Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Houtza­ag­molen De Dikkert

Door: Sjors van Leeuwen

(Deze col­umn heeft hij geschreven voor en zijn te lezen op de Orkaan. De Zuid­kan­ter pub­liceert de ver­halen met spe­ciale toestem­ming van de Orkaan.)

11afb1Pieter Ghi­jsen was een van de eerste grootin­dus­triëlen in de Zaanstreek. Hij bezat drie wer­ven om schepen te bouwen en een bijbe­horende houtza­ag­molen om de zeer zware eiken delen te zagen die in aan­merk­ing kwa­men om er zee­waardige schepen van te bouwen.
Molens die die eigen­schap beza­ten waren “dom­mekrachten”, zij beza­ten een krukas (de aan­dri­jv­ing van wie­len naar een op en neer gaande beweg­ing voor zagen) met drie sla­gen (bochten) waar­van er twee een zaa­graam aan­dreven en er een­tje “loos” was, het zoge­naamde pom­praam.
Deze “dom­mekrachten” ver­w­erk­ten uit­slui­tend zeer zwaar dik eiken­hout voor scheep­skie­len, dek­balken en huidplanken.
Foto: Zaandam-​west, De Dikkert zagend op een zuiden wind.

11afb2
Foto:Selectie van eiken­bomen om scheep­skrom­mers en span­ten uit te zagen in de 17e eeuw.

Aan de uiter­ste noord­punt van de West­z­i­jde in de gemeente Zaan­dam stond in 1629 een forse bovenkruier houtza­ag­molen genaamd “De Dikkert” op naam van Pieter Ghi­jsen.
Ideaal gele­gen aan de Zaan met diep vaar­wa­ter en op de hoek de sluis met toe­gang tot de Mal­le­gat­sloot op de grens van Koog aan de Zaan.



11afb3
Foto: Zaandam-​west apparte­menten De Dikkert zelfde locatie als foto hierboven.

“De Dikkert” had toen al een leven achter zich waarover wij in het duis­ter tas­ten.
Het was een forse molen met een wat merk­waardig uiter­lijk door het wat stijf uitziende achtkant, omdat aan de onderz­i­jde van het riet­dek de uit­lopende sier­lijke lijn ont­brak, zoals die op andere molens vaak wel aan­wezig was.
Wat ook opvalt is dat de stellingdeur hier gelijk met het riet­dek loopt en daar­boven met een paar delen door­loopt in datzelfde riet­dek, het­geen ook afwijkt van de gebruike­lijke bouw.
11afb4Foto: Detail van de stellingdeur met drie delen erboven en de “vlakke” uit­loop van het riet onder aan het achtkant.

Ver­moedelijk is het wiekenkruis veel langer geweest bij zijn vorige func­tie maar is na her­bouw op deze locatie afgekort van 27 naar 22 meter, een meer gebruike­lijke lengte voor Zaanse molens.
De hoge oud­er­dom van deze molen is terug te vin­den in de con­struc­tie van het achtkant dat opmerke­lijk platte en dikke “kor­beels” bezit, zij vor­men de verbind­ing tussen de staande en liggende balken van het achtkant.
Bij over­li­j­den van Pieter Ghi­jsen op 12 mei 1672 is de molen al in veel parten verdeeld, dat betekent dat ook anderen finan­cieel par­ticipeer­den in het bedrijf. Zijn boedel wordt dan benoemd met:
364 e parten inde Dicke molen ……bij ‘t Mal­le­gadt”.
Dit verde­len van aan­de­len in parten was in de Zaanstreek zeer gebruike­lijk.
De ver­mo­gende fam­i­lies zorgden voor risi­cosprei­d­ing van hun kap­i­taal door hun geld in parten te beleggen in aan­de­len van molens, schepen, pakhuizen enz. Verg­ing er een schip, ver­brandde een pakhuis of molen, dan was je een deel van je geld kwijt maar niet meteen rid­der te voet.

