Cholera epidemie in de Zaanstreek: Maarten Bas en zijn biksteenmolentje
Bron: De Zaansche Molen, nieuws maart 2020.
We proberen allemaal met het heersende corona virus om te gaan. Het is natuurlijk een schrale troost, maar ziekten en epidemieën zijn van alle tijden.
In het nieuwe Molenmuseum vertellen we het verhaal van Maarten Bas (1849 – 1914). Hij werkte als jongen op papiermolen De Kaarsenmaker. In 1866 raasde een cholera epidemie door Europa. Maarten was 16 jaar oud toen hij de ziekte kreeg. Gelukkig bezweek hij er niet aan, zoals 21.000 andere Nederlanders, maar hij ziekte niet goed uit. Daardoor raakte hij arbeidsongeschikt en belandde in het protestantse opvanghuis voor behoeftigen De Kogge in Koog aan de Zaan.
In het nieuwe Molenmuseum vertellen we het verhaal van Maarten Bas (1849 – 1914). Hij werkte als jongen op papiermolen De Kaarsenmaker. In 1866 raasde een cholera epidemie door Europa. Maarten was 16 jaar oud toen hij de ziekte kreeg. Gelukkig bezweek hij er niet aan, zoals 21.000 andere Nederlanders, maar hij ziekte niet goed uit. Daardoor raakte hij arbeidsongeschikt en belandde in het protestantse opvanghuis voor behoeftigen De Kogge in Koog aan de Zaan.

Een zakje poeder kostte 1 cent, geld dat hij stopte in het potje voor een dagje uit voor de wezen en oude van dagen die net als hij in De Kogge woonden. Van 1868 tot zijn overlijden in 1914 woonde Maarten in De Kogge.
Zijn lievelingskostje bestond uit zoete appeltjes met aardappelen en een bal gehakt.
Als toetje griesmeelpudding met aan het slot brandewijn met „soiker” en een beetje nootmuskaat.
Zijn oom Piet Hille vertelde dat Maarten zich het lot van de mensheid in de wereld erg aantrok. Daarom is het misschien maar goed dat Maarten Bas het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet meer heeft meegemaakt.
Op de foto zien we Maarten Bas met een zakje poeder voor zijn biksteenmolentje staan.
N.B. Dit is een van de verhalen dat een plek krijgt in het nieuwe molenmuseum.