Rond Oostzijde en Zaan
Door Koos van der Woude
Schrijven is een leuke hobby, dus doe ik dat graag. Jaren terug op een ouderwetse typemachine, maar die vertikte het nogal eens. Later een elektrische, maar toen ontdekte ik de PC. In 1958 kwam ik als 13-jarige vanuit Leeuwarden naar Zaandam; de Havenbuurt. Van de VGLO naar de IVO op het Kattegat. Na een carrière van twaalf ambachten dertien ongelukken, kwam ik na een zeer korte dienstplicht, in dienst bij Albert Heijn als monteur bij de productiebedrijven. Ik kreeg zelfs in 1968 een huis in de Rosmolenwijk.
Door de slechte economie in de jaren vijftig in Friesland verhuisden we in 1958 naar Zaandam, omdat mijn vader bij Bruynzeel een baan had gevonden. In Friesland waren banen zeer schaars. Het rooie dorp is altijd een aparte wijk geweest in Zaandam. Aan de overkant lag het Ponteiland, nu een moderne woonwijk. Hoewel Friesland mijn geboortegrond is, ben ik toch aardig ingeburgerd in deze buurt. Ruim twee jaar heeft mijn vader gependeld naar een kosthuis bij de familie De Vries in de Torneastraat en later naar de Molenmakerstraat. Langs de Havenstraat aan de haven, lagen doorgaans veel Russische houtboten. Ik heb er 15 jaar gewoond tot aan mijn trouwen.
Toen de verhuiswagen de smalle Archangelstraat, aan de haven, indraaide en ik uit de cabine klom, sprongen er gelijk een aantal jongens op me af en een er van, Kees de Vries, zou mijn latere buurman worden. Kan je voetballen”!, riepen ze enthousiast. “Wie ken dat nou niet”, zei ik stoer. “Nou dan kun je mooi op Zaanse Boys”, vervolgden ze. Een club die grotendeels uit Havenezen bestond, begreep ik later. We speelden regelmatig tegen VVZ en Zaanlandia, verenigingen uit de Rosmolenbuurt. Ik heb het er nog wel eens over met Nico Bonouvrie, een andere buur, hoe we de derby’s speelden, met dikke rijen toeschouwers achter de hekken.
Nu wonen we al geruime tijd in de Rosmolenbuurt; de Zwaardemakerstraat. Het is er erg prettig wonen. Een huis uit 1935, maar toch een solide huis van het pensioenfonds van Albert Heijn.
De toenmalige 8-jarige Albert Heijn heeft zelfs nog de eerste steen gelegd. “Met een zilveren troffeltje. En ik mocht het niet eens houden” vertrouwde hij me eens toe. Iedereen kende elkaar in de leuke en altijd gezellige buurt. Fabrieken werden gesloopt. In 2010 werden ook veel huizen gesloopt. Het leek wel een spookwijk. Veel lege huizen, afgeschermd met hoge hekken, ’s avonds erg donker en eng. Er kwam nieuwbouw en misschien wordt het over geruime tijd wel een beter gesitueerde buurt. Maar over het verleden is veel te schrijven, want de herinneringen blijven. Ik deel ze graag met anderen.