet bij de spoorovergang wachten tot de elektriciteit van de bovenleiding wordt gehaald. Nico en Gerrit maken daarvan gebruik om, met behulp van de door hen gemaakte mallen, gaten te frezen in de nieuwe onderbouw op de Schans. Een spannend karweitje want het moet straks wel allemaal passen. Bovendien wordt het schemerig en werken de mannen bij kunstlicht.
Inmiddels zijn de dekschuiten met hun lading materialen door de sluissloot naar de Zaan gevaren, waarbij de brug in de Oud Heinstraat bijna gesloopt moest worden om ver genoeg opgehaald te kunnen worden. Laat in de avond bereiken de dekschuiten de Zaanse Schans.
Om kwart over een ’s nachts gaat de stroom van de bovenleiding en kan het takelen bij de spoorovergang beginnen. Nico en Gerrit hebben weer plaats genomen in het achtkant, zweven op een gegeven moment hoog boven de spoorovergang en beleven enerverende momenten in de lucht. Het bij veel kunstlicht over de bovenleiding hijsen van het achtkant en het aan de andere kant terugzetten op de dieplader duurt al met al zo’n anderhalf uur en wordt gadegeslagen door duizenden mensen. De hele Nederlandse pers, radio, televisie en het bioscoopjournaal zijn erbij. Het is misschien wel dé gebeurtenis van de eeuw voor de Zaanstreek.
Via de Guisweg vervolgt het transport zijn weg naar de Julianabrug. Als het begint te dagen wordt door een drijvende bok, die ter plekke in de Zaan ligt te wachten, eerst de kap van de molen op een klaarliggende schuit geladen en afgevaren naar de bestemde plek. Vervolgens hijst de drijvende bok het achtkant van de dieplader. Even dreigt het nog mis te gaan als de bok helt door het gewicht van de molen en het achtkant daardoor met de onderkant tegen de zware reling van de brug stoot. Iedereen houdt de adem in, maar het hijsen gaat door. Met het achtkant in de takels, hoog boven de Zaan, vaart de drijvende bok statig naar de bestemde plek waar hij hem neerlaat op het nieuwe onderachtkant. Als de pennen van het lijf precies passen in de gaten in de onderbouw en het achtkant stevig staat, laat de drijvende bok zijn oorverdovende stoomfluit klinken. Het geluid gaat iedereen door merg en been en menigeen pinkt een traantje weg. De operatie is om tien uur ’s ochtend voltooid en de molenmakers zoeken vermoeid maar voldaan hun bed op.
Bron:www.zaanschemolen.nl