De Portiersloge
Door: Koos van der Woude
In 2017 is het 25 jaar geleden dat het productiebedrijf van AH uit de Oostzijde verdween. Tot voor 1954 was de fabrieksingang van Albert Heijn’s productiebedrijven schuin tegenover de Klampersstraat; hier ging al het personeel naar binnen. De portier zat in een klein houten hokje met er naast een groot bord vol prikkaarten.
Het was een ongunstige en gevaarlijke plek, omdat er vaak meel-, suiker– en wijnauto’s stonden te lossen. Dat duurde nog tot 1955. Nadat in dat jaar een nieuw kantoorpand werd gebouwd op de plek waar een grote loods had gestaan. Voor een laad– en losplaats moesten wel diverse woningen verdwijnen.
Daarna ging het kantoorpersoneel gebruik maken van de nieuwe ingang. Daardoor kwam de portiersloge een goede honderd meter verder aan de Oostzijde 95. Deze nieuwe locatie was gevestigd op de begane grond in het voormalig woonhuis van personeelschef Ypma. Daarvoor behoorde het huis nog tot het Mico complex dat was opgeheven. Deze ingang lag tussen de Molenstraat, waar op de hoek de melkhandel van De Dood was gevestigd en de Kramerstraat. Aan de overkant woonde groenteboer v/d Stad en de bloemenwinkel van Bloedjes, waarin later diverse zaken hebben gezeten, waaronder enkele kapperszaken.
Nu staan er hoge flats van het Zaanoeverproject op de plek waar Albert Heijn zijn eerste fabriekje bouwde.