Kosie in Luilekkerland.
Door: Koos van der Woude
Soms kun je op een vreemde manier een duikeling in het verleden maken. Geruime tijd geleden kwamen een paar personen café Zaanzicht, Oostzijde 192 binnen en keken vol belangstelling rond. Ze waren hier om documentatie te verzamelen. Dat was om een boek samen te stellen over de Zaankanters aan het water. Het toeval wilde dat er een schilderij hing over de oude zeehaven. De mannen waren vol lof over het doek. Als dank voor het lenen kreeg mijn zoon, toen nog uitbater van het café, het boek, dat nu in mijn boekenkast prijkt, met erin een afbeelding van het schilderij. Bij het doorbladeren viel mijn oog op een oude foto uit de jaren zestig; het waren de voormalige productiefabrieken van Albert Heijn in de Oostzijde. Daar heb ik ruim 25 jaar gewerkt voordat het bedrijf verhuisde naar het Westerspoor. Meteen borrelden weer beelden van weleer op, van mijn sollicitatie in 1965 tot de sloop in 1995.
In de jaren zestig kon je nog gemakkelijk van de ene naar de andere baas lopen. Ik werkte bij scheepswerf Bootsman aan de Gerrit Bolkade, ongeveer waar nu de Hemspoor-tunnel loopt. Ooit speelde daar voetbalclub Zaanse Boys. De werf stond op de rand van faillissement, doordat er te weinig aanbod van te bouwen schepen was. Het laatste schip dat van stapel liep was de Nelly, een zandschip voor zandhandel Van Vliet in Wormerveer. Ik zie de boot nog wel eens varen die ik van kiellegging tot afvaart heb meegemaakt.
Mijn schoonvader was al jaren werkzaam bij Ahold, tipte me dat de TD van het productiebedrijf nog technische mensen zocht; 11 oktober 1965 was het zover. Na een gesprek met personeelzaken werd ik aangenomen. Geen Sjakie in de chocoladefabriek, maar Kosie in Luilekkerland. In de vele oude gebouwen werden diverse producten gemaakt. Behalve macaroni, beschuit en hagelslag, ook chocoladerepen, drop, toffees, koekjes en ontbijtkoek. Maar ook limonade, advocaat en wijn. Kortom een eldorado.
De portiersloge was in de Oostzijde, tegenover het enige pand op nr.70 dat daar nog aan herinnert. Het was nog van groenteboer Frans v/d Stadt, niet ver van de Schoolmeestersstraat. Daar gingen het kantoorpersoneel en de chefs naar binnen. In de Oostzijde was in pand 38 nog een fabrieksingang. Dat was ongeveer tegenover de Klampersstraat, tussen de TD en het voormalige Laboratorium, dat in 1954 verhuisde naar een nieuw pand. Daar kon het klootjesvolk naar binnen. Er werkten veel mensen. Dat zag je aan de rekken met prikkaarten met je naam en nummer. Ik had nr. 110. Je pakte een kaart, stopte hem in de gleuf van de klok en haalde de handel over. Daar stond je begintijd en eindtijd op. De kleedruimtes waren in het oude kaaspakhuis, een klein wit gebouw aan de Zaankade. Rechts van het Ruyterveer naar de Westzijde. Hier stond ook een bouwwerk, waar de administratie van de technische dienst huisde. Aan de andere kant de Feniksschool; een laag houten pand.
De sloop van de panden van kapper Kaper, Klomp, Veltkamp, Café Smit, Mars en Kruit
Voor de uitbreiding van de fabriek aan de Oostzijde, tussen de Kramerstraat en de Belgischestraat heeft het bedrijf een grote opruiming gehouden. Zo verdwenen de lampenzaak van Kuyt, de tabakswinkel van Bosman, Bakkerij C. Mars, Café Smit en nog vele anderen. Het pand van Last tabak en kapper Kaper heeft nog geruime tijd als opslag gediend. Alleen de gevel van het pand waar de Coöperatie was gevestigd bestaat nog. Die maakt nu deel uit van de winkel van Albert Heyn aan de Zaanse schans. In het stukje Oostzijde bij de Klamperstraat stonden regelmatig meel-, melasse-, bulksuiker– en wijnauto’s. In die straat zelf stond het ontspanningsgebouw, een markant pand met half rond dak, nu in gebruik als maatschap fysiotherapie. In de Oostzijde ook een aantal fraaie huizen voor chefs van de fabriek en de opleidingschool. Op de hoek met de Zuidervaldeurstraat woonde schillenboer Lasage. Er is nu alleen maar nieuwbouw. Alleen de ruïne van houthandelaar Middelhoven herinnert nog aan die tijd, maar zal ook wel ten prooi vallen aan de slopershamer.