Net zoals andere Zaanse molens bezat “De Dikkert” een geschilderd naam­bord met daarop de tekst:
IK BEN GEBOUWD DOOR GODES ZEGEN
HIER AAN DE ZAAN BEN IK GELE­GEN
OM ALLE SOORT VAN HOUT TE ZAGEN
DEN NAAM VAN DIKKERT BLIJF IK DRAGEN

Later werd de tekst aan­merke­lijk kor­ter:
DES DIKKERTS MID­DEL VAN BESTAAN
IS HOUT TE ZAGEN AAN DE ZAAN

In 1804 tre­f­fen we als eige­naar Cor­nelis Car­di­naal, deze man bezat voor zijn tijd een waar for­tuin.
Dat de hoogti­jda­gen voor de Zaanse scheeps­bouw al voor­bij waren blijkt wel als de boedel opge­maakt wordt bij de molen: eiken heeft plaats gemaakt voor den­nen en grenen­hout.
Cor­nelis bleek bij over­li­j­den een zeer belezen man, de notaris had maar liefst 108 pagina’s nodig om zijn bib­lio­theek te beschri­jven. De houtvoor­raad bij “De Dikkert” wordt als volgt omschreven:
1 grenen balk 60 voet 15 duim fl. 50,00
8 Memelse balken 36 voet fl. 20,00
2 mas­ten 52 voet fl. 6,00
9 denne balken 80 voet fl. 60,00
2 denne balken 70 voet fl. 40,00
1 denne balk 29 voet fl. 29,00
De Ams­ter­damse voet was 0,2831 meter verdeeld in 11 Ams­ter­damse duimen.

De pro­duc­tie van de molen werd vast­gelegd op een houten bor­dje met de naam van de molen erop en met kri­jt­jes turfde de mole­naars de ver­w­erkte balken.

11afb5Foto: Pro­duc­tiebor­dje van De Dikkert uit 1871 col­lec­tie Molen­mu­seum Koog aan de Zaan.

Memel was een ijsvrije Oost­zee haven­stad in het uiter­ste noor­den van Litouwen, het heet nu Klaipeda. Het was een belan­grijke uitvo­er­haven aan het einde van de riv­ier De Memel van zowel hout als gra­nen en huiden.
Hout uit het hoge noor­den had door de warme en droge zomers afgewis­seld met koude en strenge win­ters zeer dichte jaar­rin­gen waar­door het een zeer sterke kwaliteit geza­agd hout opleverde.
Iets ten noor­den van de stand­plaats van de molen staat nog steeds een graan­pakhuis met de naam “Memel” er op, vanaf de Willem Alexan­der­brug is dit goed te zien.

In 1827 kwam de molen in de verkoop; “zeer gele­gen voor de hout­ne­gotie” waar­bij “Nagel­ten” moet zijn “nage­laten” door wijlen Jacob Stam.

11afb6Foto: Opregte Haar­lem­sche courant 1827 verkoop De Dikkert.

Zoals vele molens bezat “De Dikkert” een eiken­houten bove­nas van 80×80 cm met twee gaten erin voor de roe­den (wieken) die het bin­nen­werk aan­dreven.
Deze braken soms en ver­rot­ten vrij snel aan de voorz­i­jde van de kap; waar­door de lev­ens­duur niet erg lang was. Vanaf 1836 ging men pogin­gen doen om deze bove­nassen van gieti­jzer te maken en deze zijn nu zo sterk dat ze nauwelijks ver­sli­jten en nog elke dag dienst doen in onze molens.
“De Dikkert” kreeg een tweede­hand­sje afkom­stig van de ges­loopte Noorder Boven­molen nr.4 van de Starn­meer­polder, deze stond vlak bij het nog bestaande Heeren­huis te Spijker­boor. Deze in 1864 gegoten as werd rond 1873 na sloop van deze molen in “De Dikkert” gesto­ken en doet daar nog steeds dienst!

Een grote omme­keer in zijn omgev­ing betrof de aan­leg van de spoor­lijn Zaandam-​Enkhuizen. In 1884 begon de Hollandsch-​Friesche spoor­weg met deze trein­di­enst waar­bij aan de zuidz­i­jde van de molen een enorm zan­dlichaam ver­scheen met een spoor­brug. Hier­voor sloopte men in 1879 zijn buur­molen de oliemolen “De Blauwe Arend” die in het tracé van de spoor­lijn stond, zijn erf ligt onder de spo­ordijk, wel werd het pad naast de dijk naar hem vernoemd.

Wind ver­loor de con­cur­ren­tie van stoom en zo ging in 1896 “De Dikkert” in de verkoop en werd de molen per schuit in stuk­jes en beet­jes overge­bracht naar de Ams­ter­damseweg 104 A in Amstelveen.
11afb7 11afb8
Foto links: Zaandam-​west, sloop van De Dikkert, de kap is al ont­daan van riet en de wieken zijn al kaal gemaakt. Zelfs het riet werd door de slop­ers verkocht, alles ligt keurig opge­bost op het erf!
Foto rechts: Amstelveen, Ams­ter­damseweg 1 ban­paal der stad Ams­ter­dam.

Hij viel hier net buiten het rechts­ge­bied van de gemeente Ams­ter­dam.
Even terug lopend op de Ams­ter­damseweg nr. 1 staat een Ban­paal uit 1625 met het opschrift: ”Ter­mi­nus Pro­scrip­tiones” wat staat voor “Uijter­ste palen der ballin­gen”. Dat betekent dat hier de grens van de stad begon als je ver­ban­nen werd, je moest dan in ballingschap.

11afb9Hier zette deze “Zaanse Balling” zijn werkzame leven voort als koren­molen voor de heren van der Sluis en Heemskerk.
Toen elek­trisch meel malen vlug­ger en betrouw­baarder bleek, stond de molen vaak stil en begon het ver­val.
De wieken verd­we­nen in 1932 en er was gerede angst dat de molen geheel zou wor­den ges­loopt. Verenig­ing De Hol­land­sche Molen en de gemeente Amstelveen sloe­gen de han­den ineen en in 1938 besloot de gemeen­ter­aad de molen aan te kopen en te restau­r­eren het­geen gereed kwam in juli 1940.

Foto: Amstelveen De Dikkert molen buiten bedrijf, de wieken eraf, gedreven door een elec­tro­mo­tor. En het lijf voorzien van dak­pa­pier. Leuk detail het Fordje met de laad­bak om bestellin­gen te rijden!

Vanaf de jaren zes­tig is er met wis­se­lend suc­ces een restau­rant onder in de molen geves­tigd. In 1988 werd er zelfs zo goed gekookt in de molen dat deze een Miche­lin­ster mocht ont­van­gen. De huidige uit­baters, vier per­so­nen sterk, pre­sen­ten zich onder de naam “De Jonge Dikkert” en serveren zelfs een Molenaarsmenu!

11afb10Foto rechts: Amstelveen, De Dikkert 012018, restau­rant De Jonge Dikkert.

Als je dat dan toch op tafel zet dan zou het “De Jonge Dikkert” wel sieren als ze “De Oude Dikkert” wat vaker lieten draaien.(niet te hard, want dan trillen de glazen van tafel!)
“De Jonge Dikkert”
Ams­ter­damseweg 104A
1182 HG Amstelveen
Dit e-​mailadres wordt beveiligd tegen spam­bots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bek­ijken.
Op het oude erf van “De Dikkert” te Zaan­dam ver­rees een oliefab­riek genaamd “De Wil­helmina” voor reken­ing van de firma Honig & Kon­ing. Later ves­tigde Willem Huys­man in 1928 er een tweede cacao­fab­riek “De Zaan” en tot slot heeft Jan Visser er nog verf geproduceerd.
Tussen al deze bedri­jvigheid stond nog de oude hout­loods van de molen die gelijk met de fab­riek verd­ween voor de aan­leg van het apparte­menten com­plex “De Dikkert” in 19791981.
Deze “Dikkert” wordt nu bedreigd door het­zelfde fenomeen als de oude molen, namelijk stroom! Sedert een aan­tal jaren rezen er twi­jfels over het wonen onder hoogspan­nings­mas­ten.
Voor onder­zoek naar gezond­hei­d­sprob­le­men bij het wonen onder deze mas­ten heeft Zaanstad 80.000,00 euro vri­jge­maakt. Er is een regeling vanuit Den Haag dat men wonin­gen recht­streeks onder de 308 KV stroom­lei­d­ing mag uitkopen, dat zijn er bij het com­plex “De Dikkert” 27.
Wat dat voor de overige bewon­ers gaat beteke­nen laat zich raden.
11afb11
Foto: Zaandam-​west, met links oliefab­riek Honig & Kon­ing, rechts de toe­gang tot de Mallegatsloot.

Tekst en beeld : Sjors van Leeuwen
Joomla tem­plates by a4joomla