Het warenhuis Van de Brink.
Door Koos vd Woude
Het pand is nu een ruïne, maar ooit was het een bekend winkeltje in de Oostzijde. Het warenhuis van Ko en Stan van de Brink. Vooral in de dagen voor oud en nieuw was het een drukte van belang, omdat Ko ook vuurwerk verkocht. De buren vonden het minder omdat meteen buiten de deur de voetzoekers, rotjes en gillende keukenmeiden werden geprobeerd. De verkoop van andere artikelen stond dan op een laag pitje.
Tijdens het opruimen van de zolder, vond ik nog een oud krantenknipsel van 27 oktober 1977. Het ging over de grote brand bij zaadhandel van Gelder. Tegenover een van de meest bekende buurtwinkels, Oostzijde 140, n.l. die van Ko van de Brink. Niet alleen de loodsen van verhuisbedrijf Nijboer, maar ook het pakhuis Alkmaar brandde volledig af. Doch de 90 jaar oude winkel aan de andere kant, met de rekken ijzerwaren, huishoudelijke artikelen en speelgoed, bleef als een wonder gespaard. Mede ook door Ko zelf, die als brandweerman al 27 jaar verbonden was aan kring 3. Dus als een van de eersten stond hij te blussen. Omdat hij op het Konijnenpad woonde, een straatlengte verwijderd van de winkel.
De winkel van Sinkel.
Er zijn weinig mensen uit de Rosmolenbuurt die nog nooit in deze gezellige winkel van Sinkel zijn geweest. Om er een of meer van de vele artikelen te kopen, die met een gulle lach en een kwinkslag of een mop over de toonbank gingen. Soms kwamen de mensen alleen voor een praatje. Maar ook voor een scharnier, spijkers of schroeven, die zelfs per stuk verkocht werden. Vooral de technische dienst van overbuur Zwaardemaker was een goede klant.
De voormalige oude boerderij aan het Konijnenpad, waar Ko en Stan woonden staat nu te koop. De knusse woonkamer stond vol met allerlei prullaria en veel fotolijstjes. Je waande je in de jaren vijftig, toen geluk nog heel gewoon was. Op een oude foto voor de winkel, waar ze nog samen op staan, viel mij een bordje op. F v/d Brink — v/h J.B. Klerk. Dat was de vader van Ko, die getrouwd was met een dochter van de man die verfartikelen en petroleum verkocht‚. In eerste instantie had Floris er niet zo veel zin in om zijn schoonvader op te volgen in het ruim 200 jaar oude pand, want hij had een goed lopende groentewijk in Jisp. Toch zwichtte hij uiteindelijk.
In 1949 kwam Brinkie, zoals de buurt hem al snel noemde, in dienst bij zijn vader, hoewel Ko er eerst niet zoveel zin in had. Hij noemde het ouderwets opgezette warenhuisje een knikkerwinkeltje. Toen hij mede eigenaar werd, werden de zaken drastisch aangepakt. Ze gingen oliekachels en kolenhaarden verkopen. Met de komst van aardgas en later de afsluiting van de Oostzijde, kreeg de verkoop een gevoelige knauw en leek het einde van een 90-jarige dynastie in zicht. In 1994 viel het doek met een grote uitverkoop van alle spullen. Het pand werd verkocht